Bijdrage Ouwehand VAO Milieuraad
De heer Samsom (PvdA):
(...) Ik kom bij het andere onderwerp op de agenda, namelijk biodiversiteit. Dat onderwerp valt in twee onderdelen uiteen. Er is de officiële ambitie op het gebied van biodiversiteit. Het zal duidelijk zijn dat de PvdA zoals altijd inzet op de hogere ambities. Ik hoop dat de minister dat met ons eens is en dat zal volhouden. Het zinnetje in de geannoteerde agenda waarin stond dat het allemaal natuurlijk wel een beetje realistisch moet blijven -- het is de slotzin van de paragraaf over biodiversiteit -- deed ons een beetje betwijfelen of de minister hard wil inzetten op een hoge ambitie. Als zij dat hier echter kan bevestigen, zijn we daar weer snel uit. (...)
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik heb een vraag aan de heer Samsom over biodiversiteit. We hebben inderdaad een geannoteerde agenda van de minister, maar we hebben ook de fiche die nog geschreven is door de toenmalige staatssecretaris van PvdA-huize, Timmermans. Mij viel op aan die fiche, zeker als je de aankondiging van de Europese Commissie ernaast
legt voor de Nederlandse uitleg, dat het een beetje leek alsof de staatssecretaris in de touwen zat van de CDA-fractie waarmee destijds nog moest worden samengewerkt. Wat de heer Samsom benoemde, stoorde ook mij: het moet vooral haalbaar en realistisch zijn en het moet allemaal wel kunnen. Dat voerde de boventoon. Mag ik de PvdA-fractie vragen om steun voor een duidelijke uitspraak voor het hoogste ambitieniveau? We kunnen het ons namelijk niet veroorloven om anders te beslissen.
De heer Samsom (PvdA):
Mevrouw Ouwehand haalt nu twee dingen door elkaar. Ik had het namelijk juist over de geannoteerde agenda, waarin een zinnetje stond waarmee je overigens alle kanten op kon; ik hoop de goede. Het zinnetje ging over haalbaar, betaalbaar, praktisch, realistisch, flexibel en dat soort woorden. In de fiche staat echter gewoon dat wij
inzetten op nummertje 4. Voor het publiek is dit wat lastig, maar er zijn 4 ambities geformuleerd van 1 tot en met 4, waarbij 4 de hoogste is, en wij gaan voor 4. Daar zijn wij het mee eens. Dat lijkt mij een heldere uitspraak. De disclaimer die in de geannoteerde agenda staat, mag er Pro forma altijd bij, als we maar vasthouden aan optie 4. Dat is dus onze inzet voor de aanstaande Milieuraad.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik heb een laatste vraag daarover. Ik krijg graag duidelijkheid
van de minister. Ik heb gelezen dat Nederland nog geen definitieve keuze maakt. Ik kan het
zo voorlezen, maar ik zal er in mijn termijn ook op terugkomen. Laten we het antwoord van
de minister afwachten. Ik begrijp dat de PvdA-fractie optie 4 wil.
De heer Samsom (PvdA):
Dat hebt u goed begrepen.
(...)
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Ik begin met biodiversiteit. Dat is een heel belangrijk dossier, waarvoor de EU en zeker Nederland nog geen lintjes hebben verdiend. De ambities zijn prachtig, maar handelen ho maar. Ik was ernstig teleurgesteld in de Mededeling, de fiche die we kregen van staatssecretaris Timmermans. Die fiche was, nog veel meer dan de Europese Mededeling, gericht op "Het moet allemaal wel kunnen hoor!". Het moet allemaal wel kunnen; we moeten het wel kunnen dragen. Ik zeg de minister dat we het ons niet kunnen veroorloven om nu geen stappen te zetten. Ik leg haar een aantal cijfertjes voor die ik heb gemist in de Mededeling en in de geannoteerde agenda. Van de doelen in de Vogel- en Habitatrichtlijn is slechts 17% in een goede staat van instandhouding en 83% niet. We wisten al heel erg lang wat we moesten doen om de vogelgebieden en de habitatgebieden te beschermen. Dat is geen goede staat van dienst. De snelheid van het verlies van mariene biodiversiteit is alarmerend.
En dan kom ik bij de kosten, want het moet allemaal betaalbaar blijven. De kosten van het wereldwijde verlies van ecosysteemdiensten worden geschat op 50 mld., en de gecumuleerde welvaartsverliezen vanaf 2050 op 7% van het bruto nationaal product per jaar. Ik onderstreep mijn stelling: we kunnen het ons niet veroorloven om eerst eens even rustig te bekijken hoe we de doelstellingen moeten gaan realiseren. Er moet nu een duidelijke keuze liggen voor de hoogste ambitie, zonder voorbehoud. Ik vraag de minister met nadruk om die toe te zeggen. Ik ben bereid om daarover een motie in te dienen. Ik vind het een beschamende vertoning als wij niet zonder voorbehouden durven te zeggen dat we heel wat in te halen hebben bij de bescherming van de biodiversiteit. Ik breng in herinnering dat in de plenaire zaal op dit moment over een glossy wordt gesproken. Ik geloof dat het er
heftig aan toegaat, en terecht. Ik heb ook een glossy in mijn kast. Die glossy heet Biodiversiteit werkt. Dat was het beleidsprogramma biodiversiteit van dit kabinet. Het is een prachtige folder hoor, een kleurenfolder met heel mooie foto's. De ambities worden alleen niet gehaald. Dat moet consequenties hebben. Het moet betekenen dat we hier stappen gaan zetten. Ieder voorbehoud dat daar nog op wordt gemaakt, vind ik een afgang.
Mevrouw Spies (CDA):
Ik ben echt met stomheid geslagen. Hoe kan het dat de Partij voor de Dieren niet de feiten op een rijtje wil hebben? Hoe kan het dat zij, terwijl bijvoorbeeld nog volstrekt onduidelijk is hoe deze Mededeling zich verhoudt tot de Vogel- en Habitatrichtlijn, gewoon wil doordenderen en niet wil weten waarvoor zij kiest? Dat begrijp ik werkelijk niet. Ik vind het fiche juist zo krachtig omdat het, zonder nu al vooruit te lopen op welke conclusies dan ook, vooral een pleidooi in zich heeft om helder feiten en consequenties op een rijtje te krijgen. Mevrouw Ouwehand moet als politicus toch willen weten wat de consequenties van haar keuzes zijn?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, dat wil ik heel graag. De consequentie van nu niet kiezen voor de hoogste ambitie en voor snel in actie komen, is dat we zo direct geen levensvatbare ecosysteemdiensten meer hebben. Dat heeft onder andere ontzettende gevolgen voor de manier waarop we onze landbouw zouden kunnen bedrijven. Dat zijn de gevolgen die ik scherp zie. Ik ken het trucje van eerst even uitzoeken hoe we het dan moeten gaan oplossen. Als mevrouw Spies eens mee zou doen met de debatten over Natura 2000, zou zij met eigen ogen kunnen zien hoe effectief die strategie is, die overigens is ingezet door haar eigen partij. Eerst maar eens even rommelen, zodat er allerlei moeilijkheden boven komen drijven, om maar niet de ambities te hoeven realiseren. Dat is de realiteit van een redelijk klinkend voorstel als "laten we eerst eens even bekijken of het uitvoerbaar is". De realiteit is dat het een instrument is om te vertragen en blokkades op te werpen.
De voorzitter:
Dat was geen vraag, mevrouw Ouwehand. U hoeft er dus niet op te antwoorden. Gaat u verder met uw betoog.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik rond dit pleidooi af met de opmerking dat de consequenties wat ons betreft al lang duidelijk zijn. Als we nu niet handelen om de biodiversiteit te beschermen, hebben we spijt als haren op ons hoofd. Dat is dus een ander vertrekpunt. Je kiest voor de beleidsoptie om te gaan voor de bescherming en dat is je vertrekpunt om je andere beleid op af te stemmen. Ik weerspreek overigens dat volstrekt onduidelijk zou zijn
wat de relatie is van deze ambities tot de Vogel- en Habitatrichtlijn. We hebben genoeg ambtenaren die dat even voor ons op een rijtje kunnen zetten. Ik zie daarin vooral de vertraging, uit CDA-hoek geëntameerd wellicht; mevrouw Spies zou mij misschien maar moeten vertellen hoe dat loopt binnen het kabinet. We zien geen duidelijke koers voor het behoud van biodiversiteit, en dat kan niet meer. Dat kunnen we ons niet meer veroorloven. Dat is de consequentie die ik zie.
De voorzitter:
Mij ontgaat een beetje de zin van dit alles, maar mevrouw Spies krijgt het woord.
Mevrouw Spies (CDA):
Ik ben het zo zat, al die verdachtmakingen! Houd daar nu toch een
keer mee op en baseer je op de feiten.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
De verdachtmakingen worden helaas keer op keer gestaafd door de feiten. Ik zou mevrouw Spies nogmaals willen uitnodigen om eens mee te doen aan een debat over Natura 2000. Dan kan zij zien wat een beschamende vertoning dat daar is. Voorzitter, het pleidooi is duidelijk. Wij willen een keuze voor de hoogste ambitie, zonder
voorbehoud. Ik dring bij de minister aan op duidelijkheid daarover.
Ik heb nog enkele andere punten. Mijn fractie is eigenlijk verbaasd over het onderwerp bodem. Men kent de Partij voor de Dieren niet als een groot pleitbezorger van het alles maar richting het Europese beslissingsniveau schuiven. Wij denken dat lidstaten heel wel zelf ambitie zouden moeten kunnen tonen. Maar goed, het is, zeker op dit moment nog, de insteek van het kabinet om zoveel mogelijk een level playing field te realiseren voor milieumaatregelen en in dit geval voor de bodemmaatregel. Daarom snap ik gewoon de houding niet. Als er voortdurend wordt gewezen naar Europa om afspraken te maken over de bescherming van ons milieu omwille van het level playing field, waarom zou dat dan voor bodem niet kunnen opgaan? Ik begrijp er werkelijk niets van. Wat mij betreft mag de minister een blokkerende minderheid in stand houden, maar dan wil ik wel krachtige Nederlandse maatregelen en die zie ik ook niet. Ik ben er dus niet gerust op en ik krijg er graag meer
duidelijkheid over. Ik sluit af met een aantal punten over het klimaat. Er is natuurlijk het een en ander gewisseld
over …
De voorzitter:
Houdt u het een beetje kort?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, dan zal ik even schrappen. Ik heb een concrete vraag over de Global Research Alliance on Agricultural Greenhouse Gases. Ik lees dat Nederland hierin een coördinerende rol gaat vervullen op het onderwerp veehouderij. Ik wil meer duidelijkheid over het onderzoek. Waaraan moeten we denken? Hoe wordt het uitgevoerd?
Ik breng tot slot nog in herinnering dat de vorige minister heeft gezegd: na Kopenhagen
kunnen we nog wel eens kijken naar de meerwaarde die een discussie over het verminderen
van vleesconsumptie zou kunnen hebben in het klimaatdebat. Het moment is nu daar. Ik
nodig deze minister daar dus graag toe uit.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
(...) Op het gebied van biodiversiteit kan Nederland een heel mooie voortrekkersrol spelen binnen Europa. We kunnen als geen ander Europees land laten zien wat er mogelijk is aan behoud en herstel van biodiversiteit in een dichtbevolkt land met veel verstedelijking en een hoog ruimtegebruik. De ChristenUnie ziet graag dat het verlies aan biodiversiteit en de achteruitgang van ecosysteemdiensten in de EU is gestopt vóór 2020 en dat zowel de biodiversiteit als de ecosysteemdiensten dan zo veel mogelijk zijn hersteld. Bovendien zien we natuurlijk graag een Europese inspanning voor behoud en herstel van de wereldwijde biodiversiteit.(...)
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik heb een vraag over biodiversiteit. Ik ken de inzet van de ChristenUnie voor het behoud van natuur en ecosystemen en ook als het gaat om de druk van Europa en Nederland op de ecosystemen wereldwijd; ik noem even concreet de soja. Die inzet van de ChristenUnie heeft altijd de juiste ambitie. Daarom vraag ik mevrouw
Wiegman of zij het namens haar fractie niet jammer vindt dat Nederland nu nog geen keuze wil maken omdat het allemaal wel realistisch, haalbaar en betaalbaar moet zijn? Dat betekent dus dat we niet voluit kiezen voor het doel om ook het wereldwijde verlies aan biodiversiteit tegen te gaan.
De voorzitter: En uw vraag is?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik wil graag weten of de ChristenUnie-fractie niet met de PvdD-fractie teleurgesteld is over het voorbehoud dat het allemaal wel realistisch en haalbaar moet zijn. Dat vormt namelijk een belemmering voor de ambitie die we nu aan de dag moeten leggen omdat we simpelweg niet anders kunnen. Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Ik heb daarnet het interruptiedebatje gevolgd tussen het CDA en de PvdD en heb het idee dat ik daarin nu ook partij zou moeten kiezen, maar laat ik gewoon bij mijn eigen tekst blijven.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Ja, kies eens partij!
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik kies partij, ik kies voor de ChristenUnie, dus ook voor de woorden die ik zojuist heb uitgesproken over biodiversiteit. We hebben een hoge ambitie en ook de tekst in de geannoteerde agenda over de inzet van
Nederland spreekt me ontzettend aan. Laten we die ambitie dan wel echt serieus nemen.
De voorzitter:
U hoeft niet te herhalen wat u net gezegd heeft.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Oké, voorzitter, maar dat is het. Laat ik dit er nog aan toevoegen: als je jezelf serieus neemt, neem je daarin ook
haalbaarheid en realisme mee. Daarmee doe je niets af aan je ambitie, maar je zorgt voor een goede combinatie.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik heb een korte vervolgvraag.
De voorzitter:
Lukt u dat?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, dat meen ik nu wel. Er wordt natuurlijk wel afbreuk gedaan aan die ambitie, want er wordt heel duidelijk benadrukt dat we pas kiezen zodra we meer duidelijkheid hebben. Als je de fiches en de mededelingen goed leest, zie je dat haalbaarheid en betaalbaarheid boven die ambitie staan. Mevrouw Wiegman kan dus niet
overeind houden dat er geen afbreuk wordt gedaan aan die ambitie.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Nee, maar daarom zeg ik dus ook dat we niet moeten inboeten op die ambitie; die staat overeind. We moeten daarbij echter wel het realisme, de haalbaarheid en de werkbaarheid van een en ander meenemen.
Ik kies dus toch voor die goede combinatie.
(...)
Minister Huizinga-Heringa:
(...) Mevrouw Ouwehand gaf aan dat Nederland het voortouw zou moeten nemen op het gebied van de veehouderij. Nieuw-Zeeland heeft een internationaal initiatief gestart voor onderzoek naar klimaat en landbouw. Nederland is daarbij betrokken via het ministerie van LNV. Het kabinet zal de Kamer daarover zo spoedig mogelijk informeren. Momenteel kan ik er niet meer informatie over geven omdat het via LNV loopt, maar die informatie zal zo snel mogelijk in een brief naar de Kamer komen. (...)
(...)
Minister Huizinga-Heringa:
Een aantal Kamerleden heeft mij gevraagd naar mijn mening over de nieuwe doelstelling voor biodiversiteit. Ik ben blij met de ambitieuze inzet vanuit de EU. Wij gaan voor deze optie en het is belangrijk om stappen te zetten. De huidige genoemde doelstelling sluit aan bij het ambitieniveau van het Nederlandse beleidsprogramma "Biodiversiteit werkt" en dus bij de inspanningen die Nederland nationaal en internationaal verricht. Ik kijk uit naar de strategie waarmee de Commissie aan het eind van dit jaar zal komen. Daarin zal het doel wordenomgezet naar maatregelen, want we hebben wel concrete maatregelen nodig. We hebben de doelstelling in 2010 niet gehaald. Daar is heel veel over gesproken.
Mevrouw Ouwehand haalde er als ik het goed begrijp zelfs de staatssecretaris van de PvdA bij die geëntameerd
zou zijn door het CDA; laat ik daar verder niet op ingaan. Zij was er in elk geval een beetje sceptisch over, maar zoals mevrouw Spies al zei, moeten we vooral de haalbaarheid niet vergeten bij al onze ambitieuze doelstellingen. We hadden een ambitieuze doelstelling voor 2010, maar die hebben we niet gehaald. Je kunt nog zulke hoge ambities hebben, maar als je die niet haalt, koop je er echt helemaal niets voor. Wat mij betreft moet je altijd afwegen hoe je je ambities hoog kunt houden, terwijl je er tegelijkertijd het realisme van de haalbaarheid inbouwt. Mevrouw Wiegman heeft dat als laatste spreker goed samengevat. In de geannoteerde agenda hebben we geprobeerd om op te schrijven dat Nederland onverkort voor ambitie nr. 4 gaat, maar dat we ook kijken hoe we die ambitie kunnen halen, hoe duur dat eventueel is en hoe realistisch het dan is. De ambitie blijft dus, maar er moet een scheut realisme bij om te zorgen dat we de ambitie in 2020 wel halen, zodat we niet
zoals in 2010 moeten zeggen dat we van alles wilden, maar dat het ons niet gelukt is. Daar zit namelijk niemand op te wachten.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik kan de minister meedelen dat die ambitie niet gehaald is. Alle stappen die gezet zouden kunnen worden om dat doel dichterbij te brengen, werden namelijk allemaal niet haalbaar, niet betaalbaar en niet realistisch geacht. Een concreet voorbeeld daarvan is de invloed van Europa op de biodiversiteit in Latijns-Amerika. We kennen allemaal de sojaproblematiek en we weten welke rol Europa daarin speelt. Toch wordt het niet haalbaar geacht om daar een einde aan te maken, omdat dat enorme gevolgen heeft voor onze veehouderij. Als we dat nog een keer zo gaan doen, kan deze ambitie ook niet gerealiseerd worden. Ik zou daarom graag van de minister willen weten wat haar werkdefinitie is van "haalbaar, betaalbaar en realistisch".
Minister Huizinga-Heringa:
Als je met de mond belijdt dat je een hoge ambitie hebt, terwijl je die eigenlijk niet hebt, kunnen de haalbaarheid en betaalbaarheid al snel een rem worden. Je kunt dan zeggen: dit wilden we wel, maar het is niet haalbaar; dat lukt om die en die reden niet en daarom moeten we onze ambities maar een beetje temperen. Dat is echter
niet de houding van dit kabinet. Wij hebben werkelijk een hoge ambitie en wij willen graag in 2020 ambitie nr. 4 halen; dat is een echt gevoelde ambitie. Tegelijkertijd moeten we wel goed bekijken hoe we dat kunnen doen. Welke maatregelen horen daarbij, wat zullen we moeten doen? We moeten dan ook bekijken wat haalbare maatregelen zijn. Je kunt namelijk van alles willen, maar dan moet je wel zien hoe dat kan en welke stappen je moet zetten om die ambitie werkelijkheid te laten worden.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik heb behoefte aan een nadere concretisering van wat dit kabinet dan ziet als "haalbaar, betaalbaar en realistisch". Die begrippen zijn namelijk te ruim en te vaag en daar kan de Kamer niet goed op sturen.
Minister Huizinga-Heringa: Dat zal moeten blijken als de zaken uitgewerkt worden en als we bekijken aan welke maatregelen gedacht wordt en op welke manier en met welke maatregelen we die ambitie kunnen halen. Dan pas kunnen we bepalen of het haalbaar is en of we eventueel op zoek moeten gaan naar andere maatregelen die we wel haalbaar achten. Die ambitie blijft echter.
De heer Vendrik (GroenLinks):
"Haalbaar" is uiteindelijk een kwestie van politieke keuzes.
Minister Huizinga-Heringa:
Dat is altijd zo.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Over "betaalbaarheid" heb ik een vraag. Een beleid ter behoud en bevordering van de biodiversiteit voeren we niet voor de gezelligheid, maar omdat we weten dat het achteruithollen van biodiversiteit klappen met geld kost en het de natuurlijke hulpbronnen waarvan de samenleving afhankelijk is, voor de toekomst in de waagschaal stelt. Een scherp biodiversiteitbeleid is dus een investering, geen kostenpost. Op termijn levert het een vermindering op van de groene schuld die we aan het opbouwen zijn. Ik mag hopelijk zó aankijken tegen het vraagstuk van de betaalbaarheid. Ik hoop dat dit kabinet en deze demissionaire minister dat ook doen en dat dit de inbreng in Europa wordt?
Minister Huizinga-Heringa:
"Betaalbaarheid" gaat inderdaad niet alleen over de kosten die je nu maakt, maar ook over de kosten die je bespaart op de lange termijn. Dat is, zoals u weet, ook de achterliggende gedachte bij het Deltaprogramma: nu uitgeven en besparen op de lange termijn. Dat hoort bij het bepalen van de betaalbaarheid. De situatie op dit moment speelt daarin echter ook een rol. Je kunt wel zeggen: als we nu geld uitgeven dat er domweg niet is, kunnen we in de toekomst meer besparen, maar je kunt dan ook tegen de realiteit aanlopen dat we dan toch te veel uitgeven. Toch betrekken we de toekomstige besparing die maatregelen opleveren ook bij het begrip "betaalbaarheid".
Mevrouw Spies (CDA):
Ik zeg het zowel tegen mijn collega's als tegen de minister: vanuit welke politieke invalshoek je hier ook naar kijkt, het is onder alle omstandigheden verstandig om dat impact assessment dat staatssecretaris Timmermans in het fiche voorstelt, zo snel mogelijk te hebben. Zo kunnen we alle maatschappelijke kosten en baten inzichtelijk maken.Kan de minister een termijn noemen waarop dat impact assessment beschikbaar wordt?
Dan kunnen we de afweging namelijk maken op basis van de feiten.
De voorzitter:
U vroeg dat aan de minister.
Mevrouw Spies (CDA):
En aan mijn collega's.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik ben het daar zeker mee eens, maar het zou misschien ook een stap vooruit zijn als we het biodiversiteitvraagstuk ook voor Nederland onder het vraagstuk van houdbare overheidsfinanciën zouden brengen. Op termijn gaat het namelijk ook de overheid veel geld kosten als we het biodiversiteitbeleid niet goed op orde krijgen. Hier ligt dus een schone taak voor de demissionaire minister. Waar zij dat maar kan, moet zij
hier wat informeel zendingswerk verrichten. We zetten het belang van milieu en biodiversiteit
centraal en daaruit volgt het goede nieuws dat de overheidsfinanciën daar op termijn een
stuk mee opknappen. Dan heb je pas echt een interessante financiële implicatie die je kunt
verbinden aan zo'n MKBA.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik heb ook nog een vraag. Hopelijk antwoordt de minister dat deze financiële gevolgen al worden meegenomen in de werkgroepen van de heroverwegingen. Dat heeft de minister van LNV namelijk eerder al toegezegd. Ik verwacht dat de minister positief gaat antwoorden op de vraag van mevrouw Spies over het impact
assessment. Mocht het kabinet namelijk van plan zijn om de Europese Commissie ertoe uit te nodigen om uit te werken welke maatregelen moeten worden geïmplementeerd, zal Nederland daarbij dan ook een richting meegeven of laten we het helemaal aan de Europese Commissie over? Een concreet voorbeeld: mag ik de minister vragen om met nadruk de sojaproblematiek met open vizier tegemoet te treden en de Commissie dan ook uit te nodigen om daarvoor maatregelen voor te stellen?
Minister Huizinga-Heringa:
Als eerste antwoord ik de heer Vendrik. Hij dicht mij als demissionair minister wat zendingswerk toe. Missionair heeft eigenlijk met zendingswerk, met missie te maken, maar zelfs als demissionair minister zal ik missionair zijn bij het verrichten van zendingswerk op het gebied van biodiversiteit. In antwoord op de vraag van mevrouw Spies en de reacties daarop van anderen kan ik meedelen dat het impact assessment samen met de strategie in één pakket naar de Europese landen zal komen en zal dan ook in één geheel besproken kunnen worden. Zo kunnen de ambitie en de bijbehorende maatregelen in één keer tegen elkaar afgewogen worden. Dit pakket komt in de loop van het jaar en zal ook met de Kamer besproken worden. Dat is ook een antwoord op de vraag van mevrouw Ouwehand.
Een aantal Kamerleden heeft over het bodembeleid gesproken. Mevrouw Spies, mevrouw
Neppérus en mevrouw Wiegman hopen allemaal dat de Nederlandse opstelling ten opzichte
van het bodembeleid net zo blijft als die altijd is geweest. De heer Vendrik en mevrouw
Ouwehand hopen dat de opstelling van Nederland verandert. Het kabinet handhaaft zijn
opstelling: wij blokkeren een Europees bodembeleid omdat we denken dat een richtlijn een
veel te zwaar middel is om dat bodembeleid tot stand te brengen. Nederland zal faliekant
tegen het voorliggende voorstel zijn en ik verwacht dat het een kort punt zal worden op de
Milieuraad en dat het niet verder besproken zal worden.
(...)
Tweede Termijn
(...)
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Op het punt van ons kritisch natuurlijk kapitaal -- de ecosystemen en de biodiversiteit -- is de vraag niet of wij het ons kunnen veroorloven om diesystemen te herstellen en de biodiversiteit te behouden. De vraag is of wij het ons kunnen veroorloven om dat niet te doen. Het antwoord daarop is helder: nee. Er lijkt een nuanceverschil tussen enerzijds de minister en het kabinet en anderzijds mijn fractie: de ambitie blijft hoog, maar het moet allemaal wel uitvoerbaar zijn. Voor de PvdD is cruciaal dat Nederland uitspreekt dat wij de biodiversiteitdoelstellingen hoe dan ook gaan halen. Het is prachtig dat Nederland vervolgens zegt dat wij dan meteen gaan bekijken welke maatregelen nodig zijn, wat de implicaties zijn, hoe wij die kunnen wegen en voor welke keuzes wij komen te staan, maar wij beginnen bij het doel. Dat lijkt een miniem verschil, maar voor ons is dit uitermate belangrijk, zeker gelet op het tot nu toe falende beleid. De oorzaak daarvan is niet dat wij geen implementatiemaatregelen zouden hebben bedacht. Het heeft gewoon te maken met onwil. Die onwil moeten wij keren door hard achter het doel te staan. Ik blijf erbij dat ik op dat punt een toezegging wil. Als de minister het meent met die ambitie, kan zij dit ook zo uitspreken.
(...)
Minister Huizinga-Heringa:
Voorzitter. Er zijn nog een paar vragen gesteld en opmerkingen gemaakt.
(...)
Minister Huizinga-Heringa:
Mevrouw Ouwehand heeft nogmaals over de biodiversiteit en de ambitie gesproken. Nederland heeft natuurlijk zijn eigen nationale doel. Wij doen er alles aan om dat te halen, maar dit gaat over het doel dat voor Europa moet gelden. Ik begrijp de aandrang en het pleidooi om hierover duidelijk te zijn, maar ik heb in eerste termijn geprobeerd om mijn opstelling zo helder mogelijk duidelijk te maken: de ambitie is er echt en tegelijkertijd is
realisme nodig om te bekijken hoe wij die ambitie gaan bereiken en waarmaken. Het impact assessment komt samen met de maatregelen naar de Kamer. Dat betekent dat daar ook in de Kamer heel goed over gesproken kan worden. Ook dan kunt u uw invloed daar natuurlijk op laten gelden.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dit punt is voor de PvdD-fractie cruciaal. Ik wil daarover daarom een motie motie indienen.
(...)
Interessant voor jou
Bijdrage Ouwehand VAO CITES
Lees verderBijdrage Ouwehand Spoeddebat Oostvaardersplassen
Lees verder