Bijdrage Ouwehand aan debat over de rege­rings­ver­klaring (tweede termijn)


19 januari 2022

Interrupties bij de minister-president

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Goedemorgen. Ik wilde graag een abstractieniveautje lager, als de minister-president het goed vindt.

Minister Rutte:
Ik heb geen keus.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja toch, ja. We hoorden de minister-president steeds zeggen, ook in reactie op dat lage vertrouwen, dat hij begrijpt dat mensen denken: laat het eerst maar eens zien. Mijn concrete vraag is: wanneer gaan we de veranderingen zien? Is dat vandaag, is dat volgende week, is dat over drie weken? Kan de minister-president dat concreet maken?

Minister Rutte:
Dat beschouw ik overigens als een gezamenlijke opdracht van coalitie en oppositie, in onze wijze van zien. Het is uiteraard aan mevrouw Ouwehand om daar zelf ook aan mee te doen of niet. Het is dus niet zo dat het kabinet zegt: wij moeten nu in ons eentje het vertrouwen in de politiek herstellen. Het is echt een gezamenlijke zoektocht. Daar hebben wij een aantal richtingen voor aangegeven in het coalitieakkoord en ook in mijn, onze, regeringsverklaring van gisteren. Maar vervolgens is het ook een zoektocht. We zullen het echt gezamenlijk moeten vormgeven. We hebben hier dus niet de panacee. Ik denk daarbij wel dat de grote zwijgende meerderheid in Nederland uiteindelijk bereid is om opnieuw naar mevrouw Ouwehand en mij te kijken en ons ook hun vertrouwen te geven als ze zien dat wij hier verstandige dingen doen. Dat denk ik wel. Het is allemaal herstelbaar, maar we moeten er wel hard voor werken.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Maar dit is natuurlijk geen verandering. Dit is een prachtig antwoord op een vraag die ik niet heb gesteld. Dat patroon kennen we. Mijn vraag ging over het volgende. De minister-president heeft zelf in reactie op dat lage vertrouwen en op de scepsis waarmee de bevolking van Nederland, en ook de Tweede Kamer, dit kabinet tegemoet treedt, gezegd: ik snap dat. Het is mooi dat hij dat snapt. Hij heeft toen ook gezegd dat hij begrijpt dat mensen denken: laat het maar zien. Maar hij heeft gezegd dat alles anders gaat worden. Dan is de concrete vraag: wanneer gaan we de eerste veranderingen dan concreet zien? Is dat vandaag, is dat volgende week, is dat over drie weken? Kan de minister-president daar antwoord op geven?

Minister Rutte:
Ik zal een poging doen. Je ziet dat natuurlijk nu in het karakter van het stuk dat hier ligt. Dat stuk is geen klassiek dichtgeregeld regeerakkoord, maar een coalitieakkoord. Ik denk dat dat één ding is. Dat betekent ook dat het kabinet nog de nodige interne debatten zal voeren, die uiteraard gericht zijn op overeenstemming en eenheid van regeringsbeleid. Maar het kabinet zal elkaar binnenskamers ook echt wel een paar keer het hoofd inslaan, in een plezierige sfeer, op een aantal aspecten van de uitwerking van het coalitieakkoord. Het tweede aspect — dat heb ik ook genoemd gisteren in de regeringsverklaring — is dat we dat de afgelopen jaren normaal gesproken dan uitvoerig zouden gaan bespreken met de vier fractievoorzitters. Dat gebeurt niet meer. U zult wel individuele ministers hier aan de hijs zien, lopende door dit gebouw, naar mevrouw Ouwehand en andere oppositie- en coalitiewoordvoerders, op zoek naar steun. Dus dat klassieke zoeken naar meerderheden gaat door, maar het georganiseerde directorium van een coalitieoverleg is er niet meer. Dat is dus een verandering. We zullen met elkaar moeten bezien hoe dat precies uitpakt, maar mijn overtuiging is dat, als die tussenwereld van zo'n georganiseerd coalitieoverleg verdwijnt, het debat hier maar ook het debat in de ministerraad in belang en ook in intensiteit zullen toenemen.

(...)

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, ik heb eerst een ordevraag. Klopt het dat we nu het blokje fysieke leefomgeving hebben gehad, waarin klimaat en landbouw zouden worden behandeld?

Minister Rutte:
Ja.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Daar heeft de minister-president ook eventjes de wooncrisis bij gedaan.

Minister Rutte:
Ja. Daar waren gister niet zo heel veel vragen over.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
O, daar waren niet zo veel vragen over. Wel in het land trouwens, over hoe het kabinet die crisis gaat oplossen.

Minister Rutte:
Ja, maar niet bij de fracties. Ik sta hier nu niet het land te beantwoorden, maar u, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik heb nog een fun fact: om de wooncrisis echt op te kunnen lossen, moeten we ook naar de grondpolitiek kijken. Daar zijn drie kabinetten op gevallen.

Minister Rutte:
Waaronder Den Uyl, over de grondpolitiek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Waaronder Den Uyl. Dat was inderdaad het meest fameuze geval. Ik zou dus zeggen: laten we dit serieus nemen.
Ten eerste wil ik mijn verbazing uitspreken. Fondsen van 60 miljard en de minister-president antwoordt even vijf minuutjes en gaat niet in op de belangrijkste vragen. Laat ik beginnen met klimaat. De analyses in de kranten van de grote verandertruc van Rutte houden ook in dat Rutte een soort anti-Rutte zou moeten zijn als hij nu alles anders doet. Ik denk dat dat voor klimaat ook echt nodig is. Als de minister-president niet gaat uitdragen waarom een grote transitie nodig is en waarom die 35 miljard erin gestoken moet worden, kunnen we natuurlijk wel zien hoeveel oppositie er komt en hoe makkelijk de weerstand daartegen het podium zal nemen. Ik wil de minister-president dus vragen om hier gewoon in zijn rol als de leider van het land even te verdedigen en uit te leggen waarom een stevig klimaatbeleid nu nodig is en hoe die 35 miljard op een goede manier wordt ingezet, zodat mensen thuis niet denken: nou moet ik een warmtepomp nemen, terwijl Schiphol gewoon zijn gang mag gaan.

Minister Rutte:
Bij het woord "leider" moet ik altijd denken aan Henk Vonhoff, die zei: "Dan hoor ik laarzen marcheren". Dat woord laat ik dus maar even …

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat hoeft niet per se. Het mag ook op pantoffels, als u het maar doet.

Minister Rutte:
Ja, de uitdaging snap ik en die pak ik op. Die pak ik ook al op, eigenlijk al sinds 2008, tot grote vreugde van mijn partij, met mijn "Pamflet van een optimist" over een groenrechts beleid.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik ken het.

Minister Rutte:
Dat werd niet helemaal begrepen: ze zagen alleen "groen" en dachten "links". Dat heb ik daarna verder maar aan de heer Klaver gelaten. Maar ik heb daar ook bij de Algemene Politieke Beschouwingen in september uitvoerig over gesproken. Om alle redenen die ik noemde, acht ik het persoonlijk van zeer groot belang dat we dit doen. Ik noemde de verantwoordelijkheid voor het wonen in een schoon land en het hebben van een moderne economie, die banen genereert. We moeten het ook allemaal kunnen meemaken. Dat kan nu ook, omdat we met elkaar in staat zijn om dit dankzij onze welvaart goed te financieren. Dat biedt enorme kansen. Wat zou het toch fantastisch zijn … Nee, we gaan dat gewoon doen en het wordt vastgelegd in de wet dat we in 2030 die tussendoelen bereiken en dan in 2035 en in 2050 die volgende doelen. Dan heb je natuurlijk wel een land dat … Mijn doel is dat we weer eens een keer dat middenkatern van The Economist hebben en dat er weer eens een bijlage komt over Nederland, omdat daar toch hele bijzondere dingen gebeuren. Dat zal misschien niet nu al gebeuren. Nee, ik begrijp dat dat nu niet gebeurt, maar het zou prachtig zijn als we dat de komende paar jaar voor elkaar krijgen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dit zou leuk zijn geweest als het 1992 was. Dat is het niet; het is 2022 en er is heel veel scepsis over klimaatplannen. Ik spreek de minister-president hier in zijn rol als leider van de VVD ook nadrukkelijk op aan omdat de VVD de afgelopen jaren nou niet bepaald het enthousiasme voor klimaatbeleid heeft bevorderd. Dat betekent dat de VVD en ook het CDA eigenlijk wel een beetje hun eigen weerstand hebben georganiseerd. Ik vind het dus de plicht van de minister-president om actief uit te dragen waarom het belangrijk is dat we die keuzes maken, dat voor iedereen in Nederland geldt dat niemand wil dat zijn kinderen en kleinkinderen het slechter hebben en dat de kans er nu ligt om te zorgen dat we de wereld beter achterlaten. Maar dan moeten we nu wel handelen. 35 miljard is een hoop geld en ik snap heel goed dat mensen denken: o ja, 35 miljard naar het klimaat, terwijl de AOW-koppeling wel wordt losgelaten en terwijl er wordt bezuinigd op de jeugdzorg. Daar ligt dus een belangrijke taak.
Namelijk dat we dat goed besteden en dat mensen begrijpen waarom we dat doen, dat dat ook in het belang is van de toekomstige generatie en dat de VVD hier een begin maakt met het terugdraaien van de weerstand die zij zelf heeft georganiseerd.

Minister Rutte:
Over dat laatste ben ik het simpelweg niet eens met mevrouw Ouwehand. Dat is een politiek oordeel over mijn partij en dat moet ik echt bij haar laten; ik herken dat gewoon niet. Ten aanzien van het overige betoog ben ik het met haar eens.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Maar wanneer gaan we dat dan zien?

Minister Rutte:
Volgens mij zien we dat al, maar omdat ik het met het laatste deel van haar betoog niet eens was, zal zij ontevreden zijn over mijn reactie tot nu toe op de eerste helft van haar betoog.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat klopt. Ik ben best ontevreden. Dan mijn volgende vraag. Ik heb vragen gesteld over stikstof. Daar heeft de minister-president uit zichzelf niets over gezegd. Daar wil ik eigenlijk geen interruptie aan wijden, want ik vind ...

De voorzitter:
Kunt u uw concrete vraag nog even herhalen? Dan kan de minister-president daarop reageren.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voor de 25 miljard die nu wordt uitgetrokken, geldt eigenlijk hetzelfde verhaal als bij klimaat. Ik begrijp heel goed dat daar heel veel weerstand tegen is als de VVD en het CDA — ik spreek vooral de minister-president aan — niet de moeite nemen om uit te leggen dat we er gewoon naast zaten. Als de VVD en het CDA in 2002 hadden gezegd "we gaan de helft van het aantal veehouders Nederland uit jagen", dan had het Malieveld vol gestaan. Dat is wel gebeurd als gevolg van de keuzes die we hebben gemaakt. Het wordt nu tijd om de boeren recht te doen en om eerlijk te zijn. Hadden we het eerder op kunnen lossen en waren we dapperder geweest, dan had het geen 25 miljard hoeven kosten, maar nu zitten we in deze situatie en is het wel nodig. Als je niet die reflectie toont en niet terugkomt op al dat in twijfel trekken van de wetenschap — dat hebben de VVD en het CDA de hele tijd gedaan — dan zie ik al hoeveel weerstand er komt tegen die plannen. Dan komt het dus niet goed.

Minister Rutte:
Opnieuw laat ik haar beoordeling van de VVD en het CDA op dit dossier bij haar. Eerlijk gezegd herken ik die niet, maar dat is geheel aan haar. Verder ben ik het met haar eens dat de uitspraak van de Raad van State in 2019 over de PAS, de Programmatische Aanpak Stikstof, ons heeft gedwongen om te constateren en te erkennen dat de tot dan toe gekozen aanpak in juridische zin niet houdbaar was. Wij hebben eind 2019, begin 2020 uiteraard de eerste grote stappen gezet met wetgeving, geld, natuurherstel et cetera. Bouwend daarop komt er nu een hele grote volgende stap. Dat is eigenlijk een klap die we op het probleem willen geven om het weg te krijgen. Dat kost veel geld. Ik ben het dus met de rest van haar betoog eens. Ik laat haar appreciatie van het Christen Democratisch Appèl en de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie aan haar, maar verder begrijp ik wat ze zegt.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Hier maakt de minister-president het zichzelf gemakkelijk. Ik maak er zo'n punt van, omdat hij eigenlijk de effectiviteit saboteert van de mooie woorden die we lezen in het coalitieakkoord plus de bedragen die ertegenover worden gesteld. Hij heeft toch naar het debat gekeken? Hij heeft toch gehoord dat partijen zeggen dat er helemaal geen stikstofprobleem is? Als je enige redenering is dat het de uitspraak van de rechter is, dan laat je ruimte over voor mensen die zeggen "Nederland heeft zichzelf doelen opgelegd en daar gaat de rechter dan natuurlijk op toetsen", terwijl de werkelijkheid veelomvattender is. We weten al twintig of vijftien jaar dat als je al die milieudoelen, inclusief onze volksgezondheid — er ontstaan namelijk nieuwe pandemieën als we niet opletten — naast elkaar legt en je integraal kijkt, je niet anders kunt dan concluderen dat het aantal dieren in Nederland met minstens 70% naar beneden moet. Het is allemaal doorgerekend. VVD en CDA hebben die keuze nooit durven maken en niet hoeven maken, want ze hadden altijd een comfortabele meerderheid. Ze hoefden dus niet te luisteren naar de wetenschap. Nu zitten we in een situatie dat er 25 miljard wordt neergelegd, terwijl half Nederland denkt: waar is dat eigenlijk voor nodig?
Wil je dat het een succes wordt, dan moet je dit gaan uitleggen. Daar spreek ik de minister-president op aan.

Minister Rutte:
Dat zal ik ook doen. Alleen, er zitten in de vraagstelling heel veel verwijten naar met name twee politieke partijen. Die herken ik niet, dus die laat ik bij mevrouw Ouwehand, maar verder gaan wij doen wat zij vraagt.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
En wanneer gaan we dat zien?

Minister Rutte:
Volgens mij ziet u dat al een tijdje, maar daar zijn we het niet helemaal over eens. U bent nog niet overtuigd, maar ik ga proberen dat nog meer overtuigend te laten horen.

(...)

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. De minister-president worstelt net als heel Nederland inmiddels al twee jaar met de gevolgen van een zoönose. Corona is een infectieziekte die is overgesprongen van dier op mens. We worden gewaarschuwd dat dat veel vaker gaat gebeuren als we op deze manier met dieren om blijven gaan, als we de natuur blijven vernietigen, als we klimaatverandering niet aanpakken. Mijn vraag is: vindt de minister-president het werkelijk verantwoord om nu nog te zeggen: we komen nog met een actieplan? De gevaren zijn er nu. De vogelgriep is de zwaarste ooit in Europa. Het RIVM waarschuwt dat de longontstekingen die bij omwonenden van geitenhouderijen ontstaan, weleens een zoönose zou kunnen zijn. Toch mag het aantal geiten nog steeds groeien. En iedere stal met kippen die is vergast vanwege de vogelgriep, wordt gewoon weer gevuld met nieuwe kippen. Is dat verantwoord?

Minister Rutte:
Als we alleen zouden wachten op het nationaal actieplan, heeft mevrouw Ouwehand gelijk. Maar de beleidsagenda pandemische paraatheid zal ook eigenstandig al ingaan op het voorkomen van infectieziekten bij de bron. Dat zijn natuurlijk zoönosen. Dat is uiteindelijk de definitie van zoönose. Daarvoor wordt een verbinding gelegd met wat er al ligt. Dat zijn de waardevolle aanbevelingen van de commissie-Bekedam. Die hebben we al. Dus die worden daarin betrokken.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat klinkt inderdaad al beter dan het actieplan waar we dan nog op zouden moeten wachten.

