Bijdrage Ouwehand Debat Uitkomsten Eurogroep
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Ik denk dat ik er niet erg ver naast zit als ik inschat dat burgers denken als ze naar Den Haag kijken: ze doen daar maar wat, maar de miljarden vliegen de tent uit. Ook vandaag bespreken we het verzoek van het kabinet aan de Tweede Kamer, dat netjes is opgeschreven in een brief, om in te stemmen met een programma van maximaal 100 mld. 30 mld. is bestemd voor Spaanse banken, nog voordat het toezicht op die banken op orde is. Het lijkt wel op paniekvoetbal. Het gaat nog niet om rechtstreekse kapitalisatie, maar wel om Europese steun om de Spaanse banken voor omvallen te behoeden.
De voorwaarden zijn onduidelijk. Andere woordvoerders spraken daar ook al over. Het treurige is dat zelfs als die voorwaarden duidelijker zouden zijn omschreven, er nog steeds onduidelijkheid bestaat over de vraag hoe hard die voorwaarden zijn. Het allertreurigste is wel dat zich op voorhand al een meerderheid in de Kamer lijkt af te tekenen voor die steun. De gedachte is namelijk dat we geen tijd hebben te verliezen. Het is nu of nooit. We moeten de euro redden, zelfs als we daarvoor soevereiniteit moeten overdragen (sommige partijen zijn daar zelfs heel enthousiast over) blanco cheques moeten afgeven aan Europa of ons vetorecht moeten inleveren. We zwemmen een fuik in. Het mag geen geheim zijn dat de Partij voor de Dieren niet van fuiken houdt, niet voor vissen, maar zeker ook niet voor de burgers van ons land.
Het wordt tijd dat het kabinet en partijen in de Kamer erkennen dat de invoering van de euro een monetair experiment is geweest dat volkomen uit de hand is gelopen. Dan past het dus niet om te zeggen dat er nog maar één richting is: vooruit, meer Europa, minder soevereine zeggenschap, met alleen nog maar de garantie dat niet goed geld weg is.
In de geschiedenis is nog nooit gebleken dat met oogkleppen op naar een dossier kijken voor goede oplossingen heeft gezorgd. Griekenland komt er namelijk opnieuw achteraan, net als Italië en Cyprus, en de bodemloze put dreigt al onze spaar- en pensioentegoeden op te slokken. De zuidelijke lidstaten betalen ondraaglijk hoge rentes en Nederland zou binnenkort mogelijk zelfs een negatieve rente kunnen krijgen. Maar beide landen mogen daar zeer verdrietig over zijn. Een monetaire unie kan alleen maar werken als er één land lid van is of als er een gedegen unie staat, maar daarvoor had eerst draagvlak moeten zijn. Dat kun je er niet doorheen drukken. Alle andere constructies vragen om problemen, en dat zien we nu al jaren. Je kunt wel aansturen op een gedwongen politieke unie, waarin Brussel ons gaat regeren naast de geldmarkten, maar we zouden ook kunnen kiezen voor een harde reset. Ik heb dan ook de volgende vragen aan de minister van Financiën. Wanneer is het genoeg? Wanneer zegt hij: het experiment heeft genoeg gekost, het is tot hier en niet verder? Wat de Partij voor de Dieren betreft is die grens al bereikt. Het constitutioneel hof in Karlsruhe gaat pas in oktober uitspraak doen over de rechtmatigheid van het ESM, maar voor ons betekent dit dat het geen vanzelfsprekendheid is. Daar moeten we dus nu al rekening mee houden. Zeker gelet op eerdere uitspraken van het hof. We hebben er geen behoefte aan om op een Europese trein te springen waarvan niemand weet waar die heen gaat. Zeker niet, wanneer het meereizen ernstige en niet te overziene risico's met zich brengt voor alle burgers. Waar blijven de exitstrategieën? Waar blijven de uitwerkingen van gedachten over een splitsing van de zone en over een parallelle munt? Want dat in tijden van crisis en belastingverhoging aan de burgers wordt voorgehouden dat er miljarden naar het oplossen van foute beleidskeuzes in andere lidstaten zouden moeten, is niet te verkopen. Net zo min als dat de medewerkers van het ESM in tijden van crisis vooral goed voor zichzelf lijken te willen zorgen, met exorbitante salarissen. Kan de minister aangeven of de berichten kloppen dat de chef van het ESM meer gaat verdienen dan bondskanselier Merkel? Hoe denkt de minister dat dit bij de burgers valt? Denkt hij dat dit het draagvlak voor Europa zal versterken?
