Bijdrage Partij voor de Dieren tbv verslag wetsvoorstel maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast
Wijziging van de Gemeentewet, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht ter regeling van de bevoegdheid van de burgermeester en de bevoegdheid van de officier van justitie tot het treffen van maatregelen ter bestrijding van voetbalvandalisme, ernstige overlast of ernstig belastend gedrag jegens personen of goederen (maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast)
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben met verbazing kennisgenomen van de inhoud van voorliggend wetsvoorstel. De leden plaatsen met name vraagtekens bij de voorgestelde nieuwe bevoegdheden van de burgemeester en de criteria die zullen worden gehanteerd bij het toepassen van de preventieve maatregelen.
In de memorie van toelichting bij dit wetsvoorstel wordt gesteld dat preventieve instrumenten van de overheid dienen te worden versterkt om bepaalde gedragingen die kunnen leiden tot overlast te voorkomen. De Raad van State stelt in zijn advies aangaande het wetsvoorstel dat de overheid een verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van stelselmatige overlast in de publieke ruimte die de veiligheid en leefbaarheid ernstig bedreigen of aantasten. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren onderschrijven die stelling. De Raad schrijft verder dat indien het samenstel van bestaande bevoegdheden ontoereikend zou zijn voor effectief overheidsoptreden, de vraag aan de orde komt of de wetgever meer mogelijkheden moet en kan bieden. De leden vinden met de Raad van State dat aan toekenning van nieuwe bevoegdheden steeds een analyse ten grondslag liggen van het probleem dat het scheppen van nieuwe bevoegdheden noodzakelijk maakt en aldus moet rechtvaardigen. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zijn niet overtuigd van de noodzaak tot en rechtvaardiging van het scheppen van de nieuwe bevoegdheden. Is het kabinet bereid alsnog een dergelijke analyse uit te voeren en dit voorstel tot nader order in te trekken? De leden vernemen graag op welke wijze is vastgesteld dat het bestaande pakket aan maatregelen nog niet toereikend is voor de aanpak van bepaalde vormen van ernstige overlast en welke onderzoeken hiertoe zijn uitgevoerd.
Het wetsvoorstel maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast beoogt nieuwe bevoegdheden te creëren voor burgemeester en officier van justitie. De burgemeester kan ingevolge het wetsvoorstel een gebiedsverbod en een meldingsplicht opleggen aan iemand die herhaaldelijk in groepsverband de openbare orde verstoort. De officier van justitie kan een gedragsaanwijzing, in de vorm van een gebiedsverbod, een contactverbod –eventueel in combinatie met een meldingsplicht- of een begeleidingsverplichting, opleggen aan iemand die verdacht wordt van een strafbaar feit, als tegen de verdachte ernstige bezwaren bestaan. Met name ten aanzien van de uitbreiding van de bevoegdheden van de burgemeester hebben de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren met verbazing de reactie vernomen van het kabinet op het advies van de Raad van State. De Raad wijst op adviezen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) waaruit blijkt dat zij hierin terughoudend zijn en dat er vooruit wordt gelopen op de resultaten van een lopend onderzoek gericht op het creëren van meer samenhang in de bevoegdheden van de burgemeester op het gebied van de openbare orde. De leden ontvangen hierop graag een nadere toelichting, waarbij dieper wordt ingegaan op de urgente noodzaak die wordt ervaren om de burgemeester van de genoemde bevoegdheden te voorzien. Wie ervaart deze noodzaak en op welke wijze is dit vastgesteld?
Het verbaast de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren dat met het wetsvoorstel een gelijk pakket aan bevoegdheden wordt gecreëerd voor de bestrijding van verschillende soorten overlast. Zo is voetbalvandalisme van een geheel andere aard dan hanggedrag van jongeren op straat en ligt het niet zonder meer voor de hand om tegen beide fenomenen dezelfde maatregelen in te zetten. Gedegen analyses van de door het kabinet aangemerkte vormen van overlast ontbreken echter in het wetsvoorstel.
Het kabinet geeft aan dat ‘bewoners en slachtoffers’ een vroegtijdige en kordate aanpak verwachten en dat zij de lokale autoriteiten daarop aanspreken. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren wijzen in dit verband met nadruk op de volgende opmerking van de Raad van State: “Er moet voor worden gewaakt dat bij problemen in de samenleving waarvoor de aandacht van de regering wordt gevraagd, direct zou worden gekozen voor het scheppen van nieuwe wettelijke instrumenten zonder dat eerst een grondige analyse is verricht van dat probleem, alsmede van de al bestaande mogelijkheden om het gericht aan te pakken, en zonder dat voldoende aandacht is besteed aan de toepassing van de bestaande bevoegdheden in de praktijk”. De leden vernemen in dit verband graag hoe dit wetsvoorstel zich volgens het kabinet verhoudt tot bovengenoemde waarschuwing en welke kaders worden gehanteerd om de gevreesde ontwikkeling te voorkomen. Graag een reactie.
Het lijkt erop dat niet individuele analyses de grondslag hebben gevormd voor een goed beargumenteerde aanpak van de verschillende problemen, maar dat het wetsvoorstel slechts beoogt nieuwe bevoegdheden te creëren om werkelijke en vermeende overlastsituaties te lijf te gaan. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vinden dat het kabinet onvoldoende duidelijk heeft gemaakt waarom deze nieuwe bevoegdheden noodzakelijk zouden zijn. Voetbalvandalisme, (groeps)overlast door jongeren, geweld tegen homoseksuelen en dierenrechtenactivisme lijken zonder duidelijke, individuele probleemanalyses op één hoop te zijn gegooid.
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren maken zich zorgen over de manier waarop de problemen die te maken hebben met hanggedrag door jongeren worden benaderd. Zo lijkt het kabinet een definitie van veiligheid te hanteren die het gevoel van veiligheid centraal stelt. Hoewel beleving een belangrijk element vormt van het veiligheidsbegrip, moet ervoor worden gewaakt dat groepen jongeren op straat op zichzelf al als een bedreiging worden aangemerkt. Het simpele feit dat mensen aangeven zich weleens onveilig te voelen op plekken waar groepen jongeren rondhangen, betekent nog niet dat rondhangende groepen jongeren daadwerkelijk een bedreiging vormen voor de openbare orde. Er kan immers evengoed sprake zijn van een verkeerde perceptie, wat om ander beleid vraagt dan nu wordt voorgesteld. Graag een toelichting hierop. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vragen zich verder af waarom het kabinet het ‘zonder redelijk doel rondhangen bij gebouwen of portieken’ en het ‘betreden van plantsoenen’ als ordeverstorende gedragingen ziet. Een heldere definitie van het begrip ‘ordeverstorende gedraging’ ontbreekt. Ook het door het kabinet genoemde gedrag ‘intimiderend overkomen’ verdient nadere opheldering. (p. 3 en 4)
In de memorie van toelichting geeft het kabinet aan dat de nieuwe bevoegdheden ook kunnen worden toegepast op radicaal dierenrechtenactivisme. (p. 10) Echter, een nadere analyse en onderbouwing ter rechtvaardiging ontbreekt. Zo geeft het kabinet niet aan welke achtergronden zij ziet bij radicaal dierenrechtenactivisme en wanneer er precies sprake is van overlast. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vragen zich af waarom het kabinet niet aangeeft of en op welke wijze zij de Evaluatie van de Wet op de dierproeven (maart 2005) ter harte heeft genomen waar het de aanbevelingen betreft in relatie tot het klimaat rondom het dierenrechtenactivisme. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren missen (een analyse van de) activiteiten van het kabinet die erop gericht zijn om de voedingsbodem voor gewelddadig activisme weg te nemen. Deze leden missen tevens een analyse van de toepassing van reeds bestaande bevoegdheden voor repressie en preventie, waarbij wordt aangegeven met welke frequentie die bevoegdheden zijn toegepast en wat de effectiviteit van de maatregelen is (geweest). Deze leden achten –met de Raad van State- een dergelijk analyse onmisbaar voordat überhaupt kan worden overwogen nieuwe bevoegdheden in het leven te roepen.
Het kabinet stelt dat een bevoegdheid alleen wordt toegepast jegens een persoon die structurele ernstige overlast veroorzaakt, dan wel bij wie zich ernstig belastend gedrag jegens personen (dreigt) voor te doen (p.32). Hiervoor is gedegen dossieropbouw nodig, schrijft zij, op basis waarvan besloten kan worden tot een of meer van de voorgestelde maatregelen. (p.14-15) De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vragen zich af hoe en door wie het oordeel wordt gevormd dat een persoon ‘structurele ernstige overlast’ veroorzaakt. Het wetsvoorstel wekt de suggestie dat het dossier nodig is bij de totstandkoming van dit oordeel. Kan het kabinet dit verklaren? Wanneer wordt iemand getypeerd wordt als ‘ordeverstoorder’? Welke criteria gelden daarvoor, en wie heeft de bevoegdheid om een persoon als ‘ordeverstoorder’ aan te wijzen?
De werkwijze die het kabinet ten aanzien van de dossiervorming beschrijft is al gebruikelijk bij de persoonsgerichte aanpak van veelplegers, zo stelt zij. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vragen zich af of hiermee ordeverstoring op één lijn wordt gesteld met recidivistisch crimineel gedrag. Kan het kabinet hier duidelijkheid over verschaffen?
Ten aanzien van de dossiers hebben de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren de volgende vragen:
- Welke criteria heeft het kabinet opgesteld voor de opname van gegevens in de dossiers?
- Worden vermeende ordeverstoorders ingelicht over het aanleggen van hun dossiers, en hebben zij recht op inzage?
- Waar kan een vermeende ordeverstoorder terecht indien hij het oneens is met de inhoud van zijn dossier en/of de totstandkoming daarvan?
- Heeft het kabinet voorzien in onafhankelijke toetsing van de dossiers?
- Wie heeft toegang tot de dossiers en hoelang worden deze bewaard?
Interessant voor jou
Bijdrage Algemeen Overleg Europese Raad
Lees verderBijdrage Partij voor de Dieren voortzetting debat Wijziging van de Natuurbeschermingswet
Lees verder