Bijdrage Ouwehand aan debat over Stikstof


20 februari 2025

Datum: 20 februari 2025

Bijdrage Ouwehand aan debat over stikstof

 

Voorzitter, dank u wel. De natuur in Nederland is er bizar slecht aan toe en dat komt onder andere doordat er jarenlang veel te veel stikstof is uitgestoten, met name door de landbouw, ook wel de veehouderij. De stikstof die daar uit komt, is ammoniak. Dat is het gevolg van alle mest die de dieren, opgesloten in potdichte stallen, produceren. Die dieren staan daar in en moeten dat de hele dag inademen. Die ammoniak die vrijkomt belast onze natuur. Op de Veluwe bijvoorbeeld, kan ik tegen mevrouw Nijhof-Leeuw zeggen, die benieuwd is hoe het daar gaat — "want het ziet er toch zo goed uit?" — sterven de eikenbomen af en zijn de vogeltjes die daar leven veroordeeld tot verzuurde grond, waardoor ze te weinig kalk hebben om goede eieren te produceren. En als er al jongen uit komen, breken ze al in het nest hun pootjes. Dat is hoe het ervoor staat op de Veluwe.

Wat we moeten doen, is onze natuur beschermen, en wel snel ook. Het was al een schande dat ook deze coalitie het weer van gerechtelijke uitspraken moet hebben. Maar goed, die zijn er nu. Wat zegt de rechter? Het zal je niet verbazen. Die zegt: je moet de natuur beschermen, anders kan er niks. Dat is dus het eerste wat je moet doen. Dan zegt het kabinet: wij komen met een slimme commissie, hoor. Tegen de Kamer werd gezegd: wacht maar even; over twee maanden hebben we een plan. Nou goed, dan wachten we. Toen kwam de minister van de bio-industrie. Zij zei tegen de boeren: "Alle seinen staan op groen. Ik heb het probleem opgelost. We kunnen straks gewoon weer vergunningen gaan afgeven voor activiteiten waarbij er maar een beetje uitstoot is." Dit staat op haar eigen kanalen. Het is één grote promofilm richting de boeren. De Kamer dacht: "Gut, waar zou ze dat op baseren? Het staat niet in de brief die we hebben gekregen. Misschien willen we wat meer informatie." Nu moet ze in een Kamerbrief toegeven dat er misschien wel risico's aan zitten en dat het misschien toch niet helemaal zit zoals ze nu aan de boeren heeft verkocht. Waar zijn we mee bezig?

De allereerste vraag is: hoe gaat de minister het beeld dat boeren nu hebben gekregen, namelijk dat de problemen opgelost gaan worden, corrigeren? Ik denk dat boeren geen tijd hebben om in het systeem van de Tweede Kamer die brief op te zoeken en daar te lezen dat er risico's zijn. Als je boeren wil bedienen met je eigen campagne, dan moet je nu ook toegeven dat je ze hebt voorgelogen. Corrigeer dat verkeerde beeld. Het hele land staat straks vol met boze boeren, trekkers en protesten, en ze hebben nog gelijk ook. Maar dan moeten ze wel de juiste schuldige hebben. Dat zijn de bewindslieden en de fractie van de BBB. Die liegen de boeren keihard voor. Corrigeer je eigen leugens.

Tegen de coalitie zeg ik: hoelang nog? Het hele land staat vast. De VVD weet wat er nodig is. NSC weet wat er nodig is. Als we vandaag deze minister niet volmondig excuses horen maken voor het valse beeld dat ze heeft geschetst, als we vandaag deze minister niet horen uitspreken dat er inderdaad geen taboes zijn, zoals de commissie ons heeft beloofd, dan weten we toch al dat het niet opgelost gaat worden, dat de woningbouw vast blijft zitten, dat boeren geen toekomstperspectief hebben en dat het met het herstel van de natuur niet goedkomt, met alle gevolgen van dien? Er is maar één oplossing. Maak duidelijk wat we gaan doen om ervoor te zorgen dat onze natuur weer herstelt en dat er een gezonde toekomst is voor alle boeren die duidelijkheid nodig hebben over waar het heen gaat, hoe zij worden geholpen en wat hun toekomstperspectief is. Daar horen pijnlijke keuzes bij, maar het is wel aan deze coalitie om daar zo snel en zo goed mogelijk duidelijkheid over te geven. Als deze minister niet terugkomt op weer die valse retoriek en die campagnepraatjes die ze heeft gehouden, dan weet je nu al dat we het niet gaan oplossen.

Interrupties

 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik hoor dat de VVD inderdaad heel goed weet hoe het zit: je moet de natuur herstellen en stikstof moet naar beneden. Als die situatie verbeterd is of als we zekerheid hebben dat we die situatie echt op orde brengen, dan zou je eventueel met een drempelwaarde kunnen gaan werken. Als dat niet zo is, kan het dus niet. Ik dank de heer Van Campen voor de goede vragen die hij heeft gesteld. Mijn vraag is wel — mevrouw Bromet vroeg er ook naar — wanneer het geduld dan op is. Gaan we vandaag conclusies trekken op basis van de antwoorden die de minister gaat geven? Volgens mij weten we na de beantwoording van het kabinet waar we staan. Het lijkt mij onverantwoord om, als deze minister door wil op de weg die zij heeft ingeslagen, te zeggen: we geven het nog een kans en wachten het nog een keertje af. Gaan we vandaag conclusies verbinden aan de antwoorden die we krijgen?

De heer Van Campen (VVD):
Dat ongeduld voel ik ook. Mevrouw Ouwehand wacht al wat langer dan ik, maar ik voer hier ook al vijf jaar lang het debat over het stikstofvraagstuk. O, vier jaar. Nou, het voelt weleens als vijf jaar.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Live factchecking hier.

De heer Van Campen (VVD):
Maar laten we ook luisteren naar de beantwoording van het kabinet. Ik vind dat de plannen die het kabinet heeft om met een ministeriële commissie tot maatregelen te komen, waarover we in de brieven lezen, wel echt concreet moeten worden. Die moeten in april leiden tot voorstellen, waarbij wij in deze Kamer gaan zien dat er sprake zal zijn van een structurele daling van de stikstofuitstoot in Nederland. Mogelijk moeten we in tweede termijn kijken of we het kabinet daarbij kunnen helpen, maar niet voordat ik eerst de beantwoording van het kabinet heb gehoord.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, "helpen". Er kwam net een cruciale vraag op tafel. De commissie heeft keurig gezegd "geen taboes". Deze minister heeft gezegd "wel een taboe". De heer Van Campen zegt terecht dat we dat gaan vragen aan de minister. De minister kan er goed over nadenken wat zij antwoordt. Maar als zij zegt dat het voor haar een taboe is en dat zij dat niet gaat meemaken, moeten we volgens mij concluderen dat we het met deze minister niet gaan redden. Dan is het voor de boeren en iedereen die wacht op een oplossing, wel zo handig dat we besluiten om het op een andere manier te gaan doen. Dat kan dan niet meer met deze minister. Anders houden we onszelf, de boeren, alle ondernemers en iedereen die een woning zoekt, onnodig lang gegijzeld.

De heer Van Campen (VVD):
Laat ik daar dan het volgende over zeggen. Ik richt mij op de officiële correspondentie van de zijde van het kabinet met het parlement. Zolang zij niet heeft weersproken dat er geen taboes zijn, ga ik ervan uit dat ook de minister ziet dat alles op tafel ligt en bespreekbaar is om die problemen op te lossen. Daarvoor worden we ingehuurd en dat mag Nederland eindelijk wel een keer van ons verwachten.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, we gingen het aan de minister vragen. Zij moet antwoord geven op die vraag. Nu zegt de heer Van Campen: zolang zij niet tegen de Kamer zegt dat ze daar heel anders over denkt …

De heer Van Campen (VVD):
Nee, nee.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Oké. Dus we krijgen duidelijkheid of er voor de minister wel of geen taboes zijn over het krimpen van de veestapel. Als zij zegt "ik ga dat niet meemaken", concluderen wij vandaag: we gaan er met deze minister niet uit komen. Afgelopen ermee.

De heer Van Campen (VVD):
Volgens mij was dat exact de vraag die ik formuleerde in mijn interruptiedebatje met mevrouw Bromet.

 

(…)

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dank aan de minister voor meteen de beantwoording, want hier zit de vraag. Het hoofdlijnenakkoord zegt: we sturen niet op gedwongen. Dat kan, maar er zijn twee gerechtelijke uitspraken geweest en er is een ministeriële commissie. Daarvan heeft de minister-president gezegd: alle opties liggen op tafel. En we hebben de minister horen zeggen: "Ja, dat kan, maar voor mij persoonlijk: dit ga ik niet meemaken, als het gedwongen is." Daarmee zegt de minister nu — ik ben blij dat zij helderheid verschaft — dat het voor haar zo blijft dat als dat de uitkomst is, zij dan wegloopt. Is dat wat ik hieruit kan concluderen?

Minister Wiersma:
Het is een persoonlijke rode lijn voor mij. Ja, we hebben gezegd dat alle opties op tafel kunnen liggen. Ik heb de premier ook horen zeggen dat dat niet betekent dat we ook tot alle opties zullen besluiten. Wat mij betreft zit er conform het hoofdlijnenakkoord hier voor mij een persoonlijke rode lijn, die deze minister niet over zal gaan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dus hier staat iemand die wel het ministerschap wilde aanvaarden, maar zegt: op het moment dat de problemen, die nog eens extra duidelijk zijn geworden door die gerechtelijke uitspaken, moeten worden opgelost … De ministeriële commissie en de minister-president zeggen niet voor niks: alles ligt op tafel. Want als het makkelijk was, dan was er al een oplossing geweest. Dan zegt deze minister: als die maatregel nodig blijkt, ga ik ervandoor. Ik vind dat problematisch, omdat we weten dat er een ingrijpende hervorming zal moeten plaatsvinden. Er zullen pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden. Juist voor boeren is het dan belangrijk dat degene die ze vertrouwen de moed heeft om die maatregelen te nemen, om ze daarin mee te nemen, en om niet weg te lopen, zeker niet nadat je boeren hebt voorgehouden dat het probleem wordt opgelost met een hogere drempelwaarde. Die combinatie is wel heel erg problematisch.

Minister Wiersma:
Waar het gaat om vertrouwen in bewindspersonen in dit kabinet en in de politiek als geheel, denk ik dat het van belang is dat wij nakomen wat wij beloofd hebben. In ons hoofdlijnenakkoord — dat is de opdracht waar ik voor gevraagd ben, om dat uit te voeren — staat iets over gedwongen krimp en gedwongen onteigeningen. Dat is mijn persoonlijke rode lijn. Die opdracht heb ik aanvaard. Het is voor mij een persoonlijke rode lijn, om recht te doen aan het vertrouwen van de mensen die dit aangaat, zeker omdat ik als minister zie dat gedwongen onteigening ... De heer Van Campen gaf het in zijn bijdrage ook al aan: als je dat soort trajecten ingaat, is dat eerder het paard achter dan voor de wagen spannen. Volgens mij moeten wij — dat heb ik ook geschreven in mijn eerste brief over de contouren richting doelsturen — de eerste stappen zetten om juist naast deze sector te gaan staan, om hen te helpen ontwikkelen richting bedrijfsspecifieke emissiedoelen. Het helpt niet als wij met dit soort terminologieën gaan zwaaien, zoals halvering van de veestapel. Dat is ook niet nodig. Er zijn heel veel mogelijkheden voor de agrarische sector voor emissiereductie. WUR heeft daar zojuist weer een rapport over gepubliceerd. Met stal- en managementmaatregelen is er enorm veel potentie om aan stikstofemissiereductie te doen. Een andere ondernemer kan ervoor kiezen om te gaan extensiveren. Weer een andere ondernemer kan ervoor kiezen om zijn bedrijf te beëindigen. Er komt een nette beëindigingsregeling voor hen die geen toekomst zien voor hun bedrijf. Maar ik ga daarin naast die ondernemer staan. Dat doen we ook in andere sectoren. Ik ga ze helpen, faciliteren en ondersteunen. Ik ga goed beleid formuleren. Dat is volgens mij de opdracht die ik ben aangegaan. Daar sta ik voor.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Maar alles wat de minister schetst, is de afgelopen jaren natuurlijk al gebeurd. Als dat voldoende resultaat had opgeleverd, had het kabinet nu niet twee gerechtelijke uitspraken aan zijn broek. Dat is een nieuwe realiteit. Laat ik haar nog één mogelijkheid voorleggen: het intrekken van vergunningen. Zou dat een mogelijkheid zijn die uit de ministeriële commissie komt waarvan zij ook zegt: dat is voor mij een persoonlijke rode lijn; dat ga ik niet meemaken?

Minister Wiersma:
Dat komt eigenlijk op hetzelfde neer. Dat is het gedwongen ontnemen van iemands bedrijf, bedrijven die daar soms generatieslang, sinds jaar en dag, zitten en echt wel willen meebewegen als zij toekomstperspectief zien. Die bedrijven weten echt wel dat er ook stappen gezet moeten worden richting de toekomst. Ik ga naast deze bedrijven staan. Dat doen we ook in andere sectoren. Dat doen we in de industrie. Dat doen we in al ons beleid. Dat zie ik ook als de belofte die wij gedaan hebben toen dit nieuwe kabinet ... We hebben gezien dat het vertrouwen in de overheid de afgelopen jaren enorm is afgenomen. Dat betekent ook: als je iets belooft in je regeerprogramma, moet je daar voor gaan staan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Maar je had niet iets moeten beloven wat je niet kunt waarmaken. Dat is met het regeerprogramma al gebeurd. Nu heeft de minister dat de afgelopen dagen nota bene helemaal zelf gedaan. Ze heeft de suggestie gewekt dat er een hogere drempelwaarde komt en dat alle seinen op groen staan. En dat in combinatie met dat de minister zegt: als het echt moeilijk wordt, als die echte knopen moeten worden doorgehakt en het mij persoonlijk niet aanstaat, loop ik weg. Ik kan de minister één ding vertellen: als je niet de maatregelen durft te nemen die ervoor zorgen dat de natuur echt gaat herstellen, komt ook die drempelwaarde er niet. Dus wil je vasthouden aan je eigen rode lijn, dan moet je toegeven aan de boeren dat je gelogen hebt over die drempelwaarde. Of je wil die drempelwaarde wel, maar dan moet je in die ministeriële commissie ook deze keuzes durven maken. Het is het een of het ander.

Minister Wiersma:
De opdracht aan de ministeriële commissie is in de eerste plaats ervoor zorgen dat de dalende trend van stikstofemissies goed geborgd wordt. Daar hoort ook een pakket aan aanvullende stikstofemissiereducerende maatregelen bij. Daar is brede consensus over. Die opdracht nemen wij zeer serieus. Uiteindelijk gaat het om natuurherstel. Ik ga ervan uit dat collega Rummenie daar straks nog een aantal woorden aan zal wijden. Ik zie het dus anders. Die rekenkundige ondergrens … Ik wil ten zeerste bestrijden dat dat een onwaarheid is. Het staat ook in het hoofdlijnenakkoord. Dit is niet iets nieuws. Sterker nog, tijdens mijn hoorzitting met uw Kamer heb ik er nog over gesproken. Er wordt al heel lang onderzoek naar gedaan. Er is wetenschappelijk brede consensus dat die 0,005 mol per hectare, 0,07 gram op 10.000 vierkante meter, een schijnzekerheid is in de modellen. We gaan nu richting een correctie daarop om die schijnzekerheid tegen te gaan. De commissie-Hordijk heeft daar eerder ook toe opgeroepen. Ik vind dat we en-en moeten doen; het een sluit het ander niet uit. Dat die drempelwaarde nu voor advies richting de Raad van State gaat, wil niet zeggen dat we de bedrijfsspecifieke emissiedoelen niet gaan doen. Dat wil niet zeggen dat we in spoor 2 niet nog met een pakket ook een geborgde emissiereductie moeten bewerkstellingen. Nee, het is en-en. We doen het allemaal en we nemen het ook allemaal zeer serieus. Volgens mij is in de brief heel duidelijk omschreven hoe groot de opdracht is waar deze ministeriële commissie in dit tijdsbestek voor staat. Wat mij betreft is er dus geen patstelling.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik vind het echt verbijsterend en volstrekt onverantwoord. Als er één groep is die het nu niet kan hebben om allerlei beloftes, valse hoop en zand in de ogen gestrooid te krijgen … De feiten verdraaien, terwijl straks duidelijk wordt wat er echt moet gebeuren om uit deze problemen te komen. En als dat duidelijk wordt, dan loopt deze minister weg, terwijl ze in de tussentijd boeren van alles heeft wijsgemaakt. Dan zal het verzet natuurlijk nog groter zijn. Dan moet je er ook staan. Ik vind het echt onverantwoord om deze minister op deze manier verder te laten gaan. Er moeten hele grote dingen veranderen. Mensen hebben er recht op om vertrouwen te kunnen stellen in degenen die die keuzes maken, en dat ze niet worden voorgelogen, dat er geen verhaaltjes worden verteld, maar dat ze worden meegenomen en geholpen in die transitie die nodig is. Ik begrijp er echt helemaal niks van dat je dit voor je rekening kunt nemen, deze totale chaos. Onverantwoord!

(…)

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb een categorie niet-beantwoorde vragen. Ik had gevraagd hoe de minister het beeld gaat rechtzetten dat zij onterecht in de richting van boeren heeft geschetst.

Minister Wiersma:
Ik dacht dat ik die inmiddels in het debat beantwoord had. Ik had beloofd dat ik de behandelde vragen zou overslaan. Het onterechte beeld richting de boeren. Ik heb gezegd dat de seinen op groen staan, met name voor het rapport van Petersen. Ik heb toegezegd dat ik de uitspraak van zijn naam even recht zou zetten. Dat ziet er goed uit en dat kan richting de Raad van State. Als er een rekenkundige ondergrens komt … We hebben dat met elkaar afgesproken. Ik ben altijd voorzichtig in wat ik daarover zeg, juist omdat ik weet hoe precair dit dossier is. Daarom zijn er geen valse verwachtingen of beloftes uit mijn mond gekomen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik hecht eraan om ernaar te vragen, omdat de minister wel degelijk vanaf haar ministerie een filmpje op de kanalen van de BBB heeft geplaatst. Dat was: "Minister Wiersma breekt stikstofslot open. Hoop gloort voor duizenden boeren. Goed nieuws: Wiersma heeft een sterke wetenschappelijke onderbouwing, die ze nodig had om de rekenkundige ondergrens naar 1 mol te brengen; Nederland kan van het slot." Dat werd gecommuniceerd op kanalen die, naar ik aanneem, goed door boeren worden bekeken, terwijl in een Kamerbrief vervolgens staat dat er risico's aan zijn. We weten nu dat de kans dat die rekenkundige ondergrens er komt niet zo groot is. De minister heeft dat bevestigd. Dan moet je ook op de kanalen die door boeren worden bekeken, zeggen: ik was iets te voorbarig; ik weet helemaal niet of het kan; het kan alleen maar als er stevige maatregelen komen, dus wees daarop voorbereid. Dat zou eerlijke communicatie zijn. Dat is de vraag die ik stel.

Minister Wiersma:
In alles wat ik gezegd en gecommuniceerd heb vanuit mijn mond en mijn persoon, heb ik dezelfde boodschap verkondigd, die ik ook vandaag heb neergelegd. Dat is waar ik echt voor sta. Ik heb geen valse verwachtingen gewekt.

Tweede termijn

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Het gaat dramatisch in Nederland met de natuur, de waterkwaliteit en de doelen die we moeten halen. Wat er nodig is, is erkenning van het feit dat Nederland voor een ingrijpende hervorming staat. Boeren hebben duidelijkheid en eerlijkheid nodig, en een minister die ze kunnen vertrouwen, maar deze minister doet precies het tegenovergestelde. Ze biedt valse hoop. Ze wekt suggesties die ze niet kan waarmaken. Ze creëert chaos, verwarring en nog meer wantrouwen in de overheid. Deze minister zegt: als het moeilijk is of wordt, loop ik weg. Dat is volstrekt onverantwoord. Daarom de volgende motie.

Interessant voor jou

Bijdrage Ouwehand over de maximumtemperatuur voor diertransporten

Lees verder

Ingbreng SO Voorhang ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer