Bijdrage Vestering aan debat over zoönosen en dierziekten
Voorzitter,
Een ramp in slow motion. Daar zit ik voor mijn gevoel nu al bijna twee jaar naar te kijken. Twee jaar al gaat het vogelgriepvirus rond, niet alleen in Nederland, maar nu over bijna de hele wereld. Zelfs de pinguïns op de zuidpool lopen nu gevaar. Twee jaar al maakt het virus ontelbaar veel slachtoffers onder wilde vogels. Werken dierenhulpverleners een slag in de rondte om alle vogelgriepslachtoffers uit natuurgebieden of van stranden te halen. En twee jaar loopt het aantal besmettingen onder zoogdieren snel op. Besmettingen zijn gezien bij katten, zowel in Polen als in Nederland. We horen graag wat hier het laatste nieuws van is.
En het virus is gevonden bij 25 nertsenfokkerijen in Finland, waar het virus mogelijk van zoogdier op zoogdier overspringt. Levensgevaarlijk. Zeker omdat nertsen verschillende virussen kunnen mengen en er zo varianten kunnen ontstaan die ook voor mensen nog veel gevaarlijker zijn. Heel goed dat de beide ministers onze oproep ter harte hebben genomen en zich in Europa inzetten om een einde te maken aan de bontfokkerij, vanwege de grote risico’s voor de volksgezondheid.
Kan de minister van VWS uitleggen wat het verschil is met de varkenshouderij? Waarvan virologen ook blijven waarschuwen dat er een reële kans is op virusvermenging als je grote aantallen varkens en kippen bij elkaar zet. Toch zijn er nog steeds 100 bedrijven waar zowel varkens als kippen worden gefokt en gebruikt. Hoe vaak moet hier nog voor worden gewaarschuwd?
Nog een dringende oproep die nu al 20 jaar wordt gedaan: verminder de pluimveedichtheid. En zorg ervoor dat je niet zoveel kippen op een kluitje houdt in gebieden waar ook veel watervogels komen. Dat is spelen met vuur. Toch komt ook dit kabinet nog steeds niet verder dan een ‘streven’ naar een verbod op uitbreiding en nieuwvestiging van bedrijven in deze gebieden. Maar proberen om een probleem niet nóg groter te laten worden, is iets heel anders dan een probleem aanpakken en risico’s verminderen. En zelfs dáárbij wordt eerst de impact op de sector onderzocht.
Ik vraag de minister: wordt hierbij ook gekeken naar de impact voor de dieren? Naar de impact voor de ruim zes miljoen kippen, eenden en kalkoenen die in de afgelopen twee jaar zijn vergast vanwege uitbraken bij pluimveebedrijven? Naar de impact voor de miljoenen dieren in de Gelderse Vallei voor wie de ophokplicht nu neerkomt op levenslange opsluiting? Naar de wilde vogels en zoogdieren die massaal lijden en sterven door het virus? Naar de ecologische impact? Naar de mogelijke impact voor de volksgezondheid als het vogelgriepvirus van mens op mens overdraagbaar wordt?
Verder blijven de ministers wijzen naar het Nationaal Programma Landelijk Gebied waar het verminderen van zoonoserisico’s een meekoppelende structurerende keuze is. De volksgezondheid wordt daarmee in handen gelegd van verantwoordelijken voor de gebiedsprocessen. Maar wij zien nog geen signalen dat in de provinciale plannen daadwerkelijk wordt gesproken over zoönosen. En we horen ook dat er nog weinig animo is in de Gelderse Vallei om deel te nemen aan de uitkoopregelingen. Wat gaat de minister van VWS doen als de pluimveedichtheid in de Gelderse Vallei of in de Peel of in gebieden met veel watervogels niet vermindert? Hoe gaat hij ingrijpen? In de eendenhouderij bijvoorbeeld, zijn er ook nog eens minder mogelijkheden voor uitkoop. Hoe gaat de minister er voor zorgen dat de risico’s van de eendenhouderij toch worden verminderd?
Dan nog even kort over de geitenhouderij. Want er vinden nog steeds staluitbreidingen of zelfs nieuwvestiging plaats van geitenbedrijven. Ook blijken gemeenten nog steeds woningen te laten bouwen in de buurt van stallen met geiten. Dit laat maar weer eens zien dat vrijblijvende GGD-adviezen omwonenden onvoldoende beschermen tegen gezondheidsrisico’s. En er zijn nog altijd provincies zonder geitenstop. Wat gaan deze ministers doen om omwonenden daadwerkelijk te beschermen?
Jachtverbod
Voorzitter, verstoringen onder wilde dieren door dan wel jacht of recreatie zouden bij elke vogelgriep uitbraak geminimaliseerd moeten worden. In plaats daarvan besluit de minister dat jacht en faunabeheer niet langer standaard beperkt of verboden worden in regio’s waar een geval van vogelgriep is vastgesteld. Dit gaat linea recta in tegen de adviezen van deskundigen, zoals de EFSA en anderen (de Scientific Task Force on Avian Influenza and Wild Birds). Deze experts stellen dat jagen een groot risico geeft dat het virus met besmette vogels verder wordt verspreid dan wanneer er geen jacht zou zijn. Kan de minister reflecteren op het advies van deskundigen en aangeven waarom hij dit niet opvolgt? Maakt de minister zich geen zorgen voor de volksgezondheid of voelt hij zich niet verantwoordelijk wanneer het land wederom plat komt te liggen door een zoönose? Is de minister bereid om de jacht stil te leggen en kan de minister toezeggen dat elke vorm van verstoring wordt geminimaliseerd?
Interessant voor jou
Inbreng SO informele Landbouw- en Visserijraad 3-5 september
Lees verderBijdrage Vestering aan debat over Stikstof, NPLG en natuur
Lees verder