Bijdrage Akerboom aan debat over gewas­be­scher­mings­mid­delen


10 oktober 2023

Voorzitter, helaas moeten we constateren dat we een minister zonder lef hebben. Jammer. Zelfs in demissionaire status durft hij niet gewoon een motie van de Partij voor de Dieren en GroenLinks, die door een brede meerderheid werd gesteund, uit te voeren. De minister durft niet tegen glyfosaat te stemmen, maar verbergt zich tijdens het Europese overleg, de SCoPAFF, door zich te onthouden van stemmen.

Voorzitter, ik wil toch nog een allerlaatste poging doen om de minister ervan te overtuigen dat dit het moment is om tegen een nieuwe toelating voor 10 jaar te stemmen. In het Rondetafelgesprek in deze Kamer hebben we vorige week gehoord dat glyfosaat wellicht positief uit de toelatingstesten is gekomen, maar dat de huidige testen gewoon niet kloppen! Op het risico voor de ziekte van Parkinson wordt onvoldoende getoetst. Vandaag heb ik weer mensen met de ziekte van Parkinson gesproken – echt een afschuwelijke ziekte en het is gekmakend om te realiseren dat dit een ziekte is die we onszelf aandoen, onder andere door pesticiden.

En dat niet alleen: glyfosaat wordt gelinkt aan kanker, het vervuilt ons drinkwater, en het is schadelijk voor het waterleven en voor bijen. Het effect van glyfosaat op de biodiversiteit is niet eens onderzocht! Met al die risico’s is een stem tegen glyfosaat juist een essentiële stap om eindelijk eens van de kant af te komen met die lang beloofde landbouwtransitie.

Maar aan de andere kant staan de grote pesticidefabrikanten. Zij hebben miljardenbelangen bij het op de markt houden van glyfosaat. En er is de grote agro-industrie, die vooral het huidige landbouwsysteem, gebaseerd op opbrengstmaximalisatie en monoculturen, in stand wil houden. Durft de minister vanwege hen niet tegen te stemmen? Ik krijg hierop graag een antwoord.

Ik roep de minister nog één keer op om alstublieft de Kamermotie echt uit te voeren. Wees die landbouwminister die het voorzorgsprincipe durft toe te passen, en tegen glyfosaat te stemmen.

Voorzitter, dan heb ik nog een aantal vragen over andere pesticiden, die staan in het amendement Vestering. Dat amendement werd in juni vorig jaar aangenomen in deze Kamer. Met dat amendement stelt de Partij voor de Dieren reductiedoelen vast voor het gebruik van de meest giftige pesticiden – waarvan bewezen is dat ze kankerverwekkend zijn, schadelijk voor de voortplanting of hormoonverstorend. Of dat ze bewezen moeilijk biologisch afbreekbaar zijn en zich ophopen in de voedselketen. Troep dus, die we niet in ons milieu of ons lichaam willen hebben.

Nu lezen we in de stukken die na meermaals vragen naar de Kamer gekomen zijn, dat de minister van LNV het liefst de hele wet van de staatssecretaris van I&W in zou trekken, om zo van het amendement van de Partij voor de Dieren af te komen. Dat vind ik een wonderbaarlijke gang van zaken. Als argument schrijft de minister van LNV dat het amendement impact zou hebben op de landbouwsector. Nou, voorzitter, dat is precies de reden dat we het amendement hebben ingediend! Het landbouwgifbeleid van de minister heeft namelijk géén impact, en dat is het hele probleem.

Ik roep de staatssecretaris van I&W op om snel voortgang te boeken met haar wetswijziging en een reactie op het advies van de Raad van State met de Kamer te delen. Ik hoop dat we dan zo snel mogelijk over de wetswijziging kunnen stemmen.

Ter afsluiting wil ik het hebben over de bollenvelden. Ik maak me zorgen om die grote hoeveelheden gif, en niet in de laatste plaats omdat ik zelf geboren en getogen ben in het hart van de Bollenstreek, Lisse. En ook ik wist niet beter dan dat we trots waren op die uitgestrekte kleurrijke velden, en dat je natuurlijk ging bollenpellen om een zakcentje te verdienen in de vakantie.

Maar voorzitter, ik heb ook in mijn woonplaats dat sentiment zien veranderen. De gekleurde velden hebben hun onschuld wel verloren, en menig dorpsgenoot uit zijn zorgen over het vroegere vakantiebaantje waar veel kinderen van nu niet meer aan mogen beginnen. Want welke gifcocktails dringen je lichaam binnen als je de hele dag bollen pelt?

Bij een Drentse basisschool werd een cocktail van 40 pesticiden gemeten. Wat zo’n mengsel van landbouwgif doet, weten we niet. Daar wordt niet op getest. Dat er grote zorgen over bestaan bij wetenschappers, weten we na het rondetafelgesprek van vorige week wél.

Ik eis dat alle kinderen veilig kunnen spelen, ook in de bollenregio’s. Daarvoor moeten we echt drastisch minder gif gaan gebruiken. En het is vooral de lelieteelt - sierteelt voor de export nota bene -, die er met kop en schouders bovenuit steekt als het gaat om de hoeveelheid landbouwgif dat daar gespoten wordt. Deze teelt beslaat 0,3% van het landbouwareaal, maar neemt maar liefst 12% van het totale gifgebruik voor zijn rekening.

Ik vraag de minister: wat vindt hij daar nou van? We staan aan de vooravond van een transitie naar duurzame, toekomstbestendige landbouw. Wordt het dan niet eens tijd om keuzes te gaan maken, wat we wel en niet toelaatbaar vinden in ons kleine, dichtbevolkte land? En zo ja, ziet de minister mogelijkheden om paal en perk te stellen aan de gif-intensieve lelieteelt?

Interessant voor jou

Bijdrage Van Esch aan debat over circulaire economie

Lees verder

Inbreng bij de Wijziging van de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer