Bijdrage Wassenberg debat Wijziging van de Elek­tri­ci­teitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang ener­gie­tran­sitie)


25 januari 2018

Voorzitter. Onze generatie is de eerste die de effecten van de klimaatverandering voelt en de laatste generatie die er iets aan kan doen. Dat waren indertijd wijze woorden van toenmalig president Obama. Zijn woorden zijn actueler dan ooit en hangen ook boven dit debat. Kamer, kabinet, maatschappij en bedrijfsleven moeten de komende jaren allemaal hun bijdrage leveren aan vermindering van het gebruik van fossiele brandstoffen. Vandaag gaat het vooral over aardgas en over het flink beperken van het gebruik ervan. Een enorme opgave die zo spoedig mogelijk dient te gebeuren. Het is in het belang van het klimaat en het is in het belang van Groningen dat we als land zo snel mogelijk gasvrij worden. De minister weet dat ook. Draagt de wijziging van de Gaswet die we vandaag behandelen daar wel voldoende aan bij? Geeft dit voldoende ruimte om onze woningen en andere gebouwen gasvrij te maken? De wetswijziging is bedoeld om bestaande belemmeringen voor de energietransitie weg te nemen en de wetgeving toekomstbestendig te maken. Zo staat het in de memorie van toelichting en uiteraard is de Partij voor de Dieren het daar van harte mee eens. Maar wat is toekomstbestendig? 2019, volgend jaar, is de toekomst maar 2050 ook. Noemen we een wet toekomstbestendig als deze de huidige situatie een beetje aanscherpt met het gevaar dat we over een paar jaar de wet opnieuw moeten aanscherpen? Of kunnen we het beter meteen goed regelen voor een langere periode?

We debatteren nu voor de derde keer in korte tijd, in amper anderhalve week, met de minister over het gasverbruik. We zien een minister die het menens is als het gaat om het terugdringen van het gasverbruik, waarmee ik hem complimenteer. Deze week ontvingen 200 van de grootste energieverbruikers, gasverbruikers in het bedrijfsleven een brief van de minister met de boodschap dat de omschakeling naar alternatieven voor Gronings gas onontkoombaar is. 2022 werd als deadline genoemd, schrijft de minister, tenminste dat heb ik de krant gelezen. In het debat over de gaswinning van vorige week dinsdag heeft de minister die brief al aangekondigd maar verder zijn we als Kamer niet geïnformeerd. De Partij voor de Dieren is blij met die brieven en blij met het verzoek aan het bedrijfsleven. Wel vraag ik de minister of die brieven openbaar zijn. Als dat zo is, zijn ze dan in te zien? Of kan de minister in een brief aan de Kamer aangeven wat hij nou precies vraagt aan de bedrijven? Ik vind het namelijk wel interessant om te weten.

Dan terug naar de Wet voortgang energietransitie, het onderwerp van het debat van vandaag. Vandaag is de kans om afstand te doen van knellende wetgeving die de grote opgave in de weg staat om uiterlijk in 2050 alle Nederlandse gebouwen gasloos te hebben. De grens van 2050 die wordt gesteld in de Energieagenda is de uiterste grens. Als het aan de Partij voor de Dieren ligt zijn we overigens nog eerder van het gas af. Als het gaat om het verduurzamen van woningen spreekt het regeerakkoord voor de komende kabinetsperiode van 30.000 à 50.000 woningen per jaar die gasloos worden. Vandaag lijkt in ieder geval een eerste voorzichtige stap in die richting gezet te worden door de gasaansluitplicht voor nieuwbouw te schrappen. Alle steun vanuit de Partij voor de Dieren hiervoor, maar de echte uitdaging ligt niet in de nieuwbouw maar in de bestaande bebouwing. Dat zijn maar liefst 7,7 miljoen woningen plus kantoorpanden en gebouwen. Al die 7,7 miljoen woningen moeten uitgesmeerd over 32 jaar energieneutraal of in elk geval gasloos worden gemaakt. Dat zijn een kwart miljoen woningen per jaar. Dat is gigantisch veel. Nu zijn het er maar enkele duizenden. Er is dus echt veel werk aan de winkel.

In deze context kijk ik dan naar het voorstel van de coalitie. Dat was het amendement op stuk nr. 19 maar ik heb begrepen dat het inmiddels hernummerd is naar 23. Dat voorstel maakt het voor gemeenten mogelijk om in de bestaande bebouwing gasvrije wijken aan te wijzen. Dat is opnieuw een stap in de goede richting, maar is het voldoende om een kwart miljoen woningen per jaar gasloos te maken? De mogelijkheid tot het aanwijzen van gasvrije wijken door gemeenten, zoals de coalitie voorstelt, is toch echt iets anders dan die gasvrije wijken tot norm maken. Dat moet de nieuwe norm worden. De komende jaren zal gasloos steeds vaker de nieuwe norm moeten worden, ook voor de bestaande bouw. Als een gemeente nu gasvrije wijken wil aanwijzen, dan moet er nog omstandig gemotiveerd worden. Eigenlijk is en blijft die gasuitsluiting daarmee de norm, want alleen gemotiveerd kan daarvan worden afgeweken. Dat is toch nog een flinke drempel om wijken gasvrij te maken. Als we gasvrij de norm willen laten zijn, dan moet dat ook van invloed zijn op de motivatieplicht. Die zou dan moeten verdwijnen als het aan de Partij voor de Dieren ligt. Ik heb ook een amendement in voorbereiding om die motivatieplicht te schrappen, omdat de verplichting in de toekomst een drempel kan vormen voor het gasvrij maken van wijken.

De heer Jetten (D66):
Volgens mij interpreteert de heer Wassenberg de bedoeling van ons amendement verkeerd. Wij willen dat het gemeenten makkelijker wordt gemaakt om ook in bestaande wijken de gasaansluiting te schrappen. Het enige wat wij beogen is dat gemeenten wel goed kijken of er een alternatieve warmtebron beschikbaar is, zodat die woningen ook op een andere warmtebron kunnen worden aangesloten dan gas. Ik hoop dat de heer Wassenberg het met mij eens is dat wij wel van gemeenten mogen vragen om dat op een goede manier te doen, zodat niemand zonder warmte komt te zitten.

De heer Wassenberg (PvdD):
Uiteraard, maar de gemeente kan ook kijken of dat kan worden aangelegd. Nu moet er echt omstandig worden gemotiveerd, de gemeente moet echt zijn best doen om een wijk van het gas af te halen. Dat is echt een drempel. Ik denk dat wij het er allemaal over eens zijn dat die drempel zo laag mogelijk moet zijn, dus het weghalen van die motivatieplicht zou daar drempelverlagend kunnen werken. Dat is eigenlijk wat wij willen.

De heer Jetten (D66):
Ik denk dat de heer Wassenberg en ik hetzelfde beogen. Dan zou ik hem nog willen vragen nogmaals ons amendement te bestuderen. Wellicht dat we het daar dadelijk ook nog over kunnen hebben. De motivatie die wij van een gemeente vragen is dat bijvoorbeeld een gemeente die nu zijn gasnetwerk moet gaan vervangen vanwege ouderdom goed kijkt naar de maatschappelijke kosten en baten over de langere termijn. Als je dan Groningen/klimaatverandering daarin meeneemt, dan kan het bijna nooit rendabel zijn om zo'n gasnetwerk te vervangen. Dan moet je dus eigenlijk kiezen voor de duurzame alternatieven, die ook voorhanden zijn. Dus volgens mij komt ons amendement wel degelijk tegemoet aan uw zorgen.

De heer Wassenberg (PvdD):
We kijken ernaar en afhankelijk van onze bevindingen gaan wij dat amendement wel of niet indienen.

De heer Kops (PVV):
De heer Wassenberg had het ook over het gasloos maken van bestaande woningen. Uit de praktijk is gebleken, bijvoorbeeld in Nijmegen, waar dat al gebeurt, dat dat zo'n €60.000 per woning kost. €60.000 per woning! Dan is de vraag: wie gaat dat in 's hemelsnaam allemaal betalen?

De heer Wassenberg (PvdD):
Daar kom ik dadelijk op terug, want een van de dingen zou bijvoorbeeld gebouwgebonden financiering kunnen zijn. Ik moet er trouwens ook bij zeggen dat hoe minder woningen er nog gasvrij worden gemaakt, hoe duurder het is. Als het echt bulkproductie wordt, maar ook als er veel meer ervaring is, verandert dat. Want elk bedrijf dat nu woningen gasvrij gaat maken, moet eigenlijk een beetje het wiel opnieuw uitvinden. Je merkt dat het op het moment dat dat loopt en dat vliegwiel eenmaal draait, het gemakkelijker wordt, sneller en ook goedkoper. Dus die €60.000 — ik heb trouwens ook lagere bedragen gehoord — gaat als dit dadelijk de norm gaat worden in ieder geval naar beneden. Een groot voordeel is dadelijk voor de langere termijn dat er geen energiekosten meer zijn. Een ander voordeel voor de eigenaar kan zijn als hij hulp krijgt met de financiering. Woningcorporaties kunnen allerlei potjes aanboren en die financiering makkelijk doen. Woningeigenaren zouden we het, bijvoorbeeld via gebouwgebonden financiering, makkelijker kunnen maken om dat te financieren en dan door het terug te verdienen met de mindere energiekosten.

Voorzitter, ik zie dat u wilt dat ik afrond.

De voorzitter:
Omdat u zei dat u daarop terugkomt, vandaar.

De heer Wassenberg (PvdD):
Ja, ook daar heeft u gelijk in!

Ik moet nog heel even kijken waar ik ben. Ik heb het over het vervangen en repareren van gasleidingen. De vraag, die de heer Jetten ook al stelde, is: gaan we op het moment dat dadelijk leidingen en gasnetten moeten worden vervangen, werkelijk nog investeren in die vervanging en reparatie van een gasleiding? Of realiseren we ons dat dat weggegooid geld is? Eigenlijk past vervangen en repareren van gasleidingen niet meer in een aardgasvrije ambitie, een aardgasvrije toekomst. Als we geen onderhoud plegen aan het gasnet, dat eigenlijk al een beetje is afgeschreven, maar op het moment dat dat vervangen moet worden, het meteen vervangen door een goed en duurzaam alternatief, dan besparen we daar ook geld mee. Wat dat betreft lijkt het ons beter om meteen te kiezen voor een duurzaam alternatief dan om die verouderde netten te gaan repareren of vervangen door andere gasnetten. Vervang het meteen door iets duurzaams.

Voorzitter. In de praktijk gebeurt het nog steeds ...

De voorzitter:
Voordat u verdergaat, de heer Jetten.

De heer Jetten (D66):
Even voor de scherpte. Het zou best kunnen dat we de infrastructuur van de gasnetten die we nu in de grond hebben liggen, straks nodig hebben om juist de duurzame warmtebronnen naar de huizen te brengen. Ik wil de heer Wassenberg even goed begrijpen. Bedoelt hij dat die netten wel degelijk onderhouden mogen worden maar dat we moeten voorkomen dat we ze blijven onderhouden en vervangen puur voor gas?

De heer Wassenberg (PvdD):
We gaan ze natuurlijk niet gewoon onderhouden als we niet weten wat we ermee gaan doen. Overigens is hoogcalorisch gas wat ons betreft geen vervanging voor het laagcalorische Groningengas. Wij zeggen: de toekomst is wat dat betreft echt gasloos. Hoogcalorisch en laagcalorisch hebben allebei een milieu-impact. Op het moment dat je denkt dat je die gasnetten op een heel andere manier kunt inzetten, heb je het natuurlijk over iets anders. Dan heb je het over een alternatief systeem waarin je investeert. Wat ik bedoel, is dat we de leidingen waar hoogcalorisch of laagcalorisch gas door wordt gepompt niet nu als zodanig gaan onderhouden als gasnet. Op het moment dat je ze kunt omvormen naar andere, duurzame energievoorzieningen, heb je natuurlijk een heel andere discussie.

De heer Jetten (D66):
Dan zijn de heer Wassenberg en ik het op dit punt met elkaar eens. Ik zou hem een vervolgvraag willen stellen. Is het dan aan de gemeenten om tempo te maken met de warmteplannen per gebied, zodat je ook in zo'n warmteplan integraal kan bepalen wat er met die infrastructuur moet gebeuren? Of wil de Partij voor de Dieren hier vanuit Den Haag bepalen wat we met die netten gaan doen?

De heer Wassenberg (PvdD):
Ik wil dat we in Den Haag bepalen wat de speelruimte, het kader van de gemeenten wordt. Uiteraard zijn het de gemeenten zelf die weten wat mogelijk is en wat wenselijk is. We gaan dat niet allemaal vanuit Den Haag een-op-een aansturen, maar Den Haag moet wel de kaders scheppen.

Voorzitter. Ook weer even aanhakend op wat de heer Jetten zei: in de praktijk gebeurt het eigenlijk nog te vaak dat straten en wijken worden opengebroken om het gasnet te vervangen. Enige tijd later — het kan jaren later zijn — wordt de wijk dan ingrijpend gerenoveerd, waarbij de wijk van het gas af wordt gehaald. Dat is echt geldverspilling. Dat moeten we voorkomen. De Partij voor de Dieren wil dat gemeenten en woningcorporaties de plannen voor ingrijpende renovaties afstemmen op de plannen van netbeheerders om de gasinfrastructuur te vervangen. Dat moet dus wat meer gelijk op gaan. Dan voorkom je weggegooid geld door te investeren in verouderde infrastructuren.

Voorzitter. Ik begrijp dat de wet al regelt dat netbeheerders vervanging dienen te motiveren en dat de ACM toetst op redelijkheid. De vraag is dan: wat is redelijkheid? Is het redelijk om een verouderd gassysteem op te lappen, wetende dat dit een verloren investering is in een af te schrijven energievoorziening? Kunnen we ervan uitgaan dat de ACM negatief adviseert over een vervangingsinvestering in het gasnet als er een alternatief en duurzaam net kan worden aangelegd? De kosten mogen wat de Partij voor de Dieren betreft geen belemmerende of bepalende factor zijn, want geld dat nu gestoken wordt in het oplappen van een verouderd gasstelsel, is per definitie weggegooid geld als we onze ambitie om over 32 jaar gasloos te zijn serieus nemen. Graag krijg ik hierop een antwoord van de minister. Ook hierover overweeg ik een amendement.

Voorzitter. Dan heb ik nog een vraag aan de minister over de wijze van financiering, ook al gesteld door mevrouw Dik-Faber, meen ik. Op dit moment is het mij nog niet helemaal duidelijk hoe de financiële kant van de energietransitie eruitziet, tenminste als we bestaande bebouwing van het gas gaan afhalen. Het gaat me vooral om de manier waarop dit in de particuliere woningmarkt kan worden gefinancierd. Wie draagt daarvan de financiële consequenties? Zoals ik zonet al zei in antwoord op een vraag van de heer Kops, hebben woningcorporaties goede financieringsconstructies maar hebben particulieren die niet. Op het moment dat we particulieren bijvoorbeeld via gebouwgebonden financiering kunnen helpen om die financiële lasten te dragen, maak je het een stuk aantrekkelijker en versnel je de energietransitie. Ik vraag aan de minister: bestaat de mogelijkheid om in de Wet VET te regelen dat die experimenteerruimte wordt benut voor gebouwgebonden financiering? Graag een reactie van de minister.

Voorzitter. Als laatste wil ik nog even stilstaan bij de energieprestaties van woningen. De Omgevingswet moet het later mogelijk maken om prestaties op te leggen aan woningen, maar dat geldt dan vooral voor nieuwbouw en niet voor bestaande bouw. Bovendien treedt die Omgevingswet op zijn aller-, aller-, allervroegst in 2021 in werking. Dat is pas over drie, vier jaar. Die tijd hebben we eenvoudig niet. Heeft de minister of hebben gemeenten de mogelijkheid om eisen op het gebied van energieprestaties te stellen aan bestaande woningbouw? En zo niet, biedt deze wet daar dan niet een uitgelezen kans toe? Is de minister het met mij eens dat dit eerder dan pas in 2021 een plek moet krijgen in de wet? Graag een reactie.

Daarmee wil ik afsluiten. Dank u wel.

Interrupties andere partijen

De heer Wassenberg (PvdD):
Weet de PVV dat klimaatverandering niet van één bepaalde dag is af te lezen, maar dat je daarvoor naar de veranderingen over een langere periode moet kijken en dus niet afhankelijk bent van één dag?

De heer Kops (PVV):
Ja, natuurlijk. Daar kom ik later in mijn betoog ook op terug. Natuurlijk, absoluut. Maar andersom gebeurt dat vaak wel. Ik ga nog voorbeelden aandragen. De klimaatgekkies halen wel een enkel voorbeeld aan om de zogenaamde opwarming van de aarde, veroorzaakt door de mens, aan te tonen. Natuurlijk, je moet het bekijken over een langere periode. Feit is dat de aarde in de afgelopen 150 jaar met 0,85°C is opgewarmd. Feit is ook dat dit in de afgelopen twee decennia is gestabiliseerd. Maar goed, nogmaals, ik kom er dadelijk op terug.

De heer Wassenberg (PvdD):
Gisteren hadden we in Nederland de warmste 24 januari van de laatste 100 jaar.

De heer Kops (PVV):
Precies hetzelfde!

De heer Wassenberg (PvdD):
Er is geen wetenschapper die zegt: dat is een illustratie van het klimaateffect. Als het jarenlang achterelkaar gebeurt en van de laatste twintig jaar — bij wijze van spreken, want ik doe het even uit mijn hoofd — er zestien tot de warmste behoren, dan is er inderdaad wel een effect. Maar er is geen enkele wetenschapper die zegt: dat is het bewijs van het klimaateffect. Het gaat om een lange periode. Misschien dat de PVV zich dat toch een keer zou moeten realiseren.

De heer Kops (PVV):
Als de heer Wassenberg gelooft in wat hij nu zegt, dan zou hij zich moeten afvragen waar dat dan door komt. Maar ik kom daar nog op terug.

(…)

De heer Jetten (D66):
De heer Kops had het over cijfers en over bewijzen. De heer Wassenberg heeft net heel goed aangetoond dat onze aarde de afgelopen decennia aan het opwarmen is en dat we dus wel degelijk zo'n klimaatverandering op ons af zien komen. Dan is het onze verantwoordelijkheid om met zijn allen Nederland daarop voor te bereiden. Ik constateer dat de PVV daar de ogen voor sluit.

De heer Kops (PVV):
De afgelopen twintig jaar is de temperatuurstijging gestabiliseerd en is de CO2-uitstoot toegenomen, ook in Nederland. Zo simpel is het. Misschien komt het door de zon. De zonneactiviteit speelt daar ook zeker een rol in, maar daar hoor ik u niet over. CO2 is aangeduid als de grote boosdoener en dat moeten we gaan terugbrengen.

Minister Wiebes:

Een aantal vragen van de heer Wassenberg heb ik nog niet beantwoord. De heer Wassenberg vroeg of de brieven aan de bedrijven openbaar zijn. Nou, ze liggen straks in tweehonderdvoud op straat. Ik heb er geen bezwaar tegen om er een naar de Kamer te sturen, maar ik denk dat de heer Wassenberg al een aantal kopieën heeft. O, ik zie aan zijn non-verbale communicatie dat hij die niet heeft. Ik zal zorgen dat er ergens nog een brief wordt meegestuurd, want dan heeft de Kamer hem ook. De heer Wassenberg heeft ook gevraagd of dit pakket voldoende is om alle woningen gasloos te maken. Nee, uitdrukkelijk niet. Dit gaat echt over nieuwe woningen. Er komt een hele nieuwe fase aan, die veel ingrijpender is, waarin we bestaande woningen van het gas af moeten hebben. 97% van de bestaande woningen zit op gas. Zeer uitdrukkelijk komt er nog een grote exercitie. Daarmee beginnen we zodra de warmteplannen er zijn.

De heer Wassenberg zei dat kosten nooit een belemmering mogen zijn en dat het oplappen van gasnetten per definitie zinloos is. Nou, dat zou ik niet helemaal willen zeggen. Ik denk dat de heer Wassenberg het moeiteloos met me eens is dat een acuut gaslek moet worden gedicht. Allerlei andere upgrades om het op korte termijn nog even uit te zingen, zijn ook nuttig. Het kan zelfs zijn dat het gasnet een cruciale rol speelt in de energievoorziening van de toekomst. Ook dat heeft de heer Wassenberg beaamd op vragen van de heer Jetten. Nee, het gaat er hier om hoe de transitie het meest efficiënt gaat. Dat kan zijn door nog even vijf jaar met het gasnet mee te doen en daarna met een gemeentelijk plan en een warmtenet mee te doen om in de tussentijd niet in de kou te zitten. Zijn woorden leken eerst groot, maar ik vond dat hij daarna zelf heel verstandige nuanceringen deed. Ik vraag me af of wij nog een verschil in opvatting hebben, want we vinden allebei dat er uiteindelijk een transitie moet plaatsvinden in de gebouwde omgeving en dat gas daarin in zijn klassieke vorm op termijn geen rol meer speelt.

(…)

De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we nu naar de tweede termijn van de zijde van de Kamer, zij het dat de heer Wassenberg ook nog een vraag is vergeten.

De heer Wassenberg (PvdD):
Dit kan de tweede termijn verkorten. Ik had nog een vraag gesteld over de energieprestaties van gebouwen. Heeft de minister of hebben gemeenten de mogelijkheid om eisen op het gebied van energieprestaties te stellen aan de bestaande woningbouw? Zo niet, is dit dan geen uitgelezen kans om het in deze wet op te nemen? Is de minister het met mij eens dat de Omgevingswet in 2021 misschien wat laat is om dat te regelen? Kan het dus in deze wet al geregeld worden?

Minister Wiebes:
Het gaat dan om energieprestaties van bestaande woningen. Daarmee ben ik overvraagd. Het lijkt mij ook een vraag voor BZK.

(…)

Tweede termijn

De heer Wassenberg (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Dank aan de minister voor zijn antwoorden. Ik vind het goed om te horen dat we in ieder geval een minister hebben die de urgentie van de energietransitie lijkt te voelen. U hoort dat ik nog wat voorzichtig ben in mijn formulering: lijkt te voelen. Maar in ieder geval realiseert hij zich terdege dat het gasloos maken van de nieuwbouw een hele stap lijkt maar dat het een kleinigheid is in vergelijking met de volgende stap, namelijk het gasloos maken van de bestaande bouw. De minister zei dat er ook stappen gezet zullen worden. Dat is goed om te horen. We zullen erop blijven aandringen dat hier echt op tijd de juiste stappen worden gezet. Ik denk toch dat het wel verstandig is als we daar vandaag al een beetje op kunnen voorsorteren. Ik had daarom twee amendementen ingediend.

Omdat daarover wat onduidelijkheid bleek te zijn, wil ik daar ietsje over zeggen. Het ene amendement geeft de netbeheerder de bevoegdheid om in overleg met de gemeente en met oog op de veiligheid gasnetten niet te vervangen of om gasnetten te verwijderen als er een alternatief is of als dat kan worden aangelegd. De gaslekken waar de minister over sprak, vallen natuurlijk onder die veiligheid. Dit amendement brengt die veiligheid dus in geen enkel opzicht in gevaar. Het is bovendien ook geen verbod om gasnetten te herstellen, maar het geeft de netbeheerder meer vrijheid om gasnetten uit te faseren. Dat wou ik daarover nog even duidelijk maken. Het staat uiteraard ook in de toelichting.

Het tweede amendement regelt dat gasloos de norm wordt voor zowel nieuwbouw als bestaande bouw. Het vervangen van de gasaansluiting hoeft dan niet langer gemotiveerd te worden als een afwijking van de gasnorm. De nieuwe norm is expliciet gasloos.

Ik heb verder geen moties, dus hier kan ik het bij laten, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan ga ik nu naar de heer Jetten. Hij spreekt namens D66.

De heer Jetten (D66):
Voorzitter. Dank aan de minister voor de uitgebreide beantwoording. D66 heeft geen moties, maar nog wel enkele opmerkingen. Laat ik ook beginnen met het schrappen van de gasaansluitplicht. Ik ben blij te melden dat het amendement dat we al namens de vier coalitiefracties hadden ingediend inmiddels ook is ondertekend door mevrouw Van Tongeren, mevrouw Beckerman, de heer Wassenberg, de heer Moorlag en de heer Bisschop. Daarmee wordt er bijna geheel Kamerbreed, namelijk door D66, VVD, CDA, ChristenUnie, GroenLinks, SP, Partij van de Arbeid, Partij voor de Dieren en SGP, voor gekozen om in dit land nieuwbouw alleen nog zonder gasaansluiting te realiseren. Daarmee zetten we een hele belangrijke stap in de versnelling van de energietransitie en kiest ook een ruime meerderheid van deze Kamer voor minder Gronings gas in onze huizen. Ik hoop dat andere partijen, die nog niet onder dat amendement staan volgende week bij de stemming ook zo verstandig zijn en voor Groningen zullen kiezen.

Beantwoording tweede termijn

Het amendement-Wassenberg op stuk nr. 26 gaat over de verwijdering van een gasnet. Het maakt het mogelijk voor de netbeheerder om eenzijdig, dus zonder enige verdere instemming van het college van B en W, te besluiten om het gasnet bijvoorbeeld op te heffen. Dat moet ik ontraden. Het biedt niet de veiligheid waar consumenten recht op hebben.

De heer Wassenberg (PvdD):
Bij de toelichting staat expliciet: "Het ligt in de rede dat dit in overleg met de gemeente gebeurt."

Minister Wiebes:
Maar dingen die in de rede liggen, liggen niet in de wet. Dit gaat niet per se goed.

Dan kom ik op het amendement-Wassenberg op stuk nr. 27. Daar hebben we het ook over gehad. Dat amendement moet ik ontraden.

Het amendement-Dik-Faber/Jetten op stuk nr. 28 gaat over de garanties van oorsprong. Ik kom nog op terug op de motie van mevrouw Dik-Faber, maar in amendementvorm ontraad ik dit.

Het amendement-Agnes Mulder/Jetten op stuk nr. 29 gaat over de financiële transparantie. Ik laat het aan de Kamer over of zij dit nodig acht.

De winst van het afgelopen jaar is dat er na lange discussies, formaties en omzwervingen een amendement op stuk nr. 39 is, met een zeer groot aantal ondertekenaars: Jetten, Ye?ilgöz, Mulder, Dik-Faber, Van Tongeren, Beckerman, Moorlag, Wassenberg en Bisschop. Zulke amendementen hebben we hier niet vaak. Ik vind dit een parlementaire prestatie. Ik ben diep onder de indruk; dat meen ik. Dit is hoe Nederland werkt. Ik laat het oordeel over dit amendement aan de Kamer.