Bijdrage Ouwehand en Hazekamp debat over de Staat van de Europese Unie.
Bijdrage Ouwehand en Hazekamp debat over de Staat van de Europese Unie.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Vrede en welvaart. Dat zijn natuurlijk wel mooie idealen, maar misschien niet zo heel geloofwaardig als je kijkt naar de agenda van de Europese Commissie en de daadwerkelijke daden van de Europese Unie. Vergaande vrijhandel ten koste van alles wat kwetsbaar is? Deregulering en streven naar een federale Unie waarin steeds meer bevoegdheden naar Brussel verhuizen? Trump en Poetin misbruiken om de eigen agenda voor een federale Unie door te drukken? Mwah. Of burgers daar intrappen, weet ik niet. Die agenda waarin nationale parlementen, de directe volksvertegenwoordigers, niet veel meer te zeggen hebben. Het Europese Openbaar Ministerie, defensie, de heilige euro: ze doen het Europese project meer kwaad dan goed. Europese samenwerking is een prachtig idee, dat moet ook, maar je moet kritisch zijn op de vormgeving ervan.
Een van de basisfactoren in de eurokritiek van de Partij voor de Dieren is die vermaledijde groeiagenda van de Europese Unie. Oneindige economische groei op een planeet die simpelweg niet meegroeit, is onmogelijk en is meteen ook de doodsteek voor alle ambities die je hebt ten aanzien van het beschermen van natuur, milieu, dierenwelzijn en arbeidsmigranten. Meer markt en minder democratie zou dan het antwoord moeten zijn van de Europese Unie op Trump, een Europese Unie waarin de interne markt vooropstaat. Met arbeidsmigratie, verdringing en uitbuiting, schaalvergroting en het verdwijnen van gezinsboeren tot gevolg gaat de Europese Unie vol voor nieuwe handelsakkoorden, zo veel en zo snel mogelijk. Handelsakkoorden die net als TTIP onze milieu- en dierenwelzijnsnormen zullen ondermijnen en het mkb en de duurzame landbouw de nek omdraaien. De deal met Japan is bijna klaar, zo lezen we. Hoe zat het ook alweer met het adresseren van de walvisjacht, die we keurig veroordelen, maar waaraan we blijkbaar geen consequenties verbinden?
Neem CETA, het vrijhandelsverdrag met Canada. Waarom zou het voor de hand liggen om zo'n akkoord te sluiten? Als we in Parijs afspreken dat de klimaatverandering het aller-, aller-, allerbelangrijkste is dat we zullen moeten aanpakken, waarom dan een vrijhandelsverdrag sluiten dat het halen van de doelen voorlopig onmogelijk maakt? Teerzandolie is een van de meest vervuilende fossiele brandstoffen van de wereld. Waarom zet Europa zijn deuren daarvoor open? Waarom willen we melk exporteren naar Canada als we weten dat de melkveehouderij een van de belangrijkste bedreigers is van een gezond klimaat? Dat ligt allemaal niet voor de hand. Het vervelende is dat ondanks de klimaatbelofte, ondanks de milieuambities van de Europese Unie, de groeiagenda en de vrijhandel de boventoon voeren, waarmee die ambities onmogelijk worden gemaakt.
De vrijhandelsagenda gaat hand in hand met de dereguleringsagenda. Denk aan geen strenge regels voor gevaarlijke, hormoonverstorende stoffen. Dat was wel afgesproken in 2009, maar de vrijhandelsverdragen waren belangrijker. De Europese Commissie heeft tegen landen als Argentinië en Canada gezegd: wees niet bang, wij gaan niet zulke strenge milieueisen stellen dat de vrijhandel met jullie in gevaar komt.
In 2013 sprak de Europese Unie ook al af dat 20% van het niet misselijke budget aan klimaatactie zou worden besteed, een belangrijke afspraak. De Partij voor de Dieren was er erg voor om dat te doen. Wat blijkt? De Europese Rekenkamer heeft het nog eens gecontroleerd: die afspraak wordt gewoon niet nagekomen. Met name op het gebied van landbouw worden de doelstellingen niet gehaald. Gaan de Europese Commissie en de Europese Raden zich nu in het licht van het klimaatakkoord van Parijs houden aan deze afspraak die we in 2013 hebben gemaakt? Nee, we laten de boel zoals het is.
Als Europa echt een cruciale speler wil worden in het bestrijden van de klimaatverandering, waar de Partij voor de Dieren een groot voorstander van zou zijn, dan is het: ophouden met het plaatsen boven alles van groei en handel.
