Bijdrage Van Raan Verzamelwet Brexit
1. Aanleiding
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie maken zich grote zorgen over deze Verzamelwet brexit. Artikel X heeft als doel een onacceptabele machtsoverdracht van de Staten-Generaal naar de ministerraad of individuele vakministers te bewerkstelligen. De angst voor de brexit wordt in de ogen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie misbruikt om een verstrekkende, buitenproportionele en ondemocratische wet door te voeren die het primaat van de wetgever ondermijnt.
2. Doel en opzet van het voorstel
3. Gebruikte terminologie
4. Gevolgen voor de maatschappij
5. Uitvoering, toezicht en handhaving
6. Financiële gevolgen
7. Advies en consultatie
Artikel I Wijziging van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen
Artikel II Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994
Artikelen III en IV Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet
Artikel V Wijziging van de Wet goedkeuring en uitvoering Markham-overeenkomst
Artikel VI Wijziging van de Wet bescherming oorspronkelijke topografieën van
halfgeleiderprodukten
Artikel VII Tijdelijke delegatiegrondslag met betrekking tot socialezekerheidswetten
Artikel VIII en IX Wet langdurige zorg en Zorgverzekeringswet
Artikel X Regelgevende bevoegdheden ten behoeve van overgangssituaties
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie onderschrijven de vaststelling van de Raad van State dat een machtiging om bij ministeriële regeling van de wet in formele zin af te wijken is, zeker nu de wetten waarvan afgeweken kan worden niet bepaald zijn, hoogst ongebruikelijk is en, gelet op het primaat van de wetgever, zeer onwenselijk. In de ogen van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie kan een dergelijke kwalificatie door de Raad van State alleen maar betekenen dat dit artikel niet in de wet kan worden opgenomen. Dit geldt zowel voor delegatie door middel van de amvb als de ministeriële regeling.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vinden het onacceptabel dat het primaat van de wetgever wordt geschonden. Het primaat van de wetgever is een fundamenteel principe van de Nederlandse democratie. Hoogleraar staatsrecht Wim Voermans schrijft hierover:
“Het primaat van de wetgever gaat niet zomaar over een dingetje, of een stukje wetgevingstechniek. Het is de uitermate principiële en fundamentele democratisch-rechtsstatelijke richtsnoer die ons vertelt wanneer en hoe het parlement, onze volksvertegenwoordigers, meepraten over de inhoud van de wetten waaraan wij als vrije burgers in een vrije samenleving gebonden zijn. Een soort zelfbeschikkingsrecht van vrije burgers op het terrein van vrijheidsbeperking. Meepraten achteraf, of commentaar leveren op regels, die al zijn vastgesteld – via democratische controle – voldoet niet aan de eisen die dat primaat stelt.”
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de regering of artikel X in deze Verzamelwet een vergelijkbare bepaling in staande wetgeving kent. Naar de mening van de leden van de Partij voor de Dieren-fractie gaat er een zeer onwenselijke precedentwerking uit van dit artikel. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen verder hoe artikel X zich verhoudt met Europese wetgeving, internationale verdragen en de grondwet. Waarom wordt in de wet zelf niet benoemd dat internationale verplichtingen van de staat en de grondwet deze Verzamelwet inkaderen maar wordt hier alleen in de memorie van toelichting gewag van gemaakt? De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de regering in hoeverre bestaande rechten van mensen en dieren door dit artikel X kunnen worden ingeperkt.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de regering voorts welke mogelijke gevolgen aan de brexit kunnen worden toegeschreven en welke gevolgen vervolgens als onacceptabel geclassificeerd worden. Aangezien er geen duidelijke afbakening is, zou alles dat tot een jaar na de brexit plaatsvindt als een onacceptabel gevolg van de brexit geclassificeerd kunnen worden.
Zo is het niet ondenkbaar dat door de minister van financiën wordt vastgesteld dat door de brexit de rentes op staatsobligaties van eurolanden oplopen, waardoor bepaalde eurolanden in financieringsproblemen komen. De Nederlandse bijdrage aan het Europees Stabilisatiemechanisme (ESM), die nu wettelijk is vastgelegd, zou vervolgens zonder inspraak van de beide Kamers, de Raad van State en de ministerraad verhoogd of verlaagd kunnen worden, al naar gelang welk gevolg de minister van financiën als onacceptabel typeert. Kan de regering bevestigen dat het hierboven beschreven besluit van de minister van financiën door artikel X uit de Verzamelwet brexit wettelijk mogelijk wordt gemaakt?
Door de ministeriële regeling voorgesteld in dit artikel worden enkele checks & balances die bij een amvb wel van toepassing zijn, zoals door de garantie van intercollegiaal overleg over ontwerpen voor amvb’s in de ministerraad en advisering door de Raad van State, achterwege gelaten. Kan de regering uitleggen waarom zowel voor delegatie via een amvb als een ministeriële regeling is gekozen?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn van mening dat een zelfstandige amvb een voldoende instrument is om onvoorziene gevallen te kunnen ingrijpen, zoals dat geregeld is in artikel 2.22 in de Aanwijzingen voor regelgeving. Voor een zelfstandige amvb is geen wetswijziging nodig. Bestaande wetgeving en de artikelen I t/m IX uit deze Verzamelwet in combinatie met de zelfstandige amvb zijn afdoende garantie voor het voorkomen van voorziene en onvoorziene problemen. Artikel X schendt dan ook het proportionaliteitsbeginsel, dat van fundamentele waarde voor het wetgevingsproces is.
Interessant voor jou
Bijdrage Ouwehand Debat Marrakesh migratiepact
Lees verderBijdrage Teunissen SO Milieuraad
Lees verder