Bijdrage SO Milieuraad 16 december 2015
Inbreng Partij voor de Dieren SO Milieuraad 16 december 2015
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de geannoteerde agenda van de Milieuraad. Zij willen graag nog enkele vragen stellen.
NEC-Richtlijn
De leden van de PvdD-fractie wijzen erop de dat veehouderij een zeer groot aandeel heeft in de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen. De herziening van de NEC-Richtlijn (National Emission Ceilings) biedt kansen om deze verontreiniging, die zeer veel schade toebrengt aan het milieu, de natuur en de volksgezondheid, aan te pakken. De staatssecretaris schrijft dat Nederland zich in de Milieuraad zal inzetten voor haalbare en kostenefficiënte reductiepercentages. Op welke reductiepercentages doelt zij hier? De leden van de PvdD-fractie begrijpen niet waarom Nederland zich verzet tegen het opnemen van een methaanplafond. Immers, methaan is een krachtig en snel werkend broeikasgas. Het verminderen van de uitstoot van methaan is een snelle en goedkope manier om forse klimaatwinst te boeken. Door het inkrimpen van de veel te grote veestapel in Nederland kan een grote reductie van methaanuitstoot snel bereikt worden. Graag een reactie.
Reactie staatssecretaris
Zoals aangegeven door de D66-fractie is methaan een broeikasgas, dat ook bijdraagt aan de vorming van ozon. Het is daarmee een heel belangrijke stof in het kader van klimaatbeleid. Nederland heeft nog geen standpunt kunnen innemen ten aanzien van een methaanplafond omdat de beschikbare technische en economische onderbouwing hiervoor onvoldoende is. Een aantal van de vragen over het methaanplafond is dan ook voor mij nog niet te beantwoorden. Samen met andere lidstaten heb ik de Commissie gevraagd om een verbeterde onderbouwing. Ik zal dit verzoek tijdens de Milieuraad herhalen.
Tussentijdse evaluatie EU Biodiversiteitsstrategie
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben reeds een uitgebreide reactie gegeven op de tussentijdse evaluatie van de EU 2020 Biodiversiteitsstrategie [KS 2015D42569]. Deze leden vragen de staatssecretaris deze reactie mee te nemen naar de komende Milieuraad.
De leden van de PvdD-fractie willen bij deze nogmaals benadrukken teleurgesteld te zijn over de resultaten die zijn geboekt met de afgesproken bescherming van natuurgebieden en biodiversiteit. Slechts een van de zes doelen van de biodiversiteitsstrategie is enigszins op weg om in 2020 gehaald te worden; namelijk de bestrijding van exoten. Hiermee komt het hoofddoel om uiterlijk in 2020 het verlies aan biodiversiteit in Europa te stoppen niet eens in het zicht. Dit terwijl het verlies van biodiversiteit al in 2010 gestopt had moeten worden.
De zeer slechte staat van de Nederlandse natuur en de afgenomen biodiversiteit zou voor het Kabinet reden moeten zijn om alle zeilen bij te zetten. De leden van de fractie van de PvdD zien echter een weinig ambitieuze inzet. Graag een reactie waarom de Nederlandse inzet zich beperkt tot slechts een van zes doelen; namelijk de uitvoering van de Europese natuurwetgeving? Graag zien de leden van de PvdD-fractie een stevige inzet op de overige doelen. Met name duurzame landbouw verdient veel meer aandacht van deze staatssecretaris.
De landbouw en veehouderij zijn namelijk de grootste veroorzakers van de afname in biodiversiteit en verslechtering van de natuur, maar blijven buiten schot. Tijdens een conferentie over de fitness check in Brussel oogstte Elsa Nickel, directeur-generaal natuurbescherming van het Duitse ministerie uitte afgelopen maand minuten lang applaus vanwege haar kritiek op het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Zij concludeerde dat de doelstellingen van het GLB haaks staan op de natuurdoelstellingen. Het GLB steunt verdere industrialisering van de landbouw, terwijl dit type landbouw de natuur ernstig schaadt. Zonder herziening van het GBL, blijft overig natuurbeleid dweilen met de kraan open. Graag een reactie op de kritiek die Duitsland heeft geuit op het GLB[1]. Ziet de staatssecretaris in dat juist ook Nederland een goed voorbeeld van hoe het GLB de biodiversiteit en de natuur in ons land ernstige schade toebrengt? Graag krijgen de leden van de PvdD-fractie ook een uitgebreide reactie op de studie naar van de ‘vergroening’ van het GLB van het Duitse Instituut voor Agrarische Ecologie en Biodiversiteit (IFAB) en van het Instituut voor Europees Milieubeleid (IEEP) waaruit blijkt dat deze zogenaamde vergroening helemaal niets voorstel en geen zichtbare resultaten boekt. De leden van de PvdD-fractie hebben er steeds op gewezen dat alleen het daadwerkelijk aanpakken van de enorme belasting van de landbouw op de natuur, door het gebruik van landbouwgif en kunstmest aan te pakken en in te zetten op agro-ecologische landbouwpraktijken de druk die de landbouw legt op haar omgeving kan verminderen.
Met betrekking tot de fitnesscheck betreuren de leden van de PvdD-fractie het dat Nederland zich niet uitspreekt voor behoud en betere implementatie van natuurrichtlijnen, terwijl andere landen als Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië, Polen, Slovenië, Roemenië en Kroatië en Luxemburg dit wel doen. Graag een reactie waarom Nederland zich hierover niet uitspreekt, terwijl uit de EU draft Emerging findings[2] blijkt dat de Europese natuurregelgeving effectief is en de economische voordelen de kosten van de implementatie ver overstijgt. Voor deze leden is het nog steeds een raadsel hoe de inzet van Nederland “vereenvoudiging en meer flexibele en dynamische invulling van de Europese regels” bijdraagt aan het behalen van de natuurdoelen en waarom hier voor gekozen wordt nu blijkt dat het vooral de implementatie flink tekort schiet. Graag een reactie.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie maken zich zorgen over de uitvoering van het vijfde biodiversiteitsdoel ‘Betere bescherming tegen invasieve soorten’. De door de Commissie voorgestelde lijst van invasieve exoten bevat soorten die niet aan de criteria voldoet zoals de rode neusbeer. Deze dieren zullen daardoor uitgeroeid worden zonder enige noodzaak. Europe stemt op 2 december over de exoten lijst. De leden van de Partij voor de Dieren vragen de staatssecretaris met spoed aan te dringen op uitstel van stemmingen. Graag een tijdige reactie.
Reactie staatssecretaris
De Europese natuurdoelen staan voor het kabinet niet ter discussie. Mede dankzij de VHR is de neergang van de biodiversiteit in algemene zin gestopt. Wel moeten er verdere stappen gezet worden, zoals ook blijkt uit verschillende rapporten die in de afgelopen maanden zijn uitgekomen over de staat van de natuur. In de Rijksnatuurvisie is bijvoorbeeld aangegeven dat koppeling van natuurontwikkeling en -verbetering aan andere maatschappelijke opgaven, zoals waterbeheer, kan bijdragen aan een betere natuur. Gezien wordt nu dat deze koppeling niet altijd goed uitgevoerd kan worden. De uitvoering van de VHR moet dit beter mogelijk maken, waarbij het kabinet dit bij voorkeur binnen de bestaande Richt-lijnen ziet.
Negen lidstaten hebben een brief aan de Europese Commissie gestuurd met de oproep de VHR niet te wijzigen. De ondertekenaars willen de aandacht richten op de implementatie en zijn bereid mee te werken aan verbetering van de praktische uitvoering. Deze oproep loopt vooruit op de afronding van de fitness check en op de inhoudelijke discussie over hoe om te gaan met de ondervonden knelpunten, waarmee deze volgens het kabinet voorbarig is.
(..)
Zoals blijkt uit een eerdere brief aan uw Kamer (Kamerstuk 26 407, nr. 100) zet Nederland in op het behalen van alle zes de doelen.
(..)
In 2013 is het Gemeenschappelijk Landbouwbouwbeleid voor de periode 2014 – 2020 vastgesteld door de Raad en het Europees parlement. In de aanloop naar een discussie over de herziening van het GLB na 2020 of een eventuele tussentijdse evaluatie zijn alle bijdragen aan de discussie welkom.
De leden van de PvdD-fractie ontvangen graag een uitgebreide reactie op de studie naar «vergroening» van het GLB door het Duitse Instituut voor Agrarische Ecologie en Biodiversiteit (IFAB) en het Instituut voor Europees Milieubeleid (IEEP). Deze studie beschrijft de invulling van de vergroeningsmaatregelen door een aantal lidstaten (waaronder Nederland) en geeft daar een oordeel over. De vergroeningsmaatregelen zijn sinds het begin van 2015 van kracht. Het kabinet acht het niet goed mogelijk om binnen één jaar nadat de maatregelen in werking zijn getreden een oordeel te geven over het effect van de maatregelen.
(..)
De leden van de PvdD-fractie willen dat aangedrongen wordt op uitstel van stemmingen over de exotenlijst. De Staatssecretaris van EZ is bereid de Europese Commissie te verzoeken de stemming, die gepland is op 4 december 2015, enige tijd uit te stellen.
Circulaire economie
De leden van de PvdD-fractie zijn overtuigd van de noodzaak van een ambitieus pakket Circulaire Economie. Het nieuwe pakket zal op 2 december gepresenteerd worden. Op basis van wat er daarover tot nu toe naar buiten is gekomen is de verwachting dat het nieuwe pakket veel te weinig ambitie en maatregelen zal bevatten om daadwerkelijk een snelle transitie naar een circulaire economie te stimuleren. Deelt de staatssecretaris deze zorg? De Europese Commissie zal het pakket op de aankomende Milieuraad presenteren. Is de staatssecretaris bereid om tijdens deze Raad nog niet inhoudelijk te reageren op het pakket en het eerst met het parlement te bespreken? Kan de staatssecretaris aangeven welke onderdelen en maatregelen zij als absoluut noodzakelijke ingrediënten ziet voor een ambitieus pakket Circulaire Economie?
De staatssecretaris schrijft dat Nederland ervoor wil zorgen dat de partijen die de transitie zullen realiseren een stem behouden in de ontwikkeling van het pakket. Op welke partijen doelt zij hier precies?
Antwoord staatssecretaris
Het circulaire economiepakket van de Commissie wordt op 2 december a.s. gepubliceerd. De appreciatie van die voorstellen zal ik u doen toekomen in de vorm van een BNC-fiche (kabinetsstandpunt) in januari 2016. Bij de beantwoording van uw vragen kan ik niet vooruit lopen op de inhoud van het pakket of het kabinetsstandpunt hierover. Wel kan ik aangeven wat mijn ambitie is ten aanzien van de behandeling van het voorstel tijdens het Nederlandse Voorzitterschap; zie hiervoor mijn reactie op onderstaande vragen. De leden van de PvdD-fractie vragen mij aan te geven welke onderdelen en maatregelen ik als absoluut noodzakelijke ingrediënten zie voor een ambitieus circulaire economiepakket. Op 23 juni jl. heeft u de position paper en de aanvullende voorstellen ontvangen (Kamerstuk 22 112, nr. 1979) die Nederland heeft aangeboden als een handreiking aan de Europese Commissie voor het nieuwe voorstel over circulaire economie. Deze documenten geven de onderdelen en maatregelen weer die ik als noodzakelijk zie voor een ambitieus circulaire economiepakket. Niettemin zult u nog het kabinetstandpunt op basis van het daadwerkelijke Commissievoorstel ontvangen. De leden van de VVD, GroenLinks en PvdD-fracties vragen naar mijn inbreng ten aanzien van het circulaire economiepakket in de Milieuraad. Circulaire economie is één van mijn prioriteiten voor het Nederlandse EU-Voorzitterschap. Mijn rol is daarbij om een onpartijdige en betrouwbare voorzitter en bemiddelaar te zijn. Ik ga mij inzetten voor een breed gedragen en ambitieus standpunt van de Raad. In de Milieuraad van 16 december zal de Europese Commissie dit pakket presenteren. Er zal geen inhoudelijk debat plaatsvinden; het is dan ook niet gepast om de Nederlandse standpunten voor het voetlicht te brengen. De Nederlandse inbreng voor het pakket heb ik voorafgaand aan het Voorzitterschap reeds met de Commissie en Lidstaten gecommuni-ceerd. Tijdens deze Raad zal ik wel toelichten hoe ik mijn Voorzitterschap invul, ook op het gebied van circulaire economie.
Om een daadwerkelijke systeemverandering in de EU te kunnen faciliteren vind ik het belangrijk dat we een inclusieve en integrale aanpak hanteren. Vóór de discussies over het Commissievoorstel in Raad organiseer ik daarom op 25 en 26 januari samen met de Europese Commissie een stakeholderbijeenkomst, «Unwrapping the Package». Bedrijven, NGO’s en andere niet-statelijke actoren krijgen daar de gelegenheid om in dialoog te treden over het nieuwe voorstel. Ik wil Lidstaten graag inspireren met signalen en concrete voorbeelden uit de samenleving. Mijn intentie is om de uitkomsten van deze stakeholderbijeenkomst mee te nemen naar de Milieuraad in maart en deze daar onder de aandacht te brengen.
Presentatie werkprogramma EU-Voorzitterschap
Het onderwerp van het zo snel mogelijk uitfaseren van hormoonverstorende stoffen heeft de staatssecretaris in een eerder stadium benoemd als een van de prioriteiten van Nederland tijdens haar EU-voorzitterschap. Dit belangrijke onderwerp wordt nu niet meer genoemd in de lijst van onderwerpen die de staatssecretaris wil presenteren als haar werkprogramma. Waarom niet? De leden van de PvdD-fractie zien dit graag wederom toegevoegd.
Reactie staatssecretaris
In het werkprogramma ontbreekt inderdaad het onderwerp hormoonver-storende stoffen. De reden is dat belangrijke activiteiten van de Europese Commissie nog niet zijn afgerond, zoals het opstellen van criteria voor identificatie van deze stoffen. Het voorstel hiertoe van de Commissie wordt pas na het Nederlandse Voorzitterschap verwacht en kan daardoor geen onderdeel vormen van het werkprogramma van Nederland. Het adequaat reguleren van hormoonverstorende stoffen blijft zeker een belangrijk punt waar ik me voor in zet, in samenwerking met mijn collega’s van VWS, SZW en EZ.
Interessant voor jou
Bijdrage Thieme Debat over de Nederlandse inzet voor de klimaatconferentie in Parijs
Lees verderSO Additionele Regels ten behoeve van de groei van de melkveehouderij
Lees verder