Bijdrage Ouwehand AO V&W over Europees Maritiem Beleid
Voorzitter,
Volgens de Partij voor de Dieren past het terughoudende standpunt van het Kabinet over het Groenboek Europees Maritiem Beleid niet bij de duurzame ambities van dit Kabinet.
De vorige minister heeft aangegeven dat de ecosysteembenadering een belangrijk uitgangspunt is voor het Nederlandse Noordzeebeleid.
Deelt de staatssecretaris de opvattingen van de vorige minister, en zo ja op welke wijze is zij van plan om dat vorm te geven in het Europese Maritiem Beleid en de Kaderrichtlijn mariene strategie?
Er wordt namelijk in de brief van de staatssecretaris die vandaag geagendeerd staat wel gesteld dat de ecosysteembenadering een goed kader biedt voor de gebiedsgerichte uitwerking en uitvoering van een maritieme strategie, maar we zien daar geen concrete uitwerking van in het kabinetsstandpunt bij het Groenboek Europees Maritiem Beleid. Het feit dat het Europees Maritiem Beleid ontworpen is om het economische gebruik van de zee te regelen, neemt niet weg dat het duurzaam beheren van mariene ecosystemen evenveel aandacht moet krijgen. Mogelijke ecologische gevolgen van beoogde activiteiten moeten worden betrokken bij de besluitvorming over activiteiten op zee.
Het Groenboek Europees Maritiem Beleid erkent de noodzaak van een holistische benadering van het beheer van maritieme activiteiten. Het benadrukt dat “de beschadiging van ons maritiem milieu het potentieel van de oceanen en zeeën reduceert om inkomen en werkgelegenheid te bieden”(European Commission’s Green Paper, p.10). Ook stelt het dat “ons blijvend vermogen om voordelen uit de zee te halen alleen mogelijk zal zijn door een diep respect voor de zee, in een tijd waarin haar bronnen worden bedreigd door ernstige druk en onze stijgende technologische capaciteit om deze te exploiteren” (idem, p.4).
Kortom, in het Groenboek Europees Maritiem Beleid wordt de nadruk gelegd op het toepassen van de ecosysteembenadering bij het beheer van de zee. Deze benadering gaat ervan uit dat duurzaam gebruik afhankelijk is van een verantwoordelijk beheer van het ecosysteem. De Partij voor de Dieren is het eens met deze benadering. Het zou dit kabinet sieren als zij ook in de praktijk zou kiezen voor een toepassing van de ecosysteembenadering, in plaats van er slechts in theoretische termen over te praten. Het is makkelijk om je te verschuilen achter het argument dat er geen internationale overeenstemming is over de uitwerking van de ecosysteembenadering. Het zou veel waardevoller zijn als het kabinet de moed had om naar eigen inzicht de beste uitwerking van de ecosysteembenadering te identificeren en toe te passen.
Zodra er echter door de staatssecretaris over de ecosysteembenadering wordt gesproken, lijkt zij te verwijzen naar de Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie, die nog in voorbereiding is. Ondertussen vinden we geen concrete uitwerking terug van de ecosysteembenadering in het kabinetsstandpunt over het Groenboek Europees Maritiem Beleid, dat al wel ter tafel ligt.
De staatssecretaris stelt dat de uitkomsten van de nationale consultatie een belangrijke rol hebben gespeeld bij de voorbereiding van het kabinetsstandpunt. Toch is er op het gebied van duurzaamheid een verschil tussen de uitkomst van de consultatie en het kabinetsstandpunt. De deelnemers aan de consultatie zien namelijk mogelijkheden die een Europees Maritiem Beleid biedt voor het behoud en het verbeteren van een (kwalitatief) duurzaam gebruik van de zee; ze zien kansen voor een goede regeling voor het ecosysteem met de ecosysteembenadering als leidend beginsel. Ook vinden ze dat samenwerking in Europees verband een goede bijdrage kan leveren aan een betere balans tussen economie en ecologie. In het kabinetsstandpunt zien we geen concrete maatregelen om het ecosysteem te beheren met de ecosysteembenadering als leidend beginsel, er wordt in feite gezegd dat de Europese Kaderrichtlijn mariene strategie daar wel voor zal zorgen.
Het kabinet wijst nieuwe initiatieven voor Europese regelgeving af, en kiest daarmee voor een nationale uitwerking van het Europees Maritiem Beleid. Mijn vraag is daarom:
- Op welke wijze is de staatssecretaris van plan om het Europees Maritiem Beleid, inclusief de ecosysteembenadering, op nationaal niveau uit te werken?
Het instellen van nieuwe beschermde zeegebieden is volgens experts (wetenschappers, zeebiologen) DE manier om teruglopende visbestanden te laten herstellen en mariene ecosystemen te behouden voor de toekomst.
- Bent u bereid om bij de uitwerking van de ecosysteembenadering op nationaal niveau de instelling van beschermde zeegebieden te betrekken, zoals deze bijvoorbeeld zijn voorgesteld door Greenpeace?
De Partij voor de Dieren ziet een noodzaak om ecologische overwegingen te integreren in zowel het Europese Maritiem Beleid als de Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie. Dat betekent dat er voorzieningen moeten zijn die garanderen dat er een Milieu Impact Assessment wordt gedaan voor iedere activiteit die met de zee te maken heeft, zowel visserij als de ontwikkeling van havenprojecten, olie- en gaswinning of windenergie.
Het voorzorgprincipe bepaalt bovendien dat men moet weten waar zich ecologisch kwetsbare gebieden bevinden, zodat deze beschermd kunnen worden. Ik zie hier niets over terug in uw brief of in het kabinetsstandpunt. Graag een reactie.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
De feitelijke vragen over de suppletore begroting LNV
Lees verderInbreng Verslag Wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998
Lees verder