Bijdrage Van Raan aan begroting Econo­mische Zaken en Klimaat


22 november 2022

Voorzitter. Ik ga door waar mijn collega ophield. De begroting van Economische Zaken en Klimaat staat nog veel te veel in het teken van de palliatieve zorg voor terminale vervuilers. De SDE++, de bekende subsidiepot voor verduurzaming, functioneert te veel als een wasmachine voor het greenwashen van fossiele subsidies. Het is jammer dat D66 in dit debat lijkt terug te komen van zijn wijze besluit om mestvergisters niet te steunen. Tegen de wil van het parlement in stopt het kabinet helemaal niet met het subsidiëren van houtige biomassa. Dat lijkt zo, maar dat is niet zo. De komende tien jaar kan er nog maximaal 9,5 miljard worden verstrekt voor het verbranden van bomen voor energie. In de Klimaat- en Energieverkenning staat dat er ook nog eens een opschaling wordt verwacht van de industriële toepassing van bomen. Klopt dat? En klopt het dus dat het kabinet juist meer bomen wil kappen?

Voorzitter. Bossen zijn waardevolle CO2-opslagen. Ze zijn bewezen effectief, het is in verhouding bijna gratis om ze te laten staan en ze veroorzaken geen schadelijke stikstofuitstoot, terwijl de kaalkap miljarden kost, evenals het creëren van kunstmatige CO2-opslagen. Waarom zou je dat nou willen? Het is dus tijd om bomen te laten staan en CCS-projecten te laten gaan, zoals mijn collega ook al zei.

Voorzitter. Ik geloof echt dat de minister voor Klimaat en Energie klimaat goed wil neerzetten. Ik kijk hem ook even aan. Ik geloof dat en ik wil dat ook geloven. Tot nu toe blijft hij ook onverzettelijk onderdeel van de blokkerende minderheid in de EU-landen die tegen modernisering van het Energy Charter Treaty zijn. Heel goed! Maar het punt is dat hij in wezen helaas wordt ondermijnd door zijn collega, de staatssecretaris van Financiën, want ondanks de afspraak op de vorige klimaattop blijven er subsidies gegeven worden voor fossiele projecten in het buitenland. Wat vindt de minister voor Klimaat en Energie ervan dat hij met exportkredietverzekeringen eigenlijk ondermijnd wordt? Heeft hij dat wel door? Wat gaat hij daaraan doen? En denkt hij soms ook niet: als het na ettelijke pogingen kennelijk nog steeds zo ondoenlijk is om het ekv-instrument te vergroenen, zijn we dan misschien niet beter af zonder dat instrument?

Voorzitter. Het kabinet heeft eindelijk een tijdelijke solidariteitsbijdrage verplicht gemaakt voor energiebedrijven, maar die naam doet grote vervuilers echt te veel eer aan. Ze moeten hiertoe gedwongen worden via wetgeving en de opbrengst van 3,2 miljard weegt helemaal niet op tegen de minimaal 17,5 miljard aan fossiele subsidies. Het wordt zelfs waarschijnlijk geacht dat de olie- en gasbedrijven naar de rechter stappen om het aan te vechten. Tot zover die solidariteit. De zogenaamde hartenkreten waarmee grote vervuilers de VVD en het CDA proberen te mobiliseren voor een nog hogere investeringsaftrek en stikstofuitzonderingen, doen mij helemaal niks. Maar dat is niet zo belangrijk. De vraag is: wat doet het met de minister voor Klimaat en Energie?

Voorzitter, ik sluit af. Het kunstmatig in leven houden van een systeem dat na een lang ziekbed nu echt op sterven na dood is, vraagt heel veel van de belastingbetaler. In augustus keurde de Europese Commissie een extra fossiele subsidie van 835 miljoen goed — de heer Bouckehad het er al over — voor de indirecte kostencompensatie ETS. Het punt is: in de begroting is hier nu geen geld voor gereserveerd, maar de regeling is ook nog steeds niet afgeschaft. We hebben een motie op verzoek van de minister aangehouden, op belofte van een brief. Die brief is nog niet aangekomen. De belofte is niet nagekomen. Kan die brief alsnog komen?

Voorzitter. Systeemverandering blijft uit; zoveel is duidelijk. Zo is het in de energietransitie ook nog steeds zo dat de goedkoopste oplossingen de prioriteit krijgen boven natuurinclusieve oplossingen. Zoals we geleerd hebben, kan natuur niet langer genegeerd worden. Zo oordeelt ook de rechterlijke macht. Is de minister voor Klimaat en Energie in ieder geval bereid om in de verdere uitrol van de energietransitie, bijvoorbeeld bij veilingen voor kavels voor windparken, aan ontwikkelaars te vragen de meest natuurinclusieve oplossingen doorslaggevend te maken, in plaats van de meest kostenefficiënte methode?

Interruptie bij de VVD

De heer Van Raan (PvdD):
Ik wil me wel bij aansluiten van de vraag van collega Dassen, maar ik wil die iets anders focussen. Ik hoor de heer Erkens ook zeggen: ik wil graag de wereld beter doorgeven en die beter achterlaten. Nou weten we dat dat op dit moment überhaupt niet aan de orde is. Op dit moment geven we die wereld helemaal niet beter door. Dus wat telt er in de afweging die gaat komen over de industrie die we dan nodig hebben, nou zwaarder voor de heer Erkens? Is het dan belangrijker om de wereld beter door te geven of om te voldoen aan de industrie-eisen, die nu, opgeteld, veel meer gaan vragen dan dat de wereld mooi doorgeven vereist?

De heer Erkens (VVD):
Volgens mij zit er op dit dossier tussen de Partij voor de Dieren en de VVD een filosofisch verschil. Wij geloven dat het verduurzamen van onze economie ervoor kan zorgen dat we ons land schoner en veiliger doorgeven aan volgende generaties en dat we onze toekomstige economische groei daarmee kunnen zeker stellen. Je land schoon en veilig doorgeven betekent ook zorgen voor goede gezondheidszorg in de toekomst, voor goed onderwijs, voor goede infrastructuur, voor mooie woningen, en ga zo maar door. Daar heb je ook geld voor nodig. Dat moet je verdienen. Maar die industrie moet schoner en moet circulair worden.

De heer Van Raan (PvdD):
Dat zou allemaal kunnen, maar de afgelopen jaren gebeurde het gewoon niet. Dus elke belofte die de VVD doet — en ik hoor het CDA het ook vaak zeggen: de wereld mooier doorgeven — is gewoon niet aan de orde. Het gebeurt niet, omdat er veel te veel gekeken wordt naar de bestaande industrie. Ik hoor de heer Erkens ook nu weer uitgaan van de industrieën die nodig zijn, maar dat is een verkeerde opstelling. Je moet niet kijken welke industrieën er nodig zijn; je moet kijken wat er past. Is dat ons filosofische verschil?

De heer Erkens (VVD):
Ik denk dat dit ten dele een filosofisch verschil kan zijn op dit vlak. Ik ben ook een groot voorstander van nieuwe industrieën, die in de toekomst opkomen. Bedrijven die windmolens op zee maken, bedrijven die werken aan elektrolyse, en ga zo maar door: het is helemaal prima als die ook in Nederland komen. Ik vind alleen niet dat het de rol van de overheid is om te zeggen dat een bepaalde industrie hier niet meer welkom is. Ik vind het wel aan de overheid om te eisen dat die industrie gaat verduurzamen. Daar zijn we met dit kabinet ook ambitieus mee aan de slag gegaan.

Interruptie bij D66

De heer Van Raan (PvdD):
Ik wil mevrouw Van der Plas graag bijvallen, want we weten natuurlijk hoeveel moties er in de vorige periode werden tegengehouden door D66, moties die dit inderdaad de goede kant op hadden kunnen duwen. Ik denk dat ik wel 66 voorbeelden daarvan kan noemen.

Maar laten we vooruitkijken. Het CDA heeft een plan gepresenteerd om mestfabrieken, mestvergisters te stimuleren. Die mestvergisting is niet duurzaam, want je houdt daarmee eigenlijk het verdienmodel rond mest in stand. Er gaat iets van 360 miljoen euro subsidie naartoe. D66 is daartegen. De vraag is eigenlijk heel simpel: blijft D66 inderdaad die niet-duurzame vergisters niet steunen?

De heer Boucke (D66):
In de zoektocht om onze ambitieuze klimaatdoelen te halen, sluit ik geen enkele oplossing op voorhand uit. Ik zie dat groen gas een van de oplossingen is. Ik ben het met de heer Van Raan eens dat we niet in een situatie moeten komen waarin we de landbouw en de agrarische sector zoals we die nu in Nederland hebben, overeind gaan houden om groen gas te produceren. Dat moet niet het geval zijn. Als we echter een slimme, nuttige toepassing hebben voor mest, laten we die dan vooral wel toepassen.

De heer Van Raan (PvdD):
Daar zit het 'm natuurlijk niet in. Dit is geen slimme, duurzame oplossing. We praten over 4.200 liter mest voor elke Nederlander. Het gaat om 75 miljard kilo in 2019. Dat heeft niks met een duurzame, slimme oplossing te maken. Gaan we de instandhouding van dat model subsidiëren? D66 heeft daar altijd tegen gestemd. Dat vind ik heel goed. Complimenten. De vraag is: blijft D66 dat doen?

De heer Boucke (D66):
Nogmaals, ik zie het punt dat de heer Van Raan probeert te maken. Ik ga mezelf een beetje herhalen. Ik denk dat we moeten voorkomen dat we de agrarische sector zoals die nu is — die is veel te groot; daar heeft mijn collega De Groot het vaak over gehad — in stand houden met een maatregel die als doel heeft om onze energievoorziening te verduurzamen. Maar ik zie wel dat er nog steeds toekomst is voor een agrarische sector in Nederland. De mest die daarbij vrijkomt, moeten we slim en nuttig toepassen. Daar ben ik een voorstander van.

De heer Van Raan (PvdD):
Maar nu komen we een beetje in een moeilijke situatie terecht. Met het gedeelte van de mest dat overblijft met de veestapel die D66 wil, is er helemaal geen verdienmodel voor de mestvergisters. Dat heeft D66 al een aantal keer laten zien in haar stemgedrag en haar redeneringen. Het is heel raar dat je voor de 5% mest die je dan nog hebt, een verdienmodel in stand wilt houden dat helemaal niet haalbaar is. Als ik erop kan vertrouwen dat de heer Bouckediezelfde rationaliteit in stand houdt, dan ben ik gerustgesteld. Maar als je nu een beetje gaat schuiven en zegt dat je niks wilt uitsluiten, dan zit je op de verkeerde weg. Ziet de heer Boucke dat?

De heer Boucke (D66):
Volgens mij moeten we dan echt in de cijfers duiken. Als er een nuttige toepassing is voor een overschot aan mest, dan hebben we niet de luxe om die uit te sluiten, want er moet ontzettend veel gebeuren om tot die 60% te komen. We kunnen het, maar ik wil het niet uitsluiten.

Interruptie bij het CDA

De heer Van Raan (PvdD):
We zien hier weer een klassiek CDA-sprookje de wereld in geholpen worden. Het zijn schijnoplossingen, ditmaal in de vorm van [mest]vergisters. Daar is de afgelopen tien jaar 4 miljard in gestopt. Zelfs voormalig CDA-voorman Cees Veerman zegt: dit moet je niet doen. Het heeft een energetische waarde van 10%. Het is het verdienmodel van de bio-industrie in stand houden. Ik vraag me echt oprecht af waarom het CDA hier weer valse hoop voor de boeren voortovert.

De heer Bontenbal (CDA):
Het zal collega Van Raan niet verwonderen dat ik het absoluut met hem oneens ben. Ik baseer me op verschillende rapporten die zeggen dat groen gas onderdeel van het klimaatbeleid zal moeten zijn, al is het maar om het aardgas dat we nodig hebben te vervangen. Mestvergisting leidt daadwerkelijk tot minder uitstoot van CO2 en methaan. We kunnen een stukje van het stikstofprobleem ermee helpen oplossen. We kunnen kunstmest ermee vervangen, voor een deel. Dat zorgt er ook weer voor dat grote bedrijven die kunstmest produceren, minder aardgas nodig hebben. Als wij met elkaar echt hele ambitieuze klimaatdoelen hebben en de landbouw ook echt circulair willen maken, dan begrijp ik eerlijk gezegd niet dat wij zo'n technologie die echt heel kansrijk is, uitsluiten. Dus wat mij betreft gaan wij daar vol op inzetten.

Interessant voor jou

Bijdrage Van Esch aan WGO Water

Lees verder

Bijdrage Teunissen aan begroting Economische Zaken en Klimaat

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer