Bijdrage Wassenberg aan AO Duurzaam Vervoer
Voorzitter. De heer Schonis eindigde met biobrandstoffen. Daar ga ik meteen op door. De Partij voor de Dieren verzet zich allang tegen de keuze van dit kabinet om vol in te zetten op biomassa, biobrandstof, als verduurzamingsstrategie, want het middel is hier erger dan de kwaal. Biobrandstoffen hebben een hogere CO2-uitstoot, ze leiden tot vernietiging van de natuur, verdringing van de productie van voedsel en zijn zeer, zeer gevoelig voor grootschalige fraude. We lezen in de brief van de Staatssecretaris over de biodieselfraude dat met de ontmaskering van één bedrijf al bijna een derde van de zogenaamde duurzame biodiesel door de mand valt, omdat die niet duurzaam is. Tonnen fossiele diesel zijn omgekat tot biobrandstof. Inmiddels worden vijf van de acht bedrijven onderzocht door justitie. De Staatssecretaris schrijft in haar brief dat er meer onderzoek en aandacht komt voor die fraude, maar dat is natuurlijk niet voldoende. Want als meer dan de helft van de bedrijven op grote schaal fraudeert, dan deugt het systeem niet. Dan maakt de gelegenheid de dief. Ik citeer een artikel uit Het Financieel Dagblad: alleen bureaucraten, juristen en fraudeurs hebben hier baat bij; het klimaat niet, geen duizend controleurs kunnen dit systeem waterdicht maken. Moeten we niet gewoon af van die papieren werkelijkheid van zogenaamd schone biobrandstoffen? Graag krijg ik een reactie hierop van de Staatssecretaris.
De voorzitter:
Daarover krijgt u een vraag van de heer Dijkstra van de VVD.
De heer Remco Dijkstra (VVD):
Ik hoor de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren. Het is heel makkelijk om te zeggen: je moet het niet doen. Maar wat moet je dan wel doen? Welke techniek is nu zo grootschalig, betaalbaar en beschikbaar bij de bestaande infrastructuur dat je daarmee kunt verduurzamen? U zegt eigenlijk: je moet niks doen. Maar dan houd je alles bij het oude. Dan haal je dus ook niet 90% reductie op je brandstoffen met ethanol. Wat moet je dan wel doen?
De heer Wassenberg (PvdD):
Wat ik zeg is dat inzetten op biobrandstoffen geen verduurzaming is. Dat is een papieren werkelijkheid. De schade voor het milieu, voor de natuur, is vele malen groter dan bij fossiele brandstoffen. Ik zeg niet dat je vol in moet zetten op fossiele brandstoffen. De heer Dijkstra had het over de bestaande infrastructuur. Ik zeg dat je die gelden veel meer zou kunnen inzetten voor een vervolmaking van het openbaar vervoer en de uitbreiding van het openbaar vervoer. Zorg dat mensen niet in die auto hoeven te stappen! Het is een probleem dat je niet binnen korte termijn oplost, maar nu inzetten op biobrandstoffen is het paard achter de wagen spannen en de problemen de komende jaren alleen maar groter maken.
De heer Remco Dijkstra (VVD):
Ik heb nog een andere vraag. Stel je voor dat je ergens naartoe moet en dat je daar niet erg goed kunt komen met het ov. In ongeveer driekwart van Nederland is de auto altijd sneller en goedkoper. Stel je dus voor dat je ergens naartoe moet met de auto en dat je ’s ochtends je auto kunt voltanken. Tank je dan gewoon 40 liter diesel of tank je dan diesel met een biobrandstof, waarbij er bijvoorbeeld 60%, 80% of 90% reductie van CO2 is? Wat tank je dan?
De heer Wassenberg (PvdD):
Die reductie van CO2 is er niet. Dat wordt nu toch steeds duidelijker? Er wordt voedsel gemengd bij die biobrandstoffen. Uiteindelijk is de CO2-uitstoot van die biobrandstof groter dan de uitstoot van de fossiele brandstoffen. Hetzelfde zie je bij biomassa. Het stoken van bomen is milieuonvriendelijker dan het stoken van steenkool, hoe raar dat voor sommige mensen ook klinkt. Biobrandstoffen zijn een deel van het probleem en niet van de oplossing.
De voorzitter:
En daarmee vervolgt de heer Wassenberg zijn betoog.
De heer Wassenberg (PvdD):
Dat was het onderdeel biobrandstoffen waarop oplichters en fraudeurs hun kans hebben geroken. Werk voor justitie dus. Helaas zijn er meer structurele problemen. Kijk even naar het gebruik van voedselgewassen voor de productie van biobrandstoffen. Ik had het daar net al even over. De Kamer vindt dat zeer ongewenst. De Staatssecretaris vindt het ongewenst. Dat is verschillende keren uitgesproken aan beide kanten van de tafel. In het Klimaatakkoord staat op pagina 49: «De huidige praktijk, waarbij geen inzet plaatsvindt van biobrandstoffen geproduceerd uit palm- en sojaolie in Nederland, wordt voortgezet.» Daar is geen woord Spaans bij. En toch zie ik, als ik de Rapportage energie voor vervoer in Nederland 2018 erbij pak, daar op pagina 18 en 19 staan dat er wel degelijk voedselgewassen worden gebruikt in biobrandstoffen, ook soja- en palmolie. Het gaat om kleine hoeveelheden, maar het is desondanks een zeer zorgelijke ontwikkeling, want er is kennelijk een tendens naar de inzet van soja en palm. Wat de boel helemaal op scherp zet, is het feit dat het kabinet daar niet van op de hoogte was. Want het Klimaatakkoord stelt glashard dat soja- en palmolie in Nederland niet worden gebruikt voor biobrandstoffen. Nu zit mij toch iets dwars. Het is mogelijk dat het kabinet bij de presentatie van het Klimaatakkoord op 28 juni niet wist dat soja- en palmolie werden bijgemengd in biobrandstoffen. Dat is dan verwijtbaar, want de publicatie waar ik die gegevens uit heb, is al van 18 juni, dus tien dagen eerder dan het Klimaatakkoord. Het kabinet had dit dus kunnen en moeten weten. Als het kabinet het wel wist, waarom staat er dan in het Klimaatakkoord, met op de voorkant onder andere – zo zag ik bij de presentatie – de handtekening van de Staatssecretaris, dat er geen palm- en sojaolie worden gebruikt bij de productie van biobrandstoffen? Hier klopt iets niet. Snapt de Staatssecretaris mijn verwarring? Kan ze mij vertellen wat er nu waar is? Mijn aller- allerbelangrijkste vraag op dit onderdeel is: gaat zij per direct een einde maken aan het gebruik van soja- en palmolie voor biobrandstoffen? Ik overweeg namelijk een motie op dit punt en de heer Schonis gaat daar misschien wel aan meewerken.
De voorzitter:
Maar voordat hij dat gaat doen, heeft hij een vraag.
De heer Schonis (D66):
Zeker. Ik pak even de bladzijde erbij. Er staat inderdaad letterlijk: «De huidige praktijk waarbij geen inzet plaatsvindt van biobrandstoffen geproduceerd uit palm- en sojaolie in Nederland, wordt voortgezet.» Dat staat er inderdaad. Daarvoor staat – en daar wil ik echt op wijzen – dat dit alleen maar is voor het deel vanuit de RED, vanuit de Europese richtlijn. Voor de nieuwe biomassa en biobrandstof die we daaruit gaan maken, moeten de criteria nog worden vastgesteld. Ik denk dat u hier als een forensisch rechercheur wellicht wat op de zaken vooruitloopt. Zou dat kunnen? Ik wil graag met u moties indienen en kijken hoe we dat aanpakken, maar het moet natuurlijk wel zinvol zijn. U komt nu met een hele papierberg aan vanaf 18 juni en ik weet niet wat u nog allemaal zegt, maar ik heb de indruk dat u hier toch twee dingen door elkaar aan het halen bent.
De heer Wassenberg (PvdD):
Dat is geen papierberg. Het is eigenlijk heel eenvoudig. Op 18 juni wordt er geschreven dat er voor het eerst in jaren soja- en palmolie wordt gebruikt in biobrandstoffen. En tien dagen later, op 28 juni, staat in het Klimaatakkoord: er wordt geen soja- en palmolie gebruikt. Dat is met elkaar in tegenspraak. Ik constateer dat eigenlijk de hele Kamer en de Staatssecretaris vinden dat we geen soja- en palmolie bij biobrandstoffen moeten mengen. Het enige wat ik aan de Staatssecretaris en aan de heer Schonis vraag, is of zij het met mij eens zijn. Moeten we niet alles op alles zetten om dat te voorkomen?
Interessant voor jou
Bijdrage Wassenberg aan WGO Meststoffenwet
Lees verderBijdrage Van Raan aan debat over onterecht ingevorderde kinderopvangtoeslagen
Lees verder