Bijdrage Ouwehand Begroting Economie en Innovatie


2 november 2011

Bekijk de bijdrage via debatgemist.nl

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Op de dag dat minister Verhagen en staatssecretaris Bleker een genadeloze tik op hun vingers kregen van de Raad van State, omdat ze de Natuurbeschermingswet hadden overtreden om de bouw van een kolencentrale mogelijk te maken, hield minister Verhagen 's avonds op het christelijk sociale congres zijn gehoor voor hoe hij denkt over Nederlanders die opkomen voor natuur en milieu.

Dat zijn, zo hield hij zijn gehoor voor, extreme moralisten die in het milieu louter een stok zouden zien om boeren, ondernemers en bedrijven mee te slaan. Mensen, zo spinde deze vicepremier -- de vicepremier van alle Nederlanders, zo zou je denken -- zouden volgens de milieubeweging als storende elementen worden gezien die uit de natuur verbannen moeten worden. Die bedrijfstak an sich zou te veel invloed hebben. Zou het toeval zijn dat de vicepremier zo'n macaber beeld van de milieubeweging probeert op te roepen op de dag dat hij zelf een draai om de oren heeft gekregen van de Raad van State?

Politiek commentator Hans Goslinga zegt dat het in de strategie van conservatieve politici past om met veel tromgeroffel fel ten strijde te trekken tegen de groene draak, zoals religieuze, rechtse groeperingen in Amerika het linkse milieuactivisme omschrijven. Uit hetgeen waarop de historicus Verhagen zich die avond beriep komt mijns inziens een antinatuurbeleid en een antinatuurgezicht naar voren. Dat is niet alleen erg omdat het onverantwoord is om een privéhekel aan natuur te laten verworden tot kabinetsbeleid, het is ook erg voor onze economie. Ik zal betogen waarom. Ik hoor de minister boos brommen, maar ik hoor in zijn beantwoording wel wat hij van deze opmerking vindt.

Uit welingelichte bronnen heb ik vernomen dat Bernard Wientjes, de lobbybaas van grote bedrijven die de milieubeweging ook liever uit ons land zouden zien vertrekken, zijn tentamens economie afsloot met magere zesjes. De hoogleraar economie die zijn werk moest beoordelen, liet tijdens een legendarisch college op Neêrlands mooiste polderfestival, waar ik bij mocht zijn, weten er spijt van te hebben dat hij de heer Wientjes niet gewoon heeft laten zakken; hij was de voldoende niet waard. Wientjes begreep niets van economie en doet dat nu nog steeds niet. Laat de Partij voor de Dieren nu dezelfde indruk hebben, niet alleen van de voorzitter van VNO-NCW, maar ook van de bewindspersonen met wie hij dikke vrienden is: de minister en staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Het superministerie, waar toevalligerwijs hetzelfde VNO-NCW een blauwdruk voor heeft geschreven. Economie, economie en economie, maar ze hebben er niets van begrepen. Economie gaat over het omgaan met schaarse middelen, over welvaart, wat niet hetzelfde is als het hebben van meer geld, over productie en consumptie en over de basisfactoren natuur, arbeid en kapitaal. Natuur en arbeid zijn hierbij de oorspronkelijke productiefactoren, in tegenstelling tot de afgeleide productiefactor van de centen, het kapitaal. Dat staat in alle leerboeken. Ik heb er een meegenomen, het staat op mijn tafeltje. Je hoeft niet eens de boeken van professor Heertje te hebben. In het eerste hoofdstuk wordt dit uitgelegd; altijd, in ieder boek. Het lijkt erop dat deze heren geen letter hebben gelezen van de leer van de economie. Zij mogen mijn boek natuurlijk lenen om hun kennis wat bij te spijkeren.

