Bijdrage Van Raan aan debat over het Pakket Belastingplan 2021
Voorzitter. Mooi dat er alvast deals worden gemaakt. Eens kijken hoever we komen met de bijdrage van de Partij voor de Dieren.
€ 300 miljard. Het is wel vaker gezegd en het mag inmiddels ook wel bekend worden verondersteld, dat de Partij voor de Dieren vindt dat de hele begroting en dus ook het Belastingplan in dienst zouden moeten staan van de aanpak van de grootste crisis waar we in zitten, namelijk de klimaat- en de biodiversiteitscrisis. We zullen het Belastingplan dan ook langs die lat beoordelen.
Wat de Partij voor de Dieren waardeert, is dat het kabinet zich bereid toont om de klap die de economie gaat krijgen als gevolg van de coronacrisis, met miljarden te verzachten. Het kabinet is daar vaak alert, anticipeert en is bereid het hele begrotingsbeleid om te gooien in het licht van de coronacrisis.
Dat roept natuurlijk de vraag op waarom het kabinet niet net zo handelt met het vooruitzicht op de steeds dieper wordende klimaat- en biodiversiteitscrisis. Inmiddels onderkent het dat dit echt een crisis is. Het is een existentiële crisis, die ons welzijn, ons bestaan en dat van onze kinderen bedreigt. Ik vraag aan de staatssecretaris of hij het eens is met deze analyse. We hebben dat ook gevraagd aan de minister van Economische Zaken en Klimaat en die onderkent dat. Ook de Koning onderkent dat er een crisis is. Ik vraag dus naar de mening van de staatssecretaris.
En dan is het des te schrijnender dat Nederland nagenoeg alle belangrijke klimaatdoelen niet haalt: de CO2-uitstoot moet in ons land met 49% zijn teruggebracht in 2030, maar we koersen af op 34%. Op het gebied van hernieuwbare energie is Nederland in de EU de slechtst presterende lidstaat. Zelfs met het importeren van groene energie uit Denemarken halen we de doelen niet.
Ook vanuit Brussel klinken waarschuwingen. De Nederlandse plannen voor het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen zijn niet voldoende om de klimaatdoelen te halen. Nederland doet niet genoeg om de uitstoot in sectoren als transport, energieverbruik in huizen en landbouw naar beneden te krijgen.
Je vraagt je af of de staatssecretaris wel weet wat de gevolgen zijn van een temperatuurstijging van tussen 3°C en 4°C. Die gevolgen betreffen geen apocalyptische toekomstscènes uit een Netflixserie, maar wetenschappelijke voorspellingen die voor een deel al aan het uitkomen zijn, denk aan de metershoge vlammen en de zwartgeblakerde huizen door de bosbranden van Australië. Denk aan de warmterecords die in Siberië worden verbroken. Daar is al een gebied drie keer zo groot als Nederland afgebrand. Of dichter bij huis: denk aan de afgelopen zomer, toen het boven de 40°C werd in Nederland, hoe afgelopen september de warmste maand was, hoe gisteren de warmste 9 november was ooit gemeten. Hoe denkt de staatssecretaris hierover? Denkt hij dat het toeval is?
Dus telkens weer blijkt dat de klimaatcrisis zich sneller ontvouwt dan ooit voor mogelijk werd gehouden, en dat de gevolgen groter zijn dan gedacht. Maar op de een of andere manier wacht het kabinet nog steeds op het juiste moment om hier iets aan te doen. Ons wachten zware economische tijden, dus het klimaat moet maar even wachten. De industrie heeft het al zwaar genoeg, in de luchtvaart zitten te veel banen, de energietransitie is te duur; nu even niet, lijkt het motto.
Maar weet de staatssecretaris wel dat het aanpakken van de klimaatcrisis ook soelaas gaat bieden in de economische recessie? Klimaat en economie hoeven elkaar niet te bijten. Elke euro kan worden uitgegeven aan klimaat én economie.
Het Internationaal Energie Agentschap en het Internationaal Monetair Fonds, die zelf ook aandrongen op groen herstel, hebben berekend dat maatregelen ten behoeve van groen herstel wereldwijd meer banen opleveren dan nu, met wat er in de traditionele sector wordt geïnvesteerd.
Maar ik kom nu naar Nederland terug. Ook in 2021 wordt het waardevolle, zoals arbeid, weer te veel belast, en wordt alles wat druk legt op de leefomgeving, wat ons milieu en de gezondheid schaadt, weer te veel ontzien, en zelfs gestimuleerd.
De hele begroting zou in het teken moeten staan van de aanpak van de klimaat- en biodiversiteitcrisis, maar wij moeten het volgens het kabinet doen met het Nationaal Groeifonds, terwijl groeien op de manier waarop we het deden nou juist het probleem is. En we moeten het hebben van een Baangerelateerde Investeringskorting van 4 miljard, die én niet meer werkgelegenheid garandeert, en al helemaal niet vergroening.
Dan kom ik op twee specifieke onderwerpen die ik wil bespreken: de CO2-heffing en een mogelijke plasticbelasting. Ten eerste de CO2-heffing. Het kabinet wekt de indruk dat het hier ook trots op is, want — zo zeggen ze — het is waarschijnlijk de hoogste CO2-heffing op aarde, die ergens in enig land is ingesteld. "Op aarde" en "in enig land"; een mooi citaat. Maar zo kun je natuurlijk alles mooi maken.
Wat vertellen de planbureaus ons? Die vertellen dat zo snel mogelijk een uniforme heffing over alle CO2-uitstoot het beste is; zo veel mogelijk, zo snel mogelijk, uniform en over alle sectoren. En het plan van het kabinet doet een beetje, pas in 2024, over een deel van de industrie. De vraag is dan: hoe gaat de CO2-heffing van het kabinet nou bijdragen aan een drastische CO2-reductie als deze alleen voor bepaalde bedrijven geldt?
In reactie op onze vraag schreef de staatssecretaris: het kabinet sluit wat betreft de groep heffingsplichtigen aan bij de sectorale benadering die gekozen is in het klimaatakkoord. Begrijp ik nu goed dat we aan het einde van de behandeling van het pakket belastingen ertoe komen dat andere CO2-intensieve economische sectoren geen extra dwingende reductiedoelen zijn opgelegd? Vindt de staatssecretaris, nu duidelijk is dat Nederland echt te weinig doet om zijn uitstoot terug te dringen, nog steeds dat de groep heffingsplichtigen voldoende groot is?
Ik zal een voorbeeld geven. Bij het vormgeven van een vlakke, uniforme CO2-heffing is het voor Nederland, als meest veedichte land ter wereld, namelijk ook interessant om te kijken naar de uitstoot van de veeteelt, wereldwijd verantwoordelijk voor tussen de 14% en 18% van alle uitstoot van broeikasgassen. Dus wat zou nou bijvoorbeeld de rol kunnen zijn van de veeteelt in het terugdringen van broeikasgassen? In welke mate denkt de staatssecretaris dat een CO2-heffing voor alle economische sectoren, inclusief de veeteelt, nuttig kan zijn?
Is de staatssecretaris het met de Partij voor de Dieren eens dat er uiteindelijk een vlakke, uniforme CO2-heffing zou moeten komen voor alle uitstoot uit alle economische sectoren? En of hij het daar nou wel of niet mee eens is, is hij dan op zijn minst bereid om die mogelijkheden van een uniforme CO2-heffing die deze eigenschappen heeft, te onderzoeken? Graag een toelichting. En ik overweeg ook een motie op dit punt. Er komt een amendement aan van de Partij voor de Dieren dat die CO2-heffing in het huidige voorstel tracht te verbeteren.
Dan het tweede punt. Een andere grote bedreiging, helaas: plastic. Wereldwijd worden een miljoen plastic flesjes verkocht per minuut, en beland er één volgeladen vrachtwagen vol plastic in de zee. Het statiegeld is zeker een goed begin, per juli 2021. Complimenten. Een beetje laat, maar beter laat dan nooit.
Maar het is natuurlijk de productie van nieuw gemaakt plastic die ook omlaag moet. Uit de antwoorden op de schriftelijke vragen die de Partij voor de Dieren stelde, bleek dat het kabinet zich eigenlijk op geen enkele manier verantwoordelijk voelt om deze productie te ontmoedigen. We vroegen onder meer of het kabinet bereid is om de mogelijkheden te onderzoeken van een belasting op nieuw gemaakt plastic, of op verpakkingen die niet voldoen aan een bepaald recyclepercentage. Opvallend genoeg wees het kabinet meteen naar de EU. Die zou het moeten oplossen. Maar hoe verhoudt dit afschuifgedrag zich tot wat de staatssecretaris zei op mijn vraag over het pakken van nationale verantwoordelijkheid? Hij zei namelijk dat hij natuurlijk vindt dat lidstaten een nationale verantwoordelijkheid hebben om CO2 te reduceren. Hij zei dat anders de CO2-heffing en de vliegbelasting er niet zouden liggen. Dat is natuurlijk helemaal waar. Het is dus wel degelijk zo dat Nederland een verantwoordelijkheid kan pakken. Juist omdat de Europese Commissie zegt dat Nederland te weinig doet, vraag ik me af hoe de staatssecretaris in dit licht aankijkt tegen een kostprijsverhogende plastictaks.
Voorzitter, afsluitend. Met het vooruitzicht van een steeds dieper wordende klimaat- en biodiversiteitscrisis wordt de vraag steeds knellender: waarom handelt het kabinet niet voortvarender in deze crisis, temeer daar het onderkent dat er sprake van is? De minister van Economische Zaken heeft het al gezegd. Ik zou hem graag weer dat compliment geven. Het siert hem. Hij zei: ik weet inmiddels dat er eigenlijk eerder begonnen had moeten worden en dat er misschien ook wel meer had moeten worden gedaan. Nu dit niet gebeurt, niet onder dit kabinet en niet onder de vorige kabinetten, zal er dus met name sneller moeten worden gehandeld. Weer een 3°C-belastingplan helpt daar niet bij.
Voorzitter, dank u wel.
Interessant voor jou
Inbreng voor het schriftelijk overleg duurzaamheidskader biogrondstoffen
Lees verderMondelinge vragen Ouwehand over de nertsenhouderij
Lees verder