Bijdrage Van Esch aan debat over water
Voorzitter, op 27 maart werd de regering verzocht om zoet water te behandelen als ons blauwe goud, een verzoek dat werd overgenomen. Een mooi sentiment, maar waarom behandelen we dit goud dan als afvoerputje van onze samenleving? Als we water als goud zouden behandelen zouden we niet rapport op rapport krijgen waarin indringend duidelijk wordt gemaakt dat deze regering niet genoeg doet om ons water te beschermen.
We staan vervuiling door industrie toe, dit vergunnen we zelfs;
We staan vervuiling door de agro-industrie toe: mest en landbouwgif;
We pakken verdroging amper aan, we hebben geen idee hoeveel grondwateronttrekkingen er zijn.
Maar wat doet een meerderheid van deze Kamer wel: de minister op pad sturen om in Europa te zoeken naar geitenpaadjes om onder de KRW uit te komen.
De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur is onverbiddelijk over de Nederlandse inzet om de Kaderrichtlijn Water te halen: de urgentie wordt niet gevoeld, het beleid is te vrijblijvend en overheden nemen hun verantwoordelijkheid niet.
Voorzitter, om stappen te maken is het goed dat de minister met een KRW-Impulsprogramma is gekomen, maar helaas kan ik de minister melden dat we het hier niet mee redden. Inhoudelijk is het te vrijblijvend. Om de minister te helpen heb ik 3 suggesties:
1. De provincies komen op 1 juli met hun Provinciale Programma’s Landelijk Gebied. Als deze niet aan de KRW voldoen, gaat deze minister deze plannen dan aanscherpen, met dwingende maatregelen om de doelen wel te halen? Hoe zijn de plannen voor 1 juli KRW-proof?
2. Zorg dat echt inzichtelijk wordt hoeveel grondwateronttrekkingen er zijn. Waterschap De Dommel komt met een meldings- en vergunningsplicht voor alle wateronttrekkingen. Een goede zaak wat mijn fractie betreft, waardoor je meer zicht krijgt op de totale wateronttrekking. Hoe kijkt de minister aan tegen dit initiatief, en is hij bereid om dit landelijk over te nemen?
3. Is het voor de minister inmiddels duidelijk dat hij niet naar geitenpaadjes hoeft te zoeken, om daarmee in Brussel aan te komen? Vorige week hebben experts de Kamer duidelijk gemaakt hoe kansloos dit is. Waarom wil de minister dan belastinggeld verspillen aan extra onderzoeken, terwijl we de uitkomsten al weten?
En dan heb ik ook nog 3 concrete punten waarmee de minister de waterkwaliteit kan verbeteren:
Ten eerste: volg het advies van de Rli op en pak het herzien van lozingsvergunningen goed aan. Rijkswaterstaat is bezig met dit traject. Maar zorg nu dat ALLE lozingsvergunningen tegen het licht worden gehouden, bij alle bestuurslagen. Daarnaast moet het mogelijk worden om vergunningen voor onbepaalde tijd in te trekken. Hoe gaat de minister concreet er voor zorgen dat echt alle vergunningen herzien worden? Ziet hij hier mogelijkheden toe binnen de Bestuurlijke Overleggen?
Ten tweede: mest. We houden in dit land zó veel dieren, dat mest één van de grootste vervuilers is van ons water. Met het huidige mestbeleid halen we de KRW-doelen niet. Hoe groot moet de watercrisis worden voordat déze minister maatregelen gaat nemen in de landbouw – ook als de minister van Landbouw tegen zou stribbelen?
Vindt deze minister inderdaad dat er ‘zoet en zuur’ moet zijn voor de landbouw, zoals in het KRW-impulsprogramma staat, of is dat nou typisch zo’n idee dat uit de LNV-koker komt?[1] Want het ‘zoet’ is toch schoon water en biodiversiteit voor iedereen?
Erkent de minister dat sturen op een krimp van het aantal dieren in de veehouderij de enige manier is om een einde te maken aan de mestvervuiling?
Ten derde: landbouwgif. Ook het gifbeleid sluit niet aan op de KRW. Gaat de minister nu echt ‘verkennen of de toelating van landbouwgif in overeenstemming gebracht kan worden met de kwaliteitseisen van de KRW, zoals in het Impulsprogramma staat? In het coalitieakkoord stond al: ‘we stemmen de normen voor het gebruik van middelen af op de KRW.’ Het zou dus al gebeuren, maar nu moet het toch eerst nog ‘verkend’ worden?! Waarom zet de minister deze stap terug ten opzichte van het coalitieakkoord? Graag een verheldering.
Voorzitter ik rond af, we moeten echt alles op alles zetten om de afspraken over schoon water te halen. Pas dan kunnen we water echt ons blauwe goud noemen.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Mondelinge vragen Akerboom over de alarmerende insectensterfte dit jaar
Lees verderBijdrage Wassenberg aan debat over kansengelijkheid in het funderend onderwijs
Lees verder