Bijdrage Teunissen aan begroting Economische Zaken en Klimaat 2024
Voorzitter. Ik zal proberen het zo kort en krachtig mogelijk te houden. Ik wil mijn bijdrage graag beginnen met een woord van dank, een woord van dank richting al die bezorgde burgers, jongeren, ouderen, wetenschappers, leraren, doktoren, gemeenteambtenaren en een heleboel andere gewone mensen die hun tijd en energie opofferen om de strijd voor het klimaat te voeren. Ik denk aan de vreedzame demonstranten van Extinction Rebellion die bespoten werden met waterkannonnen, terwijl ze hun demonstratierecht uitoefenden. Maar ik denk ook aan al die andere mensen die op hun eigen manier voor het klimaat vechten, bijvoorbeeld door niet meer te vliegen, door te stoppen met vlees eten, door een groene onderneming te beginnen of door te strijden tegen het kappen van bomen. Ik heb het over iedereen die zich inzet voor een schone, gezonde en rechtvaardige wereld en over iedereen die zich inzet tegen de opwarming van de aarde. Dat vergt moed in deze barre tijden. Dank jullie wel!
Voorzitter. De realiteit is helaas dat huidige en toekomstige generaties hoe dan ook te maken zullen krijgen met de catastrofale gevolgen van de opwarming van de aarde. Het KNMI-rapport van gisteren heeft dat heel duidelijk laten zien: hitte, droogte en zeespiegelstijging. Doordat de mensheid niet heeft gehandeld toen dat nog kon — dat was ongeveer rond het uitkomen van het rapport van de Club van Rome, Grenzen aan de groei, in de jaren zeventig van de vorige eeuw — zullen wij en onze kinderen moeten omgaan met de gevolgen.
Maar er is wel degelijk reden tot hoop. Alle mensen over wie ik het net had, laten zien dat in actie komen werkt. De afgelopen tien jaar is de voorspelde opwarming van de aarde een hele graad lager geworden: van bijna 4 graden opwarming naar bijna 3 graden. Dat is nog steeds veel te veel, maar dit toont aan dat klimaatmaatregelen verschil maken. In Nederland zijn de fossiele subsidies op de kaart gezet. De regering gaat nu eindelijk werken aan verschillende scenario's voor een afbouwpad. Dat is mede dankzij de druk van iedereen die de straat op is gegaan.
Voorzitter. Verandering vraagt om moeilijke politieke keuzes. Dat is waar de politiek nu niet in slaagt. We krijgen die 3 graden niet nog verder omlaag als we geen moedige keuzes durven te maken. We krijgen die fossiele subsidies niet afgeschaft als niemand ervoor gaat betalen. Er moeten lastige politieke keuzes gemaakt worden en daarvoor moet een breed draagvlak gebouwd worden. We zien nu dat het klimaatbeleid tot stilstand dreigt te komen als dit niet snel gaat gebeuren. De Partij voor de Dieren ziet ook dat de minister voor Klimaat de klimaatcrisis wel degelijk serieus neemt. Het is goed nieuws dat de Kamer het klimaatbeleid niet controversieel heeft verklaard en dat we de EZK-begroting hier vandaag behandelen. Maar als je zo hard je best doet en 35 miljard euro belastinggeld in een Klimaatfonds stopt om de crisis op te lossen, moet je er wel voor zorgen dat aan het eind van de rit de problemen opgelost zijn. We kunnen het ten opzichte van de huidige en toekomstige generaties niet maken om hen op te zadelen met een uit de hand gelopen klimaatcrisis én een gigantische schuld, maar dat is helaas wel wat er nu dreigt te gebeuren.
Voorzitter. Om te beginnen zijn de Nederlandse klimaatdoelen niet in lijn met 1,5 graad. Klimaatneutraal in 2050 is simpelweg te laat. Dan souperen we meer van het wereldwijd beschikbare koolstofbudget op dan ons toekomt. In het Parool werd dat deze week "koolstofgraaien" genoemd. Hetzelfde geldt voor de Europese doelen: ook die zijn niet ambitieus genoeg. Dat zegt onder andere onze eigen Wetenschappelijke Klimaatraad. Vorig jaar heb ik op dit probleem gewezen. Toen zei de minister dat de koolstofbudgetbenadering wordt opgepakt door de Wetenschappelijke Klimaatraad en wordt meegenomen in het Klimaatplan 2024. Hoe staat het hiermee?
Voorzitter. Laten we vooral niet vergeten dat als partijen hier staan te juichen omdat die 55% uitstootreductie in 2030, het klimaatdoel van het kabinet volgens het PBL, voor het eerst in zicht komt, ze voor het gemak een heleboel uitstoot even niet meerekenen. Ik denk aan de uitstoot van Nederland in het buitenland: scope 2- en scope 3-emissies. Waar blijft het plan van de minister om dit mee te gaan nemen in het klimaatbeleid?
Dan het fabeltje dat VVD en CDA deze week in de krant weer proberen in stand te houden: we hoeven niets aan onze consumptie te doen om de klimaatdoelen te halen. Volgens het IPCC kan gedragsverandering, zoals energie besparen en minder vlees en zuivel eten, in rijke landen tot 40% tot 70% minder uitstoot leiden in 2050. We kunnen niet simpelweg doorgroeien op een eindige planeet. In Nederland is er nauwelijks beleid om minder en duurzaam te gaan consumeren. Ik wil graag van de minister weten wanneer hij met een plan komt om dat recht te zetten.
Een van de makkelijkste manieren om hier vandaag mee te beginnen, is het verbieden van fossiele reclame en vleesreclame. De minister zou hierover in gesprek gaan met experts en de sector. Ik wil graag weten hoe het daarmee staat. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid zegt dat beprijzen niet genoeg is, maar dat inperken van reclame echt nodig is. De afbakening waar het nu al een paar keer over is gegaan, is heel simpel. Je kunt het tot drie sectoren beperken: de reclame voor steenkoolproductie, olie- en gasproductie, en luchtvaartbedrijven en luchthavens. Een uitzondering zijn dan bedrijven die nu al voor minder dan 5% van hun inkomsten afhankelijk zijn van fossiele brandstof.
Voorzitter. Het tweede fundamentele probleem met dit klimaatbeleid is dat het onrechtvaardig is. Uit het rapport van de WRR over klimaatrechtvaardigheid bleek dat het heel belangrijk is voor het draagvlak van het klimaatbeleid dat grote vervuilers gaan betalen. In Nederland gebeurt het tegenovergestelde. Neem de kunstmestfabriek. Een van de grootste vervuilers van Nederland op het gebied van broeikasgas en stikstof houdt met het product kunstmest de intensieve landbouw in stand, terwijl we daar juist vanaf moeten om het klimaat en de natuur te redden. Die maakte vorig jaar zeven keer zoveel winst als het jaar daarvoor, profiteert van fossiele subsidies en betaalt bijvoorbeeld geen cent energiebelasting. Tata Steel is niet de enige fabriek die een ramp is voor omwonenden. Inwoners van Sluiskil moeten leven met het stof en de stank van deze kunstmestfabriek.
Wat doet het kabinet? Met dat bedrijf om tafel om te vragen of ze subsidie willen en in ruil daarvoor alsjeblieft een beetje minder kunnen vervuilen in 2030. Is het überhaupt aan de belastingbetaler om bedrijven die gigantische winsten maken, te subsidiëren om te verduurzamen? De minister geeft die bedrijven gewoon een nieuw verdienmodel cadeau, maar laat de winst in de zakken van de aandeelhouders verdwijnen, terwijl gewone mensen zich zorgen moeten maken over hun energierekening in de aankomende winter. Een betere manier om je draagvlak voor het klimaatbeleid onderuit te schoffelen, kan ik niet bedenken.
Wanneer is het genoeg? Wanneer zet het kabinet eindelijk de belangen van mensen in tochtige huizen en omwonenden van de vervuilende industrie voorop? Als je het als overheid al goedvindt om grote vervuilers te subsidiëren, eis dan op z'n minst zeggenschap en een aandeel van de winst ervoor terug, en dwing bedrijven te opereren in lijn met 1,5 graden, in de vorm van een klimaatplicht. Laat ze niet wegkomen met nog jaren uitstoten ten koste van alles wat ons dierbaar is.
We hebben een transitie nodig naar een duurzame industrie die opereert binnen de grenzen van klimaat, natuur en gezondheid van omwonenden. Maar dit kabinet weigert die uitdaging integraal te bekijken. Er worden miljarden gesmeten naar de Shells en Yara's van deze wereld. Maar als het aan dit kabinet ligt, zitten we aan het einde van de rit nog steeds met de gigantische industrie voor allerlei spullen waar we nu juist vanaf willen. Plastic, benzine, diesel en kunstmest zijn sterk vervuilende producten waar prima alternatieven voor bestaan. Ik heb de afbouwpaden nog niet gezien. Ik denk dat het belangrijk is dat een volgend kabinet de verduurzaming van de industrie en de circulaire economie bij één bewindspersoon neerlegt, want deze transities zijn sterk met elkaar verbonden. Ik mis echt het bredere verhaal.
Voorzitter. Dat brengt me op het volgende punt. Het kabinet zet geen systeemverandering in gang. Ik blijf nog even bij de mest, niet bij de kunstmest, maar bij de landbouw en in het bijzonder de vee-industrie. In de klimaatdebatten hebben we het over energie, mobiliteit en industrie, maar vooral niet over de olifant in de kamer: de veehouderij. In geen enkel dossier is het belang van een fundamentele systeemverandering waarbij alles integraal wordt opgelost, dus stikstof, klimaat, water, zoönosen, dierenwelzijn en het verdienmodel van de boer zo helder. En toch lezen we ook dit jaar weer dat het PBL nog steeds niet kan uitrekenen wat de belangrijkste maatregel voor de landbouw, het Nationaal Programma Landelijk Gebied, gaat doen voor het klimaat. Ondanks dat het ibo klip-en-klaar stelt dat je niet onder forse krimp van het aantal dieren in de veehouderij uitkomt als je de klimaatdoelen voor de landbouw wil halen, blijft het bij vrijwillige uitkoopregelingen voor de landbouw die geen zoden aan de dijk zetten. We weten dat de minister voor Klimaat het anders moet willen, maar waarom heeft hij dit onderdeel van het klimaatbeleid dan volledig uit handen gegeven aan zijn collega's op LNV? Hij accepteert vertraging op vertraging. Waar is de doorzettingsmacht waar de minister het bij zijn aantreden over had? Hij is degene die er last van heeft, want het zijn zijn energieprojecten die in de knel komen door een gebrek aan actie. De Partij voor de Dieren vindt het dan ook ongelofelijk dat er opnieuw gemarchandeerd wordt met natuurregels in de RED III in plaats van dat het probleem bij de bron wordt aangepakt.
Ook de Programmatische Aanpak Stikstof, de PAS, het drama waarmee dit allemaal begon, is er ooit gekomen met een beroep op duurzame energieprojecten die doorgang moesten vinden. Wat ook verbazing wekt, is de megastimulering van groengas uit mestvergisting die het kabinet in gang heeft gezet. We ontvangen daar binnenkort een wetsvoorstel over. De agro-industrie en de Rabobank zijn heel blij, want als boeren zich bij de bank eenmaal in de schulden hebben gestoken om zo'n vergister aan te schaffen, blijven ze wel intensief dieren houden, want je hebt immers een constant overschot van mest nodig om zo'n ding draaiende te houden. Het is een lock-in voor de intensieve veehouderij en een zeer onzekere bron van inkomsten voor de boer. Dit bewijst het feit dat mestvergisters niet kunnen draaien zonder subsidie. Ik wil graag van de minister weten hoe hij zijn groengasplannen rijmt met het feit dat er nog steeds geen landbouwvisie is, waarin het zou moeten draaien om duurzame landbouw en een goed verdienmodel voor de boer. Het lijkt me dat deze punten op zijn minst zouden moeten worden meegewogen in zo'n visie.
Voorzitter. De klimaatcrisis en de natuurcrisis moeten in samenhang worden opgelost. Natuur is niet leuk voor erbij; natuur is keihard noodzakelijk voor schone lucht, drinkwater, voedsel en voor het halen van de klimaatdoelen. Daarvoor is een transitie in de landbouw noodzakelijk. Nederland slaat een modderfiguur als we, gezien de discussie in Nederland over de landbouw, daar helemaal niets over zeggen tijdens de COP. Is de minister bereid om de noodzakelijke transitie in de landbouw daar op de agenda te zetten?
Voorzitter, tot slot. Ondanks dat deze minister veel meer voor het klimaat heeft gedaan dan zijn voorgangers, zijn moeilijke keuzes nog steeds vooruitgeschoven. Zonder die keuzes halen we op geen enkele manier wat nodig is. Daarom is er veel meer politieke moed nodig.
Dank u wel.
Interessant voor jou
Bijdrage Van Esch aan commissiedebat externe veiligheid
Lees verderInbreng SO Landbouw- en Visserijraad 23/24 oktober 2023
Lees verder