Bijdrage Partij voor de Dieren aan Algemeen Overleg belemmeringen duurzame innovatie in de veehouderij
Voorzitter. Vandaag is het Dierendag. En in plaats van een extra kluifje voor de hond zouden we stil moeten staan bij de miljoenen dieren die lijden in de bio-industrie . Het dierenleed op ons bord.
Vandaag spreken we over de belemmeringen van duurzame innovatie in de veehouderij in Nederland. Een veehouderij waar de ondankbare hoofdrol is weggelegd voor de dieren. Dat zij de hoofdrol spelen lijkt de minister te vergeten in haar antwoord over duurzame innovatie in de dierhouderij. Dierenwelzijn als duurzaamheidscriterium komt daarin slechts zijdelings aan bod zoals ook het Rathenau Instituut al aangaf tijdens het ronde tafelgesprek in maart. De brief van de minister gaat vooral in op technische innovaties om onverminderd door te kunnen blijven produceren en de korte termijn negatieve effecten op het milieu hanteerbaar te maken.
Dit AO heeft duidelijk de insteek om vooral procedurele innovatie problemen te bespreken zoals: hoe krijgen we de subsidieregelingen toegankelijker en versimpelen we de vergunningverlening? Innovaties en investeringen in dierenwelzijn worden vooral als een extra, onnodige kostenpost beschouwd die de concurrentiepositie van de Nederlandse boer zou aantasten. En ook de menselijk maat der dingen lijkt niet meer te tellen als het gaat om schaalvergroting en innovatie. Varkensflats van 6 hectare bouwoppervlak lijkt geen haarbreed in de weg te worden gelegd.
Voorzitter. De minister spreekt gelukkig wel in haar brief over een hernieuwing van de licence to produce van de Nederlandse boer en over bijbehorende waarden als dierenwelzijn en een transparant productieproces. Dat betekent dat het productieproces met name op immateriële waarden duurzaam dient te zijn. En dat in het streven naar duurzame innovaties in de veehouderij deze waarden als basis moeten dienen. In de praktijk is dat helaas niet het geval.
De innovatieprojecten die het ministerie de afgelopen jaren heeft omarmd getuigen het tegendeel van rekening houden met de intrinsieke waarde van het dier: zoals de ontwikkeling van de varkensflat en de ontwikkeling van een megamelkbedrijf (Cowmunity).
Om milieuproblemen te verminderen, zoals de gigantische uitstoot van ammoniak, en broeikasgassen worden stallen nog verder afgedicht. De symptomen worden bestreden met 15 miljoen euro overheidssubsidie voor luchtwassers. Terwijl het CE in 2005 al berekende dat de maatschappelijke kosten van de uitstoot van ammoniak uit de veehouderij meer dan 1 miljard euro per jaar bedragen . Burgers sponsoren de veehouderij dus via de blauwe envelop: meer dan 60 euro per jaar betaalt elke burger mee aan het opruimen van de ammoniakvervuiling.
In het door de overheid gesubsidieerde innovatieproces wordt de veehouderij, door de waanzin van het zogenoemde vooruitgangsdenken, groter en efficiënter. Koste wat het kost willen de sector en deze minister de slager en melkboer van de wereld blijven. En die kostprijs moet daarom omlaag, roept het advieslegertje van de toeleverende industrie.
Dat het ten koste gaat van de dieren die worden gehouden, wordt slechts gezien als een vervelend imagoprobleem. Met windowdressing projecten zoals ‘Varkens in Zicht’ en ‘Stichting weidegang’ wordt geprobeerd de consument te winnen voor de bio-industrie, terwijl achter de schermen in hermetisch afgesloten stallen het dierenleed zich letterlijk opstapelt. De minister stelt in haar brief dat een transparant productieproces belangrijk is voor het behouden van de licence to produce. Hoe staat zij tegenover deze imago projecten en doen die volgens haar recht aan de noodzakelijke transparantie?
Hoogleraar Dier en Maatschappij, Elsbeth Stassen stelt dat schaalvergroting van meer dan 1000 koeien per bedrijf ten koste gaat van de zorg voor dieren . Toch zijn er nu al plannen om in Groningen zo’n bedrijf neer te zetten.
1. Wat vindt de minister van een bedrijf van meer dan 1000 koeien en hoe verhoudt dit zich tot het belang van de licence to produce?
Verantwoordelijkheid voor maatschappelijke waarden zoals dierenwelzijn, milieu en klimaat is onlosmakelijk verbonden met duurzame innovatie. Duurzame innovatie in de veehouderij is dus:
• Het erkennen van de eigen waarde van het dier;
• De mogelijkheid geven om soorteigen gedrag te vertonen;
• Het uitbannen van pijnlijke ingrepen;
• Een uitloop naar buiten bieden;
• Robuuste dieren houden die niet afhankelijk zijn van antibiotica en ander medicijngebruik en tegen een stootje kunnen (van Genomics naar modernisering van traditionele veredeling en fokkerij-Biologica);
• Diergezondheidsmaatregelen baseren op wat het beste is voor dieren en niet de economie te laten leiden in keuzes ten aanzien van wel of niet vaccineren.
De overheid kan deze duurzame innovatie ondersteunen door alleen de ontwikkeling van diervriendelijke huisvestingsystemen te financieren en daarbij geen concessies te doen aan het dierenwelzijn of symptoombestrijding te ondersteunen.
* Is de minister bereid om dierenwelzijn een randvoorwaarde te laten zijn van het innovatiebeleid?
Dank u wel
Interessant voor jou
Bijdrage Partij voor de Dieren aan Schriftelijk Overleg Aviaire Influenza
Lees verderBijdrage Partij voor de Dieren aan Debat over referendum Europees verdrag
Lees verder