Inbreng PvdD bij SO Klimaat en Energie
SO Klimaat en energie
Inbreng Partij voor de Dieren-fractie
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben daarover nog enkele kritische vragen en opmerkingen.
Het kabinet schreef de Tweede Kamer dat ze het eerder toegezegde pakket maatregelen inzake het Urgenda-vonnis uit zal stellen. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie begrijpen dat de coronacrisis op dit moment voor de nodige mate van overmacht heeft gezorgd op het ministerie van economische zaken en klimaat. Toch willen deze leden er ook op wijzen dat Urgenda de Klimaatzaak al won in 2015 en dat ruim daarvoor al bekend was dat de klimaatcrisis om stevige extra maatregelen vraagt. Diverse regeringen deden veel te weinig om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Na de uitspraak in 2015 stond de regering destijds ook niets in de weg om uitvoering te geven aan het vonnis. Sindsdien hebben de huidige en de vorige regering echter bijzonder weinig ondernomen om de absolute ondergrens van minimaal 25% minder uitstoot van broeikasgassen t.o.v. 1990 met zekerheid te halen.
De betreffende kabinetten hebben kostbare tijd verspeeld. In plaats van het vonnis uit te voeren, gingen deze kabinetten in beroep en in cassatie. Aanvullende maatregelen bleven lange tijd uit. Ook de Hoge Raad stelde Urgenda inmiddels in het gelijk. Erkent de minister dat deze en de vorige regering al veel eerder maatregelen hadden kunnen en moeten nemen met als doel het Urgenda-doel met zekerheid te halen? Zo nee, waarom niet?
Erkent de minister dat, vanwege het cumulatieve effect van broeikasgassen, het opnieuw uitstellen van klimaatmaatregelen er voor zorgt dat de nog te nemen maatregelen steviger van aard zullen moeten zijn dan wanneer de regering eerder was begonnen met het nemen van maatregelen? Zo nee, waarom niet?
Wanneer mogen we die extra maatregelen alsnog verwachten? En in hoeverre gaat de minister de lessen van de coronacrisis meenemen in deze set maatregelen? Wordt het een pakket van maatregelen dat op meerdere terreinen een positief effect zal hebben? Zo nee, waarom niet?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de minister ook hoe het staat met de uitvoering van een aantal aangenomen moties. Ten eerste de aangenomen motie Thieme[1] waarin de regering wordt verzocht een uiterste inspanning te leveren om het reductiedoel voor broeikasgassen in 2020 te halen. Ten tweede de aangenomen motie Van Raan[2] waarin de regering wordt verzocht om het risico te minimaliseren dat de ondergrens van minimaal 25% CO2-reductie in 2020 gemist zou worden. En ten derde de aangenomen motie Van Raan[3] waarin de regering wordt verzocht om ook de door Urgenda gepresenteerde uitbreidingen van het 40-puntenplan serieus te nemen en de Kamer per maatregel te informeren over de afwegingen om deze wel of niet te nemen. Wat kan de minister daar over vertellen?
Met betrekking tot het informeren over de uitbreidingen van het 40-puntenplan – inmiddels heeft Urgenda 54 maatregelen gepresenteerd – vragen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie ook om de eerdere 40 maatregelen opnieuw serieus te bekijken. Is de minister daartoe bereid? Zo nee, waarom niet? Destijds hanteerde de minister – in strijd met de uitspraak in de Klimaatzaak – nog vier zeer beknellende criteria bij de uitvoering van de aangenomen motie Van Raan c.s.[4], waarin de regering wordt verzocht om alle door Urgenda geïnventariseerde maatregelen serieus te nemen en de Kamer per maatregel te informeren over de afwegingen om deze wel of niet te nemen. Als gevolg daarvan werden enkele effectieve maatregelen geblokkeerd. Inmiddels heeft de Hoge Raad het oordeel in de Klimaatzaak definitief gemaakt. Nederland mag de ondergrens van 25% broeikasgasreductie niet missen. Is de minister daarom bereid om zijn eerdere criteria flexibeler te hanteren, zeker waar ze het realiseren van het vonnis in de weg staan? Zo nee, waarom niet? Is de minister bereid om meer nadrukkelijk te sturen op snelheid van reductie als belangrijkste criterium? Zo nee, waarom niet?
Het reeds gepresenteerde generieke noodpakket voor banen en economie inzake de coronacrisis kon rekenen op steun van de Partij voor de Dieren-fractie. Deze leden zijn ook uitgesproken voorstander van een nadere uitbreiding van dit pakket voor de groepen die nu nog buiten de boot dreigen te vallen[5]. Denk o.a. aan ZZP-ers, artiesten, sekswerkers, grenswerkers, oproepkrachten, uitzendkrachten, flexwerkers en andere personen met een onzekere positie op de arbeidsmarkt.
Naast deze generieke maatregelen, lijkt het waarschijnlijk dat er ook individuele bedrijven zullen aankloppen voor extra financiële injecties. Meer specifiek stonden KLM en Schiphol bijvoorbeeld al op de stoep van de regering. De luchtvaart in haar huidige verschijning is echter een zeer ontwrichtende sector die radicaal moet hervormen. Een stevige krimp van het aantal vliegbewegingen is noodzakelijk voor klimaat, leefomgeving en veiligheid van mens en dier. Erkent de minister deze noodzaak tot transitie van de luchtvaartsector? Zo nee, waarom niet? En deelt de minister de mening dat eventuele extra financiële steun voor de luchtvaartsector niet kan bestaan zonder strenge voorwaarden voor het inzetten van deze onvermijdelijke transitie? Zo nee, waarom niet?
Kan de minister meer vertellen over welke andere bedrijven of sectoren momenteel al hebben aangeklopt voor mogelijke extra financiële steun?
De coronacrisis toont aan dat er alom maatschappelijk begrip is voor stevige maatregelen om de crisis aan te pakken. De urgentie is voor bijna iedereen duidelijk. De klimaatcrisis is voor sommigen mogelijk wat abstracter, maar zal helaas in staat blijken te zijn om voor nog veel grotere negatieve gevolgen te zorgen. Op het moment dat we deze gevolgen aan den lijven zullen ondervinden, is het echter mogelijk al te laat om er nog iets aan te kunnen doen. Deelt de minister de mening dat het juist daarom noodzakelijk om de klimaatcrisis met een net zo grote urgentie te behandelen? Zo nee, waarom niet?
In het licht van de financiële en economische noodpakketten die nu loskomen, in Nederland en bij regeringen wereldwijd, wijzen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie op het feit dat ook vóór de coronacrisis de noodzaak al bestond om onze economie radicaal te hervormen en in lijn te brengen met de grenzen van onze Aarde. Het oude business as usual heeft er voor gezorgd dat we ons nu middenin de klimaatcrisis en biodiversiteitscrisis bevinden. Eventuele bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties kunnen daarom nooit als doel hebben om terug te keren naar dat oude ontwrichtende business as usual. Deelt de minister deze zienswijze? Zo nee, waarom niet?
Erkent de minister dat er in het huidige fiscale beleid, daterend uit het pre-coronatijdperk, nog veel ruimte is voor vergroening? Zo nee, waarom niet?
Erkent de minister dat onze economie in het algemeen nog niet in lijn is met de doelstellingen uit het Parijsakkoord? Zo nee, waarom niet?
Deelt de minister de mening dat het eeuwig zonde zou zijn om de nu ontstane financiële ruimte nu niet te benutten om onze economie versneld in de duurzame en toekomstbestendige stand te zetten? Zo nee, waarom niet?
Erkent de minister dat er in diverse sectoren bedrijven zijn die aanhikken tegen het inzetten van de onvermijdelijke transitie naar een duurzamer verdienmodel? Zo nee, waarom niet? Erkent de minister dat diverse welwillende bedrijven het financieel zeer zwaar zullen krijgen en op termijn mogelijk zelfs failliet zullen gaan of uitgekocht moeten worden, indien ze er niet in slagen om de transitie naar een duurzamer verdienmodel in te zetten? Zo nee, waarom niet?
Erkent de minister dat het voor diverse van deze bedrijven erg schadelijk zou zijn als bepaalde aanvullende financiële injecties in de economie zouden worden ingezet om terug te keren naar het oude en ontwrichtende business as usual? Zo nee, waarom niet?
Wat is de visie van de minister op het helpen van zo veel mogelijk bedrijven met het inzetten van de onvermijdelijke transitie naar een duurzamer en toekomstbestendig verdienmodel, juist in het kader van de mogelijke aanvullende bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn van mening dat dit bij uitstek het moment is om na te denken over slimme voorwaarden aan bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties. Deelt de minister deze zienswijze? Zo nee, waarom niet?
Deelt de minister het uitgangspunt dat bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties gebruikt moeten worden om mensen en natuur te beschermen? Zo nee, waarom niet?
Deelt de minister het uitgangspunt dat bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties niet gebruikt moeten worden om vervuilende sectoren te beschermen, maar juist om deze vervuilende sectoren versneld te laten verduurzamen en daarmee te helpen om toekomstbestendig te worden? Zo nee, waarom niet?
Deelt de minister het uitgangspunt dat bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties gepaard moeten gaan met voorwaarden omtrent het stoppen met fossiele investeringen en investeringen die leiden tot nadere aantasting van de biodiversiteit? Zo nee waarom niet?
Deelt de minister het uitgangspunt dat bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties gepaard moeten gaan met voorwaarden omtrent het opstellen van ambitieuze klimaatplannen door deze bedrijven en sectoren, met als doel om de uitstoot van broeikasgassen zo snel mogelijk terug te dringen? Zo nee, waarom niet?
De transitie van onze economie vergt de nodige omscholing van werknemers, zo staat o.a. ook opgenomen in het Klimaatakkoord. De consistente aanpak om dit te realiseren is echter nog niet goed zichtbaar. Welke stappen gaat de minister zetten op dit punt? Hoe gaat de minister werknemers van fossiele bedrijven helpen om over te stappen naar duurzame bedrijfstakken?
Deelt de minister het uitgangspunt dat bedrijfsspecifieke of sectorspecifieke financiële injecties gepaard moeten gaan met voorwaarden omtrent werkgelegenheid en sociale voorzieningen? Bijvoorbeeld door een goed sociaal plan op te stellen en door werknemers van fossiele bedrijven te helpen om over te stappen naar een duurzame sector?
Het versterken van een duurzame samenleving en economie is juist op dit moment mogelijk en kan juist een rol spelen in het vitaliseren van de economie en het beperken van de schade. Denk bijvoorbeeld aan het stimuleren van de vraag naar verduurzaming van de gebouwde omgeving, wat ook een nadrukkelijk doel is uit het Klimaatakkoord. Installatiebedrijven zouden nu de scholen dicht zijn bijvoorbeeld op grote schaal zonnepanelen kunnen installeren op schooldaken, zoals o.a. ook werd gesuggereerd door Urgenda[6] [7].
Wat is de zienswijze van de minister op het inzetten van de vrijgekomen budgetruimte om, naast bedrijven, ook burgers te helpen bij het verder verduurzamen van de samenleving?
Ziet de minister mogelijkheden voor een ophoging van subsidies voor woningisolatie of het installeren van zonnepanelen en groene daken? Erkent de minister dat een dergelijke aanpak ook economische kansen biedt, bijvoorbeeld voor de isolatiebranche, installatiebedrijven, hoveniers en ondernemers in duurzame energie? Zo nee, waarom niet?
Is de minister van plan om, juist omdat de economie nu harde klappen krijgt, de vraag naar klimaatvriendelijke producten en diensten aan te wakkeren? Zo nee, waarom niet?
Kent de minister de brief van de Grootouders voor het Klimaat?[8] Is de minister het eens met de beoordeling in de "stoplichten rapportage" dat we nog niet snel genoeg gaan om de doelen van Parijs te halen? Zo nee, kan de minister dan per onderwerp in de rapportage aangegeven waar het beeld gunstiger is en waarom?
Hoe gaat de minister het enthousiasme van burgers inzake deelname aan lokale energiecoöperaties behouden en vergroten? Welke ruimte ziet de minister nog om complexe regelgeving te vereenvoudigen, met als doel om lokale duurzame initiatieven sneller op gang te helpen? Ziet de minister bijvoorbeeld een mogelijke rol voor een klimaatcommissaris om vertraging tijdens de bestuurlijke processen sneller vlot te trekken? Zo nee, waarom niet?
Is de minister bereid om bij de herziening van de Postcoderoosregeling in te zetten op een verruiming zodat burgers meer mogelijkheden krijgen zelf het heft in handen te nemen en daarmee het draagvlak voor de uitbouw van duurzame energie op land aanzienlijk te vergroten? Zo nee, waarom niet?
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren danken de minister voor zijn uitgebreide brieven over zijn visie op gassen in het toekomstige energiesysteem. De leden hebben daarover een aantal kritische vragen.
Voor de leden is het van belang dat de oplossingen die gekozen worden duurzaam zijn. Oplossingen waarbij CO2 uitgestoten wordt zijn daarom onwenselijk.
Kan de minister daarom toelichten waarom hij spreekt over CO2-vrije gassen wanneer hij daarmee ook doelt op biogassen? Klopt het dat bij de verbranding van biogas (of groen gas zoals de minister het noemt) CO2 en/of andere broeikasgassen vrij komen (los van of deze wellicht worden afgevangen)? Deelt de minister de mening dat het feit dat de uitstoot niet geregistreerd hoeft te worden niet betekent dat uitstoot niet plaatsvind?
En deelt de minister de mening dat CCS of CCU bij de bepleite inzet van biogassen in de gebouwde omgeving of de mobiliteitssector niet of nauwelijks mogelijk is? Op welke manier en met welke kosteneffectiviteit is dat wel mogelijk volgens de minister?
De leden vragen de minister zich te onthouden van het gebruik van promotietaal (zoals ‘groen’ gas of ‘CO2-vrij’ gas) omtrent deze gassen omdat die een valselijk beeld schetst over de bijdrage van deze gassen aan de concentratie broeikasgassen in de atmosfeer en de klimaatverandering. Is hij daartoe bereid? Onderschrijft de minister dat promotietaal niet gewenst is? Zo nee, waarom niet?
De minister geeft aan dat in 2050 30 - 50% van het finale energieverbruik ingevuld zal moeten worden doormiddel van gassen. De inzet zoals die is beschreven in de brieven lijkt vrijwel geheel op die aanname te berusten. De leden vragen de minister deze aanname beter uit te werken en te beargumenteren. Kan de minister specifiek aangeven waarop de marge van 337-775 PJ waarover hij schrijft gebaseerd is? Waar in het Berenschot-rapport is deze marge terug te vinden?
En welke volgorderlijkheid is volgens de minister wenselijk? Moet er eerst uitgezocht worden welke gassen en welke volumes op een wenselijke, en daadwerkelijk duurzame, wijze geproduceerd kunnen worden óf moet eerst uitgezocht worden welke vraag er zal zijn in 2050 en vervolgens bedacht hoe die in te vullen?
In die context vragen de leden de minister verder waar het duurzaamheidskader biomassa is dat de Tweede Kamer beloofd was voor maart 2020. Kan hij dit zo snel als mogelijk aan de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet?
En is de minister met de leden van de Partij voor de Dieren van mening dat het uiteenzetten van een visie over de inzet van biogassen, terwijl nog onvoldoende bekend is over de duurzaamheid en de beschikbaarheid van biomassa, nooit een volledige visie kan zijn en daarmee onwenselijk is? Zo nee, waarom niet? Dit is relevant aangezien de minister het nog te ontvangen duurzaamheidskader wel al integraal van toepassing verklaart op de door hem nu uiteengezette toekomstvisie. Op basis van welke informatie verklaart de minister dit kader reeds integraal van toepassing?
De leden lezen in de brieven van de minister dat de inzet van gassen voor de gebouwde omgeving nodig is in oude stadskernen en buitengebieden omdat een warmtenet of elektrificatie daar beperkt haalbaar is. De leden vragen de minister duidelijker aan te geven waarom elektrificatie voor de gebouwde omgeving in het buitengebied middels elektrificatie in combinatie met lokale opwek en beperkte opslag onvoldoende mogelijk is?
Deelt de minister de mening van de leden van de Partij voor de Dieren dat vanwege de onvermijdelijke krimp van de veestapel in Nederland het onwenselijk is om voor de energievoorziening afhankelijk te worden van de grootte van die veestapel? Zo nee, waarom niet?
Heeft de minister kennis genomen van alle reeds verschenen rapporten/adviezen die de overheid adviseren de veestapel te doen krimpen? Zoals bijvoorbeeld rapporten van het PBL en de RLI.
Van – bij benadering – welke omvang van de veestapel gaat de minister uit (in 2030 en 2050)?
Erkent u dat bij het totstandkomen van dierlijke mest onvermijdelijk zeer actieve broeikasgassen zoals methaan vrijkomen? Kan daarom volgens de minister wel gesteld worden dat energie afkomstig uit de vergisting van mest geen bijdrage levert aan de klimaatverandering? Zo ja, waarom?
Op basis van welke gegevens komt de minister tot de conclusie dat er momenteel slechts 3% van de mest wordt vergist? En hoe beoordeeld de minister dat wetende dat er tussen 2007 en 2017 al 2,5 miljard aan subsidie is gegeven aan mestvergisters, mestvergassers en andere manieren van energie opwekking uit dierlijke resten en excrementen? Hoeveel subsidie is dat tussen 2017 en 2020 nog geweest?
Kan de minister aangeven of hij tevreden is over het behaalde rendement van de subsidies in deze sector aangezien mestvergisters en vergassers naast de vele schadelijke neveneffecten die zij hebben dus ook nog eens bijzonder duur zijn? Hoe is de voorgenomen inzet van de minister op biogas te rijmen met het standpunt van de regering, dat lange tijd zeer stringent gehandhaafd werd, dat maatregelen kosten efficiënt moeten zijn? Kan de minister aangeven met welke prijs per ton vermeden CO2 hij denkt dat mestvergisters gaan draaien? Is de minister bereid, gegeven de hoge prijs en de vele schadelijke neveneffecten zijn inzet op biogassen te heroverwegen?
Kan de minister de omzet (130 miljoen) die hij benoemt van de biogassector uitsplitsen naar de verschillende bronnen (mest, slib of biomassa) waaruit dit gewonnen is? Zo nee, waarom niet?
De minister schetst verder een vergelijking tussen de voorgenomen werkwijze omtrent de garanties van oorsprong (GvO) voor de biogassen en de huidige praktijk bij biobrandstoffen.
Is de minister bekend met de fraudegevoeligheid van dit systeem bij biobrandstoffen? Is de minister bekend met de grootschalige fraude die daar reeds plaatsvind? De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zijn van mening dat een soortgelijk systeem zoals nu gebruikt wordt bij biodiesels in de praktijk onmogelijk waterdicht is te krijgen. Zij vragen de minister daarom deze systematiek te heroverwegen en kenbaar te maken hoe hij fraude gaat voorkomen. Is de minister daartoe bereid? Zo nee, waarom niet? Welke garantie kan de minister geven dat er geen fossiele gassen ingezet of gerekend zullen worden als zogenaamd duurzame biogassen?
Is de minister met de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren van mening dat waterstof gemaakt moet worden met duurzame energie? En kan de minister in het licht daarvan ingaan op de relatie tussen de beschikbaarheid, nu en in de toekomst, van duurzame energie in Nederland en de productie van waterstof? Kan de minister in het licht van de beschikbaarheid van duurzame energie ook reflecteren op de “unieke uitgangspositie van Nederland” voor waterstof?
Maakt de beperkte beschikbaarheid van duurzame energie Nederland volgens de minister een geschikt land voor grootschalige waterstofproductie? Zo ja, hoe dan?
Kan de minister aangeven welke soort waterstof hij bedoeld wanneer hij spreekt over CO2 vrije waterstof? En op welke schaal denkt de minister op dit moment gebruik te gaan maken van CCS voor de productie van waterstof?
[1] https://www.partijvoordedieren.nl/moties/motie-thieme-verzoekt-regering-uiterste-inspanning-te-leveren-om-uitstoot-van-broeikasgassen-in-2020-met-ten-minste-25-te-verminderen
[2] https://www.partijvoordedieren.nl/moties/motie-van-raan-geen-risico-nemen-met-urgenda-vonnis
[3] https://www.partijvoordedieren.nl/moties/motie-van-raan-per-maatregel-informeren-over-extra-urgenda-maatregelen
[4] https://www.partijvoordedieren.nl/moties/motie-van-raan-thieme-c-s-neem-alle-urgenda-maatregelen-serieus
[5] https://www.partijvoordedieren.nl/bijdragen/bijdrage-van-raan-aan-debat-over-economische-steunmaatregelen-als-gevolg-van-corona-crisis
[6] https://www.urgenda.nl/themas/klimaat-en-energie/40-puntenplan/
[7] https://www.nporadio1.nl/politiek/22708-urgenda-wil-snel-steviger-klimaatbeleid-na-uitstel-door-corona
[8] Grootouders voor het Klimaat (d.d. 19 februari 2020): ‘De richting is goed maar het tempo is te laag’. Kamerstuk: 2020D07979.
Interessant voor jou
Stemverklaring over de Wet digitale beraadslaging en besluitvorming provincies, gemeenten, waterschappen en de openbare lichamen
Lees verderBijdrage Van Raan aan Notaoverleg Eurogroep
Lees verder