Bijdrage Ouwehand Over Gewasbeschermingsmiddelen; Landbouwgif
Voorzitter. Laten we beginnen bij het begin. Als de Nederlandse landbouw en tuinderij op een duurzame manier zouden werken, hoefden we helemaal geen actieplan duurzame gewasbescherming te hebben en hoefden we ook niet in eufemistische termen te praten over wat dat is. De heer Klaver zei het al: het gaat gewoon om gif. Voordat je een actieplan naar de Kamer stuurt, zou je dus eigenlijk een actieplan moeten sturen om boeren te helpen om over te stappen naar biologische methoden. Ik ben deze zomer ook op veel werkbezoeken geweest. Ik was diep onder de indruk van het vakmanschap van biologische en biologisch-dynamische boeren, die met veel liefde en vakmanschap allerlei prachtige gewassen weten te telen, gebruikmakend van de diensten van de natuur. Die zijn relatief gratis; als je een akkerrandje vrijhoudt, gaat dat hartstikke goed. Het kabinet begint dus aan de verkeerde kant; met steun van de Kamer, moet ik daarbij eerlijk zeggen. Ik wil dus graag alsnog een actieplan om boeren te helpen over te schakelen naar biologische productiewijzen. En vóór zo'n actieplan voor gewasbeschermingsmiddelen moeten we ook met elkaar afspreken dat de vervuiler betaalt. Dat betekent dat er een verontreinigingsheffing moet komen op de verkoop van chemische bestrijdingsmiddelen, zolang we die in Nederland nog gebruiken. Graag een toezegging op dat punt.
Ik kom te spreken over het plan zelf. Het mag geen verbazing wekken dat het plan van ons een grote onvoldoende krijgt. De staatssecretaris geeft het eigenlijk zelf toe: er wordt ingezet op business as usual, het is een samenvatting van bestaand beleid. Ik zou dat geen "actieplan" noemen als ik in het kabinet zat. Dit is natuurlijk onacceptabel. We zien al in de Balans van de Leefomgeving dat we bij lange na de doelen voor waterkwaliteit in de Kaderrichtlijn Water niet gaan bereiken, zelfs niet in 2027. Daarover hebben we al eerder discussies gehad. Men denkt: het komt wel goed, want het hoeft pas in 2027. Maar zelfs als we die lijn gaan volgen, komt het helemáál niet goed. Als we het slechtste scenario als uitgangspunt nemen -- wat zomaar zou kunnen gebeuren -- voldoet maar 5% van het water aan die doelstellingen. Dat is natuurlijk onacceptabel. Uit de evaluatie van het PBL blijkt dat er in de afgelopen elf jaar eigenlijk geen vooruitgang is geboekt in het verminderen van de milieubelasting door landbouwgif. We moeten dus constateren dat convenanten niet werken. Er is nu een plan. Ik stel de Kamer voor om daarop ingrijpende wijzigingen aan te brengen als de staatssecretaris vandaag geen toezeggingen doet. En anders kan hij een brief sturen naar de Europese Commissie met de mededeling dat dit actieplan slechts voorlopig is, omdat het Nederlandse parlement veel grotere stappen wil zetten voor de bescherming van onze leefomgeving.
Ik doe een aantal voorstellen voor verbetering. Huppekee, kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen en tijdschema's erin, want we moeten het tempo weten en we moeten weten op welke doelen we kunnen sturen om de risico's en effecten voor het milieu te verminderen. Die staan er nu namelijk niet in. De motie over het verbod op niet-commercieel gebruik van glyfosaat is al uitgebreid besproken. Dat moeten we dus dóen. Naast glyfosaat moeten we andere chemische middelen niet meer gebruiken op verhardingen; aanpassen dus. Ook moet worden opgenomen in het actieplan dat volkstuintjes, sportvelden en overig groen gifvrij moeten worden beheerd. Nu wordt bij toelating het criterium van ecologische schade minder strikt toegepast dan de normen uit de kaderrichtlijn. Voor het desbetreffende gif moeten dus aanvullende maatregelen worden genomen; die moeten een plaats krijgen in het actieplan. De naleving van de regels moet veel beter, maar handhaving wordt niet genoemd. De staatssecretaris moet daar ook iets over zeggen. We weten al dat dit sowieso lastig is. We weten ook dat het moeilijk is om een overtreder te pakken, maar als er overschrijdingen van gevaarlijke gifstoffen in het oppervlaktewater worden geconstateerd van meer dan 4.000 keer de norm, moet het kabinet zich zorgen maken. Er moeten teeltvrije zones worden ingesteld voor de open teelten; ook dat is een onderdeel van een goed actieplan. Lozingen moeten in de glastuinbouw worden verboden. De normoverschrijdingen met betrekking tot water zijn het grootst bij bollenteelt en lelieteelt; dat weet het kabinet. Er moet dan ook een verbod op die teelt komen in grondwaterbeschermingsgebieden. Het Ctgb moet gebruik gaan maken van zijn bevoegdheid om middelen in te trekken die consequent leiden tot normoverschrijdingen en inderdaad moet de beoordeling van toelatingen openbaar worden, zodat wij kunnen bekijken of het Ctgb zijn werk wel goed gedaan heeft.
Ik kom op het verbod op de toepassing van muizen- en rattengif. Dat is namelijk zinloos en leidt tot resistentie in plaats van tot een eind aan de overlast. Uit Deens onderzoek is al gebleken dat residuen van het gif worden gevonden in wilde dieren die op ratten en muizen
jagen. Er geldt al lang een verbod op de meest heftige gifsoorten en er worden nieuwe verboden voorbereid. Ook dat zou het kabinet moeten opnemen in het actieplan. Nu de bijensterfte. We hebben zojuist een boek gekregen van de Bijenstichting. Veel dank daarvoor. We weten dat het daarmee niet goed gaat. We kunnen wel zeggen dat we dan maar geen appels moeten eten -- als je "Louise Fresco" heet, zeg je dat soort dingen -- maar ik denk dat het voor de appeltelers ook niet heel fijn is als de bij uitsterft. De overheid is ervoor uitgevonden om de belangrijke waarden in de samenleving ook voor de langere termijn te beschermen. Voedselzekerheid lijkt me daar een van, evenals de gezondheid van mensen. De bij staat eigenlijk symbool daarvoor, maar is ook letterlijk een cruciale factor in de bescherming van ons ecosysteem. Als we dat niet doen, zullen we zwaar de klos zijn. Ik ben blij dat er nieuwe berekeningen zijn die aantonen hoe ernstig het is als je niet bereid bent om ecosystemen en de onderdelen daarvan te beschermen om zichzelf, waar de Partij voor de Dieren erg voor is. Als je alleen maar denkt in termen van geld, kunnen we nu het bedrag overleggen: 3,8 miljard euro per jaar aan kosten en schade als we de bij laten uitsterven, omdat we nou eenmaal onze oren laten hangen naar de chemische industrie. Dus: waarnaar slaat de weegschaal door? Er had allang een moratorium moeten zijn ingesteld op neonicotinoïden en op fipronil. De Partij voor de Dieren blijft daarop aandringen in het belang van mens en dier, van de volksgezondheid, van onze ecosystemen waarvan we afhankelijk zijn voor ons voedsel, en van onze gezondheid, ook als het kabinet, van welke kleur ook, telkens weer met vertragingstactieken komt. Wij blijven strijden voor een verbod op deze gevaarlijke gifstoffen.
Mevrouw Jacobi (PvdA):
[...]
Ik wil mijn laatste minuut wijden aan de bijen.
[...]
Een van de zorgpunten met betrekking tot de bijensterfte is natuurlijk imidacloprid. Wij zouden graag een imidaclopridvrije wereld krijgen. De IUCN (International Union for the Conservation of Nature), waarvan de Nederlandse overheid ook lid is, heeft gevraagd om een internationaal onafhankelijk wetenschappelijk review van de stand van de kennis over dit belangrijke vraagstuk. Wij zouden heel graag willen dat onze staatssecretaris vandaag toezegt dat de Nederlandse overheid ondersteuning zal bieden aan deze IUCN-motie. Daarmee komen we volgens mij een aardig stapje verder.
[...]
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik heb een vraag over het internationaal onafhankelijk onderzoek naar voor bijen gevaarlijke middelen, op aandringen van de IUCN, waar mevrouw Jacobi om vroeg. Op zich ben ik daarvoor, want er moet geen ruis zijn over wetenschappelijke inzichten en wetenschappelijke studies moeten onafhankelijk kunnen worden beoordeeld door andere wetenschappers. Ik ben daar dus vóór, maar mag ik erop rekenen dat mevrouw Jacobi en de Partij van de Arbeid aan onze kant zullen blijven staan bij ons pleidooi voor in ieder geval een moratorium tot dat onderzoek gereed is? Nu weten we al dat neonicotinoïden en imidacloprid onaanvaardbare risico's meebrengen voor de bij. Er moet nu dus in ieder geval een moratorium komen op het gebruik daarvan, zeker totdat dit onderzoek klaar is.
Mevrouw Jacobi (PvdA): Volgens mij hebben wij dat altijd gesteund.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Prachtig. Ik wilde even horen dat dit zo zou blijven, dus mooi.
[...]
De heer Dijkgraaf (SGP):
[...]
Het tweede wat ik miste, was enige dankbaarheid voor de gewasbeschermingsmiddelen. Laten we namelijk ook eens zeggen wat voor fantastische dingen we daaraan te danken hebben. Kijk naar de productiviteit van de Nederlandse land- en tuinbouw, ten opzichte van het buitenland. Ik geef het je te doen om de huidige wereldbevolking te moeten voeden zonder gewasbeschermingsmiddelen; volgens mij lukt dat niet eens.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Is het de SGP bekend dat de rapporteur voor het recht op voedsel van de Verenigde Naties heeft aangegeven dat de landbouwproductie wereldwijd kan verdubbelen als we overstappen op agro-ecologisch boeren?
De heer Dijkgraaf (SGP): Ja, maar dat is wel langetermijnwerk. Wij delen precies deze opvatting in discussies over het langetermijnperspectief. Ook wij willen graag daarheen en ook wij willen naar een minimalisering van gewasbeschermingsmiddelen en alle mogelijke chemische middelen, maar het gaat om een tijdpad en een keuze voor welke sector je wat doet. Mijn hoofdboodschap voor het kabinet is vandaag: prima hoofdlijn, maar ik zou af en toe nog wel wat meer maatwerk willen zien.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Nu krabbelt de heer Dijkgraaf een beetje terug. Hij wilde de kaart spelen dat we het slecht zouden hebben in een wereld zonder gewasbeschermingsmiddelen, maar dat is een beetje een valse kaart, want zo zit het niet. We produceren nu al meer dan genoeg voedsel voor iedereen op deze wereld, voor 11 miljard mensen. Alleen omdat we dat in onze brandstoftanks willen stoppen of per se veel meer dierlijke eiwitten willen consumeren dan eerlijk zou zijn in het licht van een goede voedselverdeling in de wereld, kun je die hongerkaart spelen, maar eerlijk is die niet. Ik wilde de heer Dijkgraaf daar toch nog even indringend op wijzen.
De heer Dijkgraaf (SGP): Waarvoor mijn geweldige dank. Mijn punt is echter dat je voor dit soort omslagen, die wij volgens mij op een aantal punten allemaal wel willen maken, gewoon tijd nodig hebt. Je kunt dit niet à la minute doen, en voor 2013 het ene willen en voor 2014 het andere. Ik wees op de geschiedenis. Kijk naar de totstandkoming hiervan; dan zie je dat we fantastische dingen aan gewasbeschermingsmiddelen te danken hebben. Ik wilde die dankbaarheid ook eens uiten. Daarmee is niet gezegd dat de bescherming van kwetsbare groepen onbelangrijk zou zijn.Natuurlijk is die belangrijk; iedereen vindt die belangrijk.
[...]
Beantwoording:
Staatssecretaris Bleker: Voorzitter. Ik heb twee blokken: een algemeen blok en een
bijenblok. In de discussie van de commissie is al gesproken over accijns- en lastenverhogingen, in dit verband als middel om gebruik te reduceren en kosten te internaliseren. Eenieder zal er volledig begrip voor hebben dat ik ervan uitga dat alle accijns- en lastenverhogingen in goede handen zijn bij het nieuwe kabinet. Het lijkt mij verstandig om daar geen uitspraken over te doen.
De heer Schouw en anderen vroegen naar de openbaarheid op het gebied van het toelatingsdossier. Er is al veel openbaar: dossier-eisen, criteria en beoordelingsmethodieken. De EFSA-evaluaties van de actieve stoffen zijn openbaar. De Ctgb-evaluaties zijn openbaar. De studies zijn veelal geheim in verband met concurrentie, wat ook begrijpelijk is. Het bedrijfsleven heeft initiatieven genomen om met name de ngo's directe toegang te geven tot studies via een leeskamer. Dat is de manier waarop het nu werkt. Het beeld dat het allemaal achter gesloten deuren plaatsvindt, is gewoon niet correct. In tweede termijn zou ik graag horen wat er nog meer openbaar zou moeten zijn. Ik geef toe: het zijn vaak concurrerende aanvragers, en van hen kun je niet verlangen dat zij hun middelen, technieken enzovoorts aan de hele wereld prijsgeven. Alleen al het indienen van aanvragen is vaak een miljoenenzaak.
[...]
Op de kwestie van de dubbele petten ben ik ingegaan. Dat heeft te maken met integriteit. Ik zie overigens geen aanleiding voor een soort screening van alle medewerkers van het Ctgb. Dat is ook niet reëel. Daar werken professionals, onder de leiding van een directie, een bestuur en een raad van toezicht. Die raad van toezicht mag van mij wat onafhankelijker, in de richting die ik heb beoogd. Als men over aanwijzingen zou beschikken dat er iets fout is, zou je iets kunnen doen wat is gericht op de medewerkers, maar voor een soort algemene screening in december 2012 van alle medewerkers van het Ctgb zie ik geen aanleiding.
[...]
Mevrouw Ouwehand had het over het actieplan voor boeren om over te schakelen naar biologische productiewijzen. Wij hebben gezegd dat wij de specifieke omschakeling naar deze specifieke tak van biologische landbouw gaan afbouwen. De omschakeling naar duurzame landbouw, inclusief de biologische landbouw, is binnen het kader van de topstructuurfacilitering mogelijk. In het nationale actieplan staat wel dat de overheid geïntegreerde gewasbescherming verplicht voor alle telers; dus chemische middelen pas inzetten als andere methoden onvoldoende resultaat hebben opgeleverd.
[...]
Mevrouw Ouwehand sprak over de naleving en handhaving. Dat is iets van de lidstaten zelf.
Wij hebben een programmatische aanpak, een meer risicogerichte handhaving. De boetes
worden hoger. Het is vervolgens van belang om met scherpe maatregelen het besef van de
sector te vergroten.
[...]
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik twijfel nu omdat ik graag ook iets wil zeggen over de bijen, maar ik vind dat de staatssecretaris iets te gemakkelijk doet over het Ctgb. De kern van he probleem is dat de studies op basis waarvan het Ctgb zegt hoe zijn beoordeling in elkaar zit, niet kunnen worden beoordeeld door andere onafhankelijke wetenschappers. De staatssecretaris kan dus van alles zeggen over die studies, dat het geld kost en dat het moeilijk zit met patenten en zo, maar als je die studies in onze open en transparante samenleving niet kunt beoordelen, los je het integriteitsprobleem van het Ctgb niet op. Als dit dus niet staat in die januaribrief, kan hij eigenlijk ook wel met de rest ophouden.
Staatssecretaris Bleker: Voor diergeneesmiddelen en medicijnen geldt dezelfde systematiek als voor gewasbeschermingsmiddelen; niet meer en niet minder. Het is niet gemakkelijker bij de gewasbescherming, maar ook niet moeilijker. Die internationale visitatie heeft de mogelijkheid om cases te beoordelen, om te bekijken of de beoordelingssystematiek wetenschappelijk deugdelijk is enzovoorts. En met die nog meer onafhankelijke raad van toezicht denk ik dat we belangrijke stappen voorwaarts zetten.
[...]
De voorzitter: Ik stel voor dat de staatssecretaris verdergaat met zijn blokje over de bijen.
Staatssecretaris Bleker: Dat is verreweg het mooiste onderwerp.
[...]
Met betrekking tot het moratorium van neonicotinoïden concludeert het Ctgb dat er geen aantoonbaar of bewezen verband is tussen de Nederlandse toelatingssituatie en de in de studies toegepaste doseringen; er zijn dus geen effecten geconstateerd, wat direct ingrijpen niet nodig maakt. Daarbij komt dat op dit moment in Europees verband enkele andere studies worden uitgevoerd. Aan het eind van 2012 zullen die tot een uitkomst moeten leiden, ook met betrekking tot de vraag of een aanpassing van de toelating van bepaalde stoffen nodig is. Laten we nu dus niet naar een moratorium springen
[...]
De voorzitter: Zijn er nog interrupties over de bijtjes?
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik had net bij mijn interruptie alleen de eerste helft gebruikt. Nu gebruik ik de tweede helft om tegen de staatssecretaris te zeggen dat dit precies is wat er niet deugt rond het Ctgb. De staatssecretaris zegt namelijk dat het Ctgb zegt dat het niet is bewezen, en dat we dus niet hoeven in te grijpen tegen neonicotinoïden. En dat terwijl onafhankelijke en internationaal gerenommeerde wetenschappers zeggen dat er moet worden ingegrepen, omdat het helemaal niet goed gaat. Dat is het punt. Op de manier van de staatssecretaris gaan we hier niet uitkomen. Er zullen dus behoorlijk wat scherpe moties komen.
Staatssecretaris Bleker: Dat is goed.
[...]
Staatssecretaris Atsma:
Het Nederlandse actieplan duurzame gewasbescherming waarover wij nu spreken, staat vooral centraal omdat Nederland verplicht is om aan Europa te rapporteren hoe het aan de Europese verplichtingen heeft voldaan en gaat voldoen. Het is dus goed om een knip te maken tussen hetgeen we in het actieplan hebben opgeschreven op grond van de Europese verplichtingen en hetgeen we daarna, op basis van nieuw kabinetsbeleid, allemaal nog zouden kunnen doen. Ik maak die knip heel bewust. Wij moeten de Europese Commissie binnen een aantal weken informeren, ik dacht medio november.
[...]
Mevrouw Ouwehand zei dat het PBL meent dat wij in 2027 niet kunnen voldoen aan de verplichtingen in het kader van de Kaderrichtlijn. Het kabinet heeft de Kamer de afgelopen jaren een- en andermaal gemeld dat 2027 de deadline is, de einddatum waarop aan de verplichtingen in het kader van de Kaderrichtlijn moet worden voldaan. Als wij daar niet aan voldoen, wordt er maar één rekening gepresenteerd en die rekening kent maar één loket, namelijk Binnenhof 1a. Die discussie zal dan worden gevoerd, maar het zou natuurlijk van de gekke zijn als het kabinet een richtlijn willens en wetens niet zou willen uitvoeren. Wij krijgen de nota dan per kerende post terug. Daarom hebben wij in goed overleg met de Kamer aangegeven wat het traject daarnaartoe is. De Kamer weet wat de financiële perikelen zijn en hoe lastig het is om het realiseren van de ambities van de Kaderrichtlijn ook in financiële zin mogelijk te maken. Bovendien heeft de Kamer voor 2013 tot mijn spijt geen extra middelen vrijgemaakt om juist voor dit doel de ambitie iets sneller naderbij te brengen. Ik zei "tot mijn spijt", maar dat is iets van de Kamer; ik ga daar niet over.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Met betrekking tot eigenlijk al mijn aanmerkingen bij het actieplan verwijzen beide staatssecretarissen steeds naar de Kamer. Ik denk dus dat deze staatssecretarissen heel blij zullen zijn met alle moties die zullen worden ingediend om een echt actieplan van dit actieplan te maken, want dit is brandhout.
De voorzitter: De staatssecretaris zal de moties ongetwijfeld tegemoet zien. Staatssecretaris Atsma: Ik hoop echt dat de Kamer het eens is met de door mij aangegeven lijn: dit is de rapportage die naar Brussel kan en het is aan de Kamer en een volgend kabinet om nieuw beleid te maken. Als mevrouw Ouwehand dat "brandhout" vindt, zijn dat haar woorden, niet de mijne.
Tweede Termijn
De voorzitter: Gaat u door, mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Goed. Ik merk dat wij nog wat werk te doen hebben. De Partij voor de Dieren is natuurlijk ontevreden, vooral omdat het kabinet zich nu verschuilt achter een soort valse bescheidenheid -- "ons past bescheidenheid" -- terwijl de Kamer gewoon duidelijke uitspraken doet en terwijl het kabinet er ook voor heeft gekozen om zo lang te wachten met het naar de Kamer sturen van het plan. Daardoor zitten wij nu inderdaad met die vraag: kunnen wij dit nog vertimmeren of moet er een briefje mee met de boodschap "Dit is voorlopig en in februari krijgt de Europese Commissie een nieuw plan, dat misschien wél goed is"? Er komen in elk geval moties. Ik krijg de indruk dat beide staatssecretarissen verwijzen naar de wil van de Kamer, maar alleen op aangeven van het CDA of de VVD. Als andere partijen in de Kamer wijzen op aangenomen moties, zijn er ineens allerlei vage tegenwerpingen in te brengen. Zo gaan wij dat natuurlijk niet doen. Ik kijk erg uit naar het VAO en ik heb een grote stapel verbetervoorstellen voor het actieplan.
Mevrouw Jacobi (PvdA): Voorzitter. Allereerst zeg ik tegen mevrouw Ouwehand dat we in het VAO slechts een spreektijd van twee minuten hebben.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dan gaat u mij toch helpen?
Interessant voor jou
Bijdrage Thieme Debat Begroting Algemene Zaken en Begroting Koning (2e termijn)
Lees verderBijdrage Thieme debat over het eindverslag van de informateurs
Lees verder