Bijdrage Thieme Debat over de gevolgen van het verwerpen van de zorgwet in de Eerste Kamer
Voorzitter,
Mijn fractie was blij toen het wetsvoorstel dat de vrije artsenkeuze drastisch inperkt, sneuvelde in de Eerste Kamer. Blij omdat het ongehoord is dat het recht om een eigen arts, zorgverlener of zorginstelling te kiezen wordt geschrapt, tenzij je het kan betalen. Een tweedeling, tussen mensen die zich dat kunnen veroorloven, en mensen die dat niet kunnen zou dan een feit geworden zijn.
Voorzitter, de Partij voor de Dieren heeft zowel in de Tweede als Eerste Kamer tegen het wetsvoorstel gestemd. Leidraad voor dat stemgedrag zijn onze partijbeginselen mededogen, duurzaamheid, persoonlijke vrijheid en persoonlijke verantwoordelijkheid.
De PvdA heeft zich in de vreemdste bochten gewrongen om haar steun aan het wetsvoorstel in lijn te brengen met hun verkiezingsleus ‘Stop de marktwerking in de zorg'.
PvdA-senatoren die zich wilden houden aan hun eigen partijbeginselen, wordt nu verweten dat zij zich niet gedroegen als kritiekloze uitvoerders van een zorgakkoord. Voorzitter, een dergelijke opstelling van het kabinet de afgelopen dagen richting de volksvertegenwoordigers is een gotspe.
Voorzitter, het was te verwachten. De Partij van de Arbeid en de VVD kozen ervoor samen te gaan regeren. Wetende dat ze ideologisch diametraal tegenover elkaar staan. De wens om op het pluche te zitten, is groter dan vast te houden aan de partijuitgangspunten en alleen te regeren met partijen die op principiële punten dichter bij de politieke kleur staan. Dit Kabinet, een synergie van water en vuur, moest er koste wat kost van komen, terwijl men ook wist dat het in de Eerste Kamer niet op een meerderheid kon rekenen. Het was kennelijk in het landsbelang om een dergelijk instabiel kabinet, zowel ideologisch als democratisch, te vormen.
Het kabinet toont, vanwege het gebrek aan visie, daadkracht in vooruitschuiven en afschuiven: moeilijke kwesties rondom zorg, onderwijs, landbouw en natuur worden over de schutting gegooid richting provincies en gemeenten. Politiekgevoelige kwesties worden niet in het parlement behandeld, maar in achterkamertjes afgedaan bij Algemene Maatregelen van Bestuur.
Om maar op het pluche te kunnen blijven zitten, is het Kabinet zelfs bereid om het parlement, de Eerste Kamer in het bijzonder, buitenspel te zetten. Als het nieuwe wetsvoorstel weer wordt verworpen in de Senaat, dan drukt het kabinet de inperking van de vrije artsenkeuze door via een AMvB. De akkoorden met de zorgverzekeraars staan dus boven een democratische legitimiteit voor het inperken van zo'n belangrijk patiëntenrecht. Ongehoord, voorzitter.
Voorzitter, honderdduizenden mensen die van die zorg afhankelijk zijn, zijn hun zorg niet meer zeker. In de gezondheidszorg staat niet langer de mens centraal maar de rekening. Mantelzorg is het nieuwe mantra in de door het Kabinet gewenste participatiesamenleving. Maar de coalitiepartijen zijn zelfs niet bereid om, na de crisis die ze zelf veroorzaakt heeft, de mantelzorg bij PGB-ers veilig te stellen met een noodwet die de tarieven voor niet-professionele zorg reguleert.
Voorzitter, we hebben te maken met een kabinet dat van de ene naar de andere ijsschots moet springen om geen nat pak te halen. Het is niet verwonderlijk dat tweederde van de kiezers geen vertrouwen heeft in dit kabinet. Wat we daarvan moeten leren, voorzitter, is dat politiek veel meer is dan managen en besluiten nemen. Politiek gaat over geloofwaardigheid en idealen en visie. En daar ontbreekt het aan.
We weten inmiddels hoe deze participatiepolitiek met gelegenheidsakkoordjes werkt. Het heeft maar één doel: Tijd kopen. Hopen op betere tijden, en intussen schuilen bij elkaar, ondanks gebrek aan politieke geestverwantschap.
Voorzitter, kiezers hebben geen vertrouwen in opportunistische politiek. Volgend jaar zijn er tenminste twee verkiezingen. Zodat niet alleen politici zich kunnen uitspreken over wat in het landsbelang is, maar ook de kiezers. In dat kader zal het u niet verbazen dat ik voorts van mening ben dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.
Interrupties bij andere partijen:
De heer Samsom (PvdA): Over de hoeveelheden artsenkeuzes zijn de afgelopen weken ook in de kranten vele verhalen geschreven van diverse pluimage. Ik denk dat dat debat ook in deze Kamer al uitgebreid is gevoerd. Waar ik het over heb, is de situatie die afgelopen dinsdag ontstond, toen het wetsvoorstel werd verworpen. In de brief die nu naar de Kamer is gestuurd, wordt een aangepast wetsvoorstel aangekondigd. Dat biedt kansen om een aantal dingen te verbeteren ten opzichte van het vorige wetsvoorstel. Laten wij nu niet het vorige wetsvoorstel tot in het laatste detail bediscussiëren. Dat mag wat mij betreft, maar daar lijkt dit mij niet het debat voor. Ik constateer alleen dat de aanpassingen die zijn aangekondigd in de brief van het kabinet mijn fractie tevreden stemmen, omdat zij kansen bieden om de positie van de patiënt te versterken, de keuzes te borgen en de positie van de verzekerden ten opzichte van de steeds groter wordende verzekeraars te versterken. Dat lijkt ons winst.
Mevrouw Thieme (PvdD): Veel mensen thuis die dinsdag hoorden dat het wetsvoorstel was afgewezen door de Eerste Kamer, waren blij. Zij dachten: gelukkig, het zal toch niet zo zijn dat de vrije artsenkeuze wordt ingeperkt. Nu wil ik heel graag van de heer Samsom weten of die mensen inderdaad terecht blij kunnen zijn of dat zij straks gewoon weer te maken hebben met eenzelfde wetsvoorstel, waarin er hier en daar wat meer zeggenschap is voor de patiënten, maar waarvan de kern, namelijk een inperking van de vrije artsenkeuze, gewoon staat. Daar wordt niet aan getornd.
De heer Samsom (PvdA): Ik kan niet voor die mensen spreken. Ik ken hun afwegingen niet. Ik ken wel die van mijzelf en van mijn fractie. Dit wetsvoorstel gaat in de kern niet alleen hierover, maar over heel veel zaken die de kwaliteit van de zorg kunnen verbeteren en de transparantie van de polissen kunnen vergroten. Daarmee kan ervoor worden gezorgd dat te dure, overbodige of slechte zorg niet meer wordt gecontracteerd. Dat soort verstevigingen van het zorgstelsel betrof wat ons betreft de kern van het wetsvoorstel. Ik voeg eraan toe dat het aangepaste voorstel kansen biedt om nog een aantal dingen te verbeteren. Daar zijn wij blij mee.
Mevrouw Thieme (PvdD): Ik hoor de heer Samsom niet ontkennen dat er aan de inperking van de vrije artsenkeuze, waar nu juist zo veel om te doen was, ook maar iets is veranderd. Dat blijft dus ook in het nieuwe wetsvoorstel staan. Dat past ook bij de uitspraken van de heer Zijlstra tegenover de NOS. Hij zei: linksom of rechtsom, we zullen ons houden aan de afspraken die we met de zorgpartners hebben gemaakt. Ik wil daarom van de heer Samsom nogmaals weten of het klopt dat dat betekent dat er in feite niets verandert met het nieuwe wetsvoorstel. Als de Eerste Kamer er toch niet mee akkoord gaat, zal het kabinet, linksom of rechtsom, via allerlei listigheden er toch voor zorgen dat die vrije artsenkeuze wordt ingeperkt. Is dat waar of niet waar?
De heer Samsom (PvdA): Mevrouw Thieme vraagt mij om mijn appreciatie van de uitspraak van de heer Zijlstra. Hij zei: we willen ons houden aan die afspraken die we hebben gemaakt. Dat klopt. Dat wil de PvdA-fractie ook. Wij staan namelijk voor de afspraken die zijn gemaakt, onder andere in dat zorgakkoord. Dat is niet onbelangrijk, omdat in dat zorgakkoord vele zaken worden geregeld die de zorg kunnen verbeteren, die de transparantie kunnen vergroten, die de positie van de patiënt verstevigen en die ook de kosten kunnen beheersen. Dat laatste is ook niet onbelangrijk in deze tijd. Daar staan wij dus voor; dat klopt. Wij hebben er vertrouwen in dat met een aangepast wetsvoorstel aan die afspraken kan worden voldaan, die zorg kan worden verbeterd en de positie van de patiënt kan worden verstevigd.
We constateren ook dat het kabinet zegt dat, mocht het onverhoopt niet via dit wetsvoorstel gaan, het kabinet met de Kamer in overleg zal treden over andere manieren. Dat begrijpen we ook heel goed, na wat er in de afgelopen week is gebeurd. Ons gaat het namelijk uiteindelijk om het resultaat. Het resultaat moet zijn dat de positie van de patiënt wordt verbeterd, dat de vrije artsenkeuze op de een of andere manier gewaarborgd blijft, maar ook dat zorgverzekeraars in staat worden gesteld om te dure, of slechte, of overbodige zorg niet langer te contracteren. Dat is het resultaat waar wij voor gaan. Dat kan het beste via dit aangepaste wetsvoorstel. Wij hebben daar vertrouwen in, maar wij snappen ook heel goed dat het kabinet zegt: als dat nou onverhoopt niet zou kunnen, dan willen we graag met de Tweede Kamer in overleg om te bezien op welke manier het dan wel mogelijk is.
Mevrouw Thieme (PvdD): Met heel veel woorden zegt de heer Samsom eigenlijk: als het voorstel onverhoopt in de Eerste Kamer nog een keer sneuvelt, dan gaan we gewoon een manier verzinnen om de Eerste Kamer te passeren. Klopt dat, of niet?
De heer Samsom (PvdA): Als het voorstel onverhoopt sneuvelt, gaan we iets verzinnen om ervoor te zorgen dat de doelstellingen waar wij voor staan en voor strijden — ik doel op betere zorg, een betere positie van de patiënt en mogelijkheden om te dure zorg niet te contracteren — alsnog worden gerealiseerd. Ja, dat klopt.
Interessant voor jou
Mondelinge Vragen over het onderzoek dat uitwijst dat vliegverkeer een bron is van ultrafijnstof en dat omwonenden van Schiphol hierdoor ernstige gezondheidsrisico's lopen
Lees verderBijdrage Ouwehand AO Landbouwgif
Lees verder