Bijdrage Ouwehand Begroting Buiten­landse Handel en Ontwik­ke­lings­sa­men­werking


29 november 2018

Bijdrage Esther Ouwehand begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 29 november 2018 (tweede termijn Kamer)

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Ook van de kant van de Partij voor de Dieren dank aan de minister voor de beantwoording van de vragen en haar inzet voor de allerarmsten in de wereld en de mensen die echt onze hulp nodig hebben; kwetsbare meisjes en vrouwen en andere kwetsbare mensen. We hebben veel vertrouwen in de inzet van de minister op dat punt. Maar we hebben ook gezegd dat dit een begroting is met twee gezichten. Het is dus van groot belang om ook goed te kijken naar onze eigen bijdrage aan de ellende in de wereld en naar de vraag waar we die eventueel kunnen verminderen, waar dat kan.

Dank dus ook aan de minister dat ze in elk geval een open houding heeft getoond ten aanzien van bijvoorbeeld onze eigen consumptie. De Partij voor de Dieren draagt dat niet zomaar aan. Daar wordt bijvoorbeeld ook op gewezen door de rapporteur voor het recht op voedsel en in het VN-milieuprogramma. Vandaag is er ook weer een studie verschenen die zegt dat we onze doelen gewoon niet gaan halen als we doorgaan met deze enorme consumptie van vlees en zuivel in het rijke Westen. Het is dus fijn dat de minister openstaat voor het simpele idee om de norm om te draaien: maak plantaardig de standaardoptie en als je dierlijk wil, moet je erom vragen. Precies andersom dan wat we nu doen. Het kost niks, maar het heeft wel een hele grote positieve invloed op vrede en veiligheid in de wereld en het levert dus een bijdrage aan de agenda van de minister.

Voorzitter. Dan is het dus wel van belang om ook die andere poot goed onder de loep te nemen en om dus kritisch te durven kijken naar de impact van onze economie en onze handel op de leefomstandigheden van anderen in de wereld. Ik dien daarom een aantal moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er voor de productie van palmolie op grote schaal regenwoud wordt gekapt, waarbij mensen van hun land worden verdreven en bedreigde dieren nog meer leefgebied verliezen, waardoor bijvoorbeeld de orang-oetang op de rand van uitsterven staat;

constaterende dat de aanpak van het bedrijfsleven om palmolie te verduurzamen via de in 2004 opgerichte Roundtable geen tastbare verbetering van deze situatie heeft weten te bereiken;

overwegende dat Nederland een van de grootste importeurs van palmolie is;

verzoekt de regering een plan van aanpak te presenteren om de import van palmolie op korte termijn drastisch te verminderen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 46 (35000-XVII).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

spreekt uit dat een handelsverdrag, zoals dat met de Mercosur-landen, er in elk geval niet kan komen als het klimaatakkoord van Parijs niet door alle verdragspartners wordt geïmplementeerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 47 (35000-XVII).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik hoop op een open houding bij de minister en bij het kabinet voor de gevolgen van de manier waarop wij gewend zijn te leven voor de kwetsbaarsten in de wereld. De manier waarop wij leven vraagt twee, drie, drieënhalve aardbol en die zijn er gewoon niet. We zullen het moeten doen binnen de draagkracht van de aarde. Dat vraagt wel het een en ander, maar het is nodig. Ik herinner u aan de Zweedse klimaatstaker Greta Thunberg. De minister heeft de klimaatstakers hier voor de Kamer een hart onder de riem gestoken. Greta Thunberg zegt eigenlijk: waarom zou ik naar school gaan als politici niks doen met de kennis die allang beschikbaar is? Het gaat niet om nog meer onderzoek; het gaat erom dat we durven doen wat nodig is.

In dat licht wil de Partij voor de Dieren erbij stilstaan dat we aan het einde van de begrotingscyclus staan. We hebben de Miljoenennota gekregen en alle deelbegrotingen behandeld. We kunnen niet anders dan concluderen dat het beleid van het kabinet voor 2019 aanstuurt op een opwarming van de aarde met 3°C, terwijl er grote beleidsveranderingen nodig zijn. Wij willen dat nu constateren en we hopen dat we dat volgend jaar niet nog een keer hoeven doen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

stelt vast dat de Miljoenennota en de onderliggende deelbegrotingen voor 2019 niet in lijn liggen met het doel om (naar rato) de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 1,5°C,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand, Van Raan, Wassenberg, Teunissen en Akerboom.

Interrupties Esther Ouwehand

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik voer deze discussie over ontbossing voor soja en palmolie nu al een paar jaar, zowel binnen de commissie Landbouw als binnen de commissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ik begrijp iets niet. Als er ergens veel verzet is, is het wel binnen de Landbouwcommissie, maar daar is nu erkend dat het beter is als we niet meer afhankelijk zijn van de import van soja. Het gaat misschien nog wel even duren, maar de erkenning is er dat het niet zo goed is om soja uit Latijns-Amerika helemaal hierheen te slepen. Waarom is het ministerie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking nu zo halsstarrig als dezelfde discussie speelt op het gebied van palmolie? Waarom kunnen we niet gewoon erkennen dat het beter is als we het zonder palmolie doen of in elk geval met een stuk minder? Want ik vraag aan de minister of zij het kan uitsluiten dat er ontbossing plaatsvindt voor de zogenaamde duurzame palmolie die we importeren en zij kan dat niet garanderen.

Minister Kaag:

Nee, maar ik ben natuurlijk geen lid van de andere commissie. Ik kan de gesprekken daar niet in detail volgen, dus ik wil geen vergelijking maken met iets waarvan ik niet echt kennis heb genomen. Dat is één. Dan het tweede: nee, ik garandeer helemaal niets in dit leven. Ik garandeer ook niet dat ik morgen nog veilig thuiskom. Maar in dat brede beleidskader zetten wij in op verduurzaming op vrijwillige basis. Daarom hebben we de convenanten. Daarom zetten we in op bepaalde ketens. Daarom zetten we in op internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wil ik dat versnellen? Ja. Ben ik geïnteresseerd in de effectiviteit en de beperkingen van het imvo en de convenanten, om te weten wat er niet goed gaat, hoe dat veranderd kan worden en wat dan de maatregelen zijn? Dat ben ik ook. Maar dit is een veel breder ontwikkelingsthema. Ik ben me bewust — mevrouw Ouwehand weet dat veel beter — van alle gevolgen en mogelijke risico's en gevaren van ontbossing. Ik herken ook wat mevrouw Ouwehand daarover zegt: als we serieus willen zijn wat betreft klimaatactie, -adaptatie en -mitigatie, dan moeten we nog veel ambitieuzer zijn op mondiaal niveau, ook gelet op de Parijsakkoorden. Maar ik kan het niet een-op-een zo vergelijken en als mij wordt gevraagd "kunt u a garanderen?" of "kunnen we zonder, ja of nee?", dan kan ik dat ook niet zo stellen. Ik heb daarvoor niet voldoende inzicht in de Nederlandse markt. Wij zetten in op verduurzaming.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Met respect voor de minister, maar die discussie voeren we al vijftien jaar. Verduurzaming is het toverwoord. Het gebeurt niet zo heel gauw dat de Partij voor de Dieren het bedrijfsleven aanhaalt om hier een punt te maken, maar AEGON, een kleine investeerder in palmolie, zegt toch heel duidelijk: we stoppen ermee, want die RSPO, dat verduurzamingstraject, doet te weinig tegen mensenrechtenschendingen en is niet streng genoeg tegen ontbossing. Als de Partij voor de Dieren op duurzaamheid wordt ingehaald door het bedrijfsleven, dan is er iets aan de hand misschien. Dus waarom is het zo moeilijk om te erkennen dat het ook beter is om de import van palmolie af te bouwen, zoals we voor soja uit Latijns-Amerika inmiddels wel doen? Zo moeilijk en zo veel gevraagd is dat volgens mij niet. Waarom wil de minister daar niet aan?

Minister Kaag:

Ik hoor de vraag niet. Ik hoor de suggestie dat ik de import moet afbouwen. Ik weet niet of er een verbod moet zijn. Ik weet niet of er een vergunning moet zijn. Ik weet niet of het om mijn persoonlijke mening gaat. Ik weet niet precies wat het verzoek aan mij is vanuit mijn capaciteit als minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

(…)

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voordat de minister doorgaat naar het volgende blokje; ik heb het in de schriftelijke beantwoording niet gezien, dus ik stel de vraag nog een keer over de kennis die we hebben over honger en klimaatverandering en wat we hier in het rijke Westen in elk geval moeten veranderen, willen we die problemen verminderen. De mensenrechtenrapporteur voor het recht op voedsel en het VN-Milieuprogramma zeggen dat we onze consumptie van vlees en zuivel drastisch moeten verminderen. Hoe gaat het op het ministerie van Buitenlandse Zaken? Is de minister bereid om daar de norm om te draaien, wat op het ministerie van OCW nu gebeurt? Als je plantaardig wilt eten, is dat het standaardaanbod en als je vlees of zuivel wilt, moet je er even om vragen, wat nu andersom is. Is de minister bereid om dat idee door te voeren in haar eigen activiteiten en op haar ministerie?

Minister Kaag:

Ja, dat is een interessante vraag. Ik heb erover nagedacht sinds die vraag van gisteren. Een praktisch obstakeltje is dat ik niet de minister van Buitenlandse Zaken ben, dus ik stuur niet het apparaat aan en ook niet het fameuze gebouw in de Rijnstraat. Dat delen wij met velen. Dat is één. Het tweede punt betreft uw vraag over officiële ontvangsten, lunches en diners. Aangezien ik ook minister voor Ontwikkelingssamenwerking ben, doen wij dat heel karig; met een broodje kaas en een kopje tomatensoep, meestal. Ik doe niet aan mooie ontvangsten. Dat vind ik ook niet passend in dit geval. Ik kan de toezegging doen dat ik in eerste instantie met collega Blok en met de secretaris-generaal ga kijken hoe wij een goed beeld kunnen uitstralen, maar uiteindelijk blijft het ook een individuele keuze. Dat is heel belangrijk. Ik kan u verzekeren dat mijn kinderen allemaal thuis geen vlees eten. Ik ben de enige.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Zo zien we maar weer.

Minister Kaag:

Ik krijg al genoeg hoofdpijn thuis.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Een voorbeeld nemen aan de kinderen. Altijd een goed idee. Dank.

Minister Kaag:

Het komt ergens vandaan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja. Dank voor deze toezegging. Ik ben daar zeer blij mee. Ik kan de minister meegeven dat die keuzevrijheid gewoon blijft bestaan. Het is een idee van gedragseconome Henriëtte Prast, deze minister welbekend. Zij zegt dat je met een hele kleine aanpassing gewoon de standaard verandert. Nu zijn vegetariërs en veganisten ook vrij, maar dan moeten ze er even om vragen. Dat draai je om. Dus de vleeseter moet er voortaan om vragen. Maar de vrijheid blijft gewoon bestaan. Dank dat de minister met dit hoopvolle en hoopgevende idee aan de slag wil.

Minister Kaag:

Het is een intentieverklaring, meneer de voorzitter. Want het is beter niet mezelf …

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Kunnen we een update krijgen van de gesprekken die met de heer Blok gevoerd gaan worden? Krijgen we anders een terugkoppeling?

Minister Kaag:

Dat zeg ik niet toe. Ik heb toegezegd dat ik het op zal nemen. Ik vind dit nu breder dan het kader van deze begrotingsbehandeling. U kunt op mij vertrouwen dat ik zal onderzoeken wat er mogelijk is in de vrije keuze van mensen.

Interessant voor jou

Bijdrage Teunissen aan Wetgevingsoverleg Water

Lees verder

Bijdrage Akerboom AO Klimaat en Energie (onderdeel energie)

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer