Bijdrage Ouwehand AO Water 24 juni 2015


24 juni 2015

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Nederland, waterland. We zijn er allemaal trots op, hoop ik. Bij trots hoort ook dat we goed beschermen wat we zo waardevol vinden. Dat gaat helaas niet goed. De kwaliteit van ons water wordt bedreigd door een aantal zaken, waarvan mest en gif, dus de intensieve landbouw, toch eigenlijk wel de koplopers vormen. Verder noem ik plastics en medicijnresten. We kunnen daardoor niet lekker in het water zwemmen. De kosten om het water te zuiveren en om er weer drinkwater van te maken zijn hoog. En de natuur en de biodiversiteit in Nederland worden erdoor geschaad. De Partij voor de Dieren vindt dat onwenselijk op zichzelf. Zij hecht eraan, dat te benadrukken. Daarbij komt dat het niet mag van Brussel. Dat komt doordat we in Brussel met elkaar hebben afgesproken om het water schoon te houden vanwege het algemeen belang. De kwaliteit van ons water zou op orde moeten zijn. Eigenlijk zou dat dit jaar al zo moeten zijn, maar uiterlijk in 2027. Dat gaat niet lukken. Dat blijkt uit de ex-ante-evaluatie van het Planbureau voor de Leefomgeving. De uitkomst is niet verrassend. De maatregelen die nu worden genomen, zijn lang niet voldoende om de doelen te halen. Dat komt vooral doordat er nog veel te doen is over meststoffen en landbouwgif in het water. Ik vind het daarom echt jammer dat de staatssecretaris van Economische Zaken niet bij dit overleg aanwezig is. Dat vind ik niet alleen jammer omdat we hier ook de natuurambities bespreken.

De Europese Commissie heeft aan Nederland gevraagd om gerichte maatregelen te nemen om de vervuiling van het water door de intensieve landbouw nu echt aan te pakken. De Unie van Waterschappen en de drinkwaterbedrijven doen diezelfde oproep. Ze geven een hoop suggesties mee. Toch komt het kabinet nog niet in actie. De Partij voor de Dieren maakt zich daarover zorgen.

Het was voor ons een winstpunt toen het kabinet in het schriftelijk overleg over waterkwaliteit eindelijk toegaf dat het naar beneden bijstellen van de doelen juridisch eigenlijk alleen maar mogelijk is wanneer de natuurlijke omstandigheden van dien aard zijn dat de doelstellingen niet binnen de oorspronkelijke termijn kunnen worden gehaald, dat de veel te grote veestapel en het veel te intensieve gebruik van landbouwgif in ons land niet als natuurlijke omstandigheden gelden, dat die route dus niet bewandeld kan worden en dat dus uitstellen of bijstellen van de doelen niet mogelijk is. Dat betekent: actie.

Moeilijk is het niet: minder dieren, minder mest, minder problemen. Dat geldt voor heel veel punten, maar zeker voor de waterkwaliteit in ons land. Hoe moet je dat doen? Je moet stoppen met de overproductie van mest in ons land, dus moet de veestapel inkrimpen. Je moet ook stoppen met het uitrijden van te veel mest. De bemestingsnormen moeten omlaag en de bio-industrie moet worden afgeschaft. Ook de Unie van Waterschappen vraagt om aanpassing van het mestbeleid. De Adviescommissie Water adviseert om de verschillende normenkaders die relevant zijn voor de drinkwaterwinning op elkaar te laten aansluiten. De minister reageerde daar nog niet op. Gaat zij dat wel doen en, zo ja, hoe dan? Zeker in en rond natuurgebieden en intrekgebieden voor waterwinning moeten de bemestingsnormen fors omlaag.

Ik kom op het gebruik van gif. Tot 2011 was het gangbaar dat bij de toelating van gifstoffen door het Ctgb, het college dat gaat over de beoordeling van die gifstoffen en dat besluit of een gifstof in ons land mag worden gebruikt, ook de waterdoelen betrokken werden. Die waterdoelen zaten in de systematiek van het Ctgb. Nu is dat niet meer zo. Dat gaat dus niet goed. Er worden stoffen toegelaten waarbij nu al de normen enorm worden overschreden waardoor ons water er nu al door wordt bedreigd. Cumulatief gebruik van landbouwgif en bestrijdingsmiddelen wordt niet betrokken bij die toelating. Daar heeft de kwaliteit van ons water dus rechtstreeks onder te lijden. Ik roep de minister op om dat te herstellen. Een ander voorstel is het instellen van teeltvrije zones van minstens anderhalf of twee meter langs oppervlaktewater. Ook kan er een verbod worden ingevoerd op het preventief gebruiken van gif. Ik zei al dat ook de drinkwaterbedrijven aandringen op maatregelen op dit punt. Ik hoop dat de minister haar verantwoordelijkheid voor de waterkwaliteit zal nemen en in het AO niet zal zeggen: dat moet u met de staatssecretaris afhandelen. Ik zeg nogmaals dat ik het jammer vind dat de staatssecretaris er niet bij is vandaag. Maar ik hoop dat de minister namens haar in actie kan komen.

Ik geef de minister complimenten voor de natuurambities; echt waar. We moeten naar aaneengesloten, robuuste natuur. Ik vind het fijn dat het kabinet dat erkent. De vraag is dan wel, om daar dan ook wat mee te doen. Laten we dit niet alleen maar opschrijven. Dit moet niet een ambitiestuk worden voor de verre toekomst, maar het moet nu handen en voeten worden gegeven. Bijvoorbeeld door de Eems-Dollard aan te wijzen als Natura 2000-gebied. Dat is hard nodig. Tijdens een eerder AO, over de Noordzee en de Wadden, heeft de Partij voor de Dieren al aangedrongen op het beschermen van de kwetsbare natuurgebieden op zee, zoals de Doggersbank, de Klaverbank en de Borkumse Stenen. In die bijzondere gebieden, essentieel voor de kwetsbare biodiversiteit, laat het kabinet de visserij gewoon toe. Dat is geen goed idee. De weinige bescherming die deze gebieden krijgen, is niet voldoende. In de Kaderrichtlijn mariene strategie, die wordt uitgewerkt in het Nationaal Waterplan dat wij vandaag bespreken, staan als doelen genoemd, te komen tot een ecologisch coherent netwerk van natuurgebieden en het bereiken van een goede toestand van het milieu. Kan de minister onderzoeken of aangeven hoe de Borkumse Stenen een bijdrage kunnen leveren aan die doelstellingen, namelijk een ecologisch coherente netwerk van beschermde zeegebieden en het behalen van een goede milieutoestand, doelstellingen die zijn vastgelegd onder de Kaderrichtlijn mariene strategie? Deze kans zouden we niet moeten laten liggen.

Beantwoording door de minister van Infrastructuur en Milieu

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus: (…) Onder anderen mevrouw Ouwehand en mevrouw Hachchi hebben gevraagd hoe de Natuurambitie Grote Wateren concreet wordt belegd. In het Deltaprogramma staat dat ik zo veel mogelijk het doel veiligheid wil koppelen aan andere doelen, zoals natuur, recreatie en economie. De Natuurambitie Grote Wateren komt van het ministerie van EZ. Het ministerie van I en M en het ministerie van EZ werken intensief samen. We proberen daarbij ook te werken conform de MIRT-systematiek. Dat betekent dat er gewoon regie is op het gebiedsproces in brede zin. We zetten ook in op concrete projecten, zoals Ruimte voor de Rivier. Ik noem als voorbeeld de vismigratierivier in de Afsluitdijk. Maar laat ik ook hierbij weer helder zijn. Bij Ruimte voor de Rivier hadden we een dubbeldoelstelling, want daarbij werden ruimtelijke inrichting en veiligheid gecombineerd. Er was echter ook voor beide doelstellingen budget in dat programma. Er was een fors budget. De budgetten zijn nu allemaal wat krapper, dus ik doe voornamelijk de veiligheid en ik hoop dan dat bijvoorbeeld het ministerie van EZ natuurmaatregelen financiert. Op die manier kunnen we dan alles tegelijkertijd aanpassen. Het is echter niet zo dat ik zomaar allerlei middelen die voor veiligheid zijn gereserveerd, kan inzetten voor natuurontwikkeling. Daarover heeft de Kamer ook al met mij gesproken bij de vaststelling van het Deltafonds.

(…) Mevrouw Ouwehand zegt dat de mestnormen moeten worden aangescherpt nabij drinkwaterwinningsgebieden. Het klopt dat er te veel waterwinpunten zijn die last hebben van te veel nitraat in de grond. Het is belangrijk om te weten dat die nitraatoverlast daar vaak het gevolg is van bemesting in het verleden. Er is op dit punt ook heel veel geschiedenis. Provincies kunnen nu al aanvullende maatregelen nemen. De problematiek wordt ook weer meegenomen bij de evaluatie van de mestwetgeving in 2016. In de tussentijd ben ik daarmee ook bezig, samen met partijen en met de staatssecretaris van Economische Zaken. Ik heb met haar natuurlijk ook regelmatig gesprekken over de rek die erin zit.

(…) Mevrouw Ouwehand dringt erop aan, landbouwgif en mest te verminderen. Zoals gebruikelijk wordt ook beleid voor mest en gewasbeschermingsmiddelen geëvalueerd. Het mestbeleid zal in 2015 en 2016 worden geëvalueerd en het gewasbeschermingsmiddelenbeleid zal in 2018 worden geëvalueerd. Aan de hand daarvan wordt ook weer beoordeeld of aanvullend beleid of aanvullende maatregelen nodig en haalbaar zijn. Het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) helpt daar ook bij.

(…) Mevrouw Ouwehand sprak over de Borkumse Stenen. Op 16 maart heeft de staatssecretaris van Economische Zaken de Kamer daarover een brief gestuurd. Daarin staat dat zij geen reden ziet om dit gebied aan te wijzen als Natura 2000-gebied. De staatssecretaris heeft dit gemotiveerd door te schrijven dat met het Natura 2000-gebied de Klaverbank het habitattype riffen van open zee al voldoende onder het beschermingsregime van Natura 2000 is gebracht. Je leert nog eens wat bij deze commissie. Of de Borkumse Stenen in de toekomst deel zullen zijn van een samenhangend en representatief netwerk van beschermde gebieden, zal blijken uit een evaluatie van het huidige netwerk. Die evaluatie komt volgens de staatssecretaris van EZ ergens in 2017 of 2018 beschikbaar, dus bij de actualisering van de mariene strategie kan dit in de toekomst altijd weer een rol gaan spelen.

Interessant voor jou

Bijdrage Ouwehand Debat over de belastingherziening

Lees verder

Bijdrage Ouwehand AO Grondstoffen en Afval

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer