Bijdrage Van Esch aan debat over leefomgeving
Voorzitter, dank u wel.
Dit is mijn laatste debat in deze commissie, maar hoe mooi is het om dat af te sluiten met het debat leefomgeving!
Afgelopen jaren heb ik in deze commissie vol ingezet op een gezonde leefomgeving voor mens en dier. En ik ben blij om te zien dat op een aantal onderwerpen het speelveld is gekanteld.
Want waar ik me eerder een roepende in de woestijn voelde als ik het had over het aanpakken van bedrijven als Tata Steel en Chemours, zijn er inmiddels gelukkig steeds meer partijen die dit in meer of mindere mate ook zijn gaan inzien.
De Partij voor de Dieren staat voor een radicale koersverandering: we moeten toe naar een leefomgeving die ons niet langer ziek, maar gezond maakt. In dat kader is afgelopen week ook de petitie ‘Plasticsoep in de Nederlandse Rivieren’ aan de Kamer aangeboden.
De oevers van onze rivieren liggen namelijk bezaaid met afval, en dan voornamelijk plastic. Afkomstig van de industrie, zoals bijvoorbeeld van Chemelot, die nog steeds duizenden kilo’s microplastics in de rivier te dumpen.
En een ander deel van de rotzooi is afkomstig van wegwerpplastic van consumenten. Hoe staat de staatssecretaris tegenover een norm voor de hoeveelheid plastic in rivieren, die uiteraard uiteindelijk naar 0 moet? Zodat ook op basis daarvan maatregelen kunnen worden genomen.
In dit kader is de staatssecretaris bezig met het vormgeven van een Nationaal MilieuProgramma (NMP). Fijn dat er zo’n programma komt, maar uit de brief over de voortgang word ik niet echt wijs.
Ik lees bijvoorbeeld dat de staatssecretaris strategieën gaat ontwikkelen om te komen tot concrete stappen richting stippen op de horizon… Huh? Kan de staatssecretaris toelichten wat ze in dit NMP nou concreet anders gaat doen dan wat ze tot nu toe heeft gedaan?
Ook wil de staatssecretaris leren van aanbevelingen over eerder milieubeleid, waaronder het afdwingbaar maken van convenanten. Begrijp ik dan goed dat de staatssecretaris het NMP afdwingbaar wil maken? Dat zou natuurlijk mooi zijn.
Voorzitter, de dagen worden kouder en het houtstookseizoen is dus ook weer begonnen. Deze staatssecretaris heeft, nadat we er lang op hebben moeten wachten, aanvullende maatregelen aangekondigd tegen houtstookoverlast. Dank daarvoor. Dit zijn stappen in de goede richting, want een kwart van de Nederlanders ervaart n regelmatig tot vaak overlast door houtstook. En van de 1,2 miljoen Nederlanders met een longziekte, geven 750.000 aan regelmatig benauwd te zijn door houtrook.
Maar, zeg ik er ook meteen bij, de aangekondigde maatregelen gaan wat de Partij voor de Dieren uiteraard niet ver genoeg.
Ik doe nog 1 poging vandaag:
De staatssecretaris legt het stookverbod bij ongunstige weersomstandigheden weer vakkundig neer bij de gemeenten en wil nog niet aan een landelijk stookverbod. Waarom? Het mag toch niet zo zijn dat er willekeur is in welke gemeente je woont of je wel of niet ziek kan worden door houtstook?
Ook wordt aan een landelijke communicatie-aanpak gewerkt. Maar hierin wordt ingezet op bewustwording en op ‘beter stoken’ en niet ook op ontmoediging en ‘minder stoken’. De staatssecretaris weet toch dat gezond stoken niet bestaat? Waarom is de communicatie dan niet ook gericht op ontmoediging?
Interessant voor jou
Bijdrage Van Raan aan debat over het belastingplan 2024
Lees verderInbreng SO Israël en Gaza
Lees verder