Bijdrage Van Kooten-Arissen AO Pakketbeheer
Voorzitter, dank u wel. In Nederland hebben circa 610.000 mensen astma, een ziekte waartegen geen remedie bestaat, alleen symptoombestrijding. In 2017 had maar liefst 48,7% van de Nederlanders overgewicht. Hulp bij overgewicht komt in het basispakket, zo kopten de kranten een aantal dagen geleden. Dat is goed nieuws, want het aantal jongeren met overgewicht neemt al jaren gestaag toe. In 2017 kregen 17.423 vrouwen de diagnose borstkanker. De verwachting is dat dit de komende jaren gaat stijgen naar zo'n 20.000 vrouwen.
Voorzitter. Waar wil ik naartoe? Ik wil toe naar preventie, preventie door borstvoeding. Niet alleen eerdergenoemde voorbeelden worden gekoppeld aan borstvoeding, maar ook maag- en darminfecties, middenoorontsteking en luchtweginfecties bij pasgeboren kinderen en bij de moeder diabetes type 2, artritis en een verhoogde bloeddruk. Het geven van borstvoeding is dus niet alleen belangrijk voor het kind, maar ook voor de moeder. Internationale studies tonen bijvoorbeeld aan dat moedermelk kan helpen om de astmacijfers bij kinderen met maar liefst 40% te verlagen. Onderzoekers, waaronder professor Johnson, zeggen dat er geen twijfel is dat moedermelk een vaccin zonder bijeffecten is tegen een aantal ernstige ziektes.
In 2016 ontwikkelde York Health Economics Consortium 's werelds eerste economische model voor premature baby's en moedermelk. Dit consortium geeft aan dat door borstvoeding te geven aan een jaarlijkse populatie van premature baby's in het Verenigd Koninkrijk de rechtstreekse kosten zouden dalen met 30,1 miljoen pond. Nu ligt het percentage moeders dat borstvoeding geeft in het Verenigd Koninkrijk nog iets lager dan in Nederland, met zo'n 1%, maar dit zou betekenen dat ook in Nederland nog steeds ongeveer 34 miljoen euro bespaard kan worden op de zorgkosten. Dat moet dit VVD-kabinet toch zeker aanspreken.
Keith Hansen, vicevoorzitter voor human development bij de Wereldbank, stelt dat het geven van borstvoeding wereldwijd jaarlijks 800.000 kinderen en zo'n 20.000 moeders het leven zou kunnen redden. Hij stelt: als borstvoeding nog niet zou bestaan, zou de persoon die het vandaag de dag uitvindt een dubbele Nobelprijs verdienen, voor Geneeskunde en voor Economie. Daarmee zegt hij eigenlijk dat alle moeders die borstvoeding kunnen geven, een Nobelprijs verdienen.
In Europa is het percentage vrouwen dat borstvoeding geeft zeer verschillend. Hongarije is verreweg koploper. In de jaren negentig bungelde dit land nog onderaan met 18,2%, maar Hongarije is doorgeschoten naar 96% in 2015. Mijn vraag aan de minister is: hoe heeft men dat voor elkaar gekregen en wat kunnen wij daarvan in Nederland leren?
Dat veel vrouwen beseffen dat moedermelk belangrijk is voor hun pasgeboren baby, blijkt uit het percentage moeders dat borstvoeding geeft aan zuigelingen. In Nederland is dat in de eerste 48 uur zo'n 80%. Daarna neemt dat percentage schrikbarend af, tot 47% na drie maanden. Na zes maanden geeft nog 39% van de moeders borstvoeding. Een lichtpuntje: meer baby's van 3 tot 6 maanden krijgen borstvoeding ten opzichte van voorgaande jaren, maar -- een grote "maar" -- in Nederland is het percentage zuigelingen dat borstvoeding krijgt ronduit laag in vergelijking tot andere Europese landen. In de internationale vergelijking bungelt Nederland ergens onderaan. Hoe wil de minister dit percentage omhoog krijgen, gezien de duizelingwekkende belangen van borstvoeding voor het kind, niet alleen voor een pasgeboren baby'tje maar ook vanwege de doorwerking van al het goede dat borstvoeding te bieden heeft in het verdere leven?
De voorzitter:
Een vraag van mevrouw Dijkstra.
Mevrouw Pia Dijkstra (D66):
Ik luister met veel belangstelling naar dit verhaal, en het kan komen doordat ik maar heel weinig geslapen heb dat ik het niet helemaal begrijp, maar ik probeer even het verband te zoeken met de discussie over het pakket en de stukken die op de agenda staan. Wij hebben ons hier niet op voorbereid, om het even zacht te zeggen.
Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD):
Dank voor de vraag. Ik begrijp dat dit niet op de agenda stond, maar we hebben het hier over het basispakket en over wat wel en niet vergoed wordt. Hulp bij borstvoeding geven, de lactatiedeskundige en advies zitten niet in het basispakket. Daar wilde ik naartoe: ik zou die heel graag in het basispakket willen hebben, juist vanwege het niet te onderschatten belang voor de baby en voor de moeder.
De voorzitter:
Afrondend, mevrouw Dijkstra.
Mevrouw Pia Dijkstra (D66):
Ik dank mevrouw Arissen, of Van Kooten-Arissen, moet ik tegenwoordig zeggen, voor de toelichting. Ik luister met belangstelling verder.
Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD):
Voorzitter. Verschillende factoren spelen mee. De redenen om met borstvoeding te stoppen zijn terug te brengen tot drie hoofdoorzaken. De eerste is het gebrek aan begeleiding door zorgverleners. Helaas is lactatiekundige hulp niet in het basispakket opgenomen. Waarom niet, zo vraag ik de minister, als uit zoveel studies blijkt dat borstvoeding een preventieve werking heeft op zowel moeder als kind?
De tweede oorzaak heeft ook gedeeltelijk te maken met het gebrek aan deskundige hulp: het zelfvertrouwen van de moeder. Er is vaak twijfel over de kwaliteit en hoeveelheid moedermelk: is mijn melk wel goed genoeg, krijgt de baby wel genoeg binnen? Een lactatiedeskundige kan al deze twijfels wegnemen, zodat er minder snel gegrepen wordt naar een kunstmatige vorm van voeding en commerciële babymelk.
De derde oorzaak is externe factoren. Hoeveel steun krijgt de moeder in het moederschap, zowel thuis als op het werk? Natuurlijk zijn er regels in Nederland die moeders moeten beschermen tegen werkgevers die geen kosten willen maken of moeite willen doen om een moeder te ondersteunen bij het kolven op het werk, maar deze regels zijn nog niet overal bekend en worden ook niet overal genoeg nageleefd. Op schriftelijke vragen van mijn collega Özütok over belabberde kolfruimtes op het werk geeft de minister als antwoord een aantal richtlijnen waaraan kolfruimtes moeten voldoen. Ook is een socialmediacampagne opgezet. Ik vraag de minister: is dat voldoende?
De voorzitter:
Rondt u af?
Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD):
Ja. Wat kan een moeder doen als deze richtlijnen worden overtreden? We zouden heel graag willen dat bijvoorbeeld de mogelijkheid van kolven onder werktijd verlengd wordt van negen naar twaalf maanden.
Nog één punt, voorzitter.
De voorzitter:
Als het heel kort is.
Mevrouw Van Kooten-Arissen (PvdD):
Ja. Hoe denkt de minister ervoor te zorgen dat borstvoeding en kolven in het openbaar uit de grote taboesfeer worden gehaald? Want dit is jammer genoeg nog altijd een taboe.
Voorzitter, dank u wel.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bijdrage Van Kooten-Arissen aan debat over initiatiefnota De Groot: Leve de (Noord)zee
Lees verderBijdrage van Kooten-Arissen aan debat Vervoer gevaarlijke stoffen door luchtmacht
Lees verder