Bijdrage Wassenberg aan WGO Mest­stof­fenwet


4 december 2019

Voorzitter, allereerst: de Partij voor de Dierenfractie vindt het goed dat de productieplafonds voor stikstof en fosfaat nu wettelijk vastgelegd worden.

Mijn fractie plaatst daar echter wel een aantal kanttekeningen bij. Met stoom en kokend water wordt de wetswijziging er nu doorheen gejast. Alles moet afgetikt zijn vóór 1 januari, want de wetswijziging is nodig voor het behouden van de derogatie voor 2020 en 2021.

In de nota naar aanleiding van het verslag lees ik dat de ontwerp-AMvB voor de uitvoering ook nog voor advies langs de Raad van State moet. Allemaal vóór 1 januari,binnen 29 dagen.

Hier lijkt snelheid belangrijker dan zorgvuldigheid. Hoe gaat de minister die zorgvuldigheid garanderen?

Daarnaast wil ik opmerken dat de productieplafonds nog steeds te hoog liggen om onze natuur- en milieudoelen te halen. De huidige niveaus van mestproductie zorgen voor stikstofoverbelasting bij driekwart van onze Natura 2000-gebieden.

Slechts 1% van de Nederlandse wateren voldoet aan de normen voor ecologische waterkwaliteit van de Kaderrichtlijn Water. Erkent de minister dat? Gaat de minister ervoor zorgen dat de mestplafonds met regelmaat geëvalueerd zullen worden, en stapsgewijs verlaagd om zo onze natuur- en milieudoelen te halen?

De Partij voor de Dieren-fractie betreurt het dat de plafonds voor ‘overige diersoorten’ niet wettelijk vastgelegd worden, alleen omdat Brussel dat niet eist.

Omdat ook de overige sectoren bijdragen aan het mestoverschot, ziet mijn fractie graag dat er plafonds worden gedefinieerd voor meer sectoren: vleeskalveren, geiten, schapen, eenden, konijnen en paarden.

Zonder zo’n uitsplitsing kunnen deze sectoren moeilijk gemonitord worden, laat staan gereguleerd. Bovendien bestaat het risico dat een onderschrijding van het plafond van bijvoorbeeld melkvee wordt opgevuld door een groei van bijvoorbeeld de geitenhouderij.

Het CBS liet vrijdag zien dat het aantal geiten in Nederland nog steeds snel toeneemt. Graag een reactie van de minister.

Bovendien zijn er veehouders die op dit moment hun stallen vullen in afwachting van stikstofmaatregelen, vanwege de onzekerheid over de beleidsregels voor externe saldering. Daartoe worden veehouders al opgeroepen in het tijdschrift Melkvee. Wat doet dat met de mestplafonds? Gaan we er in 2019 wel onder blijven?

Voorzitter, voor het zomerreces bespraken we ook zo’n ad hoc wetswijziging, waarbij het afromingspercentage bij de handel in fosfaatrechten werd verhoogd. Nu blijkt dat veehouders minder handelen, door de onzekerheid vanwege de stikstofcrisis.

Maar als er minder rechten verhandeld worden, wordt er ook minder afgeroomd en verdwijnen de rechten dus minder snel dan waarmee rekening was gehouden. Kan de minister inzicht verschaffen hoeveel fosfaatrechtentot nu toe zijn afgeroomd?

Voorzitter, dan de derogatie zelf. Ook daar is veel op aan te merken. Zo heeft de versterkte handhavingsstrategie tegen mestfraude in het afgelopen jaar nog geen vruchten afgeworpen en blijken ook de nitraatconcentraties in grondwater te zijn toegenomen.

En kijk naar de crisis waarin Nederland verkeert nu derechter een stokje voor de PAS heeft gestoken? Als reactie hierop gaat de minister bij de EC aankloppen om te vragen of we alsjeblieft onze natuur wat minder mogen beschermen, omdat we het maar niet voor elkaar krijgen om aan de stikstofregels te voldoen? Hoe reageert het Nitraatcomité op al deze ontwikkelingen?

Kan de minister een inschatting geven hoe groot de kans op een nieuwe derogatie is in het kader van al deze ontwikkelingen?

Voorzitter, deze wetswijziging is een voorwaarde voor de minister om de derogatie veilig te stellen. Maar als dat niet lukt? Heeft zij ook een plan B? Hoe voorkomen we dat er dan weer vele tienduizenden dieren worden afgevoerd naar de slachtbank?

Waarom heeft de minister geen tijdelijk fokverbod ingesteld om groei van het aantal dieren te voorkomen, zolang Nederland nog niet zeker is van de derogatie?

Want voorzitter, de minister roept bij mij een beeld op van iemand in een auto, die een stoplicht voor zich ziet. Dat stoplicht staat op oranje. Dan is het verstandig alvast een beetje bij te remmen.

Maar in plaats daarvan wordt het gaspedaal dieper ingedrukt. 100, 120, 140 km per uur. In de hoop om nog net vóór het rood wordt door te schieten. Daarmee neemt de minister een risico, want bij een noodstop, bij rood licht van EU zullen draconische maatregelen het gevolg zijn. Het is een kamikaze-strategie.

En voorzitter, zelfs als het Nederland lukt om nog net met oranje door te schieten, waar komen we dan terecht? Dan is de derogatie weer even veiliggesteld. Maar dan. Ook dan blijven we zitten met een gigantisch stikstofprobleem, een klimaatprobleem, misstanden op het gebied van dierenwelzijn, stankoverlast.

Doorscheuren op dezelfde weg, tegen alle ecologische grenzen aan en vaak eroverheen, is voor geen enkele partij een goede oplossing, zeker niet voor boeren zelf.

De grote veestapel is de oorzaak van de hoge afzetkosten voor mest, wat weer fraude in de hand werkt. De individuele boer lijdt onder de grootte van de sector, die simpelweg niet past in ons kleine land.

Wat we nodig hebben, is dat onze minister op het juiste moment ook durft bij te remmen en bij te sturen. Met haar visie op kringlooplandbouw heeft de minister de richtingaanwijzer aangezet, het is nu een kwestie van afslaan, en een andere route volgen.

Interessant voor jou

Inbreng PvdD bij verslag wetsvoorstel Spoedwet aanpak stikstof

Lees verder

Bijdrage Wassenberg aan AO Duurzaam Vervoer

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer