Bijdrage Ouwehand AO Intensieve veehouderij (megastallen)
(vervolg van 1 december 2011)
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Ik neem de afronding van dit debat voor mijn rekening. Mijn collega Thieme heeft het begin gedaan, maar zij is nu met zwangerschapsverlof en ik mag haar vervangen. Ik kan de staatssecretaris melden dat onze mening niet veranderd is. De Partij voor de Dieren is klaar met de megastallen. Wij staan daarin niet alleen. Een verbod op megastallen wordt maatschappelijk breed gedragen. Nederland wil geen megastallen en ook over de grenzen zien wij het verzet rijzen. In Duitsland wil men van de megastallen af. Op de Grüne Woche waren veel demonstranten. Volgens mij was de staatssecretaris toen alweer terug naar Nederland, maar anders had hij kunnen zien dat er breed en massaal protest is tegen de industriële landbouw waarvan mens, dier, natuur en milieu de dupe worden.
Maar de staatssecretaris, al zijn mooie boerenborrelpraatjes -- "we moeten geen gigastallen willen" -- ten spijt, wacht en wacht tot hij een trend signaleert. Hoeveel meer signalen wil hij krijgen voordat hij durft te erkennen dat die trend er allang is? Hij wacht op een rapport van de Gezondheidsraad. Voor je het weet is het 2023, het jaar waarin het welzijn van het dier centraal zal staan in de veehouderij. Wij leven in 2012 en er is nog geen begin van een verbetering. De illustere voorspelling, die altijd wordt gedaan door onder andere het CDA, dat de productie zich naar het buitenland verplaatst als je hier in Nederland je verantwoordelijkheid neemt en een moreel kader schetst voor de veehouderij en de manier waarop die zou kunnen plaatsvinden, heeft een heel naar bijsmaakje gekregen door de uitzending van Radar en de bevindingen van Wakker Dier van afgelopen maandag. Wij wachten niet op deze voorspelling, nee, wij regelen gewoon zelf dat ver hier vandaan megastallen uit de grond worden gestampt met Nederlands subsidiegeld uit de ontwikkelingspot. Wij slepen daar biggen heen terwijl wij hier vrome praatjes afsteken dat wij acht uur transporttijd toch wel meer dan genoeg vinden, waarmee wij toch echt voorop zouden lopen in Europa. Wat een huichelarij!
Ik ben bang dat ik al snel door mijn minuten heen ben. Ik bewaar mijn interruptie voor de vertegenwoordiger van de PVV, want één ding is duidelijk: met deze staatssecretaris valt geen zaken te doen. Het zal dus uit de Kamer moeten komen, die de daad bij het woord voegt en campagne heeft gevoerd tegen de komst van megastallen. Ik roep de vertegenwoordiger van de PVV, als hij of zijn medewerker dit hoort, op om naar deze zaal te komen zodat wij het debat ook met hem kunnen voeren. Ik kondig de staatssecretaris aan dat de PvdD met een motie komt voor een wettelijk maximum aan de omvang van veestallen, waarmee per saldo het uitbreiden van megastallen tot het verleden behoort in Nederland en wat mij betreft zeker ook in het buitenland.
De heer Graus (PVV): Voorzitter. Ik heb alles wat ik wilde zeggen, al gezegd in eerste termijn.
(,,,)
Mevrouw Ouwehand heeft mij een interruptie beloofd. Ik zal haar voor zijn. Wij hebben ook te maken met een bepaalde autonomie van provincies en provinciale staten. Ik kan daar in mijn eentje niks aan doen. Sorry! Ik ben gestopt met vlees eten en ik doe heel veel voor dieren, maar ik kan niet alles beïnvloeden. Ook de consumenten zijn verantwoordelijk voor het beleid van de megastallen. Wij moeten het hebben over onze voorbeeldfunctie en over het debat over verdoofd castreren. Dat had een sneeuwbaleffect in Duitsland. Laten wij iets doen aan de motie-Graus over de brandveiligheid van stallen. Laten wij de hufters aanpakken. Wij zijn gekomen met 144, red een dier, de dierenpolitie, met zwaardere straffen. Steun het lid Graus in een levenslang houdverbod voor dieren als een boer of veetransporteur zijn dieren mishandelt!. Dan is het einde oefening en krijgen die een levenslang verbod op het houden of transporteren van dieren. Dan pak je de hufters aan en worden de goede mensen met rust gelaten.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik ben blij dat de PVV-fractie is aangeschoven. Ik heb in mijn termijn gezegd dat met de staatssecretaris geen zaken te doen zijn. Misschien kan de heer Graus naar mij luisteren? Ik heb deze vraag speciaal voor hem bewaard. Ik hoorde hem zeggen dat de volksvertegenwoordiging niet deugt. Hij vroeg om steun voor het lid Graus voor een levenslang houdverbod. Daar zijn voorstellen voor geweest in de Kamer. Daar heeft de fractie van de Partij voor de Vrijheid tegen gestemd. Dat kunnen wij zo terugzoeken. Dat waren weliswaar andere woordvoerders, maar ik wil de PVV-fractie op het hart drukken om diezelfde fout niet nog een keer te maken. De volksvertegenwoordiging moet doen wat zij haar kiezers heeft beloofd. De PVV heeft gezegd geen megastallen te willen en een gefaseerde afbouw van de bio-industrie te willen. De PvdD wil meer. Als we echter op de lijn van de PVV door blijven gaan, moeten wij kunnen afspreken dat er in elk geval geen megastallen meer bij komen. Gaat de heer Graus die motie van de Partij voor de Dieren steunen? Dan regelen wij het wettelijk en heeft hij ook geen last meer van tegenstribbelende provincieleden die maar wat dikke vriendjes zijn met bijvoorbeeld het CDA in Limburg.
De heer Graus (PVV): Ik wil eerst iets uit de lucht nemen. Het levenslang verbod op het houden van dieren heb ik al op TV Limburg bepleit in 2004. Toen ik Kamerlid werd, op 30 november 2006, heb ik in de maanden daarna moties ingediend voor een levenslang verbod op het houden van dieren. Het is mijn idee nota bene! Het komt echt bij mij vandaan. Nu zegt mevrouw Ouwehand dat wij het niet gesteund hebben. Die motie van mij is verdomme nooit gesteund. Het is mijn motie geweest! Laten wij duidelijk zijn. Ik houd niet zo heel erg van dit soort dingen. Ik erger mij ook heel erg hier in Den Haag. Er wordt maar wat uit de nek gekletst. Dat hangt mij af en toe hier. Mevrouw Ouwehand heeft een punt over de gefaseerde opbouw. Dat heeft altijd in ons verkiezingsprogramma gestaan. De PvdD heeft een motie ingediend over een moratorium op de megastallen. Dat hebben wij gesteund. Het probleem van moties, die van de oppositie en ook die van de Partij voor de Dieren is vaak dat er onzinnigheden in staan waardoor wij die niet kunnen steunen. Ik heb dat vaker ge-sms't en gemaild naar mevrouw Ouwehand. Daar ben ik altijd heel correct in. Ik heb heel vaak naar mevrouw Ouwehand of naar mevrouw Thieme gemaild dat wij door die onzinnigheden de motie niet kunnen steunen. Ik heb overigens liever met mevrouw Ouwehand te maken dan met mevrouw Thieme. Met haar kan ik het beter vinden. Dat is iets op het persoonlijke vlak. Ik ben nota bene een actie begonnen: houdt Ouwehand in de Kamer. Die hebben wij allemaal gesteund.
Wij hebben vaak ons verkiezingsprogramma moeten verlaten, ook nu wij gedoogpartner zijn. Wij hebben aderlatingen moeten doen. Nu hebben wij, in de nieuwe fractie, met het nieuwe kabinet, keer op keer diervriendelijke moties gesteund, maar niet allemaal. Als mevrouw Ouwehand een motie indient om een einde te maken aan de bio-industrie is dat onzinnig. Daar gaat de staatssecretaris niet over en wij ook niet. Dat wordt bepaald door de wereldwijde vraag en aanbod. Dat is dus een niet al te zinvolle motie. Daarin gaan wij niet mee. Wij doen niet mee aan zinloze moties.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Er zijn inderdaad moties die de PVV niet wil steunen. Dat vind ik altijd jammer. Ik concludeer echter dat wij hier samen in zitten. De motie over een moratorium op de megastallen is aangenomen, maar we zien dat de staatssecretaris die niet uitvoert. Wij kunnen de tekst van de motie samen opstellen. Ik reken erop dat de fractie van de PVV vervolgens niet zal zeggen dat de motie onzinnig is. Wij kunnen hier wettelijk afdwingen dat er een einde komt aan de nieuwbouw van megastallen. Ik reken erop dat de Partij voor de Dieren en de PVV samen optrekken, met alle partijen ertussen, met uitzondering van de partij van de heer Koopmans. Dan hebben wij toch een meerderheid. Fijn!
De heer Graus (PVV): Laten wij duidelijk zijn. Dit is een kwestie van voortschrijdend inzicht. Ik wacht op een definitie van megastallen. Ik wacht op de uitkomst van de Gezondheidsraad. Dierenartsen, biologen en ethologen heb ik al geraadpleegd. Per geval houd ik ook het maatschappelijk draagvlak in de gaten. Dat speelt allemaal een rol. Ik kan niet zomaar een toezegging doen over een motie die nog niet concreet is.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Daar gaan wij aan werken. Ik vind dit hoopgevend klinken.
Beantwoording door de staatssecretaris van EL&I
Staatssecretaris Bleker: Voorzitter. Dit debat kan worden gevoerd, na de eerste ronde voor de jaarwisseling, omdat er heel veel maatschappelijke input is geleverd met het rapport van de commissie-Van Doorn, het rapport van de heer Alders en langs andere wegen. Ik zie het als een afrondend debat, gelet op de stand van de huidige maatschappelijke discussie. Het gaat om een waardering van elk van de fracties in de Kamer op basis van die maatschappelijke discussie.
(…)
De regiegroep waarover onder andere mevrouw Snijder sprak, is er juist voor bedoeld om een verdienmodel te creëren voor het voor Nederland kenmerkende agrarische gezins- en familiebedrijf. Dat is de ambitie. Het is immers de kern van de Nederlandse agrarische sector. Het is dus ook een economisch gedreven keuze, gericht op 90% tot 95% van de Nederlandse agrarische sector. Het is ook een maatschappelijk en politiek gedreven keuze. Ik sluit aan bij de woorden van heer Van Gerven en de heer Graus. Als dit type bedrijvigheid een duurzame toekomst heeft, is dat van belang voor de leefbaarheid op het platteland. In dat soort bedrijvigheid liggen ook goede mogelijkheden om het veterinair goed op orde te brengen. Het zijn echter ook bedrijven die sociaal zijn ingebed en die in de lokale samenleving opereren. Daar gaat een soort controle en toezicht van uit. Dat is het verhaal.
Als zich daarnaast een substantieel spoor, of tekenen daarvan, ontwikkelt van bedrijven van gigantische omvang, willen we dat via een wettelijke voorziening kunnen keren. Dat is het verhaal, zoals gezegd. Als zich aandient dat Horst aan de Maas gemeengoed wordt, dan zal die wettelijke voorziening, die er sowieso komt, in werking treden. Dat is de manier waarop wij ernaar kijken. De genoemde wettelijke voorziening wordt voorbereid. Die zal medio dit jaar aan de Kamer worden voorgelegd. Die kan in werking worden gezet op het moment dat de bedoelde ontwikkeling zich onverhoopt aftekent.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat is raar. De staatssecretaris weet dat hij niet wil dat er grote bedrijven komen. Hij treft daar ook een wettelijke voorziening voor. Waarom hecht hij de zaak dan niet meteen af? Dat voorkomt de situatie dat de staatssecretaris straks moet zeggen: ik wilde de bedrijven niet, maar ze staan er toch. Wat zegt hij dan tegen de mensen die in de omgeving wonen: het is een beetje jammer, maar voor jullie heb ik niks gedaan?
Staatssecretaris Bleker: Het concrete geval waarover wij het hier hebben, is nog onderwerp van bestuurlijke besluitvorming bij provincie en gemeente. Ik vind het dan ook niet correct om daar nu in te treden. Als over enige tijd zou blijken dat dit incident gevolgd wordt door een of meer incidenten, en wij het zien als het begin van een trend, gaan wij die wettelijke voorziening in werking laten treden. Dat doen wij ook als er wij daartoe aanleiding zien op basis van het advies van de Gezondheidsraad.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat is geen voldoende argumentatie, juist vanwege de druk waar de provincies onder staan, het grote maatschappelijke verzet en de moeite die burgers hebben om gebruik te maken van hun democratische rechten om een protest tot in de besluitvorming te kunnen laten doorklinken. De staatssecretaris kan dat allemaal oplossen door wat hij nu zegt, dat hij het niet wenselijk vindt, af te hechten. Dan is het voor iedereen klaar, om nog maar niet te spreken over de administratieve lasten en de belasting van het parlementaire apparaat en de provinciale apparaten. Dan is het afgelopen en hoeft er geen gedoe en geruzie meer over te komen. Waarom de zaak niet afhechten als je toch al weet dat je het niet wilt?
Staatssecretaris Bleker: Het wordt ook op orde gemaakt. Er komt een wetsvoorstel, een aanvulling op een bestaande wet, waarin de bedoelde voorziening opgenomen wordt. Daarin wordt de wijze van toepassing gemotiveerd en beschreven. Dat gebeurt medio dit jaar.
(…)
Dan het moratorium. Ik heb de gemeenten en provincies al verzocht, conform de motie-Grashoff/Van Veldhoven, om ook in 2012 geen medewerking te verlenen aan nieuwe gewijzigde bestemmingsplannen die ruimte bieden aan grootschalige dierhouderij. Dat is de situatie. Ik verzoek de Kamer om een enkele keer haar zegeningen te tellen, ook als het de oppositiefracties betreft. Dat is misschien uitermate moeilijk. Ik hoor mevrouw Ouwehand zeggen: dat klopt. Wat mevrouw Thieme zou hebben gezegd, weet de heer Graus misschien. De zegening die ik bedoel is de volgende. De regering heeft aangekondigd te komen met een voorstel, zodat een wettelijke voorziening wordt gecreëerd om een grens te stellen. Dat is niet niks. Geef ons de ruimte om met een voorstel te komen in de loop van de zomer. Daar kleven diverse haken en ogen aan. Dat heeft te maken met de juridische houdbaarheid, enzovoort, enzovoort. Dat is niet eenvoudig, maar wij gaan het doen. Ik verzoek de fracties dus om het te zien als een milde eerste regen op dit dossier. Misschien volgt er nog een goede bui in de zomer. Dat is onze ambitie.
(…)
Dan de wettelijke voorziening. In de brief schrijf ik dat het toepassen van de wettelijke voorziening in ieder geval aan de orde kan zijn op basis van het advies van de Gezondheidsraad. In de brief aan de Kamer naar aanleiding van het rapport-Alders staat dat er een aantal redenen en motieven zijn om die wettelijke voorziening te treffen: sociaaleconomische redenen, maar ook redenen van dierenwelzijn. Er spelen meerdere motieven een rol. Dat is de achtergrond.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Het stond wel leuk in de media, alsof de plichtsgetrouwe staatssecretaris Bleker zelf heel graag in de Kamer was, maar zo zat het natuurlijk niet. De Kamer heeft steeds gezegd: hier komen, want we hebben vragen te stellen! Hij maakt het zichzelf moeilijk. Er ligt een aangenomen motie, de Tweede Kamer wil geen megastallen. Het kan opgelost worden als de staatssecretaris zegt: daar ga ik mee aan de slag, ik ga die wettelijke voorziening regelen; de Kamer kent mij, als ik iets wil, dan doe ik het ook en de Kamer krijgt over twee maanden concrete informatie over hoe we die motie uitvoeren. Dan is het klaar. Hij kan zichzelf heel wat tripjes naar deze zaal besparen. Omdat hij daar zelf over begonnen was, wil ik hem deze mooie suggestie aan de hand doen.
Staatssecretaris Bleker: Dank u wel.
De voorzitter: Dan heeft de Kamer het plaatje compleet.
Dan hebben wij het algemeen overleg dat op 1 december 2011 is aangevangen, hiermee afgerond. Mevrouw Ouwehand heeft als eerste aangekondigd dat er een VAO komt. Dat zal worden ingepland.
Interessant voor jou
Bijdrage Ouwehand Debat informele Europese Top
Lees verderBijdrage Ouwehand Debat Wet financiering politieke partijen
Lees verder