Bijdrage Arissen AO Landbouw en Visse­rijraad


14 maart 2018

Voorzitter,

De minister schrijft in haar Kamerbrief dat Nederland geen belangen heeft in de demersale visserij in de westelijke Middellandse Zee en dat zij, bij de beoordeling van het meerjarenplan haar aandacht met name zal richten op de vergelijking met eerdere meerjarenplannen. Zij schrijft daarbij te streven naar een gelijke behandeling in gelijke gevallen om geen onterechte verschillen tussen visserijregio’s te laten ontstaan en het doel in alle gevallen een duurzaam beheer van visbestanden moet zijn.

Het is interessant dat de minister de vergelijking trekt met eerdere meerjaren plannen, zoals mogelijk schol en tong in de Noordzee dichterbij huis. Maar in de Noordzee zijn deze meerjarenplannen nog onvoldoende om "duurzaam beheer van de visbestanden' als doel te behalen, zoals de minister zelf beschrijft. Er zijn nog een groot aantal kwetsbare bijvangst soorten zoals de zwaar bedreigde zeebaars en de kwetsbare tarbot die niet onder een meerjarenplan vallen, maar waarvoor goed beheer wel noodzakelijk is. Er is dus een noodzaak om meerjaren plannen voor zowel commerciële visbestanden als de vissoorten die onder 'bijvangst' vallen. Is de minister zich hiervan bewust en is zij bereid ook met deze bril naar de meerjarenplannen van de demersale visserijen in de Middellandse Zee te kijken?

Voorzitter, dan wil ik het graag hebben over de walvisvangst. Noorwegen respecteert het moratorium op de walvisvangst nog altijd niet en nu heeft de Noorse regering zelfs aangekondigd dat voor 2018 opnieuw de quota voor de walvisjacht verhoogd worden met 28%. Daardoor zullen dit jaar maximaal 1278 walvissen worden gedood. Dit doet Noorwegen dus zomaar, ondanks de resolutie waarin het Europees Parlement een officiële oproep deed aan Noorwegen om te stoppen met de walvisjacht en het internationale verbod te respecteren. Deze oproep werd gedaan op initiatief van de Partij voor de Dieren.

In mei vorig jaar is ook in deze Kamer een motie van de Partij voor de Dieren in ruime meerderheid aangenomen die oproept om er bij de Europese commissie op aan te dringen de doorvoer van walvisvlees door Europese havens een halt toe te roepen. Echter, zo lezen we in de Kamerbrief van oud-plaatsvervangend minister Kamp, hoewel Nederland de situatie zeer ongewenst vindt, ontbreken de juridische middelen om dit tegen te gaan.

In 2013 heeft de Nederlandse overheid wel een moreel appel gedaan op reders om geen walvisvlees te vervoeren. Via de Rotterdamse haven werd, zo hebben wij begrepen, tot 2014 Noors walvisvlees verscheept, maar Rotterdam is daarmee uit eigen beweging gestopt en weigert nu schepen met walvisvlees. Dat is een heel goed initiatief, maar de politiek dient natuurlijk wel haar verantwoordelijkheid te nemen door een doorvoerverbod ook wettelijk op te leggen. Een dergelijk verbod zou zowel nationaal als internationaal moeten gelden, want de Rotterdamse haven kan gemakkelijk “omzeild” worden door het walvisvlees via andere EU-havens te verschepen.

Momenteel is wel de invoer van walvisvlees naar de EU verboden. Maar de doorvoer niet. Voor doorvoer geldt namelijk een uitzondering in de CITES-verordening.

Wil de minister zich in Europees verband sterk maken voor een Europees verschepingsverbod van walvisvlees, door er in Brussel op aan te dringen de uitzondering voor doorvoer van walvisvlees te schrappen?

Voorzitter, mijn collega Ouwehand heeft me gevraagd de volgende punten in te brengen:

a) Neonicotinoïden

Voorzitter, de minister heeft zojuist een breed gedragen petitie in ontvangst genomen van de Bijenstichting. Fijn dat ze de mensen die al jaren knokken voor een verbod op dit voor bijen en andere dieren gevaarlijke landbouwgif te woord heeft willen staan. De oproep is simpel: steun een Europees verbod op neonics. Een ruime meerderheid van de burgers wil dat, en een meerderheid van de Kamer wil dat ook. We herinneren de minister aan de aangenomen moties van de Partij voor de Dieren die hiertoe oproepen.

b) Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB)

Bij de vorige herziening van het GLB klopte iedereen zich nogal op de borst omdat het beleid zo stevig zou zijn vergroend. Uit een evaluatie van die vergroeningsmaatregelen blijkt dat de resultaten daarvan zo ongeveer niet bestaand zijn. Van de beloofde vergroening is in de praktijk niks terecht gekomen. Voorzitter, het moet dus radicaal anders, niet een beetje rommelen in de marge. Het klakkeloos storten van Europees geld op de rekening van de klimaatbelastende melkveehouderij of telers die kwistig gebruik maken van de gifspuit, is niet te verdedigen. Er bestaat een enorme opgave op het gebied van klimaat, biodiversiteit en dierenwelzijn, maar Europa werkt al deze doelen, ondanks mooie woorden, rechtstreeks tegen met haar achterhaalde landbouwbeleid.

Wat er moet gebeuren is: Afschaffen van de landbouwsubsidies. En deze in de tussentijd gebruiken om alle boeren te helpen om te schakelen naar een landbouw die past binnen de grenzen van de draagkracht van de aarde en die niet te koste gaat van dieren, natuur en klimaat.

De Kamer vindt dit al. Gebruik die subsidies nou om boeren te helpen omschakelen naar biologische landbouw, vraagt de aangenomen motie Ouwehand. Dat moet toch de inzet van de Minister zijn? Kan zij dat toezeggen?

c) EU-eiwitplan

Voorzitter, dan het Europese eiwitplan. Mooi dat er een plan is, maar we hebben vaker gezegd: het is te smal. Een echte eiwittransitie gaat over teelt én consumptie. Inzetten op vleesvermindering en een krimp van de Europese veestapel dus. Stop met die subsidies op de promotie van vlees en zuivel!

Dank u wel.

Interessant voor jou

Bijdrage Wassenberg debat Nationale Energieverkenning

Lees verder

Bijdrage Wassenberg AO Statiegeld

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer