Bijdrage Thieme Spoeddebat over gezondheidseffecten van de bio-industrie
Bekijk de bijdrage via debatgemist.nl
Mevrouw Thieme (PvdD): Voorzitter. De vee-industrie is ziek en maakt ziek. Met het rapport van het IRAS (Institute for Risk Assessment Sciences) heeft men door middel van een soort quickscan aan de hand van fijnstofmetingen vast willen stellen of de veehouderij een gevaar voor de gezondheid van omwonenden vormt. De resultaten zijn niet erg verrassend. Niet alleen zijn hogere concentraties fijnstof zijn waargenomen, maar ook zijn de concentraties van endotoxinen en micro-organismen rond de intensieve veehouderij hoger dan de concentraties daarvan in de stad.
In het fijnstof werd in 2010, een jaar na de uitbraak van de Q-koortsepidemie nog regelmatig de bacterie aangetroffen die Q-koorts veroorzaakt. Er blijkt ook een sterke relatie te zijn tussen de veehouderij en gezondheidsproblemen, met name infecties aan de bovenste luchtwegen. Er is sprake van meer luchtwegaandoeningen bij mensen ouder dan 45 jaar, longontstekingen, atopisch eczeem bij kinderen en ernstige astma. Ik wou bijna "Atsma" zeggen. Zoals het goede onderzoekers betaamt, benadrukken de onderzoekers dat verder onderzoek nodig is om de gezondheidsrisico's nader te onderzoeken, maar het IRAS-rapport bevestigt dat de zorgen in Nederland over de intensieve veehouderij in ons dichtbevolkte landje terecht zijn. De risico's van de vee-industrie voor de volksgezondheid zijn onacceptabel en kunnen niet gedownplayd worden zoals LTO dat nu doet in haar communicatie. Hoe lang denken lobbyisten van de bio-industrie nog weg te kunnen komen met schijnoplossingen als luchtwassers, die zogenaamd de met fijnstof vervuilde lucht moeten klaren? Die betekenen simpelweg dat dieren moeten leven in potdichte stallen en in hun eigen ammoniaklucht moeten staan.
Het IRAS-rapport is te beperkt. Fijnstof is lang niet de enige verspreidingsbron van ziekmakers. Kan de minister dat bevestigen? Het gebruik van dierlijke mest uit de vee-industrie, die vol zit met antibiotica, is een belangrijke bron van verspreiding van antibioticaresistente bacteriën. Onder andere het RIVM trok al eerder aan de bel over de enorme hoeveelheid antibioticaresistente bacteriën in onze bodems en sloten. Dat is een logisch gevolg van de jarenlange stort van steeds chemischer wordende mest. Maar hoe hard deze adviesraden ook aan de bel trokken, tot actie leidden deze rapporten niet. In het rapport van het IRAS komt niet alleen het begrip "mest" niet voor, maar is ook niet gekeken naar ESBL's. De themacommissie voor dierhouderij is door de coalitie om zeep geholpen, maar de aanbevelingen van de commissie-Wijffels, waarin werd beloofd dat dit jaar grote stappen gezet zouden worden om de intensieve veehouderij terug te dringen, wachten nog steeds op uitvoering. Ik hoor graag van het kabinet op welke wijze het dit gaat doen. De minister en staatssecretaris komen nog met een brief, zo heb ik begrepen, maar er dient nu overgegaan te worden tot actie. Er moeten rigoureuze stappen gezet worden om een einde te maken aan de bio-industrie.
(...)
Mevrouw Gerbrands (PVV): Voorzitter. Er is besloten tot het laten doen van een onderzoek naar de mogelijke effecten van de intensieve veehouderij op de volksgezondheid, mede naar aanleiding van de toenemende aandacht voor dit thema in de maatschappij en de maatschappelijke onrust hierover. Het onderzoek is wereldwijd uniek en daarmee zijn ook de resultaten nieuw en uniek. Ik onderschrijf dan ook de opmerking van de minister in haar brief dat de resultaten ondanks de hoge kwaliteit van het onderzoek niet met al te grote stelligheid als absolute waarheden moeten worden beschouwd. De onderzoekers geven dit trouwens ook zelf aan. Ik moet dan ook de conclusie trekken dat het debat dat wij vandaag voeren een beetje prematuur is. Ik zou graag de bevindingen van de Gezondheidsraad afwachten. Naar aanleiding daarvan kan worden bepaald of en hoe het beleid moet worden gewijzigd. Laten we dan een goed en inhoudelijk debat voeren.
Mevrouw Thieme (PvdD): De fractie van de PVV heeft mijn motie voor een tijdelijk moratorium op megastallen ondersteund. De fractie van de PVV ondersteunt dus dat acties moeten worden ondernomen. Je moet onderzoek blijven uitvoeren; daarover ben ik het met u eens, dat moet je altijd blijven doen. Nu echter al zo veel onderzoeken zijn gedaan naar de relatie tussen de gezondheidsrisico's en de intensieve veehouderij, moet je echter ook kijken naar een structurele oplossing voor de intensieve veehouderij. Je kunt niet langer doorgaan op de oude weg. Is de Partij voor de Vrijheid het daarmee eens?
Mevrouw Gerbrands (PVV): Ik heb net in mijn betoog gezegd dat ik graag het advies van de Gezondheidsraad afwacht. Daar hecht ik namelijk veel waarde aan. Natuurlijk kunnen wij dit koppelen aan de maatschappelijke discussie die nu over de megastallen wordt gevoerd. Deze zaken moeten wij niet afzonderlijk van elkaar zien. Ik hecht echter wel aan het rapport van de Gezondheidsraad.
Mevrouw Thieme (PvdD): Vindt mevrouw Gerbrands niet dat wij echt moeten bekijken of wij de veestapel niet moeten inkrimpen omdat het in een dichtbevolkt land zoals het onze te gevaarlijk is om zo veel dieren zo dicht op elkaar te houden, waardoor er steeds weer een dierziektecrisis is?
Mevrouw Gerbrands (PVV): Als die conclusie in het onderzoek wordt getrokken, moeten wij daarop actie ondernemen. Ook voor mijn fractie staat de volksgezondheid nog altijd bovenaan.
(…)
Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Ook wordt in de onderzoeken geconstateerd dat niet echt duidelijk is wat de effecten daarvan zijn. Dat is nodig om vervolgens goede conclusies te kunnen trekken. De conclusie is dan ook dat er eigenlijk geen verbanden kunnen worden gelegd tussen gezondheidseffecten en de afstand tot de woning en de veehouderij en tussen de aantallen bedrijven en de straal waarbinnen men woont. Dat is een constatering die wij tot ons mogen nemen. Er staat een nadrukkelijke conclusie in die ook de beide bewindslieden aangeven. Ik heb hier in een aantal gevallen het tegendeel horen bewijzen. Die conclusie luidt dat er geen aanwijzingen gevonden zijn voor een specifiek verband tussen het voorkomen van bepaalde aandoeningen en de nu bestaande megastallen. Wij moeten ons dat realiseren.
(…)
Mevrouw Thieme (PvdD): Zijn de conclusies uit het onderzoek zodanig dat je kunt zeggen dat er geen bezwaren zijn tegen megastallen?
Mevrouw Snijder-Hazelhoff: In het rapport wordt gewoon aangegeven dat er geen sprake is van een direct verband en een specifiek verband. Zo wordt het omschreven. Dat kan men nu dus niet aangeven. Wie ben ik dan om te zeggen dat we nu van alles moeten doen? We hebben op dit moment een moratorium en dat is het juiste moment. We gaan vervolgonderzoek doen en zullen horen wat de Gezondheidsraad hiervan vindt.
Mevrouw Thieme (PvdD): Ik moet uit de antwoorden van mevrouw Snijder opmaken dat er dus onzekerheid is over de vraag of je wel of niet kunt concluderen dat er geen bezwaar is tegen megastallen. Je kunt eigenlijk nog niet zeggen of er in de megastallen wel of geen bezwaarlijke factoren zijn. Klopt dat?
Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Zo staat het wel in de conclusie, omdat je geen specifiek verband kunt leggen.
Mevrouw Thieme (PvdD): Dus wij stellen met elkaar vast dat je niet kunt stellen dat er geen bezwaren zijn tegen megastallen omdat daarover nog onzekerheid bestaat. In die zin is het echt prematuur dat LTO dat wel stelt. Dat zou u moeten veroordelen, omdat deze sector verantwoordelijk is voor de volksgezondheidsrisico's.
Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD): Ik herhaal: er zijn geen aanwijzingen om daarover een ander standpunt in te nemen.
(…)
De heer Koopmans (CDA): Voorzitter. De CDA-fractie dankt de regering dat zij een standpunt heeft ingenomen ten aanzien van het IRAS-onderzoek. Te midden van velen die hun conclusie voorafgaand aan het onderzoek al hadden getrokken, namelijk dat de veehouderij in Nederland gehalveerd moet worden, waarna de overgebleven helft weer gehalveerd moet worden en daarna nog eens gehalveerd, is de brief van minister Schippers een baken van rust. Het is te vergelijken met de EHEC-situatie. Ook daar was iedereen conclusies aan het trekken, maar de regering ging in onze ogen op een verstandige wijze om met de problematiek door de problemen niet te ontkennen, maar in te gaan op de feiten.
Mevrouw Thieme (PvdD): Dat is een waar woord: niet te ontkennen dat er problemen zijn. Dat doet LTO juist wel door te zeggen dat er geen bezwaren zijn tegen megastallen.
De heer Koopmans (CDA): Het persbericht van LTO onderschrijft de keuze van de regering om een beoordelingskader op te stellen. Dat onderdeel van het persbericht vind ik een buitengewoon verstandig onderdeel.
Mevrouw Thieme (PvdD): Ik heb het over een ander onderdeel. Ik heb het over het onderdeel waarin LTO stelt dat er geen bezwaren zijn tegen megastallen. Dat kan dus niet. Dat staat ook in de Gelderlander en dat kan LTO niet beweren, want daarmee ontkent LTO dat er problemen zijn. Daar ageert de heer Koopmans tegen, heb ik net begrepen. Hij moet LTO hierop aanspreken, zeker omdat deze organisatie verantwoordelijk is voor deze sector.
De heer Koopmans (CDA): Laat ik mevrouw Thieme één ding zeggen. Als ik iedere keer mevrouw Thieme moet aanspreken wanneer Wakker Dier een persbericht uitbrengt waarin volgens mij onwaarheden staan, dan heb ik daaraan een dagtaak. Dat doe ik dus niet. Ik heb het persbericht van LTO gelezen. In de kop van het persbericht staat dat er geen relatie is tussen de schaalgrootte en het aan de orde zijn van dierziekten. Deze conclusie staat letterlijk in het rapport. Deze conclusie is overigens al eerder getrokken door de Gezondheidsraad toen de Kamer advies vroeg naar aanleiding van het burgerinitiatief dat bij de Kamer was ingediend. Ook toen is die conclusie al getrokken.
Mevrouw Thieme (PvdD): Tot slot. Vindt de heer Koopmans dat de sector verantwoordelijk is voor de volksgezondheidsrisico's die er nu bestaan?
De heer Koopmans (CDA): Ik vind dat je met elkaar verantwoordelijk bent voor volksgezondheid en voor de Nederlandse economie. Daar ben je met elkaar verantwoordelijk voor. Mevrouw Thieme lijkt met de heer Van Gerven en mevrouw Arib op zoek naar een wereld zonder bacteriën en zonder zoönosen. Die wereld heeft nooit bestaan en zal ook nooit bestaan.
Mevrouw Thieme (PvdD): Wie is "met elkaar"? Ik vroeg de heer Koopmans of hij vindt dat de sector verantwoordelijk is voor de volksgezondheidsrisico's; heel simpel. Ik wil niet de ellenlange verhalen die wij kennen van de CDA-fractie. Hoe wolliger hoe beter, want dan krijg je ook geen antwoord. Ik wil gewoon ja of nee.
De heer Koopmans (CDA): Mijn antwoord zal korter zijn dan de vraag van mevrouw Thieme: nee, dat is niet alleen de sector. Er zit een gezamenlijk gedeelde verantwoordelijkheid in, met elkaar.
(…)
Minister Schippers: : Voorzitter. Het is goed dat we zo snel na het verschijnen van het onderzoek over dit rapport kunnen spreken. Het is een uniek onderzoek, zowel in aanpak als in omvang. Nederland is ook uniek, omdat mensen en dieren dicht op elkaar wonen. In delen van Brabant en Limburg, waar dit onderzoek is uitgevoerd, wonen veel mensen in de buurt van veel dieren. Dat kan bij omwonenden tot bezorgdheid over hun gezondheid leiden. Ik wil hier heel duidelijk stellen dat ik ontzettend veel waarde hecht aan onderzoek, omdat we dan praten over feiten. Het is ook belangrijk dat we onze kennis vergroten over wat wel en wat geen gevolgen voor onze gezondheid heeft. Wat zegt dit onderzoek, hoe voorzichtig ook? Er wordt aangegeven dat we voorzichtig moeten zijn met het trekken van al te grote conclusies.
(…)
Mevrouw Thieme (PvdD): Voorzitter. Ik waardeer het dat de minister het graag over feiten wil hebben. Onlangs kwam ik erachter dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2003 de MAC-waarden van endotoxinen heeft ingetrokken. Het was 200 EU/m³, maar die hebben ze dus ingetrokken. Waarom? Omdat de sector, de veehouderij, niet aan die waarden kon voldoen. De Gezondheidsraad had gezegd dat het eigenlijk maar 50 EU/m³ mocht zijn, dus het was al hoger. Nu blijkt uit het IRAS-onderzoek dat de wettelijk toegestane waarde nu zelfs 1000 EU/m³ is bij pluimveehouderijen en bij varkenshouderijen. Vindt de minister dat we nu actie moeten ondernemen of dat er eerst nog eens een onderzoekje moet worden gedaan?
Minister Schippers: Ik heb de Gezondheidsraad gevraagd, een beoordelingskader te maken. De Raad heeft toegezegd dit binnen een halfjaar te kunnen leveren. Wij moeten dat kader serieus nemen, want daar vragen wij niet voor niets om. Ik hou helemaal niet van wetten en normen die wij niet handhaven. Ik vraag de Gezondheidsraad om een beoordelingskader. Zodra dat er is, zullen wij dat invoeren.
Mevrouw Thieme (PvdD): Eind jaren negentig hadden we al een grenswaarde, namelijk 200 EU per kubieke meter. Moeten wij die grens opnieuw invoeren in afwachting van het nieuwe onderzoek? Of laten wij de tolerantiegrens gewoon op nul staan?
Minister Schippers: Het rapport is op zichzelf tamelijk geruststellend. Het rechtvaardigt in ieder geval geen grote conclusies. Daardoor moet je je natuurlijk niet het bos in laten sturen. Je moet wel je nieuwsgierigheid behouden, zeker op die plaatsen waar veel mensen en dieren opeengestapeld leven. Dat rechtvaardigt meer onderzoek. Dat doen wij ook. Het rechtvaardigt een beoordelingskader. Daar vraag ik ook om. Wij kunnen echter wel zes maanden wachten op het beoordelingskader van de deskundigen. Wij hoeven niet ineens een situatie te veranderen die al jaren bestaat. Daarmee zouden wij het advies van de Gezondheidsraad niet erg serieus nemen.
Mevrouw Thieme (PvdD): Hoe kan de minister nu zeggen dat het rapport geruststellend is als blijkt dat mensen nu vijf keer meer worden blootgesteld aan endotoxine dan de maximumnorm van 200 EU per kubieke meter die destijds is vastgesteld, namelijk 1000. Dat is toch geen geruststellende situatie? Dan is de situatie voor werknemers in die bedrijven toch zeer urgent?
Minister Schippers: Uit het onderzoek blijkt dat dicht bij veehouderijbedrijven een verhoogde concentratie fijnstof, bepaalde micro-organismen en endotoxine te vinden zijn. Dat hangt met name samen met varkens- en pluimveebedrijven. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat er weinig verschil is tussen de gezondheid van mensen die dicht in de buurt van die bedrijven wonen en die van de controlegroep. Astma en COPD komen in de omgeving van intensieve veehouderijbedrijven zelfs minder voor. Als je constateert dat de concentratie fijnstof te hoog is, moeten wij handhaven. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu doet dat ook. Hij heeft het beleid ter zake aangescherpt en komt met een AMvB voor de vermindering van de emissie van fijnstof. Er worden maatregelen genomen op de terreinen waarop het IRAS-rapport aangeeft dat daar aanleiding voor is. Voor het overige vraag ik advies aan de Gezondheidsraad.
Mevrouw Thieme (PvdD): De minister zegt dat er nog geen zieken zijn, daarmee suggererend dat de norm van 1000 EU per kubieke meter gehandhaafd kan worden. Heeft de Gezondheidsraad in 1998 ten onrechte gesteld dat het maar 50 EU per kubieke meter mocht zijn? Mag de norm van de minister dus rustig 1000 worden?
Minister Schippers: Het IRAS-rapport geeft aan dat de emissie van fijnstof door de veehouderij te hoog is. Via drie sporen nemen wij daar actie op in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. Het is niet zo dat wij niets doen. Wij nemen daar wel degelijk actie op. Tegelijkertijd vragen wij om nieuw onderzoek.
(…)
Minister Schippers: Dat hangt ervan af of wij al het onderzoek moeten hebben. Het onderzoek van de Gezondheidsraad vind ik wel belangrijk in dit kader. Als je besluiten wilt nemen, is het goed om een beoordelingskader te hebben. Dat is nu net wat wij aan de Gezondheidsraad hebben gevraagd. Ook al hebben wij op een gegeven moment met elkaar de discussie over de megastallen afgesloten en daaruit een bepaalde conclusie getrokken, toch vind ik niet dat het onderzoek moet stoppen. Ik vind dat ook onderzoeken die wat langer lopen van belang zijn. Ik kan dit niet zo een-twee-drie aangeven voor alle onderzoeken.
De voorzitter: Ik zie mevrouw Thieme bij de interruptiemicrofoon staan, maar zij heeft al geïnterrumpeerd. Waarom meent zij nog iets te mogen en kunnen zeggen?
Mevrouw Thieme (PvdD): Ik meen dat ik nog iets mag zeggen omdat ik altijd heel interessante interrupties heb.
De voorzitter: Dat vindt iedereen. Kunt u het dan in één zinnetje af?
Mevrouw Thieme (PvdD): Gaat de minister de onderzoeken uitbreiden en wordt dan niet alleen gekeken naar fijnstof, maar ook naar de ESBL's, de mestproblematiek en de gezondheidsrisico's daarvan?
Minister Schippers: Over de ESBL's heb ik iets in mijn antwoorden gezien, maar daar zou ik nog even naar moeten kijken. Dat weet ik niet uit mijn hoofd.
(…)
Minister Schippers: Dan de ESBL's. Dat moeten we aan de Gezondheidsraad vragen. Wij zullen dat meenemen bij het vervolgonderzoek.
Staatssecretaris Bleker: Voorzitter. Er is een enkele vraag aan mij gesteld. Er is gevraagd wie er in de klankbordgroep zaten en of er ook kritische geesten in zaten. In de klankbordgroep zat een drietal huisartsen uit gebieden die te maken hebben met intensieve veehouderij. Er zaten twee vertegenwoordigers in van het Burgerinitiatief megastallen-nee. Dat lijkt mij allemaal oké als ik naar de SP-fractie kijk. Inzake een stop op de uitbreiding van megastallen sluit ik mij geheel aan bij de woorden van de minister. Er is nu geen reden om iets extra's te doen op korte termijn. Wij moeten vooral de aanbevelingen opvolgen. Wij hebben afspraken over een moratorium om het zoveel mogelijk bij de provincies en gemeenten tussen de oren te krijgen. Daaraan wordt grotendeels gehoor gegeven. Mest als verspreider van ziektes is niet specifiek in dit onderzoek aangekaart. Als het Brabantse rapport is gepubliceerd, is de voorzitter van de commissie in Brabant graag bereid om dat in te brengen in de brede discussie over de schaalvergroting in de veehouderij. Dat gaan wij dan ook doen.
Voorts is de oproep gedaan dat iedereen moet kunnen meedoen aan de maatschappelijke discussie. Het antwoord daarop is "ja". Mensen worden zelfs actief uitgenodigd, maar men moet wel meedoen. Als men niet wil meedoen, kan men niet zeggen: ik kan niet meedoen. Iedereen die wil meedoen, kan meedoen, elke organisatie. Tot slot moeten wij oppassen dat wij niet te snel in algemene formuleringen geraken. Als je naar het rapport kijkt, is de situatie bij het pluimvee, bij de geiten, bij de varkens, bij het melkvee en de kalveren en bij de nertsen steeds weer verschillend. Ik heb het rapport op één punt goed bekeken. Er lijkt haast geen gezondere plek in Nederland dan bij de melkvee- en kalverhouder. Al heeft hij er honderden! Daar lijkt het op. Men moet dus even heel gedifferentieerd naar de analyse kijken. Het is niet dé melkveehouderij of dé veehouderij in het algemeen, het speelt dus heel specifiek, zoals onlangs ten aanzien van bijvoorbeeld fijnstof is aangeven, bij met name de pluimveehouderij. Dat wilde ik ten slotte nog even kwijt.
Mevrouw Thieme (PvdD): Ik hoorde toch de staatssecretaris even roepen dat de kalverhouderij toch één van de gezondste plekken is waar je kunt vertoeven. In 2009 werd nog duidelijk dat 88% van de kalverhouderijen MRSA-bacteriën heeft.
Staatssecretaris Bleker: Ik heb even het rapport gescand op de sectoren. Dan komen de melkveehouderijen en de kalverhouderijen eigenlijk redelijk blanco uit dit rapport.
Mevrouw Thieme (PvdD): Dan wil ik heel graag weten of het percentage kalverhouderijen met MRSA-bacteriën drastisch omlaag is gegaan. Kan de staatssecretaris mij daar schriftelijk over informeren?
Staatssecretaris Bleker: Ik geef gewoon de analyse van dat rapport weer. En laat het dan niet de kalveren zijn! Mag het dan de melkveehouderij zijn?
Mevrouw Thieme (PvdA): Nee, u was nogal specifiek. Het ging over de kalveren.
Staatssecretaris Bleker: Melkvee- en kalverhouderij. Ik beveel mevrouw Thieme aan om zelf eens naar dat rapport te kijken. Daarin worden de melkvee- en de kalverhouderij niet specifiek in verband gebracht met een aantal van de zaken die hier nu wordt genoemd.
Mevrouw Thieme (PvdD): Voorzitter. Al tientallen jaren zorgt de bio-industrie voor een verhoogd gezondheidsrisico voor mensen. Al tientallen jaren voeren wij onderzoek uit. Dit kabinet heeft als oplossing voor de volksgezondheidsrisico's: we gaan meer onderzoek doen. Daarmee is het opnieuw meer woorden dan daden. De urgentie is hoog, mensen worden ziek, kinderen worden ziek en er wordt alleen maar meer onderzoek gedaan.
De voorzitter: Dat schreeuwt om een motie.
Mevrouw Thieme (PvdD):
Inderdaad, dat schreeuwt om een motie.
Motie over plan van aanpak voor vermindering veestapel
Motie over instellen van maximale waarde voor endotoxines
De heer El Fassed (GroenLinks): De Kamer heeft een motie aangenomen inzake een moratorium voor uitbreiding omdat de maatschappelijke dialoog nu plaatsvindt. Als uit een soort voorzorgsprincipe verder onderzoek nodig is naar de gezondheidsrisico's, lijkt het mij logisch dat je dat afwacht en dan goed beleid maakt.
Mevrouw Thieme (PvdD): Eigenlijk is er geen moratorium van kracht; ik neem aan dat de heer El Fassed dat ook weet. Laten wij hier even vaststellen dat de staatssecretaris de motie die ook de heer El Fassed mede heeft ondersteund, gewoon niet uitvoert.
De heer El Fassed (GroenLinks): Mevrouw Thieme heeft helemaal gelijk. Ik heb bij een vorig debat de staatssecretaris hierop bevraagd. Ik heb hem gevraagd om een reactie van de provincies op dat moratorium en op de maatschappelijke dialoog. De staatssecretaris heeft gezegd dat hij dat goed tussen de oren van de provincies wil hebben. Ik ga ervan uit dat hij ook bij machte is om dat te doen. Ik vertrouw er dus op dat hij dat doet. Het lijkt mij daarom juist verstandig om het verdere onderzoek waaraan de minister zo hecht, af te wachten.
Minister Schippers: In de motie van mevrouw Thieme en de heer Van Gerven wordt de regering verzocht, de MAC-waarde van 200 EU/m3 binnen drie maanden weer in te stellen. De Gezondheidsraad komt op ons verzoek binnen zes maanden met een rapport. Ik vind het onverstandig om dan binnen drie maanden iets opnieuw in te voeren. Ik ontraad daarom de aanneming van de motie.
Staatssecretaris Bleker: Voorzitter. De motie van mevrouw Thieme op stuk nr. 69 betreft een substantiële vermindering van de veestapel als onderdeel van een plan van aanpak inzake antibioticaresistentie. Het rapport waarover wij spreken, geeft daartoe geen aanleiding. Deze motie is ingediend naar aanleiding van het rapport waarover wij spreken. Wij komen in het najaar met een degelijke brief, zoals eerder aangekondigd, over het plan van aanpak inzake antibioticaresistentie. Het is niet aan de orde om nu alvast maatregelen te benoemen over een heel bijzonder middel. Ik heb overigens de indruk dat er heel veel moties worden ingediend door mevrouw Thieme die uiteindelijk zouden resulteren in een substantiële vermindering van de veestapel. Dat is nu ook weer het geval. Mijn oordeel over de motie is dus: ontraden!
Interessant voor jou
Bijdrage Ouwehand AO Landbouw- en Visserijraad
Lees verderInbreng Schriftelijk Overleg Milieuraad
Lees verder