Bijdrage Wassenberg in debat over de verkoop van aandelen Eneco
“We hebben maar één aarde en die mogen we niet zwaarder belasten dan strikt noodzakelijk”.
Voorzitter, u denkt misschien dat die zin uit het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren komt. Dat dat is niet zo. De zin komt van Eneco. Ik zie de minister verbaasd kijken, maar het staat er echt. Ik citeer hun missie: “duurzame energie van iedereen. We investeren in windparken, biomassacentrales, warmte en zonneparken om het aanbod van duurzame energie te vergroten.”
Voorzitter, die duurzame missie is in gevaar. Nu is Eneco nog in handen van 53 gemeenten, maar een meerderheid dreigt haar aandelen te verkopen aan de hoogste bieder. De afgelopen maanden woedde er een heuse verkoopruzie over de duurzaamheidskoers tussen de aandeelhouders en de Eneco-top. Inmiddels zijn de gemoederen bedaard en zijn er verkoopafspraken gemaakt, een convenant. Daarmee zou de duurzame koers van Eneco overeind moeten blijven. Voorzitter, ik wil van de minister graag weten: welke eisen worden er aan duurzaamheid gesteld? Is het convenant juridisch bindend, ook na de verkoop? Of is er duurzaamheidsgarantie tot aan de voordeur en is het niet meer dan een intentie, die na de verkoop in de prullenbak kan? Kan de minister antwoord geven op deze vragen? Als het niet nu is, dan schriftelijk, zolang dat vóór de gemeenteraadsverkiezingen is.
Want voorzitter, een overname zou vooralsnog het einde kunnen betekenen van de duurzame koers van Eneco. Volgens persbureau Reuters is er vooral interesse in Eneco vanuit de oliesector. Shell wordt vaak genoemd. Dat zou de doodsteek zijn van de duurzaamheid bij Eneco, want Shell heeft hele andere belangen dan duurzaamheid. Zo sprak topman Ben van Deurden zich eerder dit jaar onomwonden uit vóór schaliegas. Dus voorzitter, nogmaals, welke voorwaarden zijn gesteld zijn aan de koper van Eneco en hoe bindend zijn die voorwaarden, ook op de lange termijn?
Voorzitter, naast energie levert Eneco ook warmte; het is zelfs de grootste warmteboer van ons land. En hoewel we wettelijk hebben geregeld dat elektrische netten in publieke handen blijven, is dat voor warmtenetten niet het geval. Bij de splitsing van Eneco is er een onlogische knip gemaakt, waarbij de warmtenetten niet terecht zijn gekomen bij de publieke netwerkbeheerder, maar bij het commerciële productie/leveringsbedrijf. De warmtenetten gaan dus mee de verkoop in.
Dat is een belangrijke reden voor de interesse van fossiele bedrijven voor Eneco. Zo’n warmtenet is een prima manier om verzekerd te blijven van het kwijtraken van fossiele warmte.
Voorzitter, het gebruik van restwarmte van vervuilende industrieën is ècht niet duurzaam. We moeten juist voorkomen dat we voor lange duur aan deze restwarmte vastzitten en daarmee echte verduurzaming uitstellen.
Daarom heb ik afsluitend nog twee vragen aan de minister: waarom is er bij de splitsing van Eneco voor gekozen om de warmtenetten niet onder te brengen bij de netbeheerder? En kunnen die warmtenetten nu alsnog worden vrijgesteld van verkoop?
Wij zijn tegen:
Interessant voor jou
Mondelinge vragen Wassenberg over lekkage gifgas PFIB bij Chemours
Lees verderBijdrage Arissen AO Natuur
Lees verder