Bijdrage Teunissen aan debat over de Landbouw- en Visserijraad
Voorzitter, ik val met de deur in huis. Vorige week werd weer duidelijk dat Nederland inbreukprocedures boven het hoofd hangen.
Europa start mogelijk een inbreukprocedure tegen Nederland, omdat Nederland niet optreedt tegen vissersschepen, die beschermde dieren als bruinvissen bijvangen. Graag hoor ik van de minister wat hij gaat doen om de inbreukprocedure te voorkomen? Hoe gaat hij paal en perk stellen aan deze schadelijke activiteiten?
Helaas is deze passieve houding van Nederland als het gaat om de bescherming van de natuur en biodiversiteit ook terug te zien in andere dossiers, zoals de recente kap van het Sterrebos.
Dat heeft de minister laten gebeuren, terwijl de kap onrechtmatig is, bijvoorbeeld omdat er beschermde bosuilen broeden. Als gevolg hiervan staat het bos in een straal van 75 meter rondom de bosuilen nog overeind. Die 75 meter regel geldt echter alleen bij regulier onderhoud. Kappen van bomen is vernietiging en geen onderhoud. De kap is dus in strijd met de wet.
Waarom heeft de minister niet ingegrepen? Is hij bereid om de provincie een aanwijzing te geven en de kap van laatste gedeelte volledig te stoppen?
Het is wrang is dat de minister de sloop van een bos in eigen land heeft laten doorgaan, en dat we nu spreken over hoe Nederland ontbossing elders tegen kan gaan.
Want ook in het buitenland heeft Nederland een grote impact op de toekomst van bossen. Nederland is de grootste Europese aanjager van ontbossing, vooral door de import van soja voor veevoer en palmolie. Daarom is het goed dat er eindelijk een ontbossingswet ligt. Alleen moet zo’n wet ook meteen goed worden neergezet. Nu is dat niet het geval.
De Partij voor de Dieren constateert een lange lijst met tekortkomingen in het voorstel. Zo beschermt de wet geen andere kwetsbare ecosystemen dan bos.
Hierdoor kan de uitbreiding van landbouwgronden in savannes, woodlands en graslanden ongestoord doorgaan en zich zelfs verplaatsen naar deze gebieden. In de Braziliaanse Cerrado bijvoorbeeld, is de helft van de natuur al aangetast, mede door de verplaatsing van ontbossing uit de Amazone naar de Cerrado. Dit zal alleen maar erger worden als we dit niet meteen regelen in de wet – en niet pas na 2 jaar, zoals de Commissie nu van plan is. Is de minister het met ons eens dat dit te laat is om de biodiversiteitsdoelen voor 2030 nog te halen? Is de minister bereid tijdens de raad aan te dringen op het vergroten van de reikwijdte van de wet tot ALLE kwetsbare natuurgebieden?
Ook het ontbreken van mais en rubber en afgeleide producten van soja en palmolie is een grote omissie in het voorstel. Het kan niet zo zijn dat we ontbossingssoja van de markt halen, maar meer vlees importeren van dieren die met ontbossingssoja zijn gevoerd.
Is de minister bereid te pleiten voor het opnemen van alle ontbossingsgoederen en afgeleide producten onder de wet?
Voorzitter, het kabinet wil ervoor pleiten om de 12 maanden-termijn voor implementatie van de wet te verlengen naar 24 maanden.
De Partij voor de Dieren vindt het niet te begrijpen dat de minister mogelijk wél akkoord gaan met het uitsluiten van kwetsbare natuurgebieden om snelheid te bevorderen, en tegelijk pleit voor een jaar uitstel. Hoe rijmt hij deze poging tot afzwakking van het voorstel met de koplopersrol die Nederland in wil nemen? Kan hij toezeggen dat hij bij de raad NIET gaat pleiten voor een latere inwerkingtreding?
Daarnaast maakt mijn partij zich zorgen over het benchmarkingsysteem, dat landen indeelt naar de kans is dat de grondstoffen niet ontbossingsvrij of niet legaal worden geproduceerd. Afhankelijk van het veronderstelde risiconiveau variëren de voorwaarden waaraan het gepaste zorgvuldigheidsproces moet voldoen. Het kabinet maakt zich hier ook zorgen over.
Kan de minister toezeggen deze zorgen bij de komende raad kenbaar te maken en ervoor te pleiten dezelfde strikte zorgvuldigheidseisen te stellen aan alle landen?
Voorzitter, tot slot het bijenrichtsnoer. Ik bedank de minister voor zijn inzet om, in lijn met de aangenomen moties van mijn fractie, tot een goede bescherming van bijen te komen zoals vastgelegd in het originele bijenrichtsnoer uit 2013.
Hommels en solitaire bijen zijn veel kwetsbaarder voor landbouwgif dan honingbijen en moeten dan ook strenger beschermd worden, ook volgens het oorspronkelijke bijenrichtsnoer., De appreciatie van het Ctgb vind ik zorgwekkend. En de vragen die het Ctgb aan de minister voorstelt zijn erg suggestief: ze sorteren voor op een oprekking van het beschermdoel. De derde vraag suggereert in feite om solitaire bijen helemaal niet meer te beschermen. Ik verzoek de minister dan ook om deze vragen niet te stellen en vast te houden aan het Nederlandse standpunt.
Interessant voor jou
Inbreng schriftelijk overleg Fiche: Mededeling en besluit ter wijziging Eigenmiddelenbesluit
Lees verderBijdrage Van Raan aan debat over de regionale energie strategieën en het Cluster Energie Strategie
Lees verder