Bijdrage Wassenberg aan debat over voedselzekerheid
Voorzitter, stijgende voedselprijzen hier en een hongersnood in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Dat zullen slechts enkele gevolgen zijn van de vreselijke oorlog in Oekraïne, ook wel de graanschuur van de wereld genoemd. De ongekende agressie van Rusland kan zo leiden tot nog meer onrusten in andere delen van de wereld.
Direct sloeg de agro-industrie alarm, van de VanDrie group tot Nevedi. Plannen voor de verduurzaming van de landbouw, voor het beschermen van natuur en biodiversiteit en tegen klimaatverandering zouden in de ijskast moeten.
Maar de minister schreef –terecht- op 10 maart nog aan de Kamer: de voedselzekerheid hier is niet in gevaar. En de beoogde verduurzaming van de landbouw kan juist helpen bij het robuuster maken van het landbouwsysteem. Bijvoorbeeld door minder afhankelijk te worden van kritische grondstoffen, fossiele energie en kunstmest. Allemaal waar.
Waarom dan dat alarm van de sector? Omdat de sector niet opkomt voor de voedseltekorten in Afrika, maar de vleesproductie op peil wil houden. Het gaat niet om voedselzekerheid, maar om vleeszekerheid. Met geen woord gaat het over al het graan en mais die we aan dieren voeren.
Als het echt zou gaan om voldoende voedsel voor iedereen, zouden we juist nu moeten inzetten op een versnelling van de verduurzaming van de landbouw. Want nu, maar zeker ook in de toekomst bedreigen klimaatverandering, bodemdegradatie en biodiversiteitsverlies de voedselzekerheid van grote delen van de wereldbevolking.
Kan de minister dit bevestigen? En gaat de minister dit ook uitdragen in Brussel?
Bovendien zullen we versneld moeten inzetten op een eerlijke voedselverdeling. Want de veehouderij ondermijnt onze voedselzekerheid juist.
Op dit moment gaat 60% van de granen die Nederland nu importeert niet naar bakkers om brood van te bakken, maar wordt verwerkt tot veevoer.
Als we ons landbouwareaal zouden gebruiken om voedsel voor mensen te verbouwen in plaats van veevoer, dan zouden we vier keer zo veel mensen kunnen voeden. Het is niet uit te leggen dat we meer dan de helft van het schaarser wordende graan aan dieren blijven voeren, terwijl er hongersnood dreigt.
Deelt de minister de mening dat genoeg betaalbaar voedsel voor mensen belangrijker is dan het verbouwen van veevoer? Gaat de minister zich in Europa inzetten voor het versneld afbouwen van de veehouderij? Gaat de minister in eigen land zo snel mogelijk over tot het instellen van fokbeperkingen? Dan komen we af van de situatie dat we meer dan 70% van onze landbouwgrond gebruiken voor het overeind houden van onze gigantische vlees- en zuivelindustrie. En dan kunnen we stoppen met het leeggraaien van de wereldgraanvoorraden voor de neus van landen die de stijgende voedselprijzen niet meer kunnen betalen. De landen waar de voedselzekerheid WEL wordt bedreigd.
En dan voorzitter, nog een belangrijk onderwerp: mest. Daar hebben we veel te veel van in dit land en daar proberen we op twee manieren van af te komen: de derogatie en de zogenaamde ‘kunstmestvervanger’. Ik ga op beide kort in.
Mijn fractie is positief over het addendum op het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn, waarin eindelijk echt actie ondernomen lijkt te worden om ons water te beschermen tegen mestvervuiling. Dat mag ook wel, zou ik zeggen, na zes eerdere actieprogramma’s die daar niet in geslaagd zijn. Het kromme is natuurlijk dat het kabinet deze maatregelen alleen op durft te nemen omdat het daarmee, mogelijk, een cadeautje voor de melkveehouders binnen kan halen: de derogatie. Oftewel: een uitzondering om meer mest op het land te kunnen dumpen dan Europees afgesproken.
Maar voorzitter, de beslissing voor derogatie voor 2022 wordt pas in september genomen. Dat is NA het mestseizoen! Kan de minister bevestigen dat dat betekent dat Nederland de facto geen derogatie heeft gekregen voor het huidige mestseizoen?
Het is toch boerenbedrog om dat nu niet eerlijk te vertellen? Wat hebben boeren eraan als ze in september horen dat we alsnog derogatie krijgen? En kan de minister uitleggen wat er gebeurt als we het niet krijgen? Mijn fractie waarschuwt daar namelijk al een tijdje voor.
Tot slot de zogenaamde kunstmestvervanger. De minister gaat opnieuw bij de Europese Commissie pleiten om verwerkte dierlijke mest toe te staan als ware het kunstmest. Zo zou deze dierlijke mest dus uitgereden mogen worden bovenop de reeds toegestane hoeveelheid dierlijke mest. Eigenlijk een soort derogatie dus: een truc om van het mestoverschot af te komen, verpakt als duurzaamheids-innovatie. Ik vraag de minister met klem: stop daarmee. We moeten veel minder dieren gaan houden, om legio redenen. Ga dan alsjeblieft niet investeren in mestverwerkers om ‘kunstmestvervanger’ te maken, want je investeert in een oud landbouw-model. Ik verzoek de minister daarop te reflecteren.
Interessant voor jou
Bijdrage Wassenberg aan debat over de natuur
Lees verderBijdrage Van Esch aan debat over de Omgevingswet
Lees verder