Bijdrage Ouwehand AO EU-informatievoorziening
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Dank aan de rapporteur en dank ook aan de minister voor zijn beantwoording in eerste termijn. Ik sluit aan bij de opmerking van de heer Verheijen dat dit niet over coalitie of oppositie gaat. Dit gaat over de positie van de Kamer en het wel of niet houden van grip op Brusselse besluitvorming. Ik onderschrijf alle opmerkingen die door collega's zijn gemaakt. Aan de hand van twee of drie illustraties wil ik toch even bij de minister proeven hoe het kabinet nu handelt in concrete situaties. De minister herinnert zich vast nog wel dat de staatssecretarissen belast met landbouw en milieu maar niet aan de Kamer wilden laten weten wat de positie van het kabinet was op het gebied van de toelating van een genetisch gemanipuleerde maïssoort. Daardoor had de minister het ineens zelf op zijn bordje bij een AO Europese Raad. Ik weet nog dat de minister toen zei dat hij zich kon voorstellen dat er in de Kamer ontevredenheid heerste over het gebrek aan discussie hierover. Hij zou daar nota van nemen en het met zijn collega's opnemen. Ik vraag me af of er een hartig woordje gewisseld is met beide staatssecretarissen en of er verbetering is beloofd. Want dat erachteraan moeten rennen is vreselijk onwerkbaar voor de Kamer. Heeft dit voorbeeld tot veranderingen geleid in de manier waarop het kabinet dit aanpakt?
Ik wil een opmerking maken over Coreper. Wij houden de gespecialiseerde media zeer goed in de gaten. We zien regelmatig dat in Coreper al dingen zijn afgetikt waar de desbetreffende staatssecretaris, die van landbouw, ons nog niet over heeft geïnformeerd. Welke mogelijkheden ziet de minister om daar meer grip op te krijgen? In die ambtelijke afstemming worden soms dingen besloten waar we later als Kamer toch een andere mening over hebben. Dat lijkt me voor beide partijen ongewenst. Voor het kabinet is dat niet grappig en voor de Kamer al helemaal niet.
Tot slot wil ik de minister graag eens horen over die vele gedelegeerde en uitvoeringshandelingen die we bij sommige voorstellen voorbij zien komen, zoals de herziening van de EU-wetgeving over plant- en diergezondheid. Op een gegeven moment zegt het kabinet dat het akkoord gaat en dat het steun heeft van de Kamer. Vervolgens komen er echter nog honderden uitvoeringshandelingen waar we nauwelijks of geen grip meer op hebben. Hoe kijkt het kabinet daarnaar, in algemene lijn? Nationale parlementen moeten toch zeggenschap blijven houden op regels die in de EU tot stand komen? Ik hoef het oliekannetje niet te noemen, maar volgens mij was dat zo'n gedelegeerde handeling waarvan we later met z'n allen zeiden dat dat nou net niet de bedoeling was. Moeten we niet kiezen voor de algemene lijn dat we bij een te groot aantal gedelegeerde bepalingen zeggen dat we het voorstel niet kunnen steunen omdat er te veel in de details wordt uitgewerkt, waar we vervolgens geen grip meer op hebben?
Beantwoording door de minister van Buitenlandse Zaken:
Minister Timmermans: (…) De heer Verheijen heeft naar het voortraject van de Europese Raad gevraagd en eigenlijk komt mevrouw Ouwehand daar via Coreper ook op terug. Daar zit een fundamenteel probleem. Ik heb dat in de Raad ook al een aantal keer aangekaart, zonder meteen met een oplossing te kunnen komen. Het fundamentele probleem is als volgt. In het Verdrag van Lissabon is afgesproken dat de Europese Raad een stevigere, meer sturende positie zou krijgen en een echte raad zou worden. De voorbereiding zou plaatsvinden via het traject van de Raad Algemene Zaken, om zo de goede verhouding met andere instellingen, de lidstaten en de nationale parlementen te garanderen. In de praktijk is de zaak eigenlijk op zijn kop gezet. De Europese Raad is niet alleen maar de laatste halte in het wetgevingstraject, maar is ook, politiek gezien, initiatiefnemer geworden van wetgeving. Dat is in de verdragen niet zo voorzien. De Europese Raad stuurt op dat punt veel meer dan ooit is voorzien. Formeel loopt het wetgevingstraject, het besluitvormingstraject, via de Raad Algemene Zaken maar eigenlijk doet Coreper veel meer op dat punt dan de Raad Algemene Zaken. Het risico is dat Coreper -- we komen zo terug op de specifieke vraag van mevrouw Ouwehand -- zich meer aan het zicht onttrekt dan de Raad Algemene Zaken.
(…)
Mevrouw Ouwehand kaartte het punt van de genmaïs aan. Dat had ik natuurlijk kunnen verwachten! Dat is inderdaad uit-en-te-na met de collega's nabesproken. Er was hier duidelijk sprake van een andere aanvliegroute van een ander departement -- zoals u dat wel kent en zoals dat vaker gaat -- en dan schuiven we het maar voor ons uit, tot het moment dat het niet meer kan en we echt moeten beslissen. Dat had niet zo moeten gebeuren. Men had eerder een aantal zaken moeten trancheren, ook nationaal, dan hadden we ook Europees sterker gestaan in deze kwestie, al was de uitkomst wat het Nederlandse standpunt betreft conform hetgeen mevrouw Ouwehand wilde.
Ik kom op het punt van de gedelegeerde handelingen. Ik denk dat mevrouw Ouwehand daarbij doelt op de zogenaamde comitologieprocedure waarbij uitvoeringshandelingen van de Commissie weliswaar getoetst worden -- genmaïs was daar een voorbeeld van -- maar op zo'n lichte manier dat je bijna alle lidstaten nodig hebt om de Commissie op een ander standpunt te krijgen. Die comitologie wordt nu tegen het licht gehouden en is onderhevig aan een permanent proces van evaluatie. Dit onderwerp zal zeker uit deze comitologie gehaald worden. Een meer principieel punt is dat die comitologie ingewikkeld is. En wat ingewikkeld is, kan worden misbruikt om mensen in het vage te laten over wat er daadwerkelijk gebeurt. Ik kan me soms niet aan de indruk onttrekken dat -- of dat nou kwaad bedoeld is of niet -- het de Commissie niet slecht uitkomt dat de informatie zo ingewikkeld is dat de volgers het spoor bijster raken. De informatie is vaak onvolledig en lastig vindbaar en dat moet echt beter wil de Kamer op dit punt haar rol kunnen spelen, dat ben ik met mevrouw Ouwehand eens. We hebben de Commissie gevraagd om op het gebied van comitologie meer transparantie aan de dag te leggen en we willen dat in de volgende Raadswerkgroep informatievoorziening bespreken. De Commissie erkent dit probleem overigens wel en heeft ook gezegd dat zij bereid is om te zoeken naar verbetering. Nogmaals, ik zie de Commissie hier meer als bondgenoot dan als tegenstander omdat de Commissie zelf ook ziet dat zij belang heeft bij meer transparantie.
De voorzitter: Ik kijk even rond om te zien of alle vragen zijn beantwoord. Dat is het geval. Dan komen we nu bij de toezeggingen. Dat is niet onbelangrijk, juist bij dit algemeen overleg en, gehoord hebbende wat de minister daarover zei, ook in Europees verband.
De volgende toezeggingen zijn gedaan:
- De minister zegt toe erop toe te zien dat in alle geannoteerde agenda's en verslagen, de Nederlandse positie in relatie tot het krachtenveld tussen de lidstaten en in relatie tot het Europees Parlement wordt geschetst, evenals een tijdpad voor de onderhandelingen.
- De minister zegt toe, uit de door de rapporteur geleverde goede voorbeelden een advies te destilleren over de vraag hoe alle departementen de Kamer optimaal en proactief kunnen informeren, in het bijzonder in het geval van voor de Kamer prioritaire dossiers en behandelvoorbehouden.
- De minister zegt toe zich ervoor in te zetten, bij de collega's in het kabinet te bewerkstelligen dat documentnummers van stukken die in het Extranet vindbaar zijn, worden vermeld in Raadsagenda's en andere relevante brieven aan de Kamer.
- De minister zegt toe zich ervoor in te zetten dat in navolging van het goede voorbeeld van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de Kamer door alle departementen voorafgaand aan algemeen overleggen over Raadsvergaderingen wordt geïnformeerd over wijzigingen ten opzichte van de geannoteerde agenda en de Nederlandse inzet op nieuwe agendapunten.
- De minister zegt toe de Kamer in een brief te informeren over de discussie in Coreper en vervolgdiscussies in de Raad over de vermelding van posities van lidstaten in documenten, waar Nederland voorstander van is.
Interessant voor jou
Inbreng SO Energieraad 13 juni 2014
Lees verderBijdrage Ouwehand AO EU-voorstellen voor biologische productie en etikettering
Lees verder