Mevrouw Hazekamp (EP/PvdD):
Voorzitter. "Het Britse vertrek dwingt de lidstaten tot een kritische reflectie …" — een kritische zelfreflectie — "… over de staat van de Unie", dat schrijft dit kabinet in de voorbereidende brief over de Staat van de Europese Unie. Dagelijks ben ik in Brussel, maar de kritische reflectie waar dit kabinet over spreekt, is daar ver te zoeken. In plaats van de stem van het Britse volk ter harte te nemen, zijn velen in Brussel maar met één vraag bezig: hoe komen we zo snel mogelijk van die Britten af en hoe kunnen we hen zo hard mogelijk straffen voor hun domme besluit? Een typisch geval van struisvogelpolitiek.
Laat ik een ander voorbeeld geven: Oekraïne. In Brussel werd het referendum weggehoond. Het werd niet serieus genomen. Maar een meerderheid van de Nederlanders stemde toch echt tegen. Toch gaat het Oekraïne-associatieverdrag gewoon door. Is dat nu de kritische reflectie waar dit kabinet het over heeft?
Het Oekraïnereferendum en de brexit zijn duidelijke tekens dat de burger niet zit te wachten op meer vrijhandel en meer Europa. Ondertussen gaat Brussel gewoon verder. Brussel gaat tot het uiterste om handelsverdragen zoals TTIP door te zetten. Brussel onderhandelt over een vrijhandelsverdrag met de walvisjagers uit Japan en drukt, als het de kans krijgt, volgende week het omstreden CETA erdoor. Terwijl de westkant van het Europese kaartenhuis instort, onderhandelt Brussel verder met het oosten, met kandidaat-lidstaten zoals Servië, Albanië en zelfs met Turkije. Ik vraag me af of dat de kritische zelfreflectie is waar dit kabinet op doelt.
De uitbreidingsblindheid en de obsessie voor de macro-economische groei hebben de aandacht in Brussel volledig afgeleid van waar het echt om zou moeten gaan: het welzijn van mensen en dieren en de toekomst en de leefbaarheid van onze planeet. Ellenlange diertransporten denderen voort door Europa, vaak dagenlang, soms eindigend in Noord-Afrika, Israël, Turkije, Libanon. Veel dieren halen de eindstreep niet eens. De dieren die de eindstreep wel halen, worden bij volle bewustzijn afgeslacht. Brussel doet niets. Wat doet Nederland? Een groot deel van die veewagens komt hiervandaan. Die veewagens komen gewoon uit Nederland. Ons land is er trots op de tweede exporteur ter wereld te zijn van landbouwproducten. Dan hebben we het niet alleen over vlees en tomaten; dan hebben we het ook over levende dieren. Ik vraag me af of dit de zelfreflectie is waar dit kabinet over spreekt.
Dan het visserijbeleid. De oceaanplundering duurt maar voort. 90% van alle vissoorten is overbevist en blijft overbevist. Pogingen om dat tegen te gaan worden in de kiem gesmoord met hulp van dit kabinet. Nederland loopt namelijk voorop bij de lobby in Brussel om de overbevissing te faciliteren en te legaliseren. De minister zal net als de eurocraten in Brussel zeggen: ja, er zijn dringendere problemen dan de toekomst van onze planeet; de economie moet groeien en de interne markt moet worden uitgebreid. Maar wie wordt daar beter van? Vooral multinationals als Monsanto, Starbucks en talloze andere profiteren van het openhuisbeleid dat Europa voert. Ook hierbij speelt Nederland een dubieuze hoofdrol als belastingparadijs in de polder. Als Brussel zich alleen maar bezighoudt met het plezieren van dit soort giganten en multinationals en als de wensen en behoeften van mensen, dieren, natuur en milieu vergeten worden, dan is het niet gek dat het draagvlak voor de Europese Unie wegvalt onder de bevolking.
Voorts ben ik van mening dat de Europese landbouwsubsidies moeten worden afgeschaft.
Interrupties bij andere partijen:
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
D66 durft van alles te zeggen, en daar ben ik voor, maar ik durf een vraag te stellen. De heer Verhoeven zei zojuist dat zo'n vrijhandelsverdrag met Canada zo gek nog niet is. Nog geen minuut later suggereerde hij dat Europa nodig is voor een goed klimaatbeleid. Wat ligt er zo voor de hand aan een vrijhandelsverdrag met Canada, dat ertoe zal leiden dat de meest vervuilende brandstof op aarde, teerzandolie, onze markt mag overspoelen en dat onze Nederlandse of de Europese melkveestapel nog verder zal exploderen om de Canadese markt van melk te voorzien, terwijl de rundveehouderij een van de grootste bedreigers is van een gezond klimaat? Wat ligt daar precies voor de hand?
De heer Verhoeven (D66):
We hebben dit debat al heel vaak gevoerd. D66 vindt dat het vrijhandelsverdrag met Canada, met de progressieve held van de nieuwe westerse wereld, Justin Trudeau, een goed idee is. Het is goed om samen te werken met de meest progressieve leider, die door iedereen die sociaalliberaal is, bewonderd wordt. Wij vinden het dus goed om de handel met Canada, met de duurzame, groene en progressieve premier in dat land, te bevestigen zodat er meer handel komt. De angsten van de Partij voor de Dieren delen wij niet. Wij hebben goed naar dat verdrag gekeken. Over het overspoelen van onze markt met allemaal dingen uit Canada maken wij ons geen zorgen. Wij denken dat het gewoon goed is voor de samenwerking en de handel.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, maar dat zijn verschillende dingen, hè? Goed voor de samenwerking en de handel is nog iets heel anders dan een daadwerkelijk goed klimaatbeleid. Ik stel mijn vraag dus opnieuw. D66 was wel degelijk overtuigd van de nadelen van teerzandolie. Zij heeft immers moties van de Partij voor de Dieren gesteund waarin de regering werd gevraagd te zorgen voor een Europees importverbod. Dat komt er natuurlijk niet, want de Europese Commissie heeft zelf de vrijheid genomen om deze deal met Canada te sluiten. Wat doet Europa nou precies voor het klimaat? We hebben afspraken, doelstellingen en natuurlijk ambities. Hartstikke mooi. Als je in de praktijk echter geen halt toeroept aan bijvoorbeeld het gebruik van teerzandolie en niet durft te kiezen — we hebben het over durven — voor een krimp van de Europese veestapel, maar juist een vrijhandelsverdrag ondertekent waardoor die veestapel verder zal groeien, dan is er voor het klimaat behalve beloftes op papier nog niks bereikt.
De voorzitter:
Uw vraag is?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik zou graag zien dat de heer Verhoeven ook reflecteert op het heilig verklaren van Europa voor het klimaatbeleid als hij dit soort onderdelen van Europa gewoon steunt.
De heer Verhoeven (D66):
Ik heb de voorzitter deze week leren kennen als een voorzitter die niet zeer blij wordt als ik tijdens mijn antwoord ergens op ga reflecteren.
De voorzitter:
Nee, dat hebt u goed gezien.
De heer Verhoeven (D66):
De voorzitter heeft liever dat ik het kort en duidelijk houd. In een week met vergaderingen tot diep in de nacht leer je elkaar wat beter kennen. Ik zal daarom proberen om een kort antwoord te geven, voorzitter.
Europa doet nog veel te weinig op het gebied van duurzaamheid en klimaat. Daarover ben ik het volledig met mevrouw Ouwehand eens. Daarom pleiten wij juist voor een vergaande samenwerking bij het gezamenlijk inkopen van energie, opdat de energierekening van de Europese mensen lager wordt en de uitstoot veel verder omlaag kan worden gebracht. We werken nog veel te weinig samen op het gebied van klimaat en schone lucht. Dat zijn allemaal zaken waarover wij zeggen dat die juist op Europees niveau opgepakt moeten worden. Daarin vinden wij elkaar eigenlijk…
De voorzitter:
Ik stel voor, dat u verdergaat.
De heer Verhoeven (D66):
…, zo zou ik kortweg willen zeggen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Mevrouw de voorzitter?
De voorzitter:
Wij doen interrupties echt in tweeën, mevrouw Ouwehand. Iedereen heeft zich daaraan gehouden.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Behalve mevrouw Maij net.
De voorzitter:
Nee. Ja, zij ging er dwars doorheen, maar dat mag niet. Dat is een slecht voorbeeld.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
O, dat was een slecht voorbeeld! Ik wilde dat voorbeeld heel graag volgen.
De heer Verhoeven (D66):
Dat zou u nooit doen.
De voorzitter:
Nee, dank u wel.
De heer Verhoeven (D66):
Ik weet zeker dat mevrouw Ouwehand en ik elkaar absoluut zullen vinden op het pro-Europese, groene, duurzame beleid. Ik verheug me op die samenwerking in de toekomst.
De voorzitter:
Wilt u niet meer uitlokken, mijnheer Verhoeven?
De heer Verhoeven (D66):
Nee, absoluut niet, maar ik vind het wel van belang om dat nog even te zeggen tegen mevrouw Ouwehand.
De voorzitter:
U mag één korte reactie geven, mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Zo kennen we de heer Verhoeven; hij maakt er meteen misbruik van.
Wat D66 wil, is dat Europa dingen gaat doen voor het klimaat. Dat is prachtig. Dat willen we ook. Het is echter belangrijk dat je nu ook dingen doet die het klimaat niet verder schaden. Dat doet de Europese Commissie echter wel op eigen houtje en D66 is er nog voor ook.
(…)
De heer Grashoff (GroenLinks):
Voorzitter. De lidstaten meer in de schijnwerpers ... Ik denk dat mijn collega Bas Eickhout de lidstaat Nederland even een klein beetje in de schijnwerpers heeft gezet. Het is goed om dat te doen, denk ik: een beetje spiegelen wat dat betekent.
Ik zou eigenlijk de premier en de minister van Buitenlandse Zaken willen oproepen om eens de redenering te volgen dat een echt sterke lidstaat van de EU misschien een lidstaat zou zijn die zich niet laat meeslepen in een soort bon ton van het vasthouden van de eigen bevoegdheden. Een echt sterke lidstaat zou de lidstaat zijn die heel klip-en-klaar zou zeggen: ten aanzien van alle zaken waarover je echt gezamenlijke afspraken en gezamenlijke regels zou moeten hebben, vinden wij dat wij ten principale bereid zouden moeten zijn om voor goede regels onze autonomie een stukje in te leveren ten gunste van het algemeen belang in Europa. Als dat de basishouding zou zijn, betekent dat dat de echt sterke lidstaten juist de lidstaten zijn die andere, zwakkere lidstaten zouden overtuigen om eens wat minder krampachtig te zijn in het overdragen van eigen bevoegdheden. Je bent en blijft er immers zelf bij met zijn allen. Wij zijn met elkaar de Europese Unie.
(…)
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Als iedereen is uitgeschreeuwd in de zaal, ben ik benieuwd naar het volgende. Wij vinden natuurlijk ook dat er samenwerking nodig is op het gebied van milieu en natuur, maar het voelt altijd alsof GroenLinks daar Europa als een soort heilige samenwerkingspartner voor aanvoert. Tegelijkertijd ondermijnt datzelfde Europa de inspanningen die we met zijn allen zo nodig moeten doen voor klimaat en natuur met de vermaledijde vrije interne markt, de productiedoelstelling en de groeiagenda. Zeker op het gebied van landbouw ondermijnt Europa zo ongeveer alles wat we voor natuur en klimaat proberen te doen.
De voorzitter:
En nu de vraag.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik vraag me af hoe GroenLinks dat dan precies ziet: aan de ene kant de verworvenheden van de EU — gezamenlijke afspraken maken — en aan de andere kant de dagelijkse realiteit, waarin alles wat natuur en milieu nodig hebben, wordt gedwarsboomd.
De heer Grashoff (GroenLinks):
Ik kan heel goed samenwerken met mevrouw Ouwehand. Over allerlei thema's zijn we het inhoudelijk met elkaar eens, maar zodra het Europa betreft lijkt er ineens een soort waas voor de ogen te komen. Mag ik een voorbeeldje noemen? We hebben een heel heftige discussie over het fosfaatplafond gehad. Volgens mij staan wij aan dezelfde kant en zeggen wij: het kan niet zo zijn dat onze veestapel maar wordt uitgebreid. Wie vinden we dan aan onze kant om daar knalhard op in te grijpen? De Europese Commissie en de Europese wetgeving op het gebied van fosfaat. Dit is één voorbeeld. Ik denk dat de voorzitter het mij niet toestaat, maar ik kan een uur lang voorbeelden noemen van Europese regels ten gunste van milieu, klimaat en biodiversiteit, van de Vogel- en Habitatrichtlijn tot en met de vangstquota in de Noordzee. Het kan allemaal beter. Daar strijden wij voor, daar strijden mijn collega's in het Europees Parlement enorm voor. De heer Bas Eickhout is misschien wel een van de fanatiekste voorvechters van een scherp Europees milieubeleid. Uiteindelijk zullen we het daar gewoon moeten winnen. Als we het daar niet winnen, dan verliezen we.
De voorzitter:
Ik dacht dat wij tot kwart over vijf in de ochtend hebben vergaderd over het fosfaatplafond. Mevrouw Ouwehand, u was daar ook bij.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, voorzitter, ik weet er alles van!
Ik vind het een beetje vervelend dat ik volgens mij een redelijke vraag stelde en dat de heer Grashoff namens GroenLinks dan zegt dat ik een waas voor de ogen krijg. Ik daag GroenLinks echt uit om er eens op te reflecteren. Het is natuurlijk al een schande dat we met onze melkveestapel überhaupt meer mogen vervuilen dan Europese landen. Laten we het even bij het voorbeeld van het fosfaatplafond houden. Er moeten nu 170.000 koeien voortijdig naar de slacht, veel daarvan waarschijnlijk drachtig. Europa zegt dat Nederland geen eisen mag stellen …
De voorzitter:
En nu de vraag, mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
… aan de afgesproken slachtverordening om te voorkomen dat drachtige dieren worden geslacht, ook al weten we dat dat met ernstig dierenleed gepaard gaat. Het is dus waar dat we in Europa goede afspraken kunnen maken, maar er is ook een enorme druk vanuit de vrije markt en vanuit de beperkingen die Europa zelf aan lidstaten stelt om maatregelen te treffen. GroenLinks gaat gewoon niet in op de vraag over die tegenstelling.
De heer Grashoff (GroenLinks):
Ik maakte een klein gemeen grapje over het waas voor de ogen van de Partij voor de Dieren, maar verder ben ik volgens mij zeer inhoudelijk op de interruptie van mevrouw Ouwehand ingegaan. Ik gaf een heel precies voorbeeld waaruit blijkt dat we de Europese regels ook aan onze kant kunnen hebben op een heel aantal terreinen. Ik denk dat de heer Eickhout in zijn betoog als geen ander heeft aangegeven dat de Europese Unie inderdaad te veel de bedrijfsbelangen behartigt. Daarover zijn mevrouw Ouwehand en ik het eens, maar als we dat willen veranderen, is de slechtste optie minder Europa en is de beste optie het voor elkaar weten te krijgen van de goede regels in Europa.
Beantwoording door de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken.
Minister Koenders:
Waar ik echt een hekel aan heb, is dat we in de politiek spreken over beeldvorming en dat dit zomaar een ideetje is dat losgelaten is. Ik stel voor dat u nu even luistert en een ogenblik niet probeert te scoren met "is dat nu weer een verkeerd ideetje" en "had ik dat nu wel mogen zeggen" en "had u wel iets mogen zeggen over de Commissie". We zitten hier in een serieus debat op een moment dat Europa op een kantelmoment staat wat betreft de vraag hoe we onze instituties beter kunnen laten functioneren. Ik heb daar een aantal voorstellen voor gedaan. Ik heb nooit gezegd dat het Europees Parlement gehalveerd moet worden. Ik kom dan ook nergens op terug. Ik vind het echter wel prettig als mensen een stuk lezen. Dat stuk gaat voor 90% over andere dingen. Over alle instituties is gezegd dat, zoals ze nu functioneren, ze een risico in zich hebben. Er staat dat als het Europees Parlement vindt dat ze te weinig te doen hebben, dat een oplossing zou kunnen zijn. Het is nog helemaal niet aan de orde, ik ben daar voorlopig ook niet voor en er zou een verdragswijziging voor moeten komen, maar er is nu een groot aantal parlementariërs voor het Verenigd Koninkrijk en ik weet niet of die zetels opgevuld zouden moeten worden. Dat zou nu een discussie in het Europees Parlement kunnen zijn: is het zinnig om die zetels op te vullen? Ik weet het niet. Ik denk dat het heel erg belangrijk is dat de steun en het aantal mensen dat voor het Europees Parlement gaat kiezen, worden vergroot. Als dat niet via verkleining moet, maar via iets anders, dan is dat prima.
Ik wijs er wel op dat afgelopen week een heleboel van de zaken die wij nu net belangrijk vinden, helemaal niet worden besproken. Een aantal andere zaken, zoals de invoering van een compatibel systeem voor de registratie van gezelschapsdieren in de Europese Unie, een gratis Interrail Pass voor 18-jarigen en meer van dergelijke voorstellen komen eindeloos aan de orde. Dat mag. Ik ga daar niet over. Ik wijs er alleen wel op dat waar we met elkaar zoeken naar de grootste zorgen van mensen, niet iedereen gelijk geïrriteerd moet reageren als je een keer iets zegt als "zou het verstandig zijn om zo te doen".
(…)
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
De minister deed zojuist laatdunkend over de registratie van gezelschapsdieren. Het mag hoor, dat je vindt dat Europa zich daar niet mee bezig moet houden, maar het is wel hetzelfde Europa dat dieren degradeert tot goederen, vrij verhandelbaar op de interne markt, hetzelfde Europa dat de landen uit Oost-Europa zo nodig bij de Europese Unie moest hebben en dat nu tegen de lidstaten zegt: je kunt geen beperkingen stellen aan de import van die doodzieke puppy's uit Hongarije. En dit kabinet zegt: nee, we moeten die illegale puppyhandel aanpakken. Ik snap dus niet waar de minister nu zo laatdunkend over staat te doen. Of Europa laat lidstaten de ruimte om dieren te beschermen of je zegt dat je het Europees gaat regelen, maar dan kun je hier niet laatdunkend staan te doen over die paar dierenwelzijnsregels die in Europa tot stand moeten worden gebracht.
Minister Koenders:
Ik dacht dat ik juist de richting opschoof van de Partij voor de Dieren door te zeggen, ook in het licht van wat u in eerste termijn hebt gezegd, dat we een aantal dingen nationaal moeten houden, bijvoorbeeld deze registratie van dieren. Ik heb dat als voorbeeld genoemd van iets waarvan ik zou denken — maar goed, daar kunt u anders over denken en dat is zeer legitiem — dat het niet direct een hoofdpunt is dat we Europees moeten bespreken. Mijn opvatting is dat dat niet nodig is. Ik vind wel — ik denk dat daar het belang zit van dit type discussies — dat het niet óf altijd nationaal óf altijd Europees moet. Ik vind bijvoorbeeld dat bij handelsverdragen wel degelijk elementen van dierenwelzijn horen. Dat is ook waarom we praten over eerlijke handel en we dat soort elementen, als het gaat om standaarden, ook in handelsakkoorden willen. Dat moet je juist wel Europees regelen, want daar waar het gaat om handel is de competentie Europees. Ik geloof echter niet dat je die registratie — ik meen dat u dat met mij eens was — allemaal Europees moet willen regelen. Dat lijkt me heel ingewikkeld en ook niet nodig.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Kijk, die vlieger gaat dus niet op. Europa doet een heel aantal dingen die zwaar in het nadeel zijn van dieren. De interne markt, die vrijhandel, is slecht voor dieren. Dat dieren gedegradeerd zijn tot goederen die dus door heel Europa kunnen worden versleept, is slecht voor dieren. Dat Europa tegen lidstaten zegt dat zij niet verder mogen gaan met hun eigen dierenwelzijnsregels is slecht voor dieren. Als dat zo zwaar weegt, is de taak van Europa om ofwel lidstaten wel de ruimte te geven om tegen die interne vrije markt maatregelen te nemen om dieren te beschermen ofwel ervoor te zorgen dat de Europese dierenwelzijnsregels goed genoeg zijn om bijvoorbeeld de illegale broodfok van pups in Hongarije te kunnen beëindigen. Het is het een of het ander. Je kunt niet laatdunkend doen over dierenwelzijnsregels als je aan de andere kant de deur openzet voor grootschalige uitbuiting van dieren in Europa.
Minister Koenders:
Ik hoop in elk geval dat ik die indruk niet heb gewekt. Ik ben helemaal niet laatdunkend over het belang van dierenwelzijn, integendeel. Dat is een belangrijk onderwerp, waar u terecht naar vraagt. De vraag is wanneer je nu iets Europees moet regelen en wanneer niet. Ik denk dat we daarover van mening verschillen. Ik denk dat het wat betreft die registratie veel beter nationaal kan, dat dat geen Europees beleid hoeft te zijn. Waar het effectief is om ten behoeve van dierenwelzijn zaken wel Europees te regelen, moeten we dat doen. Ik noemde daar al een aantal voorbeelden van.
(…)
Minister Koenders:
Er is gevraagd naar de 20% klimaatgerelateerde uitgaven in het huidige MFK. Dat rapport van de Europese Rekenkamer is ons bekend, zeg ik tegen de Partij voor de Dieren. Ik vind het ook goed dat de Rekenkamer aandringt op het halen van dat streefcijfer van 20% klimaatgerelateerde uitgaven. Het is echt een kern van een Europese competentie om ervoor te zorgen dat ons klimaat verbetert. Ook voor Nederland is duurzaamheid een van de speerpunten voor de EU-begroting. Ik denk dat er nog geen reden is voor paniek. De Commissie heeft berekeningen gemaakt van de klimaatgerelateerde uitgaven tot dusver en de verwachtingen voor de komende jaren. Hieruit blijkt dat het streefcijfer bijna gehaald kan worden. In de eerste twee jaar van het huidige MFK vielen de percentages nog tegen. Het ging om 13,6% en 17,3%. In 2016 ligt het inmiddels op 20,9%. Ook voor de komende jaren schatten wij, en ook de Commissie, in dat jaarlijks het percentage van die 20% wordt gehaald. Ik denk met mevrouw Ouwehand dat dat heel belangrijk is.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat stelt dan een beetje gerust om dat van het kabinet te horen. Eerder heb ik dit aangekaart bij de staatssecretaris van Milieu en bij de staatssecretaris van Economische Zaken, omdat we achterlopen, met name op het gebied van de omschakeling van landbouw- en visserijsubsidies naar die belofte van 20% voor klimaatactie vóór 2020. Daarom had ik een motie ingediend om te vragen of de Nederlandse regering zich sterk kon maken voor het naleven van deze afspraak. Wat kreeg ik tot mijn verbijstering terug? "Nou, bij de herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid gaan we dat eens aankaarten." Dat is na 2020. Daarmee zeg je dus eigenlijk: die afspraak hoort wat Nederland betreft niet te worden nageleefd.
De voorzitter:
En de vraag is?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Begrijp ik goed dat het kabinet op dat standpunt terugkomt? Dat zou goed nieuws zijn.
Minister Koenders:
Ik denk dat ik mevrouw Ouwehand in ieder geval kan geruststellen op het punt van de uitgaven. De staatssecretaris van Economische Zaken is zeer gemotiveerd om de manier waarop landbouwuitgaven tot nu toe worden uitgegeven in de Europese Unie te veranderen. Mevrouw Ouwehand zal dit ongetwijfeld ook verder met hem bespreken. Hij is daarmee bezig. Hij voert daar discussie over. In antwoord op de vraag die mevrouw Ouwehand mij stelde, kan ik wel zeggen dat ik niet pessimistisch ben. Integendeel, ik denk dat die 20% gehaald zal worden.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Je wordt niet voor niets gewaarschuwd door de Rekenkamer. Als het vanzelf goed komt, gaat de Rekenkamer niet zeggen: hé, wacht eens eventjes, de afgesproken doelstelling lijken we niet te gaan halen. Dus moet je tussentijds bijsturen in het beleid. Ik heb dat de regering gevraagd. Het antwoord was: dat doen we bij de herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en dat is pas na 2020. Met andere woorden: Nederland gaat niet bijsturen; het accepteert dat het is zoals het is. En nu moet ik me gerustgesteld voelen omdat de minister hier zegt: maar ik ben optimistisch hoor; volgens mij gaan we het gewoon halen. Daar moet je iets voor doen! Wat gaat de regering doen?
Minister Koenders:
Dat zijn tot echt twee verschillende dingen. Enerzijds heb je de hervorming van het landbouwbeleid. Dat is een van de elementen van de klimaatgerelateerde uitgaven; dat is niet het enige. Anderzijds gaat het om de cijfers die we hebben met betrekking tot het halen van de 20%. Net als mevrouw Ouwehand vinden wij dat belangrijk. Dat rapport van de Europese Commissie is ons bekend. Daar wordt op allerlei manieren op geacteerd binnen verschillende departementen en Commissieafdelingen. Ik zie nu dat het percentage van 20% in 2016 gehaald wordt. In die zin kan ik mevrouw Ouwehand geruststellen, want het gaat om de cijfers. Het gaat niet zozeer om de vraag of de rekenkamer het erg vindt of niet; het gaat om de vraag of dat ze gehaald worden. Ik denk dat dat belangrijk is en dat vindt de Nederlandse regering ook belangrijk.
Ik kom op de walvisjacht. Wij delen de mening dat de walvisjacht helemaal verboden zou moeten worden. Dat geldt dus ook voor de walvisjacht voor wetenschappelijke doeleinden. De Europese Commissie is ermee bezig om in het handelsakkoord met Japan een ambitieus duurzaamheidshoofdstuk op te nemen. De afspraken die in dit hoofdstuk worden gemaakt, bieden een aanknopingspunt om de problematiek rond dolfijnen- en walvisjacht te agenderen. Daar stond Japan tot nu toe zeer afwijzend tegenover. Wij hebben duidelijk gemaakt dat wij dat niet juist vinden. De Europese Commissie heeft haar onvrede hierover ook bij de onderhandelaars onder de aandacht gebracht. Wij gaan dus ook niet akkoord met een akkoord waar geen duurzaamheidshoofdstuk in zit. Dat is het kader van de onderhandelingen waarin we nu zitten.
Tot slot heb ik nog een vraag gekregen over de visserij. Nederland zet zich in Europa consequent in voor duurzame visserij, juist omdat wij ons er van bewust zijn dat die voor Nederland belangrijke sector alleen toekomst heeft als we voorzichtig met de visstand en de maritieme omgeving omgaan. Zoals bekend is in het huidige gemeenschappelijk visserijbeleid bepaald dat vis niet meer overboord gegooid kan worden. Dat is om verspilling van vis zo veel mogelijk te beperken. Dit is nu echt zo'n punt waarop het belangrijk is dat Europa acteert. Bij de vaststelling van de jaarlijkse vangstquota zetten we in op het gebruik van goede wetenschappelijke data en op het gebruik van het zogenaamde voorzorgbeginsel. Dat blijkt nu zodanig te functioneren dat de kans op overbevissing geminimaliseerd wordt. Ik vind de suggestie dat Nederland hier onzorgvuldig mee zou omgaan dan ook onterecht.
Tweede Termijn:
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Europa heeft een democratisch tekort en een geloofwaardigheidstekort, vooral als het gaat om het bestrijden van de klimaatverandering.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese Commissie stelt dat het voorkomen van dramatische gevolgen door verandering van het klimaat een van de grootste prioriteiten is en dat zij alles in het werk stelt om de uitstoot van broeikassen drastisch te verminderen;
constaterende dat de Europese Commissie tegelijkertijd vol inzet op het bevorderen van economische groei en het afsluiten van handelsakkoorden met andere landen, die een stijging van de CO2-uitstoot tot gevolg hebben;
overwegende dat in het klimaatakkoord van Parijs is vastgelegd dat de opwarming van de aarde moet worden beperkt tot maximaal 2?C, met 1,5?C als streefwaarde;
overwegende dat het bestrijden van klimaatverandering op gespannen voet staat met het bevorderen van vrijhandel, zeker wanneer die vrijhandel meer productie en import van milieubelastende grondstoffen zoals schaliegas en teerzandolie met zich meebrengt;
verzoekt de regering, de strijd tegen klimaatverandering altijd leidend te laten zijn boven het bevorderen van economische groei en vrijhandel,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 9 (34648).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese lidstaten en het Europees Parlement in 2013 hebben afgesproken ten minste 20% van de EU-begroting voor 2014-2020 te besteden aan maatregelen tegen klimaatverandering;
constaterende dat uit een onderzoek van de Europese Rekenkamer blijkt dat dit doel bij lange na niet gehaald zal worden;
verzoekt de regering, in te zetten op naleving van de Europese klimaatafspraken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 10 (34648).
Mevrouw Hazekamp (EP/PvdD):
Voorzitter. Als in Brussel iemand iets niet begrijpt, dan checken we meteen de vertaling. Aangezien we het hier zonder vertaling doen, vrees ik dat er iets anders mis is gegaan. Ik heb nog even gedacht of ik misschien Gronings heb gesproken. Als rasechte Groninger doe ik dat nog weleens. Ik zeg dat omdat de antwoorden op onze vragen toch wel heel vreemd waren. Ik weet dat men in Den Haag het Gronings niet goed verstaat. Anders was de gaskraan natuurlijk allang dichtgedraaid!
Ik wil graag iets zeggen over de visserij. De Nederlandse inzet in Brussel richt zich op een duurzame visserij. Tijdens het Nederlandse voorzitterschap hebben we lang onderhandeld over een visserijplan Oostzee. Toen is er door de Nederlandse voorzitter heel veel druk uitgeoefend op het Parlement om legaal te gaan overbevissen. De grens die is vastgelegd in het gemeenschappelijk visserijbeleid, is de grens die hier wordt overschreden. En waarom? Om hetzelfde nu te kunnen doen in de Noordzee. Ik vind dat een grote schande. Daar is echt niks duurzaams aan.
In antwoord op de vragen over illegale walvisjacht haalde de minister aan dat er een duurzaamheidshoofdstuk aan handelsverdrag met Japan wordt toegevoegd. In dat duurzaamheidshoofdstuk staat echter niets over walvisjacht. Dat heeft de Commissie bevestigd op vragen van de Partij voor de Dieren. Ik concludeer daaruit dat het duurzaamheidshoofdstuk in de ogen van dit kabinet onvoldoende is en dat het kabinet het handelsverdrag met Japan niet zo kan ondertekenen. Ik hoor daarop graag een reactie.
Minister Koenders:
De motie-Ouwehand op stuk nr. 9 gaat over de relatie tussen klimaatverandering, economische groei en vrijhandel. Die motie wil ik ontraden, omdat het gaat over de grote uitdagingen waar wij voor staan. Het gaat over duurzame economische groei, innovatie en nieuwe vormen van handel, die niet alleen vrij zijn maar waarbij ook rekening wordt gehouden met standaarden. Ik zie het als nevengeschikte doelen. Gelet op de huidige formulering, ontraad ik de motie.
Dat geldt ook voor de motie-Ouwehand op stuk nr. 10. Natuurlijk zijn wij het met het dictum eens: "... verzoekt de regering, in te zetten op naleving van de Europese klimaatafspraken." Dat is prioritair beleid van de Nederlandse regering, maar ik heb eerder uitgelegd dat wij een andere visie hebben op wat er precies staat in het onderzoek van de Europese Rekenkamer en op wat de eerste prioriteiten daarbij zouden moeten zijn.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Jammer dat de minister de moties ontraadt. Ik dacht dat klimaat prioriteit had voor de Europese Commissie en ook voor deze regering. Mijn vraag gaat over het vrijhandelsverdrag met Japan. Zojuist zei de minister dat er een duurzaamheidshoofdstuk in komt. Daarin wordt de walvisjacht niet geadresseerd. Ik begrijp uit zijn bewoordingen dat Nederland niet tekent als de walvisjacht geen onderdeel uitmaakt van het duurzaamheidshoofdstuk. Heb ik dat goed begrepen?
Minister Koenders:
Ik ga niet vooruitlopen op wat wij wel of niet beslissen. Ik zeg u dat ik het van belang vind dat dit in het duurzaamheidshoofdstuk komt. Ik zal samen met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking bezien wat dit in de eindafweging betekent.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Kan de minister de Kamer informeren over het voorziene pad, de agenda? Wij hebben regelmatig de ervaring dat de Kamer op het allerlaatste moment wordt geconfronteerd met een ophanden zijnde stemming of met een besluit in Europa. Mijn partij wil in elk geval de gelegenheid hebben om hierover te spreken voordat het definitief wordt.
Minister Koenders:
Ik begrijp dat en ik zal het opnemen met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Ik neem aan dat ook zij dit vindt, maar ik wil het even met haar opnemen. Daarover zult u worden geïnformeerd.
Interessant voor jou
Bijdrage Ouwehand debat over het toekomstig energiebeleid
Lees verderBijdrage Ouwehand debat over Mijnbouw (Gaswinning Groningen)
Lees verder