Bijdrage Wassenberg aan debat over een school die leerlingen dwingt voor hun geaardheid uit te komen
Voorzitter,
De rillingen lopen je over de rug als je leest wat de leerlingen van de Gomarus is aangedaan.
Ik wil eerst stil staan bij de slachtoffers en zal daarna ook een aantal vragen stellen over het systeem dat dit alles nog steeds mogelijk maakt.
Voorzitter, kinderen in een kwetsbare leeftijd, in een kwetsbare positie, zijn psychologisch beschadigd. Angst, depressies, suïcidale gedachten. Die schade kan blijvende gevolgen hebben.
Het eerste dat ik van de minister wil weten is: hoe gaat het met de slachtoffers? Hoe is de nazorg? Heeft de minister daar een beeld van?
De school heeft een samenwerking met een christelijke GGZ-instelling. Maar dan.
„Ik voelde me niet vrij om me te uiten, ik had er niets aan,” zegt een oud-leerling. Een ander zegt dat haar GGZ-psycholoog blééf zeggen dat het gay zijn “misschien wel over zou gaan.”
Voorzitter, die betreffende GGZ-instelling lijkt mij eerder deel van het probleem dan van de oplossing. Hoe kijkt de minister daar tegenaan?
Graag een reactie.
De minister schrijft dat hij in gesprek is geweest met een aantal van de betrokken jongeren. Dat juich ik toe.
Maar wat heeft de minister en wat hebben de instanties concreet gedaan om de jongeren te helpen die te maken kregen met de strenge leer van de Gomarus?
Wat wordt er gedaan om de wonden te helen, om de toegebrachte psychologische schade te herstellen?
En worden de slachtoffers wel financieel gecompenseerd voor eventuele kosten die zij maken in dit proces van nazorg?
We lezen in de brief van de minister dat de Onderwijsinspectie het schoolbestuur een aantal “herstelopdrachten” heeft gegeven.
Is de minister het met ons eens dat herstel van de situatie ook over het helen van de wonden zou moeten gaan? Herstel van de slachtoffers dus?
Graag een reactie.
Dan over de betreffende docenten en schoolbestuurders die het leed veroorzaakt hebben. Die vanuit een machtspositie kwetsbare leerlingen nog verder in de hoek hebben gedrukt.
Staan die nog voor de klas? En als dat zo is, vindt de minister dat dit verantwoord is?
Deelt hij de mening dat het echt niet kan dat docenten, die aan kinderen voorhouden dat homoseksualiteit een “psychische ziekte” is, die gevangenisstraf daarvoor een passende straf vinden, dat deze mensen nog voor de klas staan?
Er is inmiddels aangifte gedaan tegen de school op verdenking van een strafbaar feit. Wat kan de minister daar nu over zeggen?
De minister schrijft aan de Kamer dat er: “intensieve gesprekken zijn gevoerd met leerlingen, personeel en ouders over de veiligheidssituatie op school”.
Dan vraag ik: wat was daarvan het effect?
Er lijkt hier toch sprake te zijn van een diepgeworteld maatschappelijk probleem, dat ook op andere scholen speelt. De inspectie schrijft dat het BELEID was dat de school homoseksuele relaties van kinderen WEL meldde aan de ouders, maar heteroseksuele relaties niet. En dat was dus niet alleen een papieren regel, zoals de school stelt, maar was gewoon praktijk.
Dit is niet het eerste incident van een religieuze school die de bocht uit vliegt met de wijze waarop zij omgaat met de LHBTI-gemeenschap. En ik ben bang dat het ook niet het laatste zal zijn.
De Partij voor de Dieren wil van de minister horen hoe hij de situatie structureel gaat verbeteren. Iedereen moet veilig zijn op school.
En natuurlijk is dit een maatschappelijke opdracht. De ministers van onderwijs en emancipatie zouden voorop moeten lopen in deze strijd. Een minister van de ChristenUnie als ambassadeur van de LHBTI-gemeenschap; ik zou dat een hele mooie stap vinden.
Dank u wel.
Ingediende moties
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bijdrage Wassenberg aan debat over cultuur en corona
Lees verderInbreng Verslag Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing
Lees verder