Bijdrage Wassenberg aan debat over aardgaswinning in Groningen
Voorzitter,
Allereerst ook vanuit de Partij voor de Dieren complimenten voor het vele werk dat de commissieleden hebben verzet en het lijvige rapport dat daaruit voort is gekomen. Bijna 2000 pagina’s. Een rapport met harde conclusies, die niemand in Groningen hebben verbaasd. En het hoefde ook niemand in de Kamer te verbazen. Maar ook voor mij stonden er zaken in die schokkend waren om zo zwart op wit te zien. Bijvoorbeeld hoe het bedrijfsleven op schoot zat bij de overheid. Of eigenlijk hoe de overheid op schoot zat bij de bedrijven, wat misschien nog wel erger is.
Zo’n 60 jaar geleden begon de grootschalige gaswinning uit het Groningenveld. 30 jaar later, in de jaren ‘90, begonnen de eerste aardbevingen in het gebied. Die aardbevingen werden door de jaren heen frequenter en zwaarder en de relatie met de gaswinning was al snel duidelijk. Maar er gebeurde niks. Met elke kuub gas die het Groningenveld verliet, stroomde het geld naar de NAM en het Rijk. En in het bulderende geraas van die geldstroom gingen alle waarschuwingen en noodkreten over de aardbevingen verloren.
Het rapport van de commissie gaat diep in op de complexe publieke en private belangen, en op de manier waarop er door de Staat en de oliebedrijven is omgegaan met de veiligheid en gezondheid van de Groningers en hoe deze belangen in 60 jaar gaswinning vooral zijn genegeerd. De commissie heeft gedegen en doorwrocht onderzoek gedaan en mag trots zijn op het resultaat.
Een rapport, waarvan de Partij voor de Dieren hoopt, dat het een ommekeer gaat betekenen in de wijze waarop Groningen, de Groningers zijn behandeld door de opeenvolgende kabinetten.
De gevolgen van de gaswinning zijn wel een ramp in slow motion genoemd. We stonden erbij en keken ernaar.
De commissie omschrijft de gaswinning in Groningen als een verhaal van twee werelden. De wereld van beleidsmakers, politici, commerciële bedrijven, toezichthouders.
Een papieren wereld, die bestaat uit protocollen en afspraken, wetten, uit begrotingen en vooral uit winst- en verliesrekeningen. Een wereld die ver weg staat van de dagelijkse praktijk, ver weg van de Groningse werkelijkheid. Een wereld waar aardbevingen niet veel meer zijn dan getalletjes op papier.
De andere wereld is de wereld van de Groningers, met toenemende aardbevingen, met zorgen over bodemdaling door die aardbevingen, met stress en zorgen over hun veiligheid, over de gebrekkige schadeafhandeling, over de tegenwerking door een bedrijf als de NAM, door de frustratie en boosheid over de muur van wantrouwen waar de Groningers tegenaan liepen als zij schade meldden.
De wereld Van de gaswinning en het grote geld versus de wereld van de aardbevingen, de onzekerheid en angst.
De commissie is er goed in geslaagd om beide wereld te benoemen, in beeld te brengen en over elkaar heen te leggen.
De beleidsmakers en de bedrijven waren volkomen verblind door de lusten van de gaswinning: zij hadden guldentekens en later eurotekens in de ogen. Zij zagen Groningen als een onuitputtelijke bron van geld, een wingewest, zoals zij eerder Limburg met zijn steenkool, als een onuitputtelijke bron van geld zagen.
Zó verblind dat zij de lasten, de aardbevingen, al meer dan 1600 in totaal, misschien wel zagen, als cijfertjes in een spreadsheet, maar verder grotendeels negeerden. Die lasten waren voor de Groningers.
En zelfs toen de aardbevingen niet meer te negeren waren, weigerde de regering om maatregelen te nemen, om de gaskraan dicht te draaien. Sterker nog, een jaar na de zware aardbeving in Huizinge in 2012 werd de gasproductie OPGEVOERD door de regering.
Terwijl het verband met de aardbevingen toen al lang duidelijk was, zelfs voor wie dat nooit heeft willen horen.
En daar bleef het niet bij.
De gedupeerden met schade, en dat aantal nam snel toe - de commissie noemt meer dan een kwart miljoen schademeldingen - die gedupeerden werden met wantrouwen bekeken door de overheid. Schade door een aardbeving? Bewijs dat maar eens, want de experts van de NAM zeggen dat jouw schade niets te maken met een aardbeving.
Je huis zal wel slechte fundamenten hebben, vandaar die verzakkingen. Of je hebt de verkeerde cement gebruikt. Of je hebt de boel niet goed onderhouden, of er rijden zware vrachtauto’s door je straat, die trillingen veroorzaken. Voorzitter, ik verzin het niet: al deze smoezen zijn verzonnen door de NAM om maar weg te duiken van de verantwoordelijkheid.
Wat dat betreft bestaan er overeenkomsten met de toeslagenmisdaad, ook hier werden mensen vermangeld door de overheid en werden slachtoffers verder in de ellende gestort. Je was in de eerste plaats verdachte. Wie een claim indiende probeerde de boel natuurlijk te flessen, dat was de eerste reflex van de overheid. Buitengewoon pijnlijk en frustrerend.
En als Tweede Kamer zijn we er ook niet in geslaagd om het tij te keren, in dat opzicht hebben we volkomen gefaald. Vele honderden moties hebben niet de verandering in beleid kunnen bewerkstelligen. Dat is pijnlijk om te constateren. Voor onszelf als Kamer, maar nog veel, véél pijnlijker voor de Groningers, die getroffen werden door de aardbevingen en vervolgens in de steek gelaten door de overheid.
Uit elkaar gespeeld. Buren van een twee-onder-een-kap woning met een scheur door de gezamenlijke muur, waarbij de ene buur de schade wel vergoed kreeg en de ander niet.
Je zou van minder cynisch worden.
We hebben als Den Haag in Groningen een probleem gecreëerd dat generaties omspant. Want uit onderzoek blijkt dat ook veel kinderen veel stress ervaren door de onzekerheid waarin hun ouders en zijzelf verkeren.
Het onderzoeksprogramma Gronings Perspectief kijkt naar de psychosociale gevolgen van de schade door de gaswinning. Het laat zien dat er veel en ernstige stressgerelateerde gezondheidsschade is ontstaan bij mensen uit het aardbevingsgebied, vooral bij mensen die te maken hebben met meervoudige schade.
Daar zie ik een overeenkomst met de aardbevingen. Als wij NU stoppen met de gaswinning, ijlen de aardbevingen nog jaren door. De grondverzakkingen als uitgestelde rente van het leegpompen van het Groningenveld.
Met psychische problemen is dat niet anders. Als morgen alle schademeldingen goed zouden zijn afgehandeld en alle huizen versterkt, duurt het nog vele jaren voor alle psychische wonden geheeld zijn, en als ik dat ‘een hele tijd’ noem is dat een eufemisme.
De heer Nijboer zei al in zijn mooie bijdrage dat Groningen, waar zo veel energie uit de grond is gehaald, de grootste energiearmoede kent. Datzelfde zie je in Zuid-Oost-Limburg, de regio Heerlen/Kerkrade, waar in de eerste helft van de twintigste eeuw eindeloze hoeveelheid steenkool uit de grond zijn gehaald, en waar energie-armoede nu, vijftig jaar na dato, groot is.
Ik woon zelf in de mijnstreek in Zuid-Limburg, waar de wonden van de massale kolenwinning, de maatschappelijke ontwrichting 50 jaar na de sluiting van de mijnen nog steeds zichtbaar zijn. En waar nog steeds schade optreedt die het directe gevolg is van de mijnbouw van destijds.
Mijn vraag aan de commissie is: hoe is het mogelijk dat het kabinet kennelijk geen lessen heeft getrokken uit het verleden?
Dan voorzitter, doet de commissie veel aanbevelingen. Het zijn er 11, die dan vaak ook nog onderverdeeld zijn in subaanbevelingen. Daarover heb ik een vraag. Aanbeveling 7 luidt: versterk de positie van de Tweede Kamer. En dan gaat de commissie in op de manier waarop de kamer onjuist, onvolledig of onzorgvuldig is geïnformeerd. Helaas is dat vaker gebeurd en meestal blijft het zonder consequenties.
Maar wat er ook gebeurt, is dat het Kabinet de Kamer negeert, aangenomen moties niet uitvoert en dat de Kamer het laat gebeuren. Mijn vraag aan de commissie: wat voor nut heeft het om de positie van de Kamer te versterken als de Kamer dit allemaal laat gebeuren, zonder er consequenties aan te verbinden?
Moet de Kamer, en dan bedoel in uitdrukkelijk OOK de coalitiepartijen, niet eerder consequenties verbinden aan het herhaaldelijk schofferen van de Kamer en het negeren van Kameruitspraken? Vooral om dat daarmee hier OOK de Groningse bevolking werd geschoffeerd en genegeerd?
Dus wat ik feitelijk vraag is: is de commissie het met mij een dat de Kamer haar taak en verantwoordelijkheid, maar vooral ook de haar toebedeelde macht serieuzer moet nemen? Dus zou het ook een aanbeveling aan de Kamer moeten zijn: neem je eigen rol serieus en blaf niet alleen, maar bijt ook als dat nodig is? Graag een reactie.
Dan heb ik nog een vraag over wat er gebeurt als de NAM mogelijk verkocht wordt. Want dan wordt het verhalen van de schade een stuk lastiger.
Dat zie ik in Limburg, waar nu, 50 jaar na de sluiting van de mijnen, nog steeds schade ontstaat door verzakkingen van mijngangen.
Maar de mensen in de regio kunnen die schade niet of nauwelijks verhalen op de veroorzaker, de Staatsmijnen, want dat bedrijf bestaat niet meer en de rechtsopvolgers stoppen het geld liever in juridische procedures dan in schade-vergoedingen.
Zo’n scenario is in Groningen niet ondenkbaar. Wat als de NAM straks in andere handen overgaat? Hoe voorkomen we dat de Groningers straks opnieuw in eindeloze procedures terechtkomen?
Voorzitter, de commissie doet ook een aantal aanbevelingen om de langjarige meervoudige schades effectiever aan te pakken. Daarbij zeggen de Groningers ook, gooi niet het hele stelsel op de schop, maar versnel en geef ons meer regie. Het wantrouwen moet uit het systeem. Daarover wil ik mijn volgende vraag aan de commissie stellen. Een praktische vraag. Op welke manier kunnen we dit volgens de commissie het best voor elkaar krijgen, zonder dat er vertraging optreedt? Dus hoe krijgen we het wantrouwen uit het systeem? En welke rol kunnen wij als Kamer daarin spelen?
Voorzitter, ik sluit mij aan bij de Kamerleden die het oordeel van de commissie vroegen over het onzichtbaar blijven op cruciale momenten van de minister-president. Terwijl de ramp in Groningen zich voor een belangrijk deel voltrok toen hij minister-president was, stond Rutte erbij en keek ernaar.
Of wacht, dat zeg ik verkeerd. Hij stond erbij en keek er níét naar.
Mark Rutte was minister-president toen de aardbeving in Huizinge in 2012 plaatsvond. En ook toen de rapporten van de commissie Meijer en de OVV-rapporten in respectievelijk 2013, 2015 en 2017 uitkwamen. Toch zegt Rutte pas in 2018 van de ernst doordrongen te zijn geraakt. Is dat geloofwaardig, vraag ik de commissie?
Voorzitter, ik kan niet anders afsluiten met mijn hartstochtelijke wens dat het werk van deze enquêtecommissie later gezien zal worden als het keerpunt. Maar ik weet en ik begrijp dat Groningers zullen zeggen: eerst zien, dan geloven.
Interessant voor jou
Bijdrage Van Raan aan debat over verduurzaming van de luchtvaart
Lees verderInbreng wetsvoorstel Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma
Lees verder