Inbreng Partij voor de Dieren ten behoeve van het verslag over het voorstel van wet Regels met betrekking tot versnelde ontwik­keling en verwe­zen­lijking van ruim­te­lijke en infra­struc­turele projecten (Crisis- en herstelwet)


14 oktober 2009

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben met grote teleurstelling kennis genomen van het wetsvoorstel crisis-en herstelwet (CHW). In de ogen van deze leden is het kabinet er met deze wet niet in geslaagd de economische crisis aan de ecologische crisis te verbinden. De belangrijkste vraag waar het kabinet nu voor staat is niet beantwoord, naar mening van deze leden. Die vraag zou moeten luiden: waar willen we in investeren, waar mag de regelgeving versoepeld worden omdat het rechtstreeks ten goede komt aan het klimaat en de ecologie en waar moet die regelgeving gehandhaafd of liever nog, strenger worden? Graag een reactie. De leden van de Partij voor de Dieren zijn van mening dat het wetsvoorstel geen recht doet aan de economische crisis, en zijn er niet van overtuigd dat de maatregelen die op grond van deze wet genomen kunnen worden inderdaad een verzachtend effect zullen hebben op de economische crisis en de werkeloosheid die daarmee gepaard zal gaan. Ook tijdens het rondetafelgesprek werd duidelijk dat er veel kritiek is op het wetsvoorstel, en dat de beoogde versnelling niet zal worden bereikt. De leden van fractie van de Partij voor de Dieren delen de mening van deze deskundigen en organisaties, en vragen het kabinet wanneer een nota van wijziging tegemoet kan worden gezien die de juridische onzekerheid en de overtredingen van het EU recht (met name het Aarhus-verdrag, de m.e.r.-richtlijn en de vogel- en habitatrichtijn) weg zal nemen. Graag een reactie.

In de inleiding van de memorie van toelichting wordt aangegeven dat het wetsvoorstel gericht is op een versnelling van besluitvorming en een vermindering van juridische risico’s. Voorts wordt er geconcludeerd dat een specifiek probleem in het ruimtelijk domein wordt gevormd door de complexiteit en de stroperigheid van besluitvorming, en dat dit opgelost kan worden door belemmeringen in wet- en regelgeving weg te nemen. Dit zou leiden tot een versnelde aanvang en uitvoering van projecten. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren kunnen deze conclusie niet delen. Vertragingen in het uitvoeren van ruimtelijke projecten zijn naar de mening van deze leden niet het gevolg van wet- en regelgeving maar van problemen in de voorafgaande besluitvorming, ook tussen de verschillende overheden. Tevens is het vaak het geval dat de besluitvorming en de afweging van verschillende belangen in ruimtelijke projecten onzorgvuldig gebeurt, waardoor het voor organisaties en particulieren noodzakelijk kan zijn om naar de rechter te stappen om bepaalde belangen alsnog geborgd te zien in de besluitvorming. De leden van de Partij voor de Dieren zien het grote aantal vernietigingen van vergunningen door de Raad van State als een duidelijk bewijs hiervoor. De leden vragen zich af of deze praktijk geholpen is met de CHW. Waarom is er gekozen voor aanpassing van wet- en regelgeving in plaats van het versneld uitvoeren van conclusies over verbetertrajecten zoals die van de commissie Elverding? Elverding heeft een aantal aanbevelingen gedaan om belangen in het voortraject van een besluit beter af te wegen. Hoe staat het met de uitvoering van deze conclusies? Waarom is er niet voor gekozen de bestaande studies naar versnelling van besluitvorming te implementeren tijdens deze crisis? Waarom wordt er geen gebruik gemaakt, en niet geleerd, van alle nieuwe wetten en voorstellen die de besluitvorming beogen te stroomlijnen en versnellen? De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zijn van mening dat de kwaliteit van besluitvorming niet gebaat is bij het opzij schuiven van regelgeving die bepaalde belangen beoogd te waarborgen. Graag een reactie. Experts hebben tijdens het Ronde tafelgesprek aangegeven dat de beoogde versnelling van uitvoering van projecten met deze wet niet gerealiseerd zal worden. Kan het kabinet aangeven welke tijdswinst er concreet zal worden geboekt, en hoe dan, op de voorgestelde projecten? Kan het kabinet de juridische procedures die naar alle waarschijnlijkheid gevoerd zullen worden naar aanleiding van deze wet meenemen in de beantwoording van deze vraag? Deskundigen wijzen met name op de juridische onzekerheden die dit wetsvoorstel met zich mee brengt. Zo is het bijvoorbeeld niet duidelijk welke projecten wel en welke projecten niet onder de CHW zullen vallen. Hoe is het kabinet van plan deze onzekerheid weg te nemen, als er zelfs de bevoegdheid is om de projecten met AMvB aan te vullen?

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zijn van mening dat een crisis niet de juiste tijd is om het huidige procesrecht structureel te herzien. Het herzien van het huidige stelsel van wet- en regelgeving is een lastig proces, juist omdat er momenteel zoveel regels zijn, en herziening en wellicht integratie daarvan is een taak die zorgvuldig en in alle rust uitgevoerd zou moeten worden. Niet even snel in een crisis. Graag een reactie. Het permanente karakter van deze tijdelijke wet heeft de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren verbaasd. Waarom worden er permanente wetswijzigingen doorgevoerd in een tijdelijke herstelwet? Is het niet een beter idee om een tijdelijke herstelwet inderdaad tijdelijk te houden, en de structurele wijzigingen van wetten en regels in een apart besluitvormingstraject, waarvan er overigens al enigen lopen zoals de integratie natuurwetgeving, te regelen? Graag een reactie.

Bij het voorgestelde relativiteitsvereiste wijzen deskundigen en de Raad van State er op dat dit geen versnelling met zich mee zal brengen, maar juist een vertraging, omdat de rechter dan genoodzaakt is bij elke zaak, elke grond te toetsen aan de belangen. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zien dit ook zo, en begrijpen überhaupt niet waarom het relativiteitsvereiste ingevoerd wordt. Waarom is hiervoor gekozen? Welke voordelen verwacht het kabinet hiervan? En in hoeverre is het voorgestelde relativiteitsvereiste te verenigen met het Aarhus-verdrag? Graag een reactie.

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren maken zich ook zorgen over de termijnen die gesteld zijn voor de rechtbanken. De Raad van State, en ook enkele deskundigen hebben aangegeven dat een termijn van zes maanden voor het doen van uitspraak onhaalbaar is en een onmogelijke werklast oplegt aan de rechtelijke macht. Ook de voorgestelde termijn van twee maanden wordt onhaalbaar geacht. Is het kabinet bereid deze termijnen te verruimen om geen onnodige druk op de rechtbanken te leggen en om geen valse hoop te wekken bij de planning van projecten?

Het heeft de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hoogst verbaasd dat er geen verplicht advies van de commissie m.e.r. meer hoeft te komen, en tevens dat het alternatievenonderzoek niet meer verplicht wordt. Het niet beschouwen van alternatieven en het niet meer verplicht stellen van het advies van de commissie m.e.r. doet ernstig afbreuk aan de zorgvuldigheid van de besluitvorming. Ook dhr. Ketting, voorzitter van de commissie m.e.r., en meerdere onafhankelijke deskundigen gaven aan dat het m.e.r.-advies en het onderzoek naar alternatieven juist besluitvorming kan verbeteren en dus versnellen. Waarom is het kabinet van mening dat het afschaffen van deze verplichtingen tot versnelling en verbetering van besluitvorming kan leiden? En is deze afschaffing wel te verenigen met de m.e.r.-richtlijn?

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren maken zich ernstige zorgen over de permanente wijzigingen van de Nb-wet, en stellen voor deze wijzigingen te schrappen uit de crisis- en herstelwet. Deze wijzigingen maken het onmogelijk om de doelen voor de natuurgebieden in Nederland te behalen en om het voortgaande verlies aan biodiversiteit te stoppen. De gestelde doelen voor een halt toeroepen aan het verlies van biodiversiteit zullen al bij lange na niet gehaald worden, en het wordt tijd dat het kabinet zich realiseert dat dit zeer ernstig is. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren menen dat een economische crisis niet gebruikt mag worden om de ecologische crisis te verergeren, en zijn van mening dat dit wel de uitwerking zal zijn van het wetsvoorstel. De stikstofdepositie zal als gevolg van de CHW toenemen, in plaats van afnemen. Bedrijven mogen namelijk de eventuele ruimte tussen de depositie van 2004 en nu ‘opvullen’. Bovendien hoeft door de CHW de depositiedruk op een gebied in ieder geval tot 2014 niet te dalen. De leven van de fractie van de Partij voor de Dieren zien niet hoe hiermee een gunstige staat van instandhouding binnen bereik komt, en zijn van mening dat dit dus strijdig is met de habitatrichtlijn. Graag een reactie over hoe het kabinet garandeert dat de gunstige staat van instandhouding bereikt zal worden, en een inschatting van de termijn waarbinnen dit zal gebeuren. Het opnemen van plannen en projecten binnen beheerplannen om vergunningverlening te omzeilen is tevens in de ogen van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren een ernstige verslechtering ten opzichte van het huidige beleid, dat ook al op veel punten te kort schiet. De impact van plannen en projecten zal nooit van te voren precies bekend zijn, en ook de dynamiek van de natuur zelf kan natuurlijk niet al jaren van te voren ingeschat worden in de beheerplannen. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren schatten in dat deze praktijk strijdig is met de habitatrichtlijn die een passende beoordeling voorschrijft. Graag een reactie van het kabinet hierop.

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vragen zich af op grond van welke criteria de lijst van projecten tot stand is gekomen. Kan het kabinet daar helderheid in verschaffen? Werkelijk duurzame investeringen ontbreken volledig. De aanleg van nieuwe wegen in een tijd waarin we juist zouden moeten investeren in duurzame mobiliteit is volgens deze leden ongewenst en onnodig. Waarom is er niet sterk ingezet op duurzame energie en aanleg en inrichting van nieuwe natuur? Op extensivering, regionalisering en verduurzaming van de landbouw? Waarom is er tijdens de voedsel-, biodiversiteits- en klimaatcrisis gekozen voor maatregelen die de bio-industrie alle ruimte bieden ten koste van milieu en natuur? De bouw van heel veel projecten ligt stil, waarom wordt er in de CHW dan zo eenzijdig ingezet op nieuwe bouwprojecten? Er had ook gekozen kunnen worden voor investeringen op het gebied van de handhaving van natuur-, milieu- en dierenwelzijnswetgeving. In plaats daarvan wordt op dit punt juist bezuinigd en gewerkt aan fusering en inkrimping van de AID/VWA en PD. De leden zien dit als een slechte keuze en vragen het kabinet deze plannen opnieuw te bekijken in het licht van dit wetsvoorstel. Werkgelegenheid zou daar volgens de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren meer bij gebaat zijn dan bij de CHW. Graag een reactie.

De leden van de fractie van de partij voor de Dieren maken zich zorgen over de uitwerking van Artikel 1.2 dat regelt dat de bijlagen I en II uitgebreid kunnen worden middels AMvB. Tijdens het rondetafelgesprek werd meerdere malen opgemerkt dat dit in feite een ´blanco cheque´ is, en dat dit op gespannen voet staat met het legaliteitsbeginsel. Hoe ziet het kabinet dit? Is het kabinet bereid bij de genoemde amvb een voorhangprocedure te hanteren of om dit artikel te wijzigen, zodat het tijdelijke karakter van deze crisiswet gehandhaafd blijft?

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren maken zich zorgen over de effecten van de Nota van Wijziging op de CHW. De wijzigingen hierin zijn in de ogen van de leden dermate groot, dat zij het kabinet willen verzoeken om opnieuw advies van de Raad van State te vragen over deze wet inclusief de NvW. Is het kabinet hiertoe bereid?

Concluderend, wijzen de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren de crisis- en herstelwet af. Zowel de Raad van State, de meerderheid van de deelnemers aan het rondetafelgesprek, alsmede talloze juristen in hun vakbladen, hebben hun kritiek geuit over dit wetsvoorstel. Samengevat luidt deze kritiek dat de beoogde versnelling niet wordt behaald omdat het besluitvormingstraject zelf niet aangepakt wordt, en de huidige problemen zich daar voor doen. Dat de juridische zekerheid van burgers, organisaties en ook van de geplande projecten op losse schroeven staat. Dat het wetsvoorstel, eenmaal wet, al tot vragen aan rechters zal leiden, tot in Luxemburg aan toe. Dat de natuur nog meer onder druk zal komen te staan. Dat belangen niet meer zorgvuldig afgewogen kunnen worden, wat ook weer zal leiden tot talloze rechtsgangen. En het belangrijkste punt: de wet zal niet tot economisch herstel leiden, laat staan tot ecologisch herstel, wat zo mogelijk nog meer urgentie verdient. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vernemen graag een reactie van het kabinet op de verschillende punten van kritiek op dit wetsvoorstel. De leden vragen het kabinet met spoed een nieuw plan te presenteren dat daadwerkelijk doet wat dit wetsvoorstel zegt te willen bereiken; een herstel van de economie, zonder ecologie verder te beschadigen.