Bijdrage van Raan dertigledendebat over de uitspraak van de rechter over de luchtkwaliteit in Nederland
De heer Van Raan (PvdD):
Voorzitter. Weer wordt in een uitspraak van een rechtbank gesteld dat de overheid onvoldoende doet om de leefomgeving van haar burgers te beschermen. Het is beschamend dat de norm voor schone lucht, iets wat de staatssecretaris zelf classificeert als van levensbelang, jarenlang met voeten getreden is. Nederland heeft jaren de tijd gehad om aan de EU-normen te voldoen, maar heeft dat nagelaten. Dit kabinet heeft gefaald en zijn verantwoordelijkheid niet genomen. Er is een hoge urgentie om onze luchtkwaliteit te verbeteren. Regeren is immers niet vooruitschuiven.
Het is een gotspe dat de staatssecretaris in hoger beroep zegt te gaan. In plaats daarvan zou ze alsnog haar verantwoordelijkheid moeten nemen en de noodzakelijke maatregelen die zij de afgelopen vier jaar had moeten nemen, in gang moeten zetten. Sterker nog, zowel de staatssecretaris van Landbouw als de staatssecretaris van Milieu hebben de groei van de melkveehouderij volledig uit de klauwen laten lopen, met alle luchtverontreinigingen van dien. Er zijn alleen maar megastallen bij gekomen, met als gevolg meer fijnstof in de lucht. Er is meer asfalt bij gekomen. Er wordt nog meer gevlogen en de luchthavens breiden uit. Kortom, wij hadden luchtkwaliteitsmaatregelen verwacht, maar er zijn meer luchtverontreinigende plannen gemaakt en uitgevoerd. Daar dient de staatssecretaris zich voor te verantwoorden, en niet alleen tegenover de Kamer, maar ook tegenover de kinderen, de kinderen die op Prinsjesdag door minister Dijsselbloem van dit kabinet symbolisch in het zonnetje werden gezet.
Er is ook goed nieuws. De staatssecretaris legt zich gelukkig neer bij het leeuwendeel van het vonnis. Tijd voor actie, voorzitter. Dit wordt gesteund door de beoogde regeringspartijen D66 en de ChristenUnie. Tijdens de verkiezingen hebben zij de kiezer het een en ander verteld over een schonere leefomgeving. Zo zegt D66 dat tijdelijke milieuzones bijdragen aan CO2-reductie rond de knelpunten en stelt de ChristenUnie in haar verkiezingsprogramma dat 120 km/u op snelwegen hard zat is. Zij wil de 130 km/u op snelwegen terugdraaien.
Voorzitter. De afgelopen acht jaar, waarin twee kabinetten-Rutte dit land geleid hebben, was er tijd voor uitgebreide decentrale overleggen en onderzoeken. Die tijd is nu voorbij. Nu is het zaak om op de kortst mogelijke termijn de lucht minder vuil te maken. We zien graag de beantwoording van de staatssecretaris tegemoet.
Dank u wel.
Interrupties:
De voorzitter:
Er is nog een interruptie van de heer Van Raan.
De heer Van Raan (PvdD):
Ik werd even getriggerd door dat citaat uit het vonnis om niets te doen. Ik noem maar een project — er zijn er tientallen — namelijk Grubbenvorst, de uitbreiding van de megastal. Daar is al een overschrijding, terwijl er sprake is van een uitbreiding. Is D66 het met ons eens dat die uitbreiding dus niet kan doorgaan?
Mevrouw Van Eijs (D66):
Zoals u weet ligt er een aantal onderwerpen op de formatietafel en daar wil ik hier dan ook niet op vooruitlopen.
De heer Van Raan (PvdD):
Er ligt een hoop op de formatietafel maar toevallig niet de uitbreiding van de megastal in Grubbenvorst. Dus daar kan D66 vrijuit over praten. Er is daar nu sprake van een overschrijding en ook van uitbreiding. Is D66 voor of tegen uitbreiding van de megastallen daar?
Mevrouw Van Eijs (D66):
Ik ben niet de landbouwwoordvoerder, dus ik vrees dat u bij mijn collega moet zijn voor een specifieke zaak over een specifieke megastal.
De voorzitter:
Een heel korte opmerking nog, meneer Van Raan.
De heer Van Raan (PvdD):
Ik wil graag een principiële uitspraak. Er is sprake van overschrijding. Het vonnis zegt: daar moet je mee stoppen. Er is sprake van een uitbreiding. Moet je dan wel of niet doorgaan met die uitbreiding? Daar hoef je echt geen landbouwwoordvoerder voor te zijn, hoor. Dat is gewoon logisch nadenken.
Mevrouw Van Eijs (D66):
Ik heb het deels niet verstaan, maar dat ligt aan mij. U zegt dat het een uitspraak is van de rechter. Dan lijkt mij dat ik er niet zo veel meer over te vinden heb.
De heer Van Raan (PvdD):
Ter verduidelijking: in het vonnis staat dat je niks moet doen wat een uitbreiding of een overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen teweegbrengt. Daar is sprake van in Grubbenvorst. Daar is nu al sprake van en bij uitbreiding is het alleen maar meer. Zou je daar dan voor of tegen moeten zijn? Dat is de vraag.
Mevrouw Van Eijs (D66):
Het moet voldoen aan de uitspraak van de rechter. Dus als dit ertegen ingaat, dan zouden ze daar maatregelen moeten nemen, maar ik ken de specifieke omstandigheid van de zaak niet, dus ik vind het lastig om daar een uitspraak over te doen.
(…)
De voorzitter:
Een interruptie van de heer Van Raan.
De heer Van Raan (PvdD):
Niemand wil Nederland op slot zetten. Nederland wil vooral schone lucht, lijkt me. Ik heb een vraag aan de heer Dijkstra. Een van de doelen van het NSL is het verbeteren van de luchtkwaliteit. Daar is het in de ogen van de rechter niet in geslaagd, gezien het vonnis. De staatssecretaris heeft een evaluatie aangekondigd daarvan. Zou de heer Dijkstra wel de conclusie met de Partij voor de Dieren kunnen delen dat zolang dat vonnis geldt en het NSL dus niet voldoet, datzelfde NSL geen grond kan zijn voor verregaande uitbreiding van allerlei projecten?
De heer Remco Dijkstra (VVD):
We willen Nederland niet op slot zetten, heb ik net gezegd. Deel een van het vonnis is: inventariseer waar de knelpunten zijn. Dat zijn er zo'n 150. Wij krijgen daar nog een uitgebreid schrijven over binnen nu en twee, drie weken. Deel twee van het vonnis betreft een plan van aanpak, een soort aanvulling op het NSL, om ook die laatste 150 resterende knelpunten op te lossen. Ik vind dat we dat moeten doen en dat gaan we ook doen.
De heer Van Raan (PvdD):
Dank voor dat antwoord. De heer Dijkstra onderschrijft dus wel de conclusie dat het NSL kennelijk niet voldoet op dit moment.
De heer Remco Dijkstra (VVD):
Het NSL is een uitgebreid …
De voorzitter:
Mijnheer Van Raan, u zegt nog iets buiten de microfoon, maar de heer Dijkstra is aan het woord.
De heer Remco Dijkstra (VVD):
Het NSL is in het leven geroepen omdat we veel meer overschrijdingen hadden. We hadden er zo'n 2.000. Dat aantal is eerst teruggebracht naar 1.100 en nu zitten we op 150. Als we het NSL en de aanwijzingen van de rechter om de laatste knelpunten snel op te lossen, volgen, dan is dat een mooi pakket. Daar is misschien wat aanvulling op nodig en daar is zeker specifiek maatwerk voor nodig, want het is echt geconcentreerd in bepaalde gebieden. In de agrarische sector en binnenstedelijke gebieden kun je echt aanwijzen waar dat is. Het is niet, zoals u zegt, langs de snelwegen, want maximumsnelheden zijn alleen toegestaan als we daarmee binnen de normen blijven. We lossen die laatste 150 knelpunten dus op. Aan de cijfers in de begroting — ik kan een heel lijstje geven — zie je dat de lucht steeds schoner wordt. Dat komt met name door bronbeleid, dus niet door allerlei regels op te stellen, maar door bronbeleid te voeren, door eisen te stellen aan de uitstoot, zowel in de landbouw als in het verkeer als in de industrie als in de energie, want er zijn natuurlijk veel meer bronnen van uitstoot.
(…)
De voorzitter:
Interruptie van de heer Van Raan.
De heer Van Raan (PvdD):
Even direct reagerend op het net gezegde: daarvoor hoef je natuurlijk niet in hoger beroep. Je kunt ook gewoon vragen aan de rechtbank wat er precies mee bedoeld is.
Mijn interruptie gaat over het volgende. De minister zegt: we gaan al een aantal dingen doen, waarover ik weinig kan zeggen. Dat klopt, want ze is nog bezig met het bestuderen en met het beantwoorden van 72 vragen die wij gesteld hebben, waarvan er meer dan 30 over concrete projecten gaan. Daar gaat het vandaag niet over. Daar gaan we nog over debatteren. De vraag nu is of ze een reflectie wil geven op de vraag of er de afgelopen jaren gewoon te weinig gebeurd is, en dat door het NSL als een soort schaamlapje te gebruiken, de bouwwoede van de VVD het land zelf op slot …
De voorzitter:
Meneer Van Raan, interrupties moeten wel kort zijn.
De heer Van Raan (PvdD):
De vraag is dus om een reflectie te geven op het afgelopen beleid, niet op wat we nog allemaal gaan doen.
Staatssecretaris Dijksma:
Dat wil ik wel doen aan de hand van een actualisatie van de knelpunten, want dat is namelijk de reflectie: hoeveel zijn het er nog? Het RIVM heeft ook nu weer op basis van deze uitspraak de knelpunten in beeld gebracht. Daaruit blijkt dat het aantal knelpunten weer is afgenomen, jaar na jaar. Dat zijn overigens ongefilterde cijfers. Er kunnen ook nog dubbeltellingen in zitten. Daar wordt nu aan gewerkt. Er wordt nu dus nog een nadere analyse gepleegd. In 2020 worden volgens het RIVM ook bijna geen knelpunten meer verwacht. Het aantal NO2-knelpunten was 72 en in de vorige ronde 99. Het aantal PM10-knelpunten bij veehouderijen is nu voorzien op 29. Dat was in de vorige ronde 34. Dat laat het beleid gewoon zien. Vervolgens heeft de rechter gezegd: ik weet niet zeker of het voldoende is om uiteindelijk naar nul te komen. Daarvan heb ik gezegd: akkoord, dan gaan we op al die plekken waar nu nog knelpunten zijn, in overleg met de lokale bestuurders om ervoor te zorgen dat die plekken allemaal stuk voor stuk aangepakt worden. Dat zal niet makkelijk zijn, want dit is natuurlijk niet meer het laaghangend fruit. Dit zijn de plekken waar hardnekkig sprake is van overlast. Daar is soms al eerder aan gewerkt, maar niet zodanig voldoende dat het tot een goede uitkomst heeft geleid. Dat gaan we nu doen. Zo kijk ik ernaar en ik vind dat de burgers in ons land daar recht op hebben. Dat wil ik ook gezegd hebben.
De voorzitter:
De heer Van Raan in tweede instantie. Kort graag.
De heer Van Raan (PvdD):
Dank voor het antwoord. De staatssecretaris gaat voorbij aan het feit dat we vanaf 2011 in overtreding zijn. Haar antwoord lijkt toch een beetje op de wetsovertreder die 190 rijdt en zegt: ja, maar het afgelopen half uur ben ik al wat langzamer gaan rijden, dus ik doe het eigenlijk heel goed. Is de staatssecretaris het daarmee eens?
Staatssecretaris Dijksma:
We doen het nog niet goed genoeg. Daar ben ik het mee eens. Maar ik mag toch tenminste wel laten zien wat er in de afgelopen periode is gebeurd. Ik vind dat ik er recht op heb om dat te laten zien. De knelpunten zijn weliswaar nog niet overal weggenomen, maar op heel veel plekken wel. Doen we het dan goed? Nee, we doen het niet goed genoeg. Dat zou mijn redenering zijn, want anders zou deze uitspraak er niet liggen. Ik zit niet ergens in Wonderland, om het zo maar te zeggen. Ik neem dit heel serieus.
(…)
De voorzitter:
Dan zijn we aan het eind van de eerste termijn van de staatssecretaris. We gaan direct door naar de tweede termijn. Ik geef als het eerste het woord aan de heer Van Raan.
De heer Van Raan (PvdD):
Voorzitter. Ik heb een punt van orde. Kan de vergadering twee minuten worden geschorst?
De voorzitter:
Ik versta u niet goed.
De heer Van Raan (PvdD):
Ik heb een punt van orde. Kan de vergadering twee minuten worden geschorst?
De voorzitter:
U wilt dan wel als eerste het woord voeren, begrijp ik. Ik sta dat toe. Ik schors de vergadering voor twee minuten.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Meneer Van Raan, het is niet gebruikelijk om een schorsing te gebruiken voor overleg met bewindspersonen. Dat zou misschien kunnen, maar het is toch echt ongebruikelijk. Ik houd u aan die twee minuten schorsing!
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Van Raan.
Termijn inbreng
De heer Van Raan (PvdD)De heer Van Raan (PvdD):
Voorzitter, sorry. Ik heb het verkeerde briefje meegenomen. Excuus. Ik loop even terug naar mijn bankje.
De voorzitter:
Ik wijs u erop dat de spreektijd één minuut is. Gezien de voortgang van het debat ga ik u allen daar wel aan houden.
De heer Van Raan (PvdD):
Voorzitter.
Motie (30175, nr. 258)
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering niet in hoger beroep te gaan, dan wel dat in te trekken, tegen het vonnis Milieudefensie tegen de Staat,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 258 (30175).
De indiening van deze motie ging zo snel dat ik niet direct doorhad dat de indiening ervan al klaar was! Gaat u voort.
Motie (30175, nr. 259)
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
verzoekt de regering — waar relevant — zorg te dragen voor het instellen van tijdelijke milieuzones in steden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Raan en Kröger. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 259 (30175).
Motie (30175, nr. 260)
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat 120 km/u hard zat is;
verzoekt de regering dat de verhoging van de maximumsnelheid naar 130 km/uur wordt teruggedraaid naar 120 km/uur,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Raan. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 260 (30175).
De heer Van Raan (PvdD):
Ik hecht eraan om te zeggen dat de laatste twee moties zijn geïnspireerd op de verkiezingsprogramma's van D66 en de ChristenUnie. Ik hecht er ook aan om in die tien seconden te zeggen dat, als het land al op slot gaat, dat de schuld is van de VVD zelf. Wat ons betreft gaat het land niet op slot voor innovatie, duurzaamheid, eiwittransitie en schone lucht.
(…)
De voorzitter:
Een vraag van de heer Van Raan.
De heer Van Raan (PvdD):
Ik wil dit graag toelichten, want er is kennelijk een misverstand ontstaan. Wij vragen de regering niet om in steden zelfstandig milieuzones in te stellen, maar wel om daarvoor zorg te dragen, mochten de gemeentes dat niet doen en de situatie dat wel vereist. Vandaar de zin "waar relevant". Uiteindelijk is de regering in het vonnis veroordeeld.
Staatssecretaris Dijksma:
Die ruimte heb ik gewoon niet, ook juridisch niet. Ik kan niet over het hoofd van een gemeente heen daar een milieuzone instellen. Het werkt gewoon niet zo. Wij zullen het samen eens moeten worden over een set effectieve maatregelen waarmee wij de knelpunten oplossen. Als dat het instellen van een milieuzone is, ben ik daar voor. Daar is dus nul discussie over. Alleen kan ik niet van overheidswege, namens de Staat, bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam opdragen om een milieuzone in te stellen. Dat vraagt deze motie mij en dat kan ik niet doen.
De voorzitter:
De heer Van Raan nog, kort.
De heer Van Raan (PvdD):
Voorzitter, dan toch graag ter verduidelijking. In de motie wordt de regering niets opgedragen. Er is echt een verschil tussen "opdragen" en "zorgdragen voor". "Zorgdragen voor" betekent een heel scala van mogelijkheden. De heer Futselaar vroeg daar ook al impliciet naar. "Zorgdragen voor" betekent dat je alle middelen onderzoekt en als regering bekijkt wat je kunt doen zodat gemeentes iets doen wat volgens dit vonnis moet.
De voorzitter:
Dat is duidelijk.
Staatssecretaris Dijksma:
Dat gaan wij ook doen, maar dat staat niet in uw motie. Ik kan daar niets aan doen. In die motie staat simpelweg "zorg voor het instellen van tijdelijke milieuzones waar relevant". Wij gaan met de gemeenten aan tafel en als het relevant is, gaan zij dat zelf doen. Dan zal er niets van mijn kant komen dat hen daarbij in de weg staat. Misschien moeten er ook andere maatregelen worden genomen of een combinatie. Dat weet ik nu nog niet, maar ze zijn allemaal mogelijk als wij het knelpunt maar oplossen. U moet mij vragen dat ik ertoe bijdraag dat het knelpunt wordt opgelost en daarop is het antwoord ja, met of zonder milieuzone. Het kan ook een hele rits voorstellen zijn.
Interessant voor jou
Bijdrage Arissen debat over het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid inzake het mortierongeval in Mali
Lees verderAO Landbouw- en Visserijraad 9 en 10 oktober 2017 (glyfosaat, tonijn, Oostzee, Noordzee)
Lees verder