Minister Rutte:
Juist. In de beleidsagenda dit en dan apart daarvan het actieplan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, maar een beleidsagenda is nog steeds geen concrete actie. Het zou natuurlijk mooi zijn als de minister-president zou kunnen zeggen dat er vanaf nu wel echt een moratorium geldt op de uitbreiding van het aantal geiten. De commissie-Bekedam heeft ervoor gewaarschuwd dat wanneer een vogelgriepbesmetting zich heeft voorgedaan bij een pluimveehouderij in een waterrijk gebied, die stal dan niet opnieuw weer vol met pluimvee kan worden gezet. Dat soort maatregelen zou ik dan nu wel verwachten. Dat zijn de meest minimale. Dan toon je in elk geval je bereidheid om het voorzorgsbeginsel toe te passen. Ik noem het exporteren van broedeieren, zodat we elders pluimveehouderijen opbouwen. Ik noem Rusland. Daar doet Nederland dat. Ik las gisteren dat we nota bene hamsters als huisdieren naar Hongkong exporteren. Die zijn nu vergast, omdat ze corona blijken te hebben. Ik zou zeggen: daar moeten we vandaag mee stoppen.

Minister Rutte:
Ik ga nu niet toezeggen dat we dat zomaar hapsnap helemaal stopzetten. Wat we wel zullen doen, is die aanbeveling van de commissie-Bekedam betrekken bij de beleidsagenda. Dus daar komt het in terug, maar ik ga hier nu niets toezeggen ex cathedra in de Tweede Kamer zoals zij het nu vraagt; dat kan ik niet doen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik kan me voorstellen dat de minister-president dit soort detailmaatregelen niet zomaar even kan toezeggen in zijn rol als minister-president en niet in zijn rol als de minister van Volksgezondheid, dan wel minister van LNV. Maar ik denk dat het goed is, gelet op de risico's, dat we wel binnen een week een brief krijgen over welke voorzorgsmaatregelen het kabinet nu alvast neemt, in verdere afwachting van de uitwerking van de plannen in het actieplan, in de beleidsagenda. Maar een aantal voorzorgsmaatregelen zouden we nu wel moeten nemen, want virologen vragen zich echt af waarom er geen actie van het kabinet te zien is terwijl de vogelgriep de zwaarste ooit is in Europa. Er zijn al mensen besmet geraakt. We weten sinds corona ook dat virussen kunnen muteren. Laten we dit niet gebeuren, minister-president?

Minister Rutte:
Er zijn natuurlijk al heel veel voorzorgsmaatregelen genomen. Die beleidsagenda komt dit voorjaar. Ik denk dat we dit echt daarbij moeten betrekken. Over een week is dat niet klaar, dat kan ik niet toezeggen.

De voorzitter:
Volgens mij vraagt mevrouw Ouwehand of er wel voor die tijd nog als het gaat over de voorzorgsmaatregelen…

Minister Rutte:
Binnen een week wil zij een brief. Maar dat zie ik niet gebeuren.

De voorzitter:
Of wat verder in de tijd?

Minister Rutte:
Zou het niet mogelijk zijn dat mevrouw Ouwehand dan misschien over dat stukje van het debat ook nog een paar vragen stelt, heel precies hoe zij dat hebben wil, aan Henk Staghouwer, de minister van LNV? Dan kan hij die ook even rustig, maar uiteraard met spoed, beantwoorden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Het is een ja en en nee.

Minister Rutte:
Ik hoor vooral de ja.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
U hoort de ja. Ik was al bereid om een brief te vragen. Dat is heel constructief. Kijk mij eens even constructief zijn! En een week vond ik eigenlijk ook al best wel lang, maar vooruit dan maar…

Minister Rutte:
Het viel me op!

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
...maak er twee weken van. Het is natuurlijk wel zo dat als er een vogelgriepbesmetting opduikt in een stal met 177.000 kippen, ze allemaal binnen een dag vergast zijn. Dan zou ik zeggen dat je dan ook kunt afspreken dat je uit voorzorg die stal effe niet vol gaat zetten. Zo moeilijk lijkt me dat niet.

Minister Rutte:
Het is niet zo dat er helemaal niets uit voorzorg gebeurt, dat er alleen maar gehandeld wordt als het te laat is; dat is niet zo. Mijn suggestie zou echt zijn, want ik denk dat mevrouw Ouwehand ook met een aantal heel specifieke vragen komt, dat zij vier of vijf vragen doorstuurt naar Staghouwer en dat ik hier toezeg dat hij ambtelijk ook heeft doorgegeven dat hij snel op die vragen zal reageren.

De voorzitter:
Mevrouw Ouwehand? Bent u daartoe bereid?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik ga er even over nadenken of ik het zo ga doen of met een motie waarvan de minister-president dan kan zeggen: ja, maar hier moet ik eventjes de heer Staghouwer over vragen. Dat kan natuurlijk ook.

Indienen van moties

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Ik kom bijna in de verleiding om mijn favoriete muzikanten te gaan citeren, maar daar doe ik geloof ik weinig mensen een plezier mee! Ik hou het dus voor me.

Voorzitter. Dank aan de minister-president en aan alle ondersteuners voor de beantwoording. Er is ons verandering beloofd, en dat klinkt fijn als we midden in een crisis zitten, of in crises, moet ik zeggen, want dan kan het alleen maar beter worden. Dat zou mooi zijn, maar de Partij voor de Dieren heeft nog wel zorgen. Mooie woorden hebben we natuurlijk vaker gehoord. Er zijn allemaal mooie nota's en er is de erkenning van de waarde van biodiversiteit, van natuur en van klimaat. Maar vervolgens bleef het daarbij, omdat er kennelijk andere krachten belangrijker zijn. Daar zit onze grote zorg met de plannen die nu voorliggen.

Ik begin met de klimaatproblemen. De VVD en het CDA hebben nou niet bepaald uitgestraald dat ze erkennen dat het binnen de perken houden van de opwarming van de aarde gewoon ook heel liberaal is en dus bij hun eigen gedachtegoed hoort, en dat dat iets is wat je doet als je rentmeesterschap voorop hebt staan. Dus wat heeft Nederland jarenlang gehoord? Dat is dat plannen voor klimaat eigenlijk maar een beetje een hobby zijn van klimaatgekkies. Dat is nooit serieus genomen. En als je nu 35 miljard uittrekt, dan snap ik dat Nederlanders denken: ja, maar hoezo dan?

De heer Rutte heeft op de afgelopen klimaattop in Glasgow tegen jongeren gezegd: we kunnen niet ambitieuzer zijn dan we nu zijn, want dan gaan mensen extreemrechts stemmen. Daar kom je dus niet mee weg. Je wilde zelf de leider en de langstzittende premier in de geschiedenis van Nederland zijn. Dan moet je ook, van hoever je ook moet komen, gaan staan voor die plannen. En die plannen zijn ook gewoon liberaal. Het gaat om de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen. Niemand in Nederland wil dat zij het slechter hebben dan wijzelf. Dat geldt ook voor stemmers van de PVV en Forum. Dat kan je gewoon uitdragen.

Je kan gewoon uitdragen dat het heel liberaal is om de vrijheden waar we zo hard voor gevochten hebben, te bewaken voor onze kinderen en kleinkinderen. De Duitse rechter heeft letterlijk gewaarschuwd: de vrijheden van toekomstige generaties staan ongelofelijk onder druk als we nu niet die transitie inzetten. Het past op alle manieren bij het liberale gedachtegoed en bij het rentmeesterschap. Het klopt: VVD en CDA moeten van ver komen, omdat ze klimaat en bescherming van natuur altijd belachelijk hebben gemaakt. Maar je kan dus niet aankomen met: ambitieuzer dan dit kunnen we niet zijn, want dan gaan mensen naar partijen die niks moeten hebben van klimaat.

Hier ligt een heel belangrijke opdracht. Ik zou dus graag zien dat de minister-president die serieus neemt. We moeten de economie binnen de draagkracht van de aarde zien te brengen, werken aan een samenleving waarin iedereen gelijkwaardig is en commerciële belangen ondergeschikt maken aan de meest wezenlijke belangen van de mens: onze gezondheid, de gezondheid van onze geliefden, onze vrijheden en de toekomst van onze kinderen.

Voorzitter. Wij hebben een aantal voorstellen om de mooie woorden om te zetten in concreet beleid. Een van de vragen die ik heb aan de minister-president gaat over het volgende. Leidse wetenschappers hebben weer eens aangetoond dat we dubbele klimaatwinst boeken als we overschakelen naar een plantaardig dieet, en dat kost helemaal niks. In de vorige kabinetsperiode was de minister van Onderwijs bereid om plantaardig eten de norm te maken. Wie met alle geweld vlees wil eten, mag dat, maar daar moet je dan even om vragen. Dat lijkt me nou een mooie stap. Je hoeft er verder niks voor te doen: je hoeft geen mensen te belasten, je hoeft geen bedrijven te belasten en je kan dit zelf invoeren. Het is een mooie stap, waarin de minister-president laat zien dat hij bereid is tot verandering. Wij zeggen er altijd bij: als je niet eens bereid bent om te veranderen wat je voor de lunch neemt, dan is je veranderingsbereidheid misschien toch niet zo heel groot. Het is dus een mooie test.

Dan hebben we ook nog een motie voor het regeringsbeleid.

Motie Ouwehand over ondertekenen van de Plant Based Treaty

Voorzitter. In het regeerakkoord hebben we gelezen dat er een wetenschappelijke adviesraad komt voor het klimaat, die het beleid beoordeelt en het kabinet adviseert. Nou heeft de belangrijkste klimaatwetenschapper van Nederland, Heleen de Coninck, het beleid al beoordeeld en die zegt: wij missen de systeemtransities. Wij hebben dus een aantal voorstellen om die systeemtransities meteen door te voeren.

Voorzitter. Mijn laatste. De allerallerlaatste. Laten we een volgende pandemie voorkomen.

Motie Ouwehand over voorzorgsmaatregelen om het risico op nieuwe zoönosen te verkleinen


Interruptie van de BBB

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Die laatste motie triggert mij natuurlijk wel. Ik ga de veehouderij niet met ziekenhuizen vergelijken, maar het is wel een beetje raar om te zeggen: er is ergens een ziekte geweest en dan mag er niks meer in. In ziekenhuizen bijvoorbeeld liggen elke dag zieke mensen. Dan zou je daar zeggen: er mag niks meer in. Als er in bedrijven mensen ziek zijn geweest zou er niks meer in mogen. Het is wel een beetje een rare motie. Pluimveehouders, boeren, zijn ondernemers. Als er een dierziekte is geweest wordt uiteindelijk die hele stal weer helemaal schoongemaakt. Alles is weer helemaal spic en span. Als dieren moeten worden geruimd heeft de ondernemer, even los van het dierenleed, daar al ontzettend veel schade van.

De voorzitter:
Uw vraag?

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil de motie even goed begrijpen. Mevrouw Ouwehand zegt dan dus dat daar ook niks meer in mag. U wilt dan dus eigenlijk de ondernemer het recht om te ondernemen ontnemen?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Mevrouw Van der Plas zei dat ze geen vergelijking ging maken met ziekenhuizen en toen ging ze dat toch een beetje doen. Ik denk dat je de manier waarop we met dieren omgaan inderdaad niet kan vergelijken met de manier waarop we met mensen omgaan. Als er bij mensen een besmetting is, worden we niet met z'n allen vergast. Dat gebeurt wel in de pluimveehouderij, ook als er een bedrijf in de buurt staat. In één stal zitten 177.000 dieren. Die worden vergast. Dat is dan het beleid om te voorkomen dat de ziekte zich verder uitbreidt. Dat beleid faalt, want iedere keer zijn er nieuwe uitbraken. Het geval wil dat virologen op verzoek van de Kamer en het kabinet een advies hebben geschreven over wat we moeten doen om de volksgezondheid te beschermen tegen het overslaan op de mens van dit soort ziektes. Die aanbevelingen zijn dat we het aantal dieren fors moeten verminderen en dieren niet meer in gebieden houden waar de kans op besmetting groot is. Het is dan gek om in de tussentijd iedere keer weer die stallen te vullen. Ik stel dit voor om de volksgezondheid te beschermen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Die stallen worden niet gevuld omdat die boer denkt "nou, ik vind het hartstikke leuk om kippen te hebben", maar omdat mensen eieren, vlees en zuivel, als we het over koeien hebben, willen eten. Dat is de reden dat dit gebeurt. Hij is ondernemer en hij produceert iets wat mensen vragen. U kunt het woordje "produceren" niet leuk vinden, maar zo is het nou eenmaal. Wat de Partij voor de Dieren eigenlijk wil, is dat er in Nederland helemaal geen veehouderij meer is. Dit zijn van die stapjes. Ik zou dan als Partij voor de Dieren denken: ik dien gewoon elke keer een motie in waarin ik vraag om een verbod op de vlees-, eieren- en zuivelconsumptie. Want dan bent u open en transparant en dan laat u ook aan uw achterban zien wat eigenlijk de bedoeling is. Of zie ik dat verkeerd?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik vind het eigenlijk wel een beetje stuitend. We zitten al twee jaar met een pandemie die het gevolg is van een zoönose — dat is een infectieziekte die van dier op mens is overgeslagen — waar heel Nederland, de hele wereld, ontzettend veel last van heeft. Nu het virus er al is, hebben al die virologen ons geadviseerd hoe we ermee moeten omgaan en welke maatregelen we moeten nemen. Iedereen is hierdoor ontzettend beperkt in zijn bewegingsruimte. Diezelfde virologen zeggen: dit gaat vaker gebeuren als wij op deze manier met dieren blijven omgaan, als we de natuur niet beschermen en als we klimaatverandering niet aanpakken. Waarom zou je dat signaal en die waarschuwing willen negeren? Ik begrijp dat niet. Voor de Partij voor de Dieren is de volksgezondheid veel belangrijker dan de commerciële belangen van welke sector dan ook.

Interruptie bij de minister-president

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik heb nog wel een antwoord van de minister-president tegoed, namelijk of hij bereid is om dubbele klimaatwinst te boeken door op de ministeries de norm om te draaien: plantaardig standaard en wie met alle geweld vlees of zuivel wil — dat kan wel — moet daar even om vragen.

Minister Rutte:
Ik heb geen idee waar het over gaat. O, het gaat over de lunch die we serveren. Nee, dat gaan we niet doen. Dat laten we echt aan de ministers en hun departementen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dan ben ik wel heel erg benieuwd of de minister-president daarover wil nadenken en de Kamer daar binnen een paar weekjes over wil informeren.

Minister Rutte:
Nee, laat dat nou alsjeblieft aan de departementen zelf. We hebben de suggestie gehoord. Dat deel van het debat staat me bij. Het was snel te behalen winst.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Gratis, ook nog.

Minister Rutte:
Gratis. Maar tegelijkertijd is het ook wel een vergaande ingreep in het levensgeluk van mensen, althans afhankelijk van hoe je in het leven staat. Ik zou dat echt willen laten aan de medezeggenschap, het beleid op de ministeries, de secretarissen-generaal, bla bla bla.

De voorzitter:
Het is een "nee", mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik ben heel benieuwd of er nog wat veranderingsbereidheid te zien is de komende maanden.

Andere ingediende moties

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Bijdrage Ouwehand aan debat over de regeringsverklaring (eerste termijn)

Lees verder

Bijdrage Wassenberg aan coronadebat

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer