Inbreng PvdD bij SO Landbouw- en Visse­rijraad


12 november 2019

Ontbossing

Wereldwijde ontbossing is een grote bedreiging voor de biodiversiteit en het klimaat. Daarom komt de EU nu met een Europese bossenstrategie. De Partij voor de Dieren wil dat Nederland haar verantwoordelijkheid neemt in het stoppen van ontbossing. Dit kan door het probleem bij de bron aan te pakken: de grootschalige ontbossing die aan de andere kant van de wereld plaatsvindt om op de vrijgekomen stukken land soja te verbouwen die in ons land als veevoer wordt gebruikt. Ons landgebruik en ons voedselsysteem moeten drastisch worden hervormd om ontbossing tegen te gaan. Forse krimp van de veestapel is daarbij onvermijdelijk.

Kan de minister garanderen dat het Nederlandse handels- en landbouwbeleid de Europese bossenstrategie niet zal ondermijnen? Kan zij aangeven hoe zij zich hiervoor zal inzetten?

De Partij voor de Dieren is van mening dat het beëindigen van subsidies voor houtige biomassa onderdeel van de Europese bossenstrategie moet zijn. Kan de minister toelichten of de Europese Commissie hierop in gaat in haar mededeling? Kan de minister toelichten wat het standpunt van de Nederlandse regering is?

In Nederland is de minister bezig met een nationale bossenstrategie. De Partij voor de Dieren is van mening dat een Europees traject geen vertraging mag opleveren voor de nationale bossenstrategie; Nederland heeft de verantwoordelijkheid zowel internationaal als in eigen land, ontbossing zo snel mogelijk te stoppen. Kan de minister garanderen dat het EU-traject de nationale bossenstrategie niet zal vertragen?

Overbevissing

Het Nederlandse visserijbeleid krijgt een dikke onvoldoende. Uit analyses blijkt dat bijna de helft van de Nederlandse visquota (48%) niet binnen de duurzame grens, de zogenaamde MSY-waarde, zijn bepaald.[1] Dit betekent dat er structureel te veel vis wordt gevangen. Volgens wetenschappers moeten vispopulaties op of onder MSY-waarde worden gevangen om de populatie op de lange termijn niet aan te tasten.

Overbevissing brengt het gehele mariene ecosysteem in gevaar. De visbestanden in de Europese wateren worden ernstig bedreigd in hun voortbestaan. De Partij voor de Dieren wil dat de minister een einde maakt aan structurele overbevissing en de gezondheid van het mariene ecosysteem centraal stelt in het visserijbeleid.

In december 2019 zal worden onderhandeld tussen de Europese visserijministers om te bepalen hoeveel vis de EU-lidstaten in 2020 mogen vangen. Eerder werd in Europa afgesproken dat uiterlijk op 1 januari 2020 alle visquota op een duurzaam vangstniveau moeten liggen. De minister heeft meermaals aangegeven de duurzaamheidsdoelstelling te onderschrijven, maar handelt er niet naar.

De Partij voor de Dieren wil dat Nederland stopt met het bepalen van visquota binnen de bandbreedte van 5% boven MSY-waarde. Dit is een truc om meer te kunnen vissen dan volgens wetenschappers duurzaam is en Nederland draagt hierdoor bij aan structurele overbevissing. Erkent de minister dat?

Ook wil de Partij voor de Dieren weten van de minister wat de gevolgen zijn als Nederland de doelstelling van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid om op 1 januari 2020 alle bestanden op duurzaam vangstniveau te bepalen, niet haalt? De Partij voor de Dieren wil dat de visserijsector gesaneerd wordt om het mariene ecosysteem de kans te geven te herstellen. Kan de minister aangeven of hier al plannen voor klaarliggen indien de doelen in 2020 niet gehaald worden?

Een groot deel van de visquota waar Nederland aanspraak op maakt, betreft soorten waarop niet bedoeld gevist wordt. Deze ‘bijvangstsoorten’, zoals grote zilversmelt en kabeljauw, worden nog altijd overbevist. De Partij voor de Dieren vindt dat Nederland de verantwoordelijkheid moet nemen overbevissing te stoppen op alle soorten waar zij een deel van het quotum voor in handen heeft, zoals kabeljauw. Bijvangst wordt te vaak afgedaan als bijzaak. Met de kabeljauw gaat het zo slecht, dat wetenschappers een vangstreductie van 61% adviseren. De Partij voor de Dieren vindt dat ook Nederland verantwoordelijkheid moet nemen om de zeer bedreigde kabeljauw er bovenop te helpen. Erkent de minister dat Nederland hierin een verantwoordelijkheid heeft? Kan de minister toelichten wat haar inzet zal zijn voor kabeljauw om ook voor de Nederlandse vloot de visserijsterfte terug te dringen?

Van 18 tot en met 22 november vinden de jaarlijkse consultaties plaats tussen de EU en Noorwegen. Hier wordt onderhandeld over vangstquota voor de gezamenlijk beheerde visbestanden, waaronder kabeljauw. Welke maatregelen zal Nederland voorstellen om de visserijdruk op kabeljauw te verlagen? Kan de minister toelichten op welke ecologische onderbouwing haar standpunt berust dat de bijvangst van kabeljauw in Nederlandse netten uitgezonderd zou moeten worden van deze vangstreductie en alleen voor directe visserij zou moeten gelden? Erkent de minister dat vertegenwoordigers van de visserij deel uitmaken van de officiële EU-delegaties naar de EU-Noorwegen onderhandelingen, maar natuurorganisaties niet? Is de minister bereid ook vertegenwoordigers van natuurorganisaties in de Nederlandse delegatie op te nemen? Zo niet, is zij dan bereid de sectorvertegenwoordigers te weren uit de Nederlandse delegatie?

Het vangstadvies voor tong in de Noordzee kan met 40% omhoog ten opzichte van 2019 volgens het recente advies van ICES. De Partij voor de Dieren maakt zich zorgen dat hierbij niet genoeg rekening gehouden wordt met het feit dat tong door middel van een aselectieve sleepnettechniek gevangen wordt. Deze techniek brengt zeer veel schade toe aan de zeebodem en zorgt bovendien voor veel bijvangst van kwetsbare soorten zoals jonge wijting, schelvis en kabeljauw. Kan de minister toelichten wat het effect is van het verhogen van het vangstadvies voor tong op het bodemecosysteem en op kwetsbare bijvangstsoorten? Met name met de kabeljauwpopulatie gaat het heel slecht, zoals hierboven geschetst. Kan de minister toelichten of het verantwoord is het vangstadvies voor tong dermate te verhogen, wanneer de kans op een toename in het bijvangen van ondermaatse kabeljauw zo groot is?

De visserijcommissie van het Europees Parlement heeft op 12 november toestemming gegeven om te starten met de onderhandelingen over het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij 2021-2027 (EFMZV). De Raad van Ministers zet in haar standpunt in op het (her)introduceren van miljardensubsidies voor het bouwen van nieuwe visserijschepen en modernisering van de visserijvloot. Deze subsidies leiden tot vergroting van de visserijcapaciteit. De Partij voor de Dieren is van mening dat de overcapaciteit van de Europese vissersvloot het mariene ecosysteem in gevaar brengt. Enorme visfabrieken plunderen de zeeën, gesubsidieerd met Europees belastinggeld. De Partij voor de Dieren wil dat de Europese visserijsubsidies worden afgeschaft.

De EU is in WTO-verband overeengekomen dat het verstrekken van visserijsubsidies die bijdragen aan overcapaciteit van de vloot uiterlijk in 2020 zullen worden gestopt, in lijn met Duurzaam Ontwikkelingsdoel 14.6 van de Verenigde Naties. De Europese Commissie heeft zorgen geuit over zowel het standpunt van het Europees Parlement als over het standpunt van de Raad met betrekking tot het herintroduceren van capaciteit vergrotende visserijsubsidies, gezien de strijdigheid met WTO-afspraken en met de Duurzame Ontwikkelingsdoelen.

Kan de minister toelichten welk standpunt Nederland heeft ingenomen tijdens de onderhandelingen? Kan de minister bevestigen dat Nederland zich bij het bepalen van het standpunt van de Raad heeft ingezet voor capaciteit vergrotende visserijsubsidies? Kan de minister ingaan op de kritiek dat het standpunt van de Raad niet in lijn is met WTO-afspraken en Duurzaam Ontwikkelingsdoel 14.6? Kan de minister ingaan op de kritiek dat deze subsidies bijdragen aan overcapaciteit van de Europese (en de Nederlandse) vissersvloot?

Walvisjacht Noorwegen

Van 18 tot en met 22 november vinden de jaarlijkse EU-Noorwegen consultaties plaats. Hier wordt onderhandeld over vangstquota voor de gezamenlijk beheerde visbestanden. Commerciële walvisvangst is geen onderdeel van de agenda, zo schrijft de minister, en daarom zou er geen mogelijkheid zijn om het aan de orde te stellen bij Noorwegen. De Partij voor de Dieren zou graag zien dat Nederland, en in het verlengde de EU-lidstaten, niet meer onderhandelt met Noorwegen over visquota, zolang Noorwegen op walvissen blijft jagen. Ziet de minister de mogelijkheid de onderhandelingen met Noorwegen op te schorten zolang Noorwegen op walvissen jaagt? Kan zij hiervoor steun vergaren bij de andere EU-lidstaten? Kan de minister hiervoor het krachtenveld schetsen?

Bijenrichtsnoer

Het Europees Parlement heeft op 23 oktober 2019 met grote meerderheid zijn veto uitgesproken tegen de gefaseerde inwerkingtreding van het bijenrichtsnoer[2]. Uit de tekst van de resolutie blijkt dat het Europees Parlement dit ziet als een uitholling van het originele bijenrichtsnoer uit 2013 en oordeelt dat de gefaseerde inwerkingtreding een inadequate bescherming vormt tegen het uitsterven van bestuivende insecten. De fractie van de Partij voor de Dieren is blij dat ook het Europees Parlement inziet waar deze fractie al sinds januari 2019 voor waarschuwt.

Tijdens het AO Gewasbeschermingsmiddelen van 31 oktober 2019 stelde de minister dat het spijtig was dat de Europese Commissie daarmee terug naar de tekentafel gestuurd is en aan een nieuw voorstel zal moeten werken. Maar volgens de Partij voor de Dierenfractie is niets minder waar. Zowel het Europees Parlement als de Nederlandse Tweede Kamer (aangenomen motie Ouwehand 21501-32-1175) heeft duidelijk uitgesproken de inwerkingtreding van het bijenrichtsnoer in zijn geheel (zoals in 2013 gepresenteerd door de EFSA) welte zien zitten, en daar zou dan ook haast mee gemaakt moeten worden.

De Partij voor de Dierenfractie herinnert er graag aan dat het bijenrichtsnoer nog niet in z’n geheel in werking is getreden, omdat een aantal lidstaten hier, achter de schermen bij de SCoPAFF, tegen hebben geageerd. Nederland was één van deze lidstaten die tegen stemde, onder het voorwendsel dat de gehele inwerkingtreding ‘niet praktisch uitvoerbaar’ zou zijn. Maar volgens de Europees Parlementsleden was er in SCoPAFF geen gekwalificeerde meerderheid tegen de gehele inwerkingtreding. Een draai in het standpunt van een lidstaat als Nederland, in combinatie met het veto van het Europees Parlement, kan dus nog zorgen voor de gehele inwerkingtreding van het bijenrichtsnoer. Dit is van groot belang voor de bescherming van verschillende soorten bestuivers, en daarmee voor de natuur én onze voedselzekerheid.

De minister zegt uitvoering te hebben gegeven aan de aangenomen motie Ouwehand (21501-32-1175) middels een stemverklaring bij het SCoPAFF van 16 en 17 juli. Dat heeft geen resultaat opgeleverd. Maar na het uitgesproken veto van het Europees Parlement liggen de mogelijkheden weer open en roept de Partij voor de Dierenfractie de minister opnieuw op zich in te zetten voor de inwerkingtreding van de Bijenrichtsnoer in z’n geheel, voor het eind van 2019, in uitvoering van de aangenomen motie Ouwehand. Kan de minister ons informeren hoe zij zich hiervoor in gaat zetten?

Kan zij een brief naar de Europese Commissie sturen waarin zij aangeeft dat het Nederlandse standpunt is veranderd ten aanzien van de inbreng van de afgelopen jaren, nu zijnde vóór de inwerkingtreding van het bijenrichtsnoer als geheel, en dat de eerder door Nederland gemaakte bezwaren niet langer opwegen tegen het belang van het beschermen van de biodiversiteit? Is de minister bereid een kopgroep te vormen met de lidstaten die ook voorstander zijn van een goede bescherming van bijen en hommels en zich de afgelopen jaren (ook binnen SCoPAFF) hebben ingezet voor de invoering van het Bijenrichtsnoer als geheel?

Zo nee, hoe gaat de minister het huidige Nederlandse standpunt dan (nogmaals) kenbaar maken, daarmee invulling gevend aan de aangenomen motie Ouwehand? En hoe gaat zij zich inzetten om ook andere lidstaten te overtuigen van het belang van de gehele inwerkingtreding voor de bescherming van o.a. wilde bijen en hommels? Kan de minister een overzicht van haar inzet op dit gebied, van de afgelopen en de komende maanden, naar de Kamer sturen?

Bovendien is het, nu de mogelijkheden wat betreft het Bijenrichtsnoer weer openliggen, van het grootste belang dat de onderhandelingen hierover openbaar zijn. De overleggen en de besluitvorming in het SCoPAFF (net als in de andere raadswerkgroepen) vinden momenteel plaats achter gesloten deuren. Zowel de werkdocumenten, de inbreng van lidstaten, als het stemgedrag zijn geheim, waardoor zowel het Europees Parlement als de Tweede Kamer haar controlerende taak niet uit kan voeren.

    Volgens de Partij voor de Dierenfractie zou het de transparantie van, en het vertrouwen in, de Europese Unie ten goede komen als die black boxopengemaakt wordt. Dat de nieuwe vice-voorzitter van de Europese Commissie Vera Jourova de termen “waarden en transparantie” in haar titel heeft staan, stemt de Partij voor de Dierenfractie hoopvol voor wat betreft transparante onderhandelingen. Hoe gaat de minister zich er bij de Europese Commissie voor inzetten dat de onderhandelingen over landbouwgif en het beschermen van insecten in openheid plaatsvinden?

    Lot van kalfjes

    De leden van de Partij voor de Dieren roepen de minister op om zo snel mogelijk een importstop in te stellen voor kalfjes. Hierin staan de leden van de Partij voor de Dieren niet alleen: ook een groep van 4.000 melkveehouders roept hiertoe op.[3]

    Naast de grote hoeveelheid kalfjes die in Nederland wordt geboren in de melkveesector, importeert Nederland jaarlijks ook nog eens zo’n 800.000 tot 875.000 jonge kalfjes uit landen als Ierland, Letland en Denemarken. De import van kalfjes groeit al een paar jaar en is het afgelopen jaar vanuit Ierland zelfs verdubbeld.[4]Voor vleeskalveren zijn geen dier- of fosfaatrechten nodig, dus er is geen begrenzing aan de groei. Het aanbod van kalfjes in Nederland is inmiddels zo groot dat de opbrengsten voor veehouders heel laag zijn. Volgens een melkveehouder die onlangs te zien was in een uitzending van Zembla over de kalverhouderij[5]kan het vaak niet uit om een dierenarts te laten komen voor een ziek kalf. Aan lichte kalfjes verdient de melkveehouder niets. Hij moet hiervoor soms zelfs bijbetalen. Kalverslachter Van Drie Group is de enige die van deze situatie profiteert. Nederland is de grootste kalfsvleesproducent van Europa, waarbij 90% van het geproduceerde kalfsvlees wordt geëxporteerd naar het buitenland.

    Kan de minister bevestigen dat keuzes van de Nederlandse consument nauwelijks tot geen invloed hebben op de wijze waarop kalfjes in Nederland worden gehouden?

    De jonge en kwetsbare kalfjes, vaak amper 14 dagen oud, worden op lange transporten in vrachtwagens en op de boot gezet naar Nederland. In totaal (transporttijd en ‘rusttijd’ tijdens een tussenstop op een verzamelcentrum) zijn de kalfjes vanuit Ierland soms wel 40 uur onderweg. Afgelopen mei kwam, nadat Stichting Eyes on Animals een klacht had ingediend, naar buiten dat jonge kalfjes waren mishandeld (geslagen, geschopt en aan hun oren weggetrokken) op een door de EU erkende, «high quality» rustplaats voor veetransporten in Tollevast, Frankrijk.[6] Daarnaast bleken de vrachtwagens waarin de kalfjes waren vervoerd, ook nog eens ongeschikt te zijn voor kalfjes, omdat de gemonteerde zuigspenen bedoeld waren voor biggen. Hierdoor konden de kalfjes tijdens het hele transport niet drinken.

    Kan de minister bevestigen dat waarschijnlijk dit structurele tekortkomingen zijn, aangezien de Europese transportverordening geen voorwaarden stelt aan de geschiktheid van drenkvoorzieningen voor ongespeende dieren