Bijdrage Ouwehand aan debat over dieren in de veehouderij
De verkiezingsuitslag was voor de dieren heel slecht nieuws. De dieren zijn tijdens de formatie, toen er nog helemaal geen sprake was van welk akkoord dan ook en er wel de hele tijd gedweept werd met zogenaamd "extraparlementair", al keihard voor de bus gegooid. Er was in de wet geregeld dat er een einde zou komen aan de bio-industrie, dat er zou toegewerkt worden naar een veehouderij waarin er respect is voor wat dieren nodig hebben. Ik bedoel, het is al dramatisch dat ze gefokt worden om te eindigen in een slachthuis. Het minste wat je dan kan doen — daar was heel Nederland het over eens, kabinetten ook — is zorgen dat de omstandigheden waaronder de dieren leven tussen geboorte en slacht, in ieder geval niet zijn om je ogen voor uit je hoofd te schamen. En het was geen slordig amendement van mevrouw Vestering. Dat was gewoon heel duidelijk: we laten dieren niet meer creperen in die systemen; we gaan voortaan het systeem aanpassen aan wat dieren nodig hebben. Dat is uit de wet gehaald, en daar zijn regels voor teruggekomen die de toekomstige minister — we wisten toen nog niet wie dat zou worden — de opdracht zouden geven om met algemene maatregelen van bestuur te komen om hetzelfde doel te halen. Iedereen weet dat dit een route is met heel veel onzekerheden.
En wat we nu zien, is dat er een minister zit die geleverd is door de BoerBurgerBeweging. Tja, dan hebben we toch feitelijk een ministerie van de agro-industrie. Het spijt me dat ik het moet zeggen. We hebben daar meteen op de dag dat zij is beëdigd vragen over gesteld: hoe gaat dat met die belofte aan de dieren; hoe gaat dat met die zogenaamde belofte van een dierwaardige veehouderij? De antwoorden stelden niet gerust. De minister had in de hoorzitting al tegen de Kamer gezegd: nou, ik heb wel het idee dat het lijden van dieren soms wat erger wordt voorgesteld dan daadwerkelijk het geval is. Maar het tegenovergestelde is het geval. Wakker Dier heeft nog een rapport uitgebracht: 46 miljoen dieren per jaar halen het slachthuis niet eens. Dat is het vergassen van kuikens waar de sector geen verdienmodel van kan maken. Dat zijn meer dan 20 miljoen dieren die geen zorg krijgen en gewoon creperen en aan hun lot worden overgelaten. Die komen niet eens levend de stal uit. Het is niet dat dierenleed erger wordt voorgesteld, het is dat het structurele lijden van dieren voortdurend wordt verzwegen, doodgezwegen en verhuld. We mogen niet eens meer "stroomstootwapen" zeggen als het aan de BBB ligt. We moeten het hebben over wat er met deze dieren gebeurt.
Nu is de grote vraag: wat staat er precies in het coalitieakkoord? Een nog dierwaardiger veehouderij? Nou, de veehouderij is op dit moment helemaal niet dierwaardig. Maar vooruit, stel dat de VVD tegen de minister zegt: ga daarmee aan de slag. Dan gaat de grote vraag over dat andere punt in het coalitieakkoord, namelijk de nationale koppen. Kan de minister daar klare wijn over schenken als zij aan de slag gaat met die AMvB's? Betekent dat voor haar dat Nederland op geen enkele manier ook maar een grammetje verder mag gaan dan de Europese regels voorschrijven? Dat moeten we vandaag wel helder krijgen. Het is een groot gevaar voor de dieren dat deze minister de scepter zwaait en schermt met nationale koppen en met "we gaan weer even naar de sector luisteren". Er zijn gewoon jarenlang discussies gevoerd. Er liggen Kamermeerderheden. We zouden het geen seconde meer over dat stroomstootwapen moeten hebben. Dat wetsvoorstel moet naar de Kamer, want is het is klaar en de hele Kamer heeft erom gevraagd. Stuur het op.
Hetzelfde geldt voor het verlagen van de slachtsnelheden. We hebben allerlei Kamervragen gesteld. Ik vraag aan de minister: heeft u kennisgenomen van het feit dat de Kamer heeft gezegd dat die slachtsnelheid naar beneden moet? Ja, zegt ze. Dan vraag ik: gaat u dat doen? Nee, zegt ze. Ze zegt gewoon nee. Ik las een interview met de voorzitter van de pluimveesector, Gert-Jan Oplaat. Die was heel blij met deze positieve toon van de minister. Hij is ook senator voor de BBB.
We hebben allerlei vragen gesteld en de minister zegt de hele tijd: nee, dat ga ik niet doen; ik ga naar de sector. Het aanpakken van stalbranden is als prioriteit verdwenen uit de LNV-begroting, net als het aanpakken van het feit dat er met eenden wordt gegooid als ze uit hun armzalige stallen naar de slacht moeten. Daar hebben we vijf jaar geleden al beelden van gezien. Ik zeg: gaat u het aanpakken? De minister zegt: nee, dat kan de sector wel oplossen. Dat is onvoorstelbaar.
Dan over het lijden van dieren in de stallen. Neem de biggensterfte. Al in 2009 zei minister Verburg: die sterfte is te hoog; dat moet worden opgepakt, maar dat laat ik aan de sector en die krijgt tien jaar de tijd. We zijn vijftien jaar verder en de biggensterfte is gestegen. De sector is niet de oplossing. Deze Kamer zal de minister tot de orde moeten roepen. De paar stapjes die we vooruit hebben gezet, mag deze minister namelijk niet terugzetten. We gaan niet 30 jaar terug in de tijd wat betreft het beschermen van dieren.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bijdrage Ouwehand aan de Algemene Politieke Beschouwingen 2024 (tweede termijn)
Lees verderBijdrage Kostic aan debat over onderzoeks- en wetenschapsbeleid dd 3 oktober 2024
Lees verder