Bijdrage Van Esch aan Notaoverleg Water en Bodem sturend
Voorzitter,
De minister van I&W benadrukte vorige week wereldwijd het belang van water als sturende kracht. Zijn ambities zijn mooi, maar helaas hebben we moeten constateren dat de minister van LNV dit nieuwe waterbeleid tegenwerkt, door oude belangen te dienen.
Want uit de beslisnota en onderzoek van onder andere Trouw blijkt dat minister Adema fungeert als spreekbuis van LTO Nederland. Water en bodem sturend? Prima, maar alleen als dat de huidige landbouwbelangen niet schaadt. Ik wil graag van de minister van LNV horen of hij nu op eigen houtje heeft gepleit voor het schrappen van het grondwateronttrekkingsverbod rond natuurgebieden. En voor de algemene vergunningsplicht op grondwateronttrekkingen. Met wie heeft hij dit afgestemd?
Deze minister weet toch wel, mag ik hopen, dat droogte in veel natuurgebieden een zeer belangrijke dreiging is voor de natuurkwaliteit? En dat droogte en stikstof elkaar versterken in hun impact op de natuur? Ik hoop dat ik de minister van LNV niet hoef uit te leggen hoe groot het stikstofprobleem is, en dat je in veel natuurgebieden verlichting kan brengen door het grondwater juist te beschermen.
Dat uitgerekend de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit dan pleit voor het schrappen van watermaatregelen vind ik onbestaanbaar. Denkt deze minister echt de boeren een dienst te bewijzen door hen op de korte termijn uit de wind te houden, waarna hij ze op een later moment met veel hardere maatregelen moet confronteren?
Ik verzoek de minister van LNV om zijn excuses aan te bieden voor het destructief afzwakken van het waterbeleid. Ik vraag verder minister Harbers om de originele passages uit de brief over de grondwateronttrekkingen te herstellen, omdat dit het absolute minimum is wat we moeten doen om onze natuur en de grondwatervoorraden te behouden.
Dan voorzitter, naar de inhoud die we wél hebben ontvangen.
Eindelijk is er een principiële knoop doorgehakt. Onze natuurlijke omgeving moet leidend worden voor wat we als samenleving kunnen doen. Hier liggen wat mijn fractie betreft kansen, die we moeten grijpen.
Voor de invoering van deze plannen missen nog concrete punten, en vooral: hoe gaat de minister de plannen verankeren. Tot nu toe kregen we te horen dat een aantal keuzes juridische verankering krijgen Wat mijn fractie betreft: pak die regie, veranker de doelen en de maatregelen in wetgeving en ga aan de slag. Start niet met een vrijblijvende aanpak Dan modderen we weer jaren door en zijn toekomstige generaties het kind van de rekening. Klimaatverandering, verdroging, weersextremen, biodiversiteitsverlies en de krimpende zoetwatervoorraad wachten ook niet. Graag een reactie.
Dan de inhoud van de plannen zelf:
Mijn vraag is of de minister kan schetsen wat deze betekenen voor Nederland. Welke kansen ziet hij om Nederland klimaatrobuust en natuurinclusief te maken zodat we overstromingen tegen gaan en droogte voorkomen. Ziet de minister met mij een Nederland voor zich, waar de rivieren de ruimte krijgen, met groene beekdalen, waar we geen overstromingen of droogte hebben en waar natuurinclusieve landbouw wordt bedreven zodat het bodemleven wordt gestimuleerd en de vogels en bijen terugkomen.
Erkent de minister dat we dus niet door kunnen gaan met versneld afvoeren van water in onder andere de veengebieden, dat we vooral moeten gaan bouwen op zandgronden, en de kleigronden als akkerbouwgronden behouden. Is de minister het met mij eens dat voor deze visie, we voor het gewenste behoud van “waardevolle landbouwgronden” we niet door kunnen gaan met het spuiten van gif, uitrijden van mest en gebruik van kunstmest.
Concreet: is op het ministerie duidelijk hoe, als we deze plannen serieus nemen – wat ik van harte hoop, dit de invulling van Nederland beïnvloed? En ziet de minister dit ook als een prachtige kans?
Dat het niet bij loze beloftes kan blijven maken ook steeds meer rapportages duidelijk. Het rapport ‘Op Waterbasis’ en ook zeker de nieuwe ‘Ruimtelijke Verkenning richting 2050’ van het PBL schetsen toekomstperspectieven voor Nederland. De conclusie in het PBL rapport is dat Nederland alleen met het Groen Land scenario aan de eisen van de Vogel- en Habitatrichtlijn en Kaderrichtlijn Water gaat voldoen. Een scenario waarin flink wordt ingezet op Rijksregie, versterking van de natuur en waarin economische groei niet meer heilig is. Is de minister bereid dat soort stappen te nemen? En gaat het ministerie van I&W dit als regievoerder oppakken bij de plannen die zijn collega’s maken? Graag een toezegging.
De Deltacommissaris heeft ook echt duidelijk aangegeven dat de tijd van vrijblijvendheid voorbij is en elke schop in de grond moet bijdragen aan verdere klimaatadaptatie. Hoe zorgt de minister dat zijn integrale visie ook echt uitgevoerd wordt, voor een klimaatrobuust Nederland?
De plannen van de minister voor Wonen spelen hier ook echt een belangrijke rol in: waarom wil de minister van I&W pas dat het richtinggevend water- en bodemkader voor nieuwbouw vanaf 2025 in werking treedt, terwijl zijn collega van Wonen nu juist allemaal deals aan het sluiten is om te bepalen waar er gebouwd moet gaan worden de komende 10 jaar. Dan is deze minister toch te laat met zijn water en bodem beleid? Dan staat straks een belangrijk deel van de 900.000 woningen op locaties die qua bodem of water niet verstandig zijn. Spreekt hij zijn collega er op aan als die bouwplannen in diepe polders presenteert?
Interessant voor jou
Bijdrage Teunissen aan debat over exportkredietverzekeringen
Lees verderBijdrage Teunissen aan debat over verduurzaming van de industrie
Lees verder