Het meest in het oog springende is de complete degradatie van natuur tot een facultatieve luxe, een hobby, waar de leiders van ons land alleen mee kunnen worden lastiggevallen als zij geen belangrijkere dingen te doen hebben. Als er nog wat geld en tijd is, kunnen wij misschien wel kijken of er nog een stukje groen af kan in ons land. Dat is gevaarlijk conservatisme dat ons allemaal de kop kan kosten. Natuur is waardevol in zichzelf, maar ook de basis van de economie. Alles om ons heen, alles wat je kunt eten, drinken, maken, verhandelen en kopen heeft zijn basis in de natuur. De natuurlijke hulpbronnen leveren ons medicijnen, kleding, huizen, voedsel, brandstof en al het andere dat wij dagelijks gebruiken. Maar dat willen de minister en de staatssecretaris allemaal niet weten. Zij doen liever alsof een virtuele voorraadkast de wereld op miraculeuze wijze zal blijven voorzien van alles dat zij nodig heeft. Alsof onze huidige consumptie al niet compleet onhoudbaar is, gaan minister Verhagen en staatssecretaris Bleker onverschrokken voort met het plunderen en vernietigen van de natuurlijke rijkdommen, in Nederland maar vooral ook wereldwijd. Er komen kolen- en kerncentrales, gasrotondes en boringen naar schaliegas en steenkoolgas, tegen de wil van de burgers. Er zijn lovende woorden en volop steun voor bedrijven die zichzelf duurzaam noemen, maar zich wel inlaten met uitbuiting, illegaal gifgebruik, massale kap van regenwoud en vervuiling van de kraamkamers van de natuur. Regels worden geschrapt, net als subsidies voor milieuvriendelijke innovaties. Topsectoren bepalen het beleid en de enige schaamlap die het ministerie weet te produceren om de inktzwarte koers mee te verhullen, is een zogenaamde green deal.
Herman Wijffels wees er al op: restauratiepolitiek noemt hij dat. Het is meer van hetzelfde, één grote berg vervuiling in een groene vuilniszak. Wie geen visie kan ontwikkelen voor de noodzakelijke transitie naar een duurzame en houdbare economie hoeft niet te rekenen op de steun van de Partij voor de Dieren. Wie natuur niet erkent als basis van de economie, is een econoom van niks.

Wel past de aanpak van minister Verhagen en staatssecretaris Bleker naadloos in de analyse van topeconoom Robert Reich. Hij zegt dat Europa weliswaar tien jaar achterloopt op de Verenigde Staten -- daar komt hij vandaan -- maar dezelfde kant op gaat. Ook hier gaan bedrijfsbelangen een steeds groter deel van de politiek bepalen, luisteren politici steeds minder naar de burgers en verliezen de burgers steeds meer het vertrouwen in de democratie. Bedrijven zijn niet goed of slecht, zo zegt Reich, maar per definitie niet moreel. Bedrijven gaan het klimaatprobleem niet oplossen, hun missie is nu eenmaal om winst te maken. Dat is de realiteit. Het mondiale kapitaal regeert. Dat is geen waardeoordeel, maar een feit.

In de zucht naar rendement en lage prijzen delven maatschappelijke doelen op den duur het onderspit. Veel bedrijven doen zich groen voor, maar leiden consumenten op schandalige wijze om de tuin. Het antwoord is dan ook niet een vrijblijvende oproep tot maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het enige antwoord is dat wij onze publieke instituties versterken. Wij hebben politici nodig die het lef hebben om te doen wat nodig is en de druk van de lobby van het bedrijfsleven te weerstaan. Wij hebben wetgeving nodig die ons kritisch natuurlijk kapitaal beschermt.

Minister Verhagen en staatssecretaris Bleker laten het superministerie vrijwel alles doen wat wij niet nodig hebben en waar onze economie niet op zit te wachten. Het ministerie zadelt toekomstige generaties op met een kaalgeplukte aarde. De Partij voor de Dieren legt zich daar niet bij neer. Ik sluit af met een citaat dat ik vond in de Monitor Duurzaam Nederland. Het is van de Russische schrijver Konstantin Paustovskij. Hij zegt: "Wij luchtten ons gemoed en gingen tekeer tegen de domheid van economen die zich alleen lieten leiden door de spreuk: "Na ons de zondvloed"."

De heer Van Vliet (PVV): Wij spreken vandaag over de begroting van EL&I voor 2012. Dat is een boekje. Heeft mevrouw Ouwehand dat gelezen?

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Zeker.

De heer Van Vliet (PVV): Dat bleek mij niet uit haar betoog.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): De collega's van GroenLinks en D66 roepen vanuit de zaal dat de begroting vrijwel onleesbaar is; daarin ga ik graag met hen mee.
Als de heer Van Vliet had opgelet en als hij bereid was geweest om te luisteren, dan zou hij weten dat een economie niet kan functioneren als wij ons natuurlijk kapitaal niet beschermen. De stoel waarop hij zit en de kleding die hij aan heeft, komen niet uit de lucht vallen. Alles heeft zijn basis in de natuur. Als je niet bereid bent om natuur te erkennen als een waarde op zichzelf -- de Partij voor de Dieren zou deze bereidheid wel graag zien -- wees dan op z'n minst een vent en erken dat de economie zonder de natuur niet kan draaien.

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik ben benieuwd waar de bijbel van de VVD te vinden is in de geschiedenis van de theologie in de wereld. Het lijkt namelijk wel een fundamenteel religieuze opvatting dat consumenten in staat zouden zijn om ervoor te zorgen dat bedrijven de aarde niet leegplunderen. Al het onderzoek wijst er echter op dat dit niet het geval is. Ik ben het met de VVD eens: maatschappelijk verantwoord ondernemen is weinig meer dan flauwekul. Dat zijn niet mijn woorden, maar die van topeconoom Robert Reich. Dan moet er dus iets anders zijn. Ik zie namelijk dat de VVD gelooft in een soort wereldbol, een soort oneindige voorraadkast die zich maar blijft vullen. Dat lijkt op verhalen die wij wel uit de bijbel kennen, maar in de realiteit, als wij naar de wereld kijken, is dat gewoon niet het geval. Als de VVD geen maatschappelijk verantwoord ondernemen wil, geen regels voor bedrijven wil en consumenten ook niet wil vertellen wat een betere levensstijl zou zijn zodat wij de aarde leefbaar kunnen houden voor volgende generaties, dan ben ik echt benieuwd hoe de VVD die religie noemt.

Mevrouw Schaart (VVD): Komende uit de Biblebelt vind ik het heel leuk om het in dit huis over de bijbel te hebben. Ik heb heel duidelijk voor het liberalisme gekozen, omdat dit van de eigen verantwoordelijkheid van mensen uitgaat. Dat is ook in de bijbel terug te vinden. Mevrouw Ouwehand heeft helemaal geen geloof in de markt, maar zij zal begrijpen dat wij liberalen dat geloof wel meer hebben. Dat is onze opvatting. Ik geloof ook heel sterk in consumenten. Ik geloof dat zij kiezen, dat zij met hun voeten stampen als er iets gebeurt dat hen niet bevalt en dat bedrijven daarop anticiperen. Het is dus een verantwoordelijkheid van de bedrijven zelf.

Ik ben dus absoluut geen tegenstander van maatschappelijk verantwoord ondernemen, integendeel. Ik ben het er echter wel mee oneens dat we één organisatie daarvoor geld gaan geven, en de rest van alle commerciële organisaties die precies hetzelfde doen, niet. Het geld dat we hiermee gaan besparen, wil ik juist inzetten voor innovatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ik ben er dus niet tegen, we zijn er juist voor.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik denk dat mevrouw Schaart en ik een achtergrond delen: ik kom uit Katwijk, dat ook bekend staat om zijn diepgelovige cultuur. De VVD wijst voortdurend op de gevaren van fundamentele religieuze excessen. Het grootste gevaar voor het voortbestaan van het leven op aarde zit echter in het compleet naïeve en sterk fundamentele religieuze geloof dat de VVD hecht aan de heilzame werking van de markt. De VVD gedraagt zich als een fundamentalistische partij, door niet open te staan voor die informatie. Alles wijst erop dat we daarmee de natuurlijke hulpbronnen van de aarde in heel korte tijd gaan uitputten. Daar kan geen consument in zijn eentje tegenop. Zolang de VVD dat geloof blijft aanhangen, moet ik hier constateren dat van alle religies en alle fundamentalistische trekken die je kunt bedenken, dit de gevaarlijkste is.

Mevrouw Schaart (VVD): Ik kom oorspronkelijk uit Zwartsluis, en ging elke zomer naar Katwijk aan Zee. Misschien hebben we elkaar ooit eerder ontmoet. Daar heb ik ook elke zondag de kerk bezocht. Dat was toch wel iets anders dan Zwartsluis, moet ik eerlijkheidshalve zeggen. Maar ook daar is mij geleerd: verantwoordelijkheid voor mensen zelf is een hoog goed. U vindt dat fundamentalistisch, maar ik vind een groot geloof in de overheid op zich -- in de Bijbel staan daarvan heel veel slechte voorbeelden -- juist fundamentalistisch. Juist het leggen van de verantwoordelijkheid bij mensen zelf, bij bedrijven en bij de markt, om zo een verantwoord ondernemingsbeleid te krijgen, is in mijn ogen het juiste.

[…]

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Als de heer Ziengs klaar is met zijn betoog, wil ik hem vragen wat hij als VVD'er precies als "subsidies" definieert. Ik zal toelichten waarom ik deze vraag stelde, want dat wisselt nogal bij de VVD. In verkiezingstijd heten landbouwsubsidies daar namelijk ook echt "subsidies" en die moeten dan worden gehalveerd.

De woordvoerder voor Landbouw zegt dan later: nee, nee, nee, jaarlijks €70.000 op de bankrekening van een melkveehouder storten is geen subsidie, maar een vergoeding van een door hem geleverde waarde. Ik zie andere woordvoerders van de VVD precies hetzelfde doen en dat maakt mij toch nieuwsgierig: wanneer is iets een subsidie, een korting of het overmaken van geld?

De heer Ziengs (VVD): Ik zal u nogmaals uitleggen hoe de BMKB werkt, want daarop doelt u waarschijnlijk met uw vraag. De BMKB is geen subsidie, maar een garantieregeling. Dat is iets anders dan een subsidie, want men stelt zich alleen maar garant voor het geval er iets misgaat in de bedrijfsvoering. Banken stellen makkelijker geld beschikbaar als ze weten dat er een garantie is dat ze iets terugkrijgen. Het is dus geen subsidie, want een subsidie is geld dat je direct verstrekt aan een ondernemer.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Het landbouwdeel behandelen we later nog, maar ik zou toch graag nu alvast een helder beeld krijgen van de opvatting van de VVD. Een landbouwsubsidie, direct geld overmaken, is een echte subsidie. Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor de visserijsubsidies. Zal de VVD hiermee in de toekomst eenduidiger omgaan? Ik vraag dat, omdat het mijn sterke indruk is dat voordeeltjes voor het bedrijfsleven door de VVD geen subsidies worden genoemd als dat zou kunnen betekenen dat erop wordt gekort. Als u een liberaal zou zijn, zou u gewoon zeggen: "Weg met die subsidies. Iedereen moet op eigen benen kunnen staan". Zal de heer Ziengs zich hiervoor in zijn fractie sterk maken?

De heer Ziengs (VVD): Mevrouw Ouwehand, uw stelling is duidelijk. Ik heb u uitgelegd dat wij het zojuist hadden over een garantstelling en niet over een subsidie. U kent de liberale insteek voor subsidies. Ik ben verder niet de woordvoerder voor de landbouwportefeuille. Wellicht kan die woordvoerder u een antwoord geven op deze vraag. Ik ga hierover geen uitspraak doen. Ik heb u aangegeven dat het in het geval van mijn portefeuille om een garantstelling gaat en niet om een subsidie.

[…]

De heer Van Vliet (PVV): […] Door mijn zorgen over het behoud van de Nederlandse maakindustrie kom ik automatisch bij het thema China. Ik las in De Telegraaf van 28 oktober een klein berichtje over Nederlandse bedrijven die mogelijk voor 200 mln. aan orders in China in de wacht hebben gesleept. Dat is natuurlijk prachtig nieuws, maar het is wel jammer dat ik geen steekwagen mocht meenemen in de plenaire zaal, want dan zou ik de minister de 1275 krantenartikelen kunnen laten zien die een heel ander beeld schetsen, namelijk dat van de oneerlijke handelsrelaties tussen China en Nederland. Waarom kopen westerlingen, en dus ook Nederlanders, Chinese producten? Omdat ze mooi, innovatief of kwalitatief hoogwaardig zijn? Hahaha, laat me niet lachen. Alleen omdat ze goedkoop zijn. Dat is de enige reden waarom China de fabriek van de wereld kan spelen.

Waarom zijn de Chinese producten zo goedkoop? Dat is een belangrijke vraag. Ze worden tegen dumpprijzen verkocht omdat Chinese arbeiders voor slavenloontjes moeten werken, omdat in de Chinese dictatuur sprake is van een centraal geleide staatseconomie, omdat China zijn munt al heel lang zo'n 40% te laag waardeert en omdat Beijing de eigen markt, van 1,2 miljard consumenten, grotendeels op slot houdt. Nederlandse bedrijven vissen bijna altijd achter het net en ervaren toetredingsbelemmeringen door valutarestricties of oneerlijke gunning van overheidsopdrachten. Met andere woorden: als dit allemaal niet zo zou zijn en er wel eerlijke handel met China zou plaatsvinden, had in De Telegraaf gestaan: Minister Verhagen trots op handelscontracten van 2 mld., in plaats van die zielige mogelijke 200 mln. De hamvraag is dus wat de minister gaat doen aan het realiseren van eerlijke handel tussen Nederland en China.

[…]

Interrupties:

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Er komt nog een voorstel, maar ik had nog een wat scherpere vraag aan de PVV-fractie. Wij kennen de PVV als een partij die graag duidelijk is. Ik ben blij dat ook de PVV ziet dat de productieprocessen in China heel vaak over de ruggen van kwetsbare mensen gaan en dat China daarom zo goedkoop producten in Nederland kan verkopen. Als dat zo is, moeten wij daar toch geen slaatje uit willen slaan? Wij moeten dan toch zeggen: hoho, zo gaan wij dat niet doen, die producten komen ons land niet in en totdat u uw leven hebt gebeterd, doen wij helemaal geen zaken meer met u?

De heer Van Vliet (PVV): Als mevrouw Ouwehand goed heeft geluisterd, dan weet zij dat ik de minister ertoe opriep om aan te geven wat hij kan doen om ervoor te zorgen dat er eerlijke handel plaatsvindt tussen Nederland en China. Ik hoor dat heel graag van hem.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): De heer Van Vliet moet het toch even iets duidelijker maken, want ik hoorde hem zeggen dat de PVV vindt dat, als China hier een grote bulk kan afzetten en dus veel aan Nederland verdient, wij ook veel aan China moeten verdienen. De deal moet dus beter uitpakken voor Nederland. Als dit voor de PVV-fractie betekent dat wij ook een dikke streep zetten onder kinderarbeid en uitbuiting van mensen, zou ik nog wel een beetje gerust kunnen zijn, maar dat hoor ik eigenlijk niet. Ik vind het dus helemaal niet zo leuk dat deze heren in China zijn om daar bijvoorbeeld afgekloven varkenspootjes aan de man te brengen.

De heer Van Vliet (PVV): Dat is weer een heel ander debat, want ik heb het niet over varkenspoten, maar over de economie. Eén ding is duidelijk. Kinderarbeid of slavenarbeid keuren wij niet goed, maar het gaat om de invulling van die begrippen. Dat vind ik wel een heel belangrijk onderscheid. Wij kunnen daar een stevig debat aan wijden. In tegenstelling tot uw partij vind ik het echter wel een heel goede zaak dat de minister op handelsmissie gaat. Er blijft echter voor ons nog niet zo veel aan de strijkstok hangen. Ik maak mij druk om de Nederlandse economische belangen. Dat is absoluut correct.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Daar was ik dus toch wel bang voor. Ik hoor dus: er moet voor Nederland meer aan de strijkstok blijven kleven. De vraag van de fractie van de ChristenUnie was: maakt de PVV zich met ons zorgen over de mensenrechtenschendingen daar en over de totale uitbuiting? Wat zegt de PVV daarover? Laat u het alleen bij een vrijblijvende vraag hoe men het gaat oplossen? Dan weet ik nu al dat het kabinet straks mooie woorden spreekt, in de trant van: wij gaan wel even om de tafel zitten en wij zullen ze het daar wel even gaan vertellen. Dat lost natuurlijk niets op. Stemt de PVV er nu mee in dat wij hier in Nederland shirtjes hebben hangen die door kinderen zijn gemaakt, of niet?

De heer Van Vliet (PVV): Het antwoord is allang gegeven: daar stemmen wij niet mee in. Er moet eerlijke handel plaatsvinden, klaar.

Interessant voor jou

Bijdrage Ouwehand over het verslag van de Europese top

Lees verder

Bijdrage Ouwehand Begroting Economie en Innovatie 2012 (tweede termijn)

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer