Inbreng Wassenberg wetsontwerp statiegeld
Inbreng Partij voor de Dieren wetsontwerp statiegeld
De leden van de Partij voor de Dieren fractie willen een zo snel mogelijke invoering van statiegeld op plastic flesjes en blikjes. In veel Europese landen is het al een gangbare en succesvolle praktijk. In Noorwegen en Duitsland komt 97% tot 99% van de flessen en blikjes waar statiegeld op zit retour. Inmiddels hebben 328 gemeenten (95%) zich via de Statiegeldalliantie uitgesproken voor uitbreiding statiegeld.
De leden van de PvdD-fractie constateren dat het voorliggende wetsontwerp ernstig tekort schiet. Het ontwerp regelt slechts de invoering van statiegeld op plastic flesjes; niet op blikjes. Daarmee wordt zwerfafval onvoldoende tegengegaan. Er komen immers twee keer zoveel blikjes voor in het zwerfafval dan plastic flesjes. Erkent de staatssecretaris dit? De focus van het wetsontwerp op plastic flesjes (circa 15% van het totale zwerfafval) is te beperkt om een nieuwe maatschappelijke omgang met zwerfafval in brede zin te bewerkstelligen. Erkent de staatssecretaris dit? En erkent de staatssecretaris het risico van substitutie; de overstap van plastic naar blik als verpakking? Het zwerfafval neemt daardoor niet af en de CO2-uitstoot juist toe door de toenemende productie van aluminium. Deze leden verzoeken de staatssecretaris om in het voorliggende ontwerpbesluit alsnog statiegeld voor blikjes op te nemen. Graag een reactie. Zowel VNG en bedrijfsleven hebben inmiddels aangeven geen voorstander te zijn voor een aparte aanpak voor blikjes. Het zou zonde van de tijd en moeite zijn als in een later stadium opnieuw eenzelfde wetgevingstraject voor blik moet worden doorlopen als nu voor kleine plastic flesjes. Graag een reactie.
De leden van de PvdD-fractie hebben kennis genomen van de forse kritieken door groene organisaties op het wetsontwerp. Met het ontwerp wordt ontzettend weinig geregeld en het wetsontwerp wijkt sterk af van de meest succesvolle statiegeldsystemen in het buitenland, die zich allang bewezen hebben. Kan de staatssecretaris vertellen waarom? De doelstelling schiet tekort; er zijn te weinig garanties dat de doelen gehaald worden, de verplichte recycle doelstelling is juridisch aanvechtbaar en de Europese doelstelling van 90% gescheiden inzameling van alle plastic drankflessen wordt in dit ontwerp niet verankerd. Ook daarvoor de vraag: waarom? Waarom worden naast blik ook andere drankverpakkingen als glas bij voorbaat uitgesloten? De leden van de PvdD-fractie vragen zich af wiens belang met dit wetsontwerp wordt gediend? Het lijkt in ieder geval niet het milieu te zijn. Graag een reactie. Ook vragen deze leden zich af in hoeverre het wetsontwerp beïnvloed is door lobbyisten. Kan de staatssecretaris daar over uitweiden?
Erkent de staatssecretaris dat de innameplicht voor verkooppunten geen onderdeel is van de regelgeving? Erkent zij dat er daardoor onvoldoende garanties zijn dat de wettelijke doelstellingen gehaald worden en er een onduidelijke situatie voor de consument ontstaat? Graag een reactie.
Erkent de staatssecretaris dat de verantwoordelijkheid moet liggen bij producten én retailers, maar dat het wetsontwerp dat niet regelt? Is zij bereid tot het invoeren van een innameplicht voor verkooppunten?
Is de staatssecretaris bekend met de statiegeldsystemen in Kroatië, Estland, Finland, Litouwen, Noorwegen, Zweden, Hawaii, New York en Oregon waar sappen in plastic flessen zonder probleem via statiegeldsystemen worden ingezameld? Deelt de staatssecretaris daarom de mening dat sap- en zuivelverpakkingen niet op ‘technische gronden’ maar op ‘politieke gronden’ worden uitgezonderd van statiegeld? Deelt de staatssecretaris de mening dat daarmee onnodig geen eenduidige boodschap naar consumenten wordt gegeven en dat dat een negatief effect kan hebben op de omgang met zwerfaval?
Met het Actieplan Nederland Schoon heeft de industrie uitstel weten te verkrijgen van de uitbreiding van het statiegeldsysteem en mogelijk zelf afstel. Daarom is het belangrijk om niet alleen te reflecteren op het wetsontwerp, maar ook op het Actieplan. Deze leden hebben daarom enkele opmerkingen en vragen.
Zeer opmerkelijk en verontrustend vinden deze leden dat de industrie in het Actieplan zich zelf tot doel heeft gesteld om “in de ontwerpfase van een verpakking al rekening te houden met het idee dat de verpakking weggegooid zal worden”. Deelt de staatssecretaris de mening dat het bedrijfsleven bezig zou moeten zijn met het beëindigen van de wegwerpcultuur, in plaats van die wegwerpcultuur te versterken? Deelt de staatssecretaris de observatie dat de verpakkingsindustrie onvoldoende inzet op het verhogen van recyclingpercentages en helemaal niet inzet op het verminderen van het plasticgebruik? Voor deze leden wordt met het Actieplan opnieuw pijnlijk duidelijk dat de vrijwillige inzet van het bedrijfsleven onvoldoende is om serieus een einde te maken aan het plastic probleem. Deelt de staatssecretaris die mening?
De leden van de PvdD-fractie merken op dat het Actieplan sterk leunt op de inzet van gemeenten, terwijl juist het bedrijfsleven aan zet is om hun verantwoording te nemen. In het Actieplan staat dat gemeenten hun acties onverminderd voort zullen zetten, ongeacht het Actieplan. Met andere woorden: hun acties staan los van het Actieplan. Wat blijft er van het Actieplan over als de inzet van gemeenten buiten beschouwing worden gelaten? Het Actieplan leunt ook stevig op vrijwilligers. Welke maatregelen blijven over in het Actieplan als de inzet van gemeenten en vrijwilligers buiten beschouwing wordt gelaten? Graag een reactie.
Bepaalde voorstellen in het Actieplan kunnen rekenen op steun van de leden van de PvdD-fractie, zoals handhavingsacties, toegesneden opruimacties en de plaatsing van toegankelijke afvalbakken. Daarbij merken deze leden op dat deze maatregelen slechts vormen van symptoombestrijding zijn; zij dragen bij tot (tijdelijk) tegengaan van zwerfaval, maar niet tot hogere recyclingpercentages. Deelt de staatssecretaris de mening dat hier kansen blijven liggen om plastic gebruik werkelijk tegen te gaan?
Het Actieplan behelst verder grootschalige plaatsing van flesjesbakken, waar een aparte ophaalstructuur voor wordt ontwikkeld. Wat is de extra milieubelasting daarvan? Net als van de outdoor-reclame posters en consumentenbeloning via goodie bags? Het doel zou toch vooral minder milieubelasting en minder materiaalgebruik moeten zijn in plaats van meer? Graag een reactie.
Interessant voor jou
Inbreng Wassenberg SO over de geannoteerde agenda Energieraad
Lees verderInbreng Lammert van Raan AO Belastingontwijking
Lees verder