Bijdrage Van Raan aan debat over verduurzaming van de luchtvaart
De heer Van Raan (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. De luchtvaart zoals we die nu in Nederland kennen, is door alle grenzen heen gegroeid de afgelopen decennia. Grenzen aan leefomgeving, grenzen aan veiligheid en grenzen aan klimaat zijn allemaal overschreden. Voorbeelden: zeer schadelijke stoffen tellen überhaupt niet mee bij het taxiën, opstijgen en landen van vliegtuigen. De stikstofuitstoot van vliegvelden is een vaag verhaal, terwijl we toch anticiperend gaan handhaven bij vliegvelden die helemaal geen natuurvergunning hebben.
Vandaag bespreken we dan de verduurzaming van de luchtvaart. De consensus dat de luchtvaart levensgevaarlijke effecten heeft, is gegroeid. Het staat buiten kijf dat de luchtvaart moet verduurzamen. Maar dan komen de vervolgvragen. Welke randvoorwaarden geef je mee? Welk instrument kies je? Laat je het aan de markt? Vertrouw je de sector op zijn woord?
Voorzitter. Deze minister kiest er vooral voor om het aan de sector te laten. Ze krijgen 383 miljoen aan belastinggeld en dan geloven we dat de klimaatproblemen weg geïnnoveerd worden. Een recente publicatie liet zien dat de luchtvaartsector de afgelopen twintig jaar van de 50 verduurzamingsbeloftes er slechts 1 heeft waargemaakt, een vertrouwensratio van 2%. Welke garantie heeft de minister dat de luchtvaartsector zijn doelen gaat halen? Als hij die garantie niet heeft, hoe gaat hij die doelen dan met wetgeving afdwingen?
Voorzitter. Een lang verhaal kort. Verduurzaming op korte termijn is ronduit een leugen. Verduurzaming op lange termijn is op z'n best een gevaarlijke mythe en op z'n slechtst ook een leugen als je niet ondertussen ook per saldo de uitstoot verkleint. Het gaat om de cumulatieve uitstoot waarmee de luchtvaart de leefomgeving sloopt. Ik focus nu even vooral op die uitstoot. Dat neemt niet weg dat er hele waaier van andere problemen is.
Voorzitter. Ik reken het u voor. In Nederland wordt jaarlijks grofweg 4 miljard kilo kerosine getankt. Als je dat met synthetische kerosine wil vervangen, kost dat 178 miljard kilowattuur. Dat getal is gevalideerd door luchtvaartexperts. Dat kun je omrekenen naar andere opwekkingsmethoden, bijvoorbeeld kerncentrales. Dan gaat het om 50 kerncentrales van het formaat Borssele. Ik word er regelmatig op bevraagd dat dat maar een hele kleine kerncentrale is. Oké, dan maken we de kerncentrales drie, vier keer zo groot. Dan heb je, alleen voor de Nederlandse behoefte, nog twaalf of dertien grote kerncentrales nodig. Hoe kan het dat we niks over de energetische vraag lezen in de brief van de minister?
De voorzitter:
Ik heb zelf een interruptie.
Ik had het ook al in mijn eigen spreektekst staan. We hebben veel commissieactiviteiten over dit onderwerp gehad en het eindigde steeds met: waar halen we de energie vandaan? Maar er moet me toch wel iets van het hart, want het lijkt bijna alsof de Partij voor de Dieren hier een pleidooi aan het houden is voor kernenergie. Er wordt namelijk de hele tijd gezegd hoeveel kerncentrales de luchtvaart nodig heeft in Nederland, maar we zetten qua verduurzaming van energie natuurlijk in op meer dan alleen kerncentrales, namelijk ook op wind en zon. U weet ook wat er tijdens de commissieactiviteiten over zonne-energie werd gezegd in Zuid-Europa en nog ten zuiden daarvan. Mijn oproep aan de Partij voor de Dieren is: zie de verduurzaming alsjeblieft breder dan alleen kernenergie.
De heer Van Raan (PvdD):
Dat is een mooi pleidooi van de heer Koerhuis van de VVD, maar de essentie is dat het absurde van die energievraag duidelijk is. Dat zou de heer Koerhuis ook duidelijk moeten vinden. We kunnen het prima vergelijken met andere energiebronnen. We kunnen ook zeggen: we halen de helft uit biogene bronnen. De helft zou best kunnen. We weten bij god niet waar we die bronnen vandaan moeten halen. De essentie is natuurlijk ook dat dit alleen over Nederland gaat, dus als de rest van de wereld op dezelfde manier gaat verduurzamen ... Ik kijk naar de heer Koerhuis. Het is gewoon een sprookje. Het kan niet. Het is een leugen. Het is goed als de heer Koerhuis dat, of in ieder geval die getallen voor Nederland, zou erkennen. En extrapoleer dat dan naar de energievraag om de luchtvaart te verduurzamen voor de hele wereld. Het kan niet.
De voorzitter:
We moeten ervoor oppassen dat we hier geen EZK-debatten van maken, maar ik citeer dan alleen nog even uit de commissieactiviteiten die wij hebben gehouden. Die eindigden met hoeveel zonne-energie je kan opwekken in Zuid-Europa en ten zuiden daarvan en wat voor beperkte oppervlakte je daar nodig hebt om de hele wereld van zonne-energie te voorzien. Ik weet nog dat de heer Van Raan reageerde dat dat absurd was. Maar het was een beperkte oppervlakte in een woestijn die daarvoor nodig is, dus daar wil ik de heer Van Raan toch weer even aan herinneren. Voor de rest moeten we misschien toch een luchtvaartdebat houden.
De heer Van Raan (PvdD):
Het is prima dat de heer Koerhuis dit allemaal zegt, maar het feit blijft staan dat de energetische omzetting -- die is zeer inefficiënt -- voor de behoefte zoals de heer Koerhuis die schetst, niet realistisch is. We hebben namelijk nog veel meer energie nodig voor allerlei andere activiteiten. Het alleen focussen op de luchtvaart toont al aan dat dat volstrekt niet realistisch is. Het kan natuurlijk best zo zijn dat er doorbraken komen. Dat zou best kunnen. Maar ondertussen gok je gewoon met de toekomst van de wereld als wetenschappers ons vertellen dat de kans 50% is dat we binnen vijf jaar de 1,5 graden overschrijden, terwijl de verduurzamingsplannen van de luchtvaart ergens in de toekomst zijn neergezet. Weten dat de energetische omzetting volstrekt irrealistisch is, daarbij hopen op wat innovaties die misschien zullen komen -- wie zal het zeggen? -- maar ondertussen gewoon doorgaan met die uitstoot, is niet alleen gevaarlijk; dat is levensgevaarlijk.
De voorzitter:
Ik zie een interruptie van de heer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Wat vindt de heer Van Raan van het punt dat het grootste gedeelte van de brandstoffen die wij voor allerlei zaken gebruiken, nu ook al gewoon vanuit de hele wereld hierheen komen, en dat dat wellicht in de toekomst voor een deel ook zo zou kunnen zijn met duurzame brandstoffen? Twee. Is de essentie niet dat je in Nederland een CO2-plafond krijgt en dat je daar gewoon binnen moet blijven? Als dat CO2-plafond past bij wat nodig is om de klimaatdoelen te halen, dan zijn we er toch? Als u geen gelijk krijgt, dus als die doorbraken er niet komen enzovoort, en als we aan dat plafond blijven vasthouden, zal dat automatisch betekenen dat bijvoorbeeld het aantal vluchten fors moet krimpen. Maar dat is precies wat we doen: een CO2-plafond vanwege het klimaat. We weten niet precies hoe dat uitpakt. Maar als er voldoende technologische doorbraken zijn, dan komt het goed en hoeft het aantal vluchten wat minder te dalen. Anders zal je een volumemaatregel moeten nemen.
De heer Van Raan (PvdD):
Ik heb twee vragen gehoord. Eén vraag ging over het gesleep met brandstoffen vanuit de hele wereld naar Nederland en dat dat zo zal blijven. De andere ging over het CO2-plafond. Ik begin met dat gesleep om brandstoffen naar Nederland te krijgen. Dat is natuurlijk een van de redenen waarom we nu in een planetaire crisis verkeren. Op die manier doorgaan kan dus volstrekt niet aan de orde zijn. Neem bijvoorbeeld het duurzaam verslepen van lng. Er is dan een manier om dat in Amerika te maken, overigens vaak met schaliegas, en dat hiernaartoe te brengen met containerschepen die enorm veel verbruiken. Van dat model, dat systeem, weten we dat het op deze manier niet houdbaar is, ook al zitten er in die lng-schepen misschien wat duurzamere brandstoffen. Dat moet op de schop. Dat is niet vol te houden. Dat is één.
Twee. De heer Bontenbal zegt terecht: we moeten toe naar een CO2-plafond in Nederland. Uiteraard. Daar pleit de Partij voor de Dieren al jaren voor, net als GroenLinks en andere partijen. Er gaan nu ook CO2-plafonds komen. Daar is het punt precies wat de heer Bontenbal zegt. In de vorige kabinetsperiode is door de vorige minister van IenW vastgesteld dat luchtvaart een normale sector is. Dat betekent in de mobiliteitssector dat je de doelen van de klimaattafel moet halen. Daar hoort in 2030 een CO2-plafond bij van grosso modo 2,5 megaton. Dat is nog exclusief radiative forcing, de niet-CO2-gerelateerde uitstoot. Die 2,5 megaton komt in de orde grootte op 125.000 vluchten uit. Daar pleiten wij al jaren voor. Ik ben in die zin blij dat de heer Bontenbal dat herkent en erkent.
Het punt gaat het volgende worden. Over de fair share naar rato die de luchtvaartsector overhoudt aan het CO2-plafond van 2,5 megaton, denken de sector zelf en het kabinet: dat kan wel 12 megaton zijn. De legitieme vraag gaat dus worden: doen we het fair share naar rato, dus 2,5 megaton, of geven we de luchtvaart democratisch toch die ruwweg 12 megaton? Dat kan. Daar kun je democratisch voor kiezen. Maar dan is de vraag: waar gaat de luchtvaartsector, of het CDA, als zij ervoor zijn, in het totaal van de CO2-koek die 12 min 2,5 megaton, dus laten we zeggen die 10 megaton, vandaan halen? Van welke andere sectoren ga je dat halen? Of ga je zeggen: dat doen we wel in de toekomst; dat doen we wel in een ander land? Daar moeten we het over hebben.
De heer Bontenbal (CDA):
Ja, ik heb nog wel wat verduidelijkende vragen. U bent dus tegen gesleep van brandstoffen over de hele wereld. Er komt een heel groot project, zag ik pas. BP steekt tientallen miljarden in een heel groot, duurzaam energieproject in Australië. We moeten nog even zien of dat allemaal gebouwd wordt, maar dat gaat om tientallen gigawatts zon en wind, waarbij ze dus waterstof willen produceren. Dat gaan ze de hele wereld over verschepen. Vindt u dat dan geen goed idee? Bent u daartegen, wetend dat Nederland altijd op de een of andere manier brandstoffen heeft geïmporteerd en geëxporteerd? Mijn tweede vraag gaat weer over dat CO2-plafond. Hoe bepaalt u wat een fair share is? Zegt u: dat deel ik gewoon naar rato? Je hebt moeilijk te decarboniseren sectoren. Het kan natuurlijk goed zijn dat de luchtvaart er daar één van is en dat je op grond daarvan een andere verdeling kiest. Dus hoe bepaalt u die fair share?
De heer Van Raan (PvdD):
Vraag één. De Partij voor de Dieren is voor een leefbare planeet en voor een economie die past binnen die grenzen en bestaanszekerheid geeft aan de mensen. Maar de Partij voor de Dieren is niet voor een economie die al die grenzen doorbreekt. Het is maar even de vraag of dat gesleep met in Australië gemaakte waterstof energetisch ... Want uiteindelijk gaat het erom of we erin slagen het CO2-gehalte in de atmosfeer terug te brengen. Dat is eigenlijk het voornaamste. Mede daarop beoordelen we die plannen. Je kan dus niet van tevoren ja of nee zeggen.
De voorzitter:
En de tweede vraag?
De heer Van Raan (PvdD):
De tweede vraag ging over de fair share naar rato. Dat heb ik niet bepaald. Dat is misschien een geruststelling voor de heer Bontenbal. Maar dat zijn dezelfde "fair share naar rato"-afspraken als die gelden in het Klimaatakkoord. Als je de "fair share naar rato"-afspraken die in het Klimaatakkoord gemaakt zijn voor de transportsector, loslaat op de luchtvaart, dan kom je ongeveer op die ordegrootte uit. Dat is overigens bevestigd -- dat is wel belangrijk -- in de eerste wetenschappelijke beoordeling en in ieder geval niet weersproken in de second opinion. Daar zijn ze niet op ingegaan. We mogen ervan uitgaan dat dat ongeveer klopt.
De voorzitter:
Dank u wel. Kijk, nog een interruptie.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb ze allemaal opgespaard voor de heer Van Raan! De luchtvaart zat natuurlijk niet in het Klimaatakkoord, dus dat was een deel van het probleem, denk ik. Maar goed, ik wil even doorgaan op dat eerste punt. U zegt in uw eerste antwoord wel iets anders dan in het tweede antwoord. In het eerste antwoord zei u vrij duidelijk: dat gesleep moeten we niet doen. In het tweede antwoord zei u: ik wil het klimaat redden en de wereld schoon achterlaten. Dat willen wij ook. Toen werd u al wat voorzichtiger en zei u: we moeten kijken wat het best tot CO2-reductie leidt. Dat zou heel goed kunnen. Australië heeft een hoop meer zon dan hier, dus het zou prima kunnen dat als je naar het totale systeem kijkt, inclusief het transport, je ziet dat het veel verstandiger is om op hele zonnige plekken heel veel zonne-energie te produceren en daar waterstof mee te maken. Dat gesleep over de wereld kan weleens heel goed voor die wereld zijn, net zoals dat wij hele prachtige tomaten en paprika's naar andere plekken brengen.
De voorzitter:
Dat is inderdaad ook wat opkwam bij die commissieactiviteiten. Meneer Van Raan.
De heer Van Raan (PvdD):
Tomaten kwamen op bij de…
De voorzitter:
Nee, dit punt. We hebben veel sessies hiervoor gehad.
De heer Van Raan (PvdD):
Ik ben blij dat de heer Bontenbal de vervolgvraag stelt, want nu kan ik het verduidelijken. In de eerste situatie hebben we het over het huidige verhaal, namelijk hoeveel energie er nodig is om duurzame brandstoffen te maken voor de luchtvaart en om die ergens anders vandaan te halen binnen het huidige systeem. Dat is echt ongeloofwaardig. Dat kan niet. In de tweede situatie zegt u het volgende. Stel je nou voor -- en daar ga ik dan in mee -- dat in Australië enorm duurzaam waterstof gemaakt kan worden. Stel je nou voor dat dat naar Nederland kan worden gebracht. Stel je nou voor dat daardoor de cumulatieve uitstoot lager wordt en dat daardoor de gevaarlijke meter die nu in het rood staat omdat we binnen vijf jaar de 1,5 graden voorbijgaan, naar beneden gaat. Dan moet je daar natuurlijk naar kijken. Ik snap dat de heer Bontenbal het heel plat probeert te slaan in een soort tegenstelling, maar ik hoop dat ik het hiermee heb verduidelijkt.
De heer Bontenbal (CDA):
Mag ik mijn laatste interruptie doen?
De voorzitter:
Ja, dat mag.
De heer Bontenbal (CDA):
Het is namelijk niet consistent wat u zegt. Op het moment dat er straks voldoende duurzame energie is, dan is het, ook volgens uw betoog van net, prima om die de wereld rond te slepen en naar Schiphol te brengen. U moet wel kiezen. U vindt het gesleep an sich al ingewikkeld. Ik merk ook dat er een bepaalde antipathie zit tegen luchtvaart en grote bedrijven überhaupt, maar uw betoog is niet consistent. Als u zegt dat u er uiteindelijk niet tegen bent dat duurzame brandstoffen van heel de wereld hierheen komen als dat voor het totale systeem optimaal is, dan is er dus een toekomst denkbaar waarin de luchtvaart voor een groot gedeelte blijft bestaan, maar dan met duurzame brandstof. Dan mag u daar de voorwaarden aan hangen dat die er zijn en dat het past binnen de grenzen van de planeet, maar dan sluit u het daarmee dus niet uit.
De voorzitter:
Dat is een heldere conclusie.
De heer Van Raan (PvdD):
Nee, het krijgt toch een beetje een naar trekje, zeker omdat dit van de partij komt die er voor een groot deel voor gezorgd heeft dat we nu bijvoorbeeld in Nederland in die enorme problemen zitten. Het punt is namelijk dat waar de heer Bontenbal in gelooft, gewoon nog niet tot uiting komt. Ik zou best met hem willen meegaan, maar zo werkt het niet. De gedachte is nu: we gaan innoveren; in 2050 is de luchtvaart CO2-neutraal. Ondertussen gaat de cumulatieve uitstoot gewoon door. Dat geldt voor de meeste innovaties waar de heer Bontenbal voor staat. We geloven dus in een soort technologische oplossing. Die blijkt vaak niet of te langzaam te werken. Ondertussen gaat de uitstoot gewoon door. Dat is het probleem. Wij zijn er dus niet voor om maar te geloven in de innovatie en ondertussen gewoon door te gaan. Dat werkt niet. Natuurlijk, op het moment dat iets probleemloos is -- dat is wat de heer Bontenbal zegt -- kun je daarvoor zijn. Ja, natuurlijk. Dat kan je de Partij voor de Dieren niet verwijten.
De voorzitter:
Dank u wel. De interrupties zijn nu echt op. Vervolgt u uw betoog.
De heer Van Raan (PvdD):
Voorzitter. Het tweede punt waarom de leugen in de luchtvaart regeert, is het niet-CO2-gedeelte van de uitstoot. Dat verdubbelt -- het kan zelfs nog meer zijn -- de bijdrage van de luchtvaart aan de klimaatcrisis. Kan de minister aangeven wat de laatste stand van zaken daarover is, in de wetenschap maar ook binnen het departement? In 2019 gaf de minister namelijk aan dat er nog te veel onbekend was om te handelen. Ondertussen heeft hij wel stappen gezet. Ik ben benieuwd hoe het daarmee staat.
Ik denk eerlijk gezegd wel dat de minister onderschat hoe problematisch dat antwoord gaat worden. Dezelfde problematiek zien we bij de heer Bontenbal van het CDA. Als je niet precies weet hoelang de opwarming doorgaat en hoeveel je veroorzaakt, dan zou je dat in de huidige situatie eigenlijk niet moeten veroorzaken. Het is geen 1970 meer. Die redeneerlijn geldt overigens ook voor de heer Koerhuis.
Onzekerheid moet leiden tot terughoudendheid, niet tot vrijblijvendheid of tot beloftes. We weten dat de luchtvaartsector een enorm trackrecord heeft in het missen daarvan. Ondertussen stoot de luchtvaart ton na ton uit. Die cumulatieve uitstoot nekt de sector. Een deel van de verduurzaming, waar dit kabinet zo sterk op inzet, doet geen fluit aan het verminderen van de niet-CO2-effecten. Meng je biobrandstof bij, dan houd je hetzelfde probleem.
Voorzitter. Dat is de essentie. Verduurzaming als oplossing voor het klimaatprobleem is een leugen. De sector houdt zichzelf en ons helaas voor de gek. Dus eerst krimpen, en dan kijken we verder.
Dank u wel.
Interessant voor jou
Schriftelijke inbreng over de Milieuraad van 28 juni
Lees verderBijdrage Van Esch aan debat over langere termijn coronabeleid
Lees verder