Bijdrage Ouwehand aan coronadebat
Voorzitter, dank u wel. Dat we dit ellendige jaar moeten eindigen met een harde lockdown, heeft niemand hier gewild. Ik dank het kabinet voor alle inspanningen, ook al zijn we het op verschillende punten zeer oneens. We zien allemaal de cijfers, dus niemand kan ontkennen dat het nodig is om alsnog hele harde maatregelen te nemen, maar zuur is het natuurlijk wel. We hebben dikke rijen gezien bij de grote multinationals, die toch wel een stootje kunnen hebben, terwijl juist kleine ondernemers in wat de minister-president de "droge horeca" noemt, die het gewoon goed voor elkaar hadden, nu al weken dicht zijn. Lokale, zelfstandige ondernemers moeten nu de deuren sluiten terwijl de grote multinationals wekenlang hebben kunnen cashen.
Voorzitter. Dan de maatregelen zelf. De heer Klaver begon er gelukkig ook al over. Dat de scholen dicht moeten, is wel een heel erg ingrijpend besluit. Ik geef het kabinet graag toe dat de Partij voor de Dieren er in het begin van de crisis naast zat. Wij drongen toen aan op sluiting van de scholen, en het kabinet wilde niet. Het kabinet had gelijk. We hebben er allemaal van geleerd dat de prijs heel hoog is. Te hoog. Kwetsbare kinderen moeten naar school kunnen. Alle kinderen hebben het recht om naar school te gaan. In die context bevreemden de andere keuzes. Het kan nodig zijn. Het kan nodig zijn dat de scholen uiteindelijk dicht moeten, maar niet als je niet eerst al het andere dat veel minder ingrijpend is, hebt geprobeerd om de besmettingen terug te dringen. Dan verbaast het dat de luchtvaart nog steeds met fluwelen handschoentjes wordt aangepakt. Dan verbaast het zeer dat de slachthuizen niet dichtgaan. Ik snap dat mensen graag naar de kerk gaan. Ik gun het iedereen, maar tegenover het sluiten van de scholen, waar de kinderrechten op het spel staan, vind ik het nogal wat: het een wel en het ander niet. De Partij voor de Dieren sluit zich dus aan bij het pleidooi van GroenLinks. De prijs voor het sluiten van de basisscholen is te hoog. We roepen het kabinet op om al het andere te doen dat nog kan en dat ze nu laten liggen, en om de scholen open te laten.
Voorzitter. We hebben de minister-president de afgelopen maanden — het was in september, meen ik — horen spreken over de intrinsieke motivatie die we met elkaar moeten hebben om te zorgen dat we deze crisis te boven komen, om te zorgen dat we elkaar niet in gevaar brengen. Ik ben het daar heel erg mee eens, maar de Partij voor de Dieren heeft gedurende deze crisis meermaals erop gewezen dat die intrinsieke motivatie van de overheid om de volksgezondheid in den brede te beschermen ontbreekt. Dan denk ik: ja, slecht voorbeeld doet slecht volgen. Het kabinet heeft in de coronacrisis laten zien dat het, als het heel acuut is, maatregelen neemt om de gezondheid te beschermen, maar als het ietsje verder weg is, als het ietsje verder in de toekomst ligt, dan buigt het kabinet altijd voor economische kortetermijnbelangen. Daarvan zien we nu de gevolgen, bijvoorbeeld op de ic's: er zijn resistente schimmels bij een kwart van de mensen die op de ic's terechtkomt. De helft van die mensen overlijdt. We worden daar al tien jaar lang voor gewaarschuwd. Een belangrijke oorzaak is het strooien met schimmelbestrijders in de landbouw, bij de bloembollen waar de heer Segers het net over had. Het kabinet houdt zich tien jaar lang doof voor de waarschuwingen van wetenschappers en komt zelfs nu niet tot een verandering door te zeggen: dat moeten we anders gaan doen. Want de volksgezondheid komt in gevaar door het gebruik van landbouwgif, door slechte luchtkwaliteit, door een ongezonde voedselomgeving en noem alles maar op. Waar blijft de intrinsieke motivatie van het kabinet om te zorgen voor een betere basisgezondheid in Nederland?
Voorzitter. Een vraag aan de minister van VWS. Wij hebben erop gewezen dat corona geen zwarte zwaan is. Het is een zoönose. Die zijn ontwrichtend, maar ze komen niet zomaar aanvliegen. We worden daarvoor gewaarschuwd en we kunnen ze dus zien aankomen. Er zijn risico's in de Nederlandse veehouderij. Er zijn risico's in het Nederlandse handelsbeleid, dat direct bijdraagt aan ontbossing. De motie is gelukkig aangenomen. De minister van VWS heeft gezegd: ik kom voor het eind van het jaar met een reactie. Hoe staat het daarmee? Want we kunnen het ons niet veroorloven dat er een nieuwe pandemie ontstaat door de manier waarop we omgaan met dieren en de natuur.
Voorzitter. We gaan de kerstdagen in. Ik gun dat iedereen, en zeker ook de mensen in het kabinet die een heel zwaar jaar achter de rug hebben omdat ze het hoofd moesten bieden aan deze crisis. Dus rust een beetje uit, maar bezin jezelf ook. Een zoönose als corona is ontwrichtend. Het is niet de enige ontwrichting die dreigt, dus we zullen toekomstige pandemieën moeten voorkomen. Maar we weten ook dat de klimaatcrisis nog veel ontwrichtender gaat zijn als we die niet oplossen. We stellen voor dat het kabinet na het kerstreces een voorstel doet om ook over het aanpakken van de klimaatcrisis minstens één keer per maand een persconferentie te organiseren, want als we ontwrichting zien aankomen en we handelen nu niet, dan heb je geen recht van spreken om van mensen moeilijke opgaven te vragen.
Dank u wel, voorzitter.
Interrupties
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
In de sfeer van de kerstdagen die komen en de presentjes die je dan aan elkaar geeft, kan ik de heer Dijkhoff beloven dat hij een vegetarisch kookboek krijgt ter vervanging van het hazenruggetje waar hij naar uitkijkt. De heer Dijkhoff benoemt terecht dat de mensen die op de ic terechtkomen, niet alleen oude mensen zijn. Het kan iedereen treffen. Wij hoorden vorige week dat een kwart van de mensen die op de ic terechtkomen, te maken heeft met een resistente schimmel. Daar zijn we voor gewaarschuwd. Het gifgebruik, het gebruik van schimmelbestrijders, in de landbouw zorgt voor resistentie. Ik vroeg me af of de VVD van positie verandert in het aanpakken van die gevaarlijke stoffen in de landbouw, want we zien nu dat het op de ic een probleem is voor mensen die daar met corona terechtkomen.
De heer Dijkhoff (VVD):
De manier waarop wij ons voedsel produceren, kent vele facetten. Ik ga er nu niet één uitlichten en de effecten daarvan aflopen. Als je dat soort middelen niet gebruikt, haal je wellicht niet genoeg productie om de monden te voeden. Dan moet je wel een alternatief hebben. Ik weet niet genoeg over de mate waarin de correlatie ook een causaal verband is om daar nu een hele beleidswijziging van een partij op af te stemmen. En alvast dank voor het kookboek.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Komt eraan! Ik begrijp dat de heer Dijkhoff niet landbouwwoordvoerder is en dat deze vraag ook een beetje expertise vraagt, maar dit zijn wel de feiten die in deze coronacrisis op tafel komen. Een kwart van de mensen die op de ic belanden, heeft die resistente schimmel en de helft van de mensen overlijdt. Dat betekent dat we veel breder moeten kijken waar wij de volksgezondheid tegen moeten beschermen. De VVD is altijd de tegenstinker geweest van dat soort oproepen. Nu wij dit weten, is dat voor de VVD reden om anders te kijken naar andere dingen die de volksgezondheid ook in gevaar brengen en om de volksgezondheid wat beter te beschermen?
De heer Dijkhoff (VVD):
Het is een reden voor ons om te blijven kijken naar alle effecten van bepaalde middelen, ook van het niet gebruiken en alternatieven. Ik was eigenlijk — dat zal ik dus ook meteen weer intrekken — best trots op mijzelf dat ik mij deze zomer had verdiept in het hele fenomeen zoönosen, maar ik merk nu alweer dat ik huiswerk heb voor het volgende reces. Ik weet gewoon niet genoeg over deze precieze werking om nu het beleid te wijzigen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
In deze crisis hebben we zaken lang op de tast gedaan. Het gebeurde dus ook dat het kabinet er goed in zat en de Kamer niet. De Partij voor de Dieren heeft aan het begin aangedrongen op de sluiting van scholen. Het kabinet wilde dat niet. Nu denk ik: we hebben ervan geleerd; die prijs is te hoog. Dat is dus één punt voor het kabinet. Maar nu heb ik wel een vraag aan de ChristenUnie. Ik begrijp dat de ChristenUniefractie het ook een hele zware beslissing vindt. Ik vind dat je die niet los kan zien van de context van de dingen die we nog wel toestaan. Gelukkig begon de ChristenUnie ook over luchtvaart. Maar waarom mogen, in de context van zo'n hele zware beslissing om de basisscholen te sluiten, de slachthuizen bijvoorbeeld nog volop doordraaien, terwijl dat toch bewezen brandhaarden zijn?
De heer Segers (ChristenUnie):
Het gaat ook om de arbeidsmigranten die daar werken: om werkomstandigheden en woonomstandigheden. Dat is primair een verantwoordelijkheid van de werkgevers. Die zijn daar al op aangesproken. Er zijn een aantal hele kwalijke situaties aan het licht gekomen; daar is ingegrepen. Los van de vraag of de slachthuizen nou dichtgaan of niet, die arbeidsmigranten wonen daar. Zij wonen soms zo dicht op elkaar dat dat leidt tot allerlei besmettingen. Dat is hoe dan ook primair een verantwoordelijkheid van de werkgever. Als die faalt, als er sprake is van misstanden, moet hij daarvoor boeten.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Maar dit is te makkelijk. Want als je niet kijkt, als je niet test, als je er niet bovenop zit, zie je niet hoe deze kwetsbare mensen worden gedwongen om te werken in de slachthuizen, waar de 1,5 meter niet kan worden nageleefd. Je kan natuurlijk makkelijk zeggen: we horen niks. Ja, dat is omdat je je oor daar niet te luisteren legt, omdat je er niet bovenop zit, omdat je het aan de werkgevers zelf overlaat, terwijl het een aantoonbare brandhaard is; dat weten we. Ik vind het onverantwoord om verschillende redenen, maar juist ook in de context van het zware besluit dat de ChristenUnie hier verdedigt, namelijk dat de basisscholen toch dicht moeten. Ik denk: doe eerst al het andere. Dan kan je nog steeds tot de conclusie komen dat het niet anders kan — wij zouden de scholen open willen houden — maar ik zie dus niet dat dit kabinet met de ChristenUnie al het andere doet wat je kan doen om de besmettingsdruk naar beneden te brengen.
De heer Segers (ChristenUnie):
Maar toch zal er per keer een afweging moeten worden gemaakt. Het is evident dat de Partij voor de Dieren niet blij is met de slachthuizen, maar die leveren wel voedsel waarvan een heel groot deel van de bevolking zegt: dat is voor ons belangrijk voedsel. Als wij zeggen dat voedsel gewoon beschikbaar moet blijven, geldt dat ook voor legitiem voedsel zoals vlees. Dan is het een beetje een gelegenheidsargument om te zeggen: nou grijp ik deze crisis aan om het doel dat ik überhaupt heb, eens even extra onder de aandacht te brengen en daar eens even werk van te maken. Het is voedsel dat behoort tot de opties. We leven in een vrij land, en dat blijft zo.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
De heer Segers gaat in op een betoog dat ik niet gehouden heb. Dat is hartstikke leuk, maar dat was mijn vraag niet. Ik vind het eigenlijk ook wel kwalijk dat de heer Segers hier zegt: voedsel moet je beschikbaar houden. Het kabinet heeft gewerkt aan het opnieuw openen van de markten in China voor ons varkensvlees. Om heel veel redenen zouden we nu moeten afschalen in de slachthuizen: om de arbeidsmigranten te beschermen, om het risico op zoönosen kleiner te maken. Het kabinet is precies de andere kant opgegaan. Niet omdat we hier omkomen van de honger, maar gewoon om te kunnen exporteren naar China. Dat is het eerlijke verhaal. Vertel dat dan alsjeblieft, zeg gewoon dat je toch kiest voor de economische belangen en dat je het makkelijker vindt om de scholen dicht te doen.
De heer Segers (ChristenUnie):
Het is nog steeds een legitieme economische activiteit. Dat is één. Twee: waar er misstanden zijn, wil ik vooraan staan om daartegen te strijden. Wij hebben samen met de SP-fractie, met collega Marijnissen, een initiatiefnota ingediend tegen misstanden bij arbeidsmigratie. Dat is een heel belangrijk punt. Wat ik zag bij slachterijen, bij de huisvesting van arbeidsmigranten, vond ik buitengewoon kwalijk. Wat daar gaande was, was zulk onverantwoordelijk gedrag van werkgevers dat je daar in moet grijpen. Daar wil ik bovenop zitten. Maar dat betekent niet dat je dan een hele sector terzijde kunt schuiven. Ik denk dat onze wegen daar uiteengaan, maar misschien kunnen we het eerste stukje nog wel samen opwandelen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
De oproep van de minister-president om bij een lokale, zelfstandige ondernemer te kopen is mij uit het hart gegrepen, maar mijn vraag is wel wat de minister-president gaat doen. En dan gaat het vooral over iets wat voor mkb'ers natuurlijk heel zuur is: hun winkel gaat dicht en ze zien na de speech van de minister-president meteen reclames van die zielloze online allesverkopers. Wat kunnen we dus doen om ervoor te zorgen dat mensen als ze nu nog wat kopen, dat bij die zelfstandige winkels gaan doen? Die kunnen misschien ook thuisbezorgen. Moet er niet iets van een heffing komen voor de producten van die hele grote bedrijven die echt alles alleen maar online doen, om de zelfstandige ondernemer nu een beetje te beschermen tegen die oneerlijke concurrentie?
Minister Rutte:
Ik was een tijdje geleden in de buurt van Nijmegen, bij een bedrijf dat van die draagdoeken voor baby's maakt. Dat is een bedrijf met, ik geloof, twee mensen in dienst, dat wereldwijd werkt dankzij het internet en dankzij alle mogelijkheden die de sociale media bieden. Ik ken hier in de Passage ook Akkerman, een van de oudste vulpenspeciaalzaken van Nederland. Die doen echt nog wel wat zaken in de winkel, maar die hebben werkelijk een prachtige website, waar je wereldwijd je prachtige, zeer speciale pennen en vulpennen kan kopen. Ik mag daar reclame voor maken, want dat is zó'n klein bedrijf dat de NOS het mij zal vergeven mochten ze dit uitzenden. En ik heb er geen aandelen in! Dit zijn voorbeelden van heel kleine bedrijven die via het web fantastisch wereldwijd zakendoen. Elke eenpersoonsondernemer kan nu multinational zijn. Natuurlijk is het waar — daar heeft mevrouw Ouwehand een punt — dat er ook hele grote zijn. Het lijkt me niet verstandig om nu te besluiten om die grote hier in Nederland, los van Europa, allerlei extra heffingen op te leggen. Daar geloof ik echt niet in. Wat we moeten doen, is ten eerste de innovatie in het midden- en kleinbedrijf, die al massief is, verder stimuleren. We moeten er, zoals ik net schetste in antwoord op de vraag van de heer Heerma, via de Retailagenda voor zorgen dat alle overheden daarin met elkaar samenwerken met de sector. En natuurlijk moeten we er ook gewoon met warmte over spreken.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik zeg niet dat het zomaar makkelijk is, maar je kunt wel iets doen met de combinatie van deze twee criteria. Zijn het bedrijven die echt alles alleen maar online doen, wat dus ten koste gaat van winkels die nu moeten sluiten, en zijn het echt zulke grote jongens dat het niet die draagdoekeninitiatiefnemer is die alles online verkoopt? Het is namelijk gewoon echt heel naar. Ik hou van platenzaken. Ik zie mijn platenzaakje vandaag op social media posten: mensen, bestel alsjeblieft, dan komen we het wel thuis brengen. En op televisie zijn die zielloze reclames te zien — ik noem verder geen namen — en die bedrijven verkopen álles, online. Dat is gewoon oneerlijk.
Minister Rutte:
Ja. En vaak rommel.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
En vaak rommel. Dus daar ben ik naar op zoek. Zouden we iets kunnen doen? Want volgens mij zijn we het erover eens dat we die zelfstandige ondernemers gewoon een beetje bescherming willen bieden tegen die oneerlijke concurrentie van die gasten die alles al online doen.
Minister Rutte:
Ik zou het dolgraag willen, maar ik denk dat je moet erkennen dat bedrijven die omzetverlies hebben nu gebruik kunnen maken van alle regelingen. Die regelingen ademen mee, en ik heb daar net aan toegevoegd de mededeling over hoe we met die laatste ontwikkelingen omgaan. Maar ik denk niet dat we zo ver moeten gaan dat we extra heffingen gaan opleggen voor de verkoop op internet. Dat lijkt me niet juist.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Het klinkt een beetje alsof er niks aan de hand is, maar dit was het blokje over de problemen die de minister van LNV veroorzaakt voor de minister voor Medische Zorg. Landbouwgif leidt tot gezondheidsklachten, het risico op zoönosen wordt onvoldoende ingedamd — maar ik ben blij dat het kabinet nog voor de kerst met een plan komt — en ook de slachthuizen. Daarover heb ik toch echt een vraag aan de minister. We zagen dat het brandhaarden waren en toen zou iedereen getest worden. Dat werd verminderd naar risicogericht testen. Iedere keer vragen we hoeveel er getest is en dan draait het kabinet er een beetje omheen. Dan is wel heel relevant: waarom laat je de slachthuizen open, als je wel andere ingrijpende maatregelen neemt, terwijl die aantoonbaar een brandhaard kunnen zijn?
Minister Van Ark:
Ik zal zeker niet zeggen dat er niks aan de hand was. Sterker nog, ik heb hier nog een keer in deze zaal gezeten met drie bewindspersonen, van LNV, VWS en SZW, omdat hierover van gedachten werd gewisseld met de Kamer. Nou, dat was niet voor niets. Ook verschillende voorzitters van veiligheidsregio's hebben ingegrepen en dat was ook niet voor niets.
De reden waarom ze niet gesloten worden, is dat ze onderdeel zijn van de brede voedselketen en die is als cruciaal bestempeld. Maar er is natuurlijk wel het nodige gebeurd sinds we hier die signalen hebben gehad. Er is het Samenwerkingsplatform Arbeidsmigranten en COVID-19 dat preventief en repressief toeziet op de slachthuizen. We hebben recentelijk geen clusteruitbraken meer geconstateerd. In die zin is er ook geen reden om slachthuizen te sluiten en is er ook geen generieke maatregel voorzien, maar wordt er ingegrepen als het nodig is.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Maar het kabinet geeft iedere keer geen antwoord op de vraag hoeveel steekproeven er dan zijn gerealiseerd. Ik snap dat je zegt dat je geen besmettingen hebt geconstateerd. Ja, als je niet controleert in die sector, waar kwetsbare arbeidsmigranten werken, dan weet je bijna zeker dat er iets aan de hand kan zijn en dat mensen dat niet durven te melden. Ik neem geen genoegen met het antwoord: we hebben het niet geconstateerd. Nee, je hebt niet gekeken. En dan heeft het kabinet gelobbyd bij China om de markt weer open te krijgen voor Nederlands varkensvlees, en dat vind ik echt heel kwalijk. Het is niet een cruciale sector omdat we hier anders omvallen van de honger, maar het is gewoon export. Ik ben benieuwd naar de brief over de zoönosen, maar als je die machinerie van de intensieve veehouderij koste wat het kost op gang wil houden, zijn er niet alleen problemen met de coronabesmettingen nu, maar met zoönosedreigingen straks. Ik vraag me af wanneer dat kwartje gaat vallen.
Minister Van Ark:
De meest actuele stand van zaken over de situatie in de slachthuizen heb ik niet paraat. Als mevrouw Ouwehand het op prijs stelt, kan ik kijken of ik dat voor de tweede termijn kan doen, of dat ik daar wat meer tijd voor nodig heb.
Met betrekking tot het andere punt dat mevrouw Ouwehand aangeeft, denk ik dat het volgende van belang is. Uiteindelijk moeten we ons aan de wet houden. Die wet is er niet voor niets. Die is gewogen en dient ook meerdere belangen. Er is een belang van de economie. Er is een belang van dierenwelzijn. Er zijn heel veel belangen. Ik heb hier vorige week ook in deze zaal uitgesproken dat het allergrootste belang de volksgezondheid is. Dat is de reden waarom het ministerie van VWS de regie neemt als er sprake is van vraagstukken waarbij onder andere de volksgezondheid een rol speelt. Bij zoönosen pakt VWS de regie. Dat is wel van belang. Als aan die voorwaarden voldaan is, zijn er wetten waaraan we ons houden. Als er binnen die wetten dingen gebeuren, ga ik daar niks aan veranderen.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bijdrage Van Esch aan AO Discriminatie
Lees verderBijdrage Wassenberg aan debat vaccinatie tegen het coronavirus niet meer in 2020
Lees verder