Bijdrage Ouwehand Landbouw- en Visserij-raad
Bijdrage Ouwehand Landbouw- en Visserij-raad
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Meneer Zeebaars schoot natuurlijk een beetje weg omdat ik nu aan het woord ben, want sport is alleen maar sport als alle partijen daar vrijwillig aan meedoen. En dat geldt natuurlijk niet voor de vissen, meneer Madlener.
Voorzitter. Tja, het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Ik kan me eigenlijk wel een beetje vinden in de woorden van de heer Futselaar die daar in een vorig leven ook enorm veel aan gedaan heeft. De voorstellen voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid liggen er nu en we hebben geen idee wat eruit zal komen. Dus hoeveel kan je er op dit moment nog over zeggen? Wij zeggen dit. Het gaat om 365 miljard voor de komende periode van zeven jaar en het lijkt er bij lange na niet op dat al dat geld ook maar een beetje tegemoet komt aan de uitdagingen waar we voor staan. Ik noem de klimaatverandering, het stoppen van het schrijnend verlies aan biodiversiteit en het zorgen voor natuurherstel. Waar gaan we aan de noodbel trekken met de boodschap dat we ons niet kunnen vastleggen op zeven jaar 365 miljard zonder die doelen ook te realiseren?
De eerste verkenningen zijn gewoon echt niet zo goed. De Kamer heeft gevraagd om even te kijken naar de voorstellen die nu voorliggen en wat het betekent als je daar maximale effectiviteit uit haalt. Dan zeg ik ook in de richting van de heer De Groot van D66: dat gaat dus om het brede pakket. Dan doe je dus niet zo veel, maar dan doen er zo veel mogelijk boeren mee. Dat levert het maximale resultaat op. Dan nog haal je maar 20% van de doelen.
Nederland staat in die hele discussie over het gemeenschappelijk landbouwbeleid niet aan de allerslechtste kant van de streep. Maar stel dat we nog een klein beetje verbetering kunnen aanbrengen in die voorstellen, dan lijkt het er toch op dat we ervan uit moeten gaan dat het maximaal haalbare 25% is van wat wij ons eigenlijk ten doel hebben gesteld. En dat 365 miljard euro later en zeven jaar verder! Dat gaat dus niet goed. Dat gaat niet goed!
Mijn vraag aan de minister is tweeledig. In hoeverre ziet zij kans om binnen Europa toch echt de koppeling te maken met de klimaatdoelen? Ik kan me niet voorstellen dat er mensen zijn die het verstandig vinden dat we dit geld gaan uitgeven en dat we dan daarnaast nog moeten gaan bedenken hoe we die klimaatdoelen gaan halen. Maar ook: wat gaat zij dan in Nederland doen? Wat gaat zij daarbovenop plussen als het gemeenschappelijk landbouwbeleid ons maar maximaal 25% van de doelrealisatie gaat opleveren? Ik ben echt benieuwd.
Er zijn ook wel brieven van de minister waarin wat hoop gloort, bijvoorbeeld de reactie op de brief die de Transitiecoalitie Voedsel ons heeft gestuurd. Daarin zegt ze aan het eind, en dat vind ik hoopgevend: "In een GLB dat gericht is op het realiseren van maatschappelijke opgaven op onder andere het terrein van klimaat en leefomgeving, is het op voorhand niet houdbaar te stellen dat alle GLB-middelen blijven gaan naar dezelfde ontvangers als nu". Dat ben ik zeer met haar eens, maar dan moeten we toch ook de discussie durven voeren of je GLB-middelen wil blijven uitgeven aan een dierlijke sector en met name de melkveehouderij? Dat is een hele grote ontvanger en een hele grote veroorzaker van de uitstoot van broeikasgassen. Ik wil graag weten wat de minister bedoelt met: het is niet houdbaar om te zeggen dat de ontvangers hetzelfde zullen blijven. Wat gaat er dan precies veranderen en in welke mate? Want het lijkt erop dat ze wel íéts wil veranderen, maar toch ook weer niet al te veel. Dan heb ik slecht nieuws voor haar: we moeten veel veranderen. De tijd is nu en er is geld. We moeten die stappen dan ook nu verstandig zetten en geen genoegen nemen met pietepeuterige stapjes. Dat kan gewoon niet. Die doelen moeten gehaald worden.
Voorzitter. Zo'n zelfde vraag heb ik op het gebied van het gebruik van landbouwgif. In de brief zelf staat: uitdagingen op het vlak van gewasbescherming. We hebben de kringloopnota van de minister gezien. Ze zegt ook dat we toe moeten naar een duurzamere landbouw met minder gifgebruik, maar dat was het doel eigenlijk al; je gaat alleen in laatste instantie gif gebruiken. Wat gaat er dan precies veranderen? De koers die Nederland kiest is een politieke, namelijk: als er een nieuwe stof wordt toegelaten, vraag je aan de EFSA om die te beoordelen en wat de EFSA vindt, nemen we een-op-een over. Maar daar is heel veel kritiek op. En de EFSA is niet gekozen. Je hebt daarna je politieke verantwoordelijkheid om een eigen beslissing te nemen en zaken goed te wegen: nou, als we de gevolgen op de lange termijn van die stof nog niet kunnen overzien, is het misschien niet verstandig om hem voor tien jaar toe te laten. We lazen deze week in Trouw dat er een nieuwe proefopzet is voor het testen van dit soort stoffen in de reële omgeving, dus niet in het lab, zoals bij veel EFSA-studies gebeurt. Die onderzoeker zegt nu al: Wow, in de realiteit zijn de effecten van een stof heel anders dan je van tevoren had verwacht! Mogen we van de minister verwachten dat ze in het kader van haar eigen ambitie om de landbouw te verduurzamen, ook als het gaat om het gebruik van landbouwgif, een andere positie inneemt? Mogen we dat van de coalitiegenoten verwachten? Een EFSA-advies is mooi, het is een advies, maar daarna nemen we onze eigen politieke beslissing. Dat doen andere landen in de Europese Unie ook. Die beslissen daar zelf over en die zeggen niet: EFSA is heilig en EFSA bepaalt het voor ons allemaal.
Voorzitter, dat waren mijn punten voor nu. Dank u wel.
Interessant voor jou
Bijdrage Akerboom Begroting Wonen
Lees verderBijdrage Van Raan aan debat over belastingplan 2019
Lees verder