Mijn fractie stelt voor een duidelijke streep te trekken bij de Europese steun met het karakter van dweilen met de kraan open. Het is niet meer duidelijk welk hoger doel wordt gediend met deze interventies. De euro en Europa zijn een doel in zichzelf geworden, en dat was niet de bedoeling. Goede Europese samenwerking was het plan. Daar is draagvlak voor nodig en een unie die burgers omarmen en begrijpen. Alle andere manieren, zoals het doordrukken van verdere politieke integratie onder onduidelijke beloftes om de euro te redden, dragen niet bij aan het draagvlak en zijn naar de overtuiging van de Partij voor de Dieren ook niet goed voor Europa.
Interrupties op minister:
Minister De Jager: Wat reversibel is, is die staatsgarantie. Het is nu niet zo dat op ons rekeningenrisico die banken worden geherkapitaliseerd. Die worden geherkapitaliseerd met leningen uit het Europees noodfonds, maar daar zit toch nog steeds die staatsgarantie op van de Spaanse overheid. Dus daar landt uiteindelijk dat risico. Wat reversibel is, is de afspraak dat die staatsgarantie er af gaat op het moment dat het Europese toezicht helemaal netjes is geregeld. Dat gaat nog wel even duren. Nederland heeft voor elkaar gekregen dat voordat die staatsgarantie er af gaat eerst de stappen daartoe gezet en afgerond moeten worden. Dat is inderdaad reversibel. Als blijkt dat het bankentoezicht er nooit zal komen, kun je beslissen om dat andere ook niet te doen. Overigens is onze inzet er wel op gericht om het netjes te regelen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dan is het toch wel belangrijk om onderscheid te maken tussen "dan kun je zeggen dat we het niet doen" en "dan gaan we zeggen dat we het niet doen". Als het bankentoezicht er niet komt, gaan we dan ook zeggen dat we onze steun intrekken?
Minister De Jager: Als dat bankentoezicht er niet komt, gaat ook het risico niet over van de nationale lidstaat naar Europa. Dat kan ik klip-en-klaar toezeggen. Alleen, onze inzet blijft natuurlijk wel om dat effectieve bankentoezicht in Europa wel te regelen. De inzet is erop gericht om bankenrisico en overheidsrisico te ontvlechten. Overigens kan dat ook voor Nederland op langere termijn interessant zijn, aangezien we een relatief grote financiële sector hebben. Het ontrafelen van het bankenrisico van de lidstaat waarin die banken zijn gevestigd, is conceptueel interessant.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dan ben ik benieuwd of de minister daarvoor een deadline stelt.
Minister De Jager: Nee.
[...]
Er werd een vraag gesteld over het salaris van de directeur van het ESM. Het beloningsbeleid van het ESM is gebaseerd op het beleid van andere internationale financiële instellingen. Dat is gewoon vast beleid, net zoals bij de ECB, het IMF, de EIB en de Europese Commissie. Mede op aandringen van Nederland is een terughoudend beloningsbeleid voorgesteld. Het niveau ligt namelijk onder vergelijkbare IFI's. Eerst was voorgesteld om het gelijk te trekken met andere internationale financiële instellingen, zoals de Europese investeringsbank, het IMF en de ECB en dergelijke. Nu is er een beloningsbeleid voorgesteld dat in vergelijking daarmee heel terughoudend is. Slechts voor een beperkt aantal specialistische functies kan een uitzondering worden gemaakt met toestemming van een subcomité van de Raad van Bewind. Het salaris van de directeur van het ESM is bijvoorbeeld op hetzelfde niveau als dat van de vicepresident van de ECB.
