Bijdrage Wassenberg aan begroting Sociale Zaken en Werk­ge­le­genheid


11 oktober 2023

Voorzitter,

Deze debatten gaan over de huishoudboekjes van de overheid. Maar het gaat natuurlijk ook om de huishoudboekjes van de mensen thuis. Het gaat over bestaanszekerheid, over energiearmoede, over vervoersarmoede. Maar er is ook een vorm van bestaanszekerheid die iets minder vaak besproken wordt, daarover wil ik het in later mijn bijdrage hebben.

Ik begin, voorzitter, met arbeidsomstandigheden die de bestaanszekerheid kunnen ondermijnen. Dat de minister malafide uitzendbureaus hard wil aanpakken, juich ik toe. De omstandigheden waaronder veel arbeidsmigranten hier verkeren zijn echt erbarmelijk, mensonterend. Mensen worden hierheen gehaald om het vuile werk op te knappen voor de BV Nederland in distributiecentra, in kassen, in slachthuizen. Die arbeidsmigranten doen zwaar en gevaarlijk werk, hebben onzekere contracten, betalen hoge huren en werken voor een laag loon. Huisvesting wordt vaak direct gekoppeld aan werk. Wanneer arbeidsmigranten hun baan verliezen, verliezen ze vaak ook hun woning. Nou ja, woning. Vaak is dat een kamer in een tochtig pand die ze met anderen moeten delen.

Opeengepropt in verouderde woningen, met vaak niet meer bezittingen dan een matras en een tas met kleren. En daar betalen ze dan woekerprijzen voor. Keihard aanpakken, ik kan het daar alleen maar mee eens zijn. Maar waarom nog zo lang wachten met invoering? Begin 2026, dat duurt nog 2 jaar 3 maanden. Meer dan 800 dagen dat de problemen nog altijd niet wettelijk kunnen worden aangepakt. Dus ik stel de minister twee vragen: waarom duurt het zo lang? Kan dat niet sneller? Ik zou ervoor willen pleiten om die wet een jaar eerder, op 1 januari 2025 van kracht te laten worden. Als de minister dit niet haalbaar acht hoor ik graag wat het plan is om de arbeidsomstandigheden van deze mensen de komende 2,5 jaar leefbaar te maken.

Maar daarmee alleen worden de problemen niet opgelost. Want er zijn ook arbeidsomstandigheden die de bestaanszekerheid op een andere manier ondermijnen, langzaam maar zeker uithollen. Bestaanszekerheid gaat over meer dan alleen het loon dat je verdient of de omstandigheden waaronder je je werk moet doen. Het gaat ook over de vraag of je niet ziek wordt van je werk. Want dat tast echt je bestaanszekerheid aan, soms voor de rest van je leven.

Er zijn banen waar mensen een groot gevaar voor hun gezondheid lopen. Waar hun leefomgeving een groot gevaar loopt. Als ik het woord glyfosaat noem, weet de minister van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen waar ik het over heb. In de vorige kabinetsperiode heb ik vaak de degens met haar gekruist, toen was zij minister van Landbouw. En daar hadden we het vaak over glyfosaat. En nu noem ik het opnieuw.

Gisteravond sprak de landbouwcommissie met haar ambtsopvolger opnieuw over landbouwgif. Daar ging het onder meer over glyfosaat, een onkruidverdelger, die ook funeste gevolgen heeft voor bacteriën, voor insecten, bijvoorbeeld omdat hun darmbacteriën worden aangetast, maar ook voor de mens. Het is bijna zeker voor mens en dier een neurotoxische stof, Bas Bloem, hoogleraar neurologische bewegingsstoornissen, sprak daar vorige week over tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer. Het gebruik van glyfosaat draagt vrijwel zeker bij aan het ontstaan van de ziekte van Parkinson. In Frankrijk wordt de ziekte van Parkinson al als een beroepsziekte voor boeren en tuinders gezien.

Voorzitter, ik weet dat ik dit debat niet voer met de minister van landbouw. Maar ik zou aan deze bewindspersonen willen vragen: vinden zij ook dat zij vanuit hun rol in het kabinet alles op alles moeten zetten om werknemers, zeker kwetsbare werknemers die bijvoorbeeld geen Nederlands spreken, of die hier geen sociaal vangnet hebben, waar ze met hun vragen terecht kunnen, vinden de ministers dat deze kwetsbare werknemers beschermd zouden moeten worden tegen deze extreem ongezonde werkomstandigheden? Want als er IETS de bestaanszekerheid ondermijnt, dan zijn het wel deze giffen, die ons zenuwstelsel aantasten en schade toebrengen. En bestaanszekerheid bedoel ik daarmee dus in de meest letterlijke zin van het woord. Ik vraag aan deze ministers of deze kwetsbare werknemers in beeld zijn en hoe ze beschermd kunnen worden.

Welke stappen gaan er genomen worden om veilige werkomstandigheden te garanderen voor iedereen? Om te zorgen dat werknemers niet met landbouwgiffen hoeven te werken? Dat omwonenden van lelievelden geen gevaar lopen door schadelijke landbouwgiffen? Hoe gaan we voorkomen dat de ziekte van Parkinson in toenemende mate een beroepsziekte wordt voor mensen die in de landbouw en tuinbouw werken? Ik stel deze vragen aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Voorzitter, onze economie draait nu teveel op vervuilende bedrijven die zorgen voor nog grotere schade aan milieu en natuur. We moeten dat echt veranderen. Dat betekent ook verandering in de arbeidsmarkt. We hebben veel goede, technische mensen in Nederland, maar het is van groot belang dat we hen de juiste handvatten geven om hun talenten optimaal in te zetten. Krapte op de arbeidsmarkt wordt door het kabinet nu vooral opgelost door automatisering. Daar ontbreekt een visie.

Voorzitter, bij de laatste inventarisatie die gedaan werd voor de Miljoennota werd een bedrag tussen de 40 en de 46 miljard euro aan fossiele subsidies in kaart gebracht. En gisteren nam de Kamer een motie aan van GroenLinks, D66 en de Partij voor de Dieren die de regering vraagt om scenario’s op te stellen voor het afbouwen van de verschillende fossiele subsidies. Dat was een belangrijke motie. En ik wil die aangrijpen om een aantal vragen te stellen aan het kabinet.

Want afbouwen van de fossiele subsidies, afbouwen van onze fossiele economie gaat samen met het opbouwen van een nieuwe economie die gebaseerd is op nieuwe vormen van energie, zonder CO2-uitstoot, zonder uitstoot van andere schadelijke stoffen. We hebben het dan over een transitie van banen in de fossiele economie naar groene banen. Uit onderzoek blijkt keer op keer dat er meer dan genoeg banen zijn voor mensen die nu in afbouwbedrijven werken om in opbouwbedrijven in de nieuwe economie te gaan werken - passende banen voor iedereen, ook de oudere werknemers, als je maar op tijd begint met de nodige omscholing en herijking. Tegelijk realiseer ik me dat dan pijn gaat doen, op papier ziet het er gemakkelijk uit, vergroen de energievoorziening, vergroen de banen, en alle problemen zijn opgelost. Maar de werkelijkheid is natuurlijk weerbarstiger. Als het om jouw baan gaat die gaat veranderen is dat heel anders. Dat realiseert ook de Partij voor de Dieren zich. Hoe ziet de groene economie van de toekomst eruit? Waarop moeten we mensen voorbereiden? Werkt de minister op dit vlak samen met het ministerie van economische zaken is mijn vraag.

Om onze bestaanszekerheid te garanderen moet er een systeemverandering plaatsvinden. De enige economie die houdbaar is, is een economie die blijft binnen de draagkracht van de aarde en die sociaal rechtvaardig is. Het huidige economische systeem is niet stabiel en niet duurzaam en is dus geen goede basis voor de toekomst. En al helemaal niet voor een bestaanszekerheid. De enige basis van bestaanszekerheid voor de mens is een gezonde natuur en een gezond milieu. Noem het een voortbestaanszekerheid.

Er is een groot tekort aan mensen voor die zo noodzakelijke duurzame transitie. Daarom moeten we vol inzetten op aantrekkelijke omscholingstrajecten, op coaching, op persoonlijk maatwerk voor de vele groene banen die zo nodig zijn. Ik kom dan nog even terug op die aangenomen motie van gisteren over scenario’s van de afbouw van fossiele subsidies. Heeft de minister een transitieplan om mensen in afbouwbedrijven voldoende steun te bieden om ook de komende jaren en decennia passend werk te kunnen doen?

Tegelijk betekent dit dat alle banen een redelijk loon moeten opleveren en dat mensen niet meer afhankelijk zijn van toeslagen. Een herhaling van de rampen van de afgelopen jaren moeten we echt voorkomen. De Commissie Sociaal Minimum beschrijft in het rapport “Een zeker bestaan” dat veel verschillende groepen in Nederland significant meer geld nodig hebben om rond te komen. Om de 800.000 mensen die in armoede leven in Nederland bestaanszekerheid te geven ligt verhoging van het minimumloon voor de hand, maar er is meer nodig. In het tweede deel van het rapport staat duidelijk beschreven met welk type maatregelen dit geld moet worden ingezet om de steun duurzaam en effectief te maken. De voorgenomen verhoging van het minimumloon voor 2024 is een eerste stap in de goede richting, maar het is niet genoeg. Dit gaat er niet voor zorgen dat deze grote groep mensen echt wordt geholpen. Wij vinden dat iedereen in Nederland recht heeft op een menswaardig bestaan, met voldoende financiële middelen om rond te kunnen komen. Wij pleiten er daarom ook voor om de adviezen van de Commissie verder uit te werken en te komen tot een compleet pakket aan maatregelen om deze groep mensen echt te helpen. Wanneer denkt het kabinet de voorgestelde maatregelen van de Commissie in te voeren?

Dank u wel.

Interessant voor jou

Bijdrage Van Esch aan debat over de Milieuraad 16 okt 2023

Lees verder

Bijdrage Van Esch aan commissiedebat externe veiligheid

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer