Bijdrage Ouwehand aan debat over wijziging Verbod pelsdierhouderij
Bijdrage 1e termijn
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Twintig jaar geleden, in 1999, werd er een motie aangenomen door het hoogste orgaan in onze parlementaire democratie, de Tweede Kamer. De motie sprak uit dat nertsen van nature solitair levende roofdieren zijn en dat het fokken en doden van nertsen voor bont niet gerechtvaardigd is. De motie verzocht de regering twee dingen: zo snel mogelijk een groeistop en een wet om de nertsenfokkerij in haar geheel te beëindigen in Nederland. In die tijd werden er zo'n 500.000 vrouwtjesnertsen gebruikt als fokteef die ieder jaar zo'n vijf of zes jongen moesten werpen in het voorjaar die dan in het najaar, als hun pels op z'n mooist was, in de gaskist werden gestopt. Het ging dus om zo'n 2,5 nertsenjongen per jaar. Ondanks het politieke besluit twintig jaar geleden dat het fokken, opsluiten in kooien en vergassen van nertsen voor hun pels onethisch is en moest stoppen, werden dat er 6 miljoen per jaar. Zeker 90 miljoen vergaste en gevilde nertsenjongen verder is er nog altijd geen einde gekomen aan een praktijk die door een ruime meerderheid van het publiek en de politiek moraal onacceptabel wordt gevonden. Terwijl we hier staan, zijn of worden weer 900.000 vrouwtjesnertsen zwanger gemaakt zodat ze dit voorjaar in hun kooien bevallen van jongen die hun korte leven in krappe draadgazen kooien moeten doorbrengen, terwijl het solitaire en territoriale dieren zijn, tot ze worden vergast en gevild: 4,5 tot 5 miljoen dieren, tot en met 2023.
Voorzitter. Mijn eerste vraag aan de minister is wat zij denkt dat het betekent voor het rechtsgevoel van Nederlanders dat een moreel omstreden en ook daadwerkelijk als verwerpelijk veroordeelde praktijk al twintig jaar die erkenning heeft, maar dat we nog tot eind 2023 dit toestaan, dat er 28 miljoen euro is vrijgemaakt voor flankerend beleid, bovenop de tien jaar overgangstermijn die is afgesproken, en dat daar bovenop er nog weer 8 miljoen bijkomt.
Voorzitter. Grote dank aan de indieners van het wetsvoorstel destijds: Krista van Velzen en haar beleidsmedewerker Nicole van Gemert en de heer Waalkens van de Partij van de Arbeid en zijn beleidsmedewerker; haar naam weet ik niet meer. Zij hebben er hard voor gewerkt om het wetsvoorstel erdoor te krijgen. Het politieke besluit was uiteindelijk: tien jaar overgangstermijn. Ook de Partij voor de Dieren heeft dat geaccepteerd, omdat meer er niet in zat. Wij waren liever eerder gestopt, maar daar was geen politieke meerderheid voor. Maar het is nogal wat, toch? Mensen moeten accepteren dat het nog tien jaar lang doorgaat en er komt geld bij en er komt nog eens geld bij. En, daar hebben we het vandaag over, hoe zit het met de handhaving van de afspraken in dat wetsvoorstel? Dat wetsvoorstel zei: er geldt vanaf het moment dat de wet van kracht wordt een uitbreidingsverbod. We hebben het kabinet keer op keer gevraagd naar de handhaving daarvan. We weten dat de NVWA in elk geval in 2016 — we zijn dus bang dat de NVWA in 2014 en in 2015 helemaal niet heeft gecontroleerd — na een controle van 60 locaties, op 20 daarvan een overtreding van het uitbreidingsverbod heeft vastgesteld. Ik meen dat dat bij 31% van de locaties het geval was. Omdat er juridisch getouwtrek was, was de belofte dat de NVWA op dat moment niet bestuursrechtelijk kon optreden. Over die mogelijkheid hebben we het vandaag. Maar als het juridisch getouwtrek voorbij was, zou het OM de zaak aanhangig maken bij de rechter. Dat is niet gebeurd. Of heeft de minister dat wel zien gebeuren en heeft ze dat niet aan de Kamer gemeld? Dat hoop ik zeer, maar ik heb toch niet de indruk dat dat zo zit.
Mijn vraag gaat dus over de handhaving in de tussentijd. Heeft de NVWA die processen-verbaal daadwerkelijk doorgestuurd naar het OM, en is het bij het OM blijven liggen, of heeft de NVWA ze niet doorgestuurd? Wat gaat de minister doen om ervoor te zorgen dat die overtreders alsnog worden bestraft? Of vindt zij dat dat niet hoeft en dat alleen de constatering dat je je niet aan de wet hebt gehouden, genoeg is? Nogmaals, wat doet dat met het rechtsgevoel van mensen die bij deze dieren betrokken zijn en van brave burgers die zich in het algemeen aan de wet proberen te houden als zij moeten constateren dat dat blijkbaar niet geldt als je dieren fokt en vilt voor hun vacht? Ik krijg graag een helder antwoord op die vragen.
Voorzitter. Is het nou verstandig om zo lang te wachten met handelen, terwijl de morele overtuiging eigenlijk wel duidelijk is? De Partij voor de Dieren denkt dat dat de les is die we hieruit kunnen trekken, met name uit die lange geschiedenis en de verhalen die we nu van CDA en VVD horen. Ook nu lezen we weer in de media "Nertshouderij bloedt met lege handen dood". In 1999 wisten we het al. Als je nu zegt "nertsenhouders hebben grote moeite om om te schakelen", dan heb je toch niet goed opgelet? De rechter heeft toch keer op keer op keer bevestigd dat er met de belangen van de nertsenhouders voldoende rekening is gehouden. En de rechter heeft ook bevestigd dat een democratische samenleving als die in Nederland, het uitgangspunt heeft dat de wetgever kan bepalen dat sommige activiteiten niet zijn toegestaan in ons land. En gelukkig maar. Gelukkig maar. Daar moet je rekening mee houden als je ondernemer bent. Is het dan zo verstandig geweest om voortdurend die morele zekerheid, die basis, ook gelet op hoe we Nederland hebben ingericht — je mag ondernemen, maar je bent zelf verantwoordelijk voor de ondernemersrisico's, en een daarvan is dat deze samenleving gelukkig uiteindelijk toch altijd op morele uitgangspunten wordt ingericht — altijd maar te blijven bevechten?
Dan komt het er uiteindelijk toch door, terwijl die nertsenhouders voordat dat verbod van kracht werd, enorm hebben uitgebreid. Daar zit je dan met al je hokken. Er staat wel 3 miljoen op de bank, dus ik vind het pleidooi van het CDA voor inkomenscompensatie stuitend. Dat past ook niet bij de uitspraken van de rechters. Het doet ook geen recht aan het rechtsgevoel van Nederlanders: fors verdienen aan een behandeling van dieren die moreel verwerpelijk wordt geacht en dan zeker om compensatie vragen! Ik ben blij dat dat er in elk geval niet komt, maar moeten we niet ook vooruitblikken en zien dat de manier waarop er ook op andere terreinen in Nederland met dieren wordt omgegaan, moreel ernstig omstreden is? Ik noem de konijnenfokkerij. Ik noem de eendenhouderij.
Is het dan niet verstandiger, en dan begin ik naar de minister te kijken, om ondernemers voor te bereiden op mogelijke wijzigingen? Want een van de uitgangspunten van onze samenleving is nu eenmaal dat we op basis van morele overtuigingen en ethische principes kunnen zeggen: dit vinden we eigenlijk niet acceptabel meer. Wachten, wachten, wachten zorgt ervoor dat je op het allerlaatste moment alsnog met maatregelen kunt worden geconfronteerd. Dat lijkt ons voor de ondernemers die het betreft ook niet wenselijk.
De heer Madlener (PVV):
De PVV heeft de beëindiging van de pelsdierhouderij, de nertsfokkerij, in Nederland gesteund, met die overgangstermijn van tien jaar. Maar het gaat hier wel om ondernemers die hun onderneming van overheidswege beëindigd zien worden. Dat is nogal wat. Ik vind dat de Partij voor de Dieren daar toch wel heel weinig sympathie of mededogen voor toont. Dat vind ik heel ongepast. Mijn vraag aan mevrouw Ouwehand zou dus zijn: begrijpt u dat het zeer ingrijpend is voor die ondernemers, die misschien al generaties lang een bedrijf hebben opgebouwd en hun toekomst zien verdwijnen? En vindt u het nu dan het moment om ze dat op zo'n harde manier nog eens in te wrijven? Kunnen we niet beter met elkaar het lot van die ondernemers ondersteunen en de minister vragen om ze te helpen en om dat ruimhartig te doen?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voor zover ik het kan zien is er een overgangstermijn van tien jaar — dat is lang — en gaat er boven op die overgangstermijn 36 miljoen euro naar de nertsenhouders. Ik vind tien jaar al lang; het gaat dus om tien keer 5 miljoen dieren, dus 50 miljoen dieren, die worden vergast in die periode. En dan krijgen ze ook nog geld. En wat de heer Madlener zich niet zo goed lijkt te realiseren, is dat er in de sector met opzet is uitgebreid in anticipatie op een aankomend verbod, in de hoop dat ze werden uitgekocht. Dat zijn wel ondernemersrisico's die je willens en wetens zelf neemt.
De heer Madlener (PVV):
Ik kan er niet over oordelen of er ondernemers zijn die een regel hebben overtreden. Ik denk dat dit debat daar ook niet over gaat. Maar omdat zij "dieren vergassen", in uw woorden, zet u hier een hele groep ondernemers, zo'n 150 ondernemers in Nederland, weg als een soort criminelen, en dat zijn het niet. Het zijn ondernemers die een product verkopen waar kennelijk vraag naar is. Wij zijn blij dat het stopt in Nederland. Daarom hebben wij dat ook gesteund. Maar ik vind wel dat we goed voor de ondernemers moeten zorgen, want die hebben het al moeilijk genoeg. Ik vind uw houding in dezen echt veel te hardvochtig.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik denk dat het belangrijk is om in ogenschouw te nemen dat het verbod uitgebreid is voorgelegd aan alle rechters die je kan bedenken. Uiteindelijk is het oordeel van de rechter steeds geweest: het uitgangspunt is dat een wetgever op basis van ethiek een bepaalde activiteit kan verbieden — gelukkig maar — en de belangen van de nertsenhouders zijn voldoende meegewogen. Klaar.
De heer Geurts (CDA):
Ik heb geprobeerd om rustig te luisteren.
De voorzitter:
Dat is dus niet gelukt? Of een beetje?
De heer Geurts (CDA):
Nou, ik ben nog steeds rustig, voorzitter, maar ik denk dat je mijn bloeddruk niet moet meten op dit moment. Ik vind het echt een stuitend betoog van mevrouw Ouwehand. Ze trapt zo na naar nertsenhouders en komt met allerlei verdachtmakingen. Laten we even helder terugkijken naar 2016 en de toen zogenaamd geconstateerde overtredingen. Dat deed de NVWA op basis van verkeerde instructies met foute definities. Dat hebben ze in 2016 herhaald en in 2017 opnieuw. Toen voldeden alle bedrijven aan de wet- en regelgeving van Nederland. Dat zijn de feiten. Ik vind het ook erg dat mevrouw Ouwehand dat ontkent en nu zegt dat nertsenhouders dat allemaal konden weten. Onder welke steen heeft mevrouw Ouwehand gezeten sinds het verbod is afgekondigd? Dat is een concrete vraag. Neem bijvoorbeeld de situatie in Brabant. Daar heeft de provincie zwaardere eisen afgekondigd waar de nertsenhouders nu mee te maken hebben. Heeft mevrouw Ouwehand dat wel in beeld? En wil ze haar excuses maken aan de nertsenhouders voor haar verkeerde aannames en het natrappen naar die nertsenhouders?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dit laat ik me allemaal niet aanwrijven. Ik heb het gehad over de handhaving van een wet die, onder andere door getraineer en gelobby van CDA en VVD, pas veel later van kracht is geworden dan hij was ingediend. Mevrouw Van Velzen kondigde haar wetsvoorstel aan op 4 oktober 2006. Het heeft tot 2008 geduurd voor we hem hier in de Tweede Kamer aannamen, en toen moest hij nog door de Eerste Kamer. Uiteindelijk werd hij pas in 2013 van kracht. Dan ben je dus al vele dierenlevens verder. De nertsenhouderij zat goed in zijn geld. Het is ieders goed recht om naar de rechter te stappen, maar dat kónden zij ook. In de media zeiden zij ook dat kleinere sectoren dat geld misschien niet hadden, maar de nertsenhouderij zat goed in de slappe was. Zij hebben alles geprobeerd om het verbod van tafel te krijgen. Nogmaals, dat is hun goed recht, maar de uitkomst was dat de rechter heeft gezegd: jullie belangen zijn voldoende meegewogen. Als je dan constateert dat er over 2014 en 2015 geen handhavingsresultaten van de NVWA beschikbaar zijn, dan doet mij dat vermoeden dat er niet naar gekeken is. Misschien heeft de minister een ander antwoord, maar de heer Geurts heeft toch moeten vaststellen dat dat vermoeden niet heel raar is. In 2016 zijn er processen-verbaal opgemaakt; er staat gewoon zwart op wit dat er een overtreding is begaan. Voormalig staatssecretaris Van Dam heeft beloofd dat het OM dat aanhangig zou maken bij de rechter, maar daarvan hebben we nooit een bewijs gezien. Dan kan je toch niet anders dan vaststellen dat de handhaving op z'n minst problematisch was?
De heer Geurts (CDA):
Ik denk dat het weinig zin heeft om mevrouw Ouwehand erop te wijzen dat zij verkeerde aannames doet: een eerste controle in 2016 en het feit dat de NVWA verkeerde instructies of foute definities gebruikt. In 2016 en 2017 is dat opnieuw gedaan en zijn er geen overtredingen geconstateerd. Maar ik denk dat ik dit tegen een dove zeg. Mevrouw Ouwehand is ook niet ingegaan op mijn betoog dat sinds dat verbod is afgekondigd, er in Brabant heel andere eisen zijn dan in andere provincies. Zou mevrouw Ouwehand haar licht nog eens willen laten schijnen over het feit dat die pelsdierhouders daar helemaal niet kunnen omschakelen?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dan wordt het een herhaling van zetten. Het is uitgebreid getoetst bij de rechter. De rechter zegt: een wetgever is absoluut bevoegd om op basis van morele beginselen activiteiten in een land te verbieden. Gelukkig maar. Je moet je voorstellen wat we anders allemaal zouden moeten toestaan. Dat is dus het uitgangspunt. Er is een overgangstermijn van tien jaar afgesproken. De belangen van de nertsenhouders zijn voldoende meegewogen en er is 36 miljoen beschikbaar: 28 miljoen in de bestaande regeling en 8 miljoen kwam er ineens nog bij.
De voorzitter:
Gaat u verder.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. De les is dus dat als dit het uitgangspunt is — wat het gelukkig is — namelijk dat de wetgever op basis van morele beginselen activiteiten kan verbieden in een land, het beter is om de ondernemers die het betreft in een vroeg stadium mee te nemen. Dat is beter dan het te bevechten tot de laatste snik, waarna het onvermijdelijke alsnog moet gebeuren. Ik vraag me af welke moreel problematische activiteiten de minister ziet die in de toekomst in Nederland misschien niet meer te handhaven zijn. Welke plannen heeft zij om mensen die werkzaam zijn in de agrarische sector, voor te bereiden op een andere toekomst? Volgens mij moet je daar niet mee wachten tot de publieke druk zo groot is dat we wel een keer moeten. Dan ben je te laat.
Voorzitter. Over de handhaving heb ik verschillende vragen gesteld. Ik wil wel echt antwoord op de vraag of de NVWA die processen-verbaal nu heeft doorgeleid naar het OM en of het daar is blijven steken. Of is er iets anders aan de hand? Is de minister bereid om in het eerste geval de NVWA op te dragen het alsnog door te geleiden naar het OM of om, in het tweede geval, er bij het OM op aan te dringen dat er alsnog vervolging wordt ingesteld?
Ik zoek even naar de rest van mijn betoog. Ja, nog over een aantal aangenomen moties in verband met het verbod op de nertsenhouderij. We hebben gezien dat er gelukkig ook in de andere Europese landen een verbod is ingesteld, al voordat het wetsvoorstel in Nederland werd aangenomen. Toen we in Nederland het wetsvoorstel aannamen, heeft de Partij voor de Dieren gezegd: zet ook in op een algeheel Europees fokverbod, want die kant moeten we op. Die motie is in 2009 aangenomen en het kabinet heeft welgeteld één keer in Europa gevraagd: vinden jullie dat een goed idee? In de loop van de tijd zijn verschillende fokverboden ingesteld, bijvoorbeeld in België en Luxemburg, maar de minister heeft tot nu toe geen enkele zin of motivatie om te kijken of je met andere Europese landen kunt samenwerken om te zorgen voor een Europees fokverbod. Dat is wel zo eerlijk. Dus waarom doet zij dat niet? Is zij bereid om alsnog met die motie op stap te gaan?
Voorzitter. Dan heeft de Kamer ook gevraagd om etikettering van bont. Als ik me niet vergis was dat een motie van de SP-fractie. Wat is de vordering daarmee? Welke mogelijkheden ziet de minister voor zich om het gebruik en de verkoop van bont ook daadwerkelijk uit onze samenleving uit te faseren? Ook dat zou aansluiten bij de publieke moraal en zou recht doen aan het verbod op de productie. Dan moet je eigenlijk ook toewerken naar een verbod op de verkoop. Het liefst zou dat wat sneller zijn gegaan dan de minister tot nu toe heeft gedaan.
Voorzitter. Ik weet zeker dat ik nog een aantal andere punten had, maar ik lijk ze niet terug te kunnen vinden. Ja, meneer Geurts, dat is heel jammer, want ik weet zeker dat het CDA graag nog een aantal andere scherpe punten van de Partij voor de Dieren zou horen. Geeft u mij heel even de gelegenheid om een glaasje water te drinken, dan bedenk ik waar ik het heb laten liggen. We kunnen even schorsen, dat is altijd een goed idee. Een pauzemomentje, dat had je vroeger op televisie: pauze-tv.
Voorzitter. Ik denk dat ik de export had willen benoemen. Wij hebben het eerder gehad over de export van deze industrie naar andere landen. Voor een deel kan je daar niets aan doen en voor een deel ook zeker wel. De exportkeuringen bijvoorbeeld, die zijn voor andere dieren verplicht en voor nertsen niet. Waarom doet de minister daar niets aan? Wij hebben op beelden van Eyes on Animals gezien dat die transporten dramatisch zijn. Je moet dat om twee redenen niet willen. Vanwege de dieren zelf die tijdens dat soort krakkemikkige transporten ernstig lijden, maar ook gelet op het feit dat het opbouwen van een nertsenfokkerij elders toch niet in het belang is van ons verbod hier en van het rechtsgevoel voor de ondernemers die het betreft, dat wij hier moeten zien te verdedigen.
Handhaving is van groot belang. Deze wet komt wel wat laat. Het was handiger geweest als de NWVA eerder zelf bestuursrechtelijk had kunnen optreden en niet afhankelijk was van alleen maar het strafrechtelijke spoor. Wij willen heel graag dat de overtredingen die zijn gemaakt alsnog met terugwerkende kracht worden vervolgd. Dat is vraag 1.
Vraag 2: zorgen dat deze industrie niet wordt geëxporteerd. Kan de ombouw- en sloopregeling zo worden ingericht dat die kooien daadwerkelijk kapot worden gemaakt, omsmelten, noem maar op? Die kooien moeten niet meer kunnen worden verkocht aan ondernemers elders die dan in eigen land een industrie gaan opbouwen die wij hier hebben afgeschaft.
Wat gebeurt er met die 8 miljoen extra? Ik heb daar eerder naar gevraagd in schriftelijke vragen. Ik heb echt geen idee. Waarom is dat nodig? Ons voorstel was om dit te koppelen aan het wetsvoorstel dat inmiddels in België is aangenomen. Dat stelt dat binnen vijf jaar — een veel kortere overgangstermijn — een einde moet komen aan de nertsenhouderij. Degene die eerder stopt, krijgt meer compensatie. Kijk, dat zou in het belang zijn van de ondernemers en ook de dieren helpen. De minister was daar niet erg enthousiast over, maar de Partij voor de Dieren vond het een goed idee. Kan zij dit alsnog verkennen?
Voorzitter. Tot slot het Europese nertsenfokverbod. Er is in de loop van de afgelopen jaren ook in ons omringende landen … Neem Noorwegen, geen lid van de Europese Unie maar wel onderdeel van onze interne markt, dat ook met een verbod komt per 2024. België is overstag. Waarom zouden wij dit niet met al die landen samen voor elkaar kunnen krijgen? Dat is wel zo eerlijk. Is de minister bereid te werken aan daadwerkelijke uitfasering van de verkoop van bont in Nederland?
Dank u wel.
Bijdrage 2e termijn
Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Het is misschien wel goed om iets op te merken over het debat over dierenwelzijn en de scherpte van dat debat. Als de wet die het gevolg was van een aangenomen motie uit 1999 om een einde te maken aan het fokken van dieren voor hun pels — vos en chinchilla waren al verboden, het ging alleen nog om nertsen — in 2002 gewoon was aangenomen en zijn normale proces had gehad, was de Partij voor de Dieren waarschijnlijk niet eens opgericht. De reden daarvoor was dat de politiek een besluit waar lang over gesproken is, huppakee van tafel veegde. Toen dachten we: nou moeten we zelf komen knokken voor de dieren.
De heer Geurts (CDA):
Dit was zo'n inkoppertje dat ik het niet kon laten passeren. Nu deze wet is zoals die nu is, is de Partij voor de Dieren toch overbodig geworden?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Het is mijn vurige ambitie om de Partij voor de Dieren te kunnen opheffen. Maar ja, helaas blijken we nog al te hard nodig; dat blijkt ook weer in het debat vandaag.
De heer Geurts (CDA):
Maar mevrouw Ouwehand gaf net de Kamer mee dat de pelsdierhouderij de reden is waarom de Partij voor de Dieren is opgericht. Nu dat tot een afschaffing komt in Nederland — hoe ik dat ook betreur — is toch de basis van de Partij voor de Dieren weg?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
De aanleiding was het van tafel vegen van het nertsenfokverbod en de onderliggende reden daarvoor is natuurlijk dat de meerderheid in de politiek niet wil luisteren naar de veranderende morele opvattingen in de samenleving. Helaas zie ik daar vandaag nog steeds de bewijzen van, en daarom is het nodig dat we hier blijven. Als de heer Geurts mij hier weg wil hebben …
De voorzitter:
Nou, dat denk ik niet.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Zorg dat je je werk doet, dan kunnen we onszelf lekker opheffen.
De voorzitter:
Gaat u verder, mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Er zijn dus belangrijke lessen te leren uit het hele verloop van hoe we uiteindelijk tot een verbod op het fokken van nertsen in Nederland kunnen komen, want ook al is de wet aangenomen en van kracht, het gaat nog steeds door tot eind 2023. Dan is het belangrijk om je het volgende te realiseren. Eigenlijk was de overtuiging er al om te stoppen met de nertsenfokkerij. Toen dat niet doorging, is er gekozen voor welzijnsinvesteringen. Dan kun je denken: nou, dat is voor de dieren in elk geval ietsje minder erg. Maar het grote nadeel is dat vervolgens, omdat ondernemers die investeringen hebben gedaan, de terugkeer naar het oorspronkelijke punt wel moeilijker wordt. We waren er al van overtuigd dat dit moreel niet acceptabel is. Waarom zou je dan de dieren, die langer moeten lijden omdat je niet snel kan overgaan tot een verbod, en ook de ondernemers zo lang in gijzeling nemen? Dat is de reden — we krijgen er nogal eens vragen over — dat we bijvoorbeeld niet meegaan in een kleine welzijnsverbetering die voor de hele sector zou moeten gelden en waar de hele sector in moet investeren, als je al weet dat het moreel niet kan. Ik noem het verbod op de konijnenfokkerij. We weten al zolang dat die dieren ongelofelijk lijden in de kooien waarin ze worden gehouden. Er is een welzijnstraject in gang gezet, terwijl we eigenlijk naar een verbod moeten.
Voorzitter. Die belangrijke les heb ik vandaag geprobeerd over te dragen op de minister. Dat ging niet erg goed, zoals u gemerkt heeft, maar wij geven niet op. Ik vind het wel van belang om op te merken dat de minister in de discussie over dierenwelzijn en de positie van dieren — hoe er in de samenleving over wordt gesproken — een grote verantwoordelijkheid heeft. Het duurt tien jaar voordat de nertsenfokkerij daadwerkelijk wordt afgeschaft en er gaat 36 miljoen aan belastinggeld heen. Op basis van haar eigen gegevens is er in 2016 wel geconstateerd dat de wet niet wordt nageleefd, het uitbreidingsverbod is geschonden en er niet wordt gehandhaafd. Ja, ik zie mevrouw Lodders met haar hoofd schudden, maar de informatie van de minister is: 21 overtredingen op 60 bezochte locaties. Als dat anders is, heeft de minister wel een probleem, want dit is wat ze de Kamer heeft geschreven, en daar baseer ik me op.
Dus niet handhaven, 36 miljoen geven en tien jaar wachten, terwijl we eigenlijk alweer tien jaar verder zijn dan het oorspronkelijke moment waarop deze Kamer had gezegd dat er een einde aan moest komen. Ik vind het echt belangrijk dat de minister zich realiseert dat heel veel mensen in de samenleving denken: ja, wat doet die overheid eigenlijk voor de dieren? Mensen worden boos. Voel je verantwoordelijk voor het geschonden rechtsgevoel van burgers in Nederland.
De voorzitter:
Dit is eigenlijk een tweede termijn en meestal is dat ook het moment om een soort eindoordeel te geven en niet opnieuw het debat te voeren. Maar gaat uw gang, mevrouw Lodders.
Mevrouw Lodders (VVD):
Voorzitter, ik zal proberen om het bij één vraag te houden. Realiseert mevrouw Ouwehand zich dat met de stellingname van de Partij voor de dieren in deze Kamer het leed van de dieren waar zij over spreekt, zich verplaatst naar landen waar het met het welzijn van dieren veel erbarmelijker gesteld is dan in Nederland?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Daar werkt de VVD nota bene zelf aan mee. Die stemt zelf tegen moties waarin staat dat er een exportkeuring moet zijn voor alle soorten dieren. Voor nertsen hoeft dat even niet. Voor nertsen is er een uitzondering bij het keuren, zodat die transporten zonder keuring — huppakee! — volgepropt naar Polen kunnen. De Partij voor de Dieren zegt: laten we dat nou niet doen; niet voor de dieren, maar ook niet voor de ondernemers. Wij zeggen hier: die nertsenfokkerij, dat doen we niet meer. En dan is de VVD tegen! En dan proberen ze hier aan de interruptiemicrofoon het punt te maken dat er wordt geëxporteerd naar andere landen. Ja, met toestemming van de VVD.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Ik heb een aantal moties. Laten we er zo snel mogelijk voor zorgen dat de ellende voorbij is, voor de ondernemers en voor de dieren.
Interessant voor jou
Mondelinge Vragen Wassenberg over het bericht dat Chemours tonnen GenX-afval terug moet halen uit Italië na een milieuschandaal.
Lees verderBijdrage Van Raan AO Klimaat en Energie
Lees verder