Nederland heeft daar ook op aangedrongen, want het was in het oorspronkelijke voorstel een aanzienlijk hoger bedrag.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dit terughoudende beloningsbeleid resulteert er dus in dat de chef van het ESM €324.000 per jaar verdient? Klopt dat?
Minister De Jager: Ik weet niet het precieze bedrag, maar het gaat om hetzelfde salaris als dat van de vicepresident van de ECB. Dat is lager dan voor de CEO's van normale IFI's gangbaar is. Dat hebben we dus voor elkaar gekregen. Het is meer dan mevrouw Ouwehand zelf verdient en meer dan het salaris van een minister in Nederland. In het verleden hebben we daar vaker discussies over gevoerd, ook in Nederland. Het salaris is dus lager dan dat bij andere internationale financiële instellingen. Het werd ook belangrijk geacht dat het salarisniveau zodanig moet zijn dat je voor de functie van CEO bij het ESM iemand kunt aantrekken die hetzelfde niveau heeft als CEO's bij andere internationale financiële instellingen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik stel ironisch vast dat dit blijkbaar gebeurt omdat vergelijkbare figuren van dat niveau voor zulke fijne financiële plaatjes hebben gezorgd. Ik wilde eigenlijk alleen maar weten of het gaat om €324.000 per jaar en of dit bedrag belastingvrij is. Dat staat los van de vraag of het wel of niet hoger is en welke inzet Nederland daarbij heeft gehad. Het lijkt mij dat bescheidenheid de norm zou moeten zijn.
Minister De Jager: Ik ben het eens met die laatste opmerking. Ik zal in alle eerlijkheid zeggen dat het een behoorlijke discussie is geweest. Oorspronkelijk werd er meer voorgesteld, maar het bedrag dat wordt genoemd is juist. De vraag of de salarissen van de leden van internationale financiële instellingen onderworpen zijn aan belastingheffing, is een retorische vraag. Het antwoord daarop is namelijk al aangekondigd tijdens de wetgevingsbehandeling. Dat is dus ook al bekend. Het zijn allemaal bekende vragen met bekende antwoorden. Nederland heeft ingezet op een matiging daarvan ten opzichte van de voorstellen. Die matiging is ingezet op het niveau van bijvoorbeeld de ECB. Je moet vergelijkingsmateriaal hebben met andere financiële instellingen. Mevrouw Ouwehand verwijst overigens naar leden van de raad van bestuur die problemen veroorzaken, maar die problemen liggen er natuurlijk onder. Het gaat om verschillende personen.
Tweede termijn:
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Het mag duidelijk zijn dat de PvdD geen vertrouwen heeft in deze aanpak. De heer Irrgang refereerde er al aan: hoelang doen we dit nu al, hoeveel van dit soort debatten moeten we nog voeren en hoeveel miljarden gaan we nog wegsluizen? Ik vind het dan ook jammer dat de minister niet is ingegaan op mijn vragen over een exitstrategie. Het lijkt me zeer onverstandig om alleen op deze koers met oogkleppen op door te blijven modderen. Ik houd het voor onmogelijk dat op het ministerie van Financiën niet buiten deze kaders kan worden gedacht.
Beantwoording minister:
Mevrouw Ouwehand heeft gevraagd naar exitstrategieën voor de euro. De strategie van dit kabinet is om de euro voor Nederland te behouden, dus wij hebben absoluut geen plan voor een exit uit de euro. Natuurlijk moet je ook voorbereid zijn op allerlei onwaarschijnlijke scenario's, maar we hebben geen exitstrategie, omdat dit kabinet gericht is op het behouden van de euro voor Nederland.
Interessant voor jou
Bijdrage Thieme AO Dierziekten en Antibiotica
Lees verderBijdrage Thieme AO verslag van de eurogroep
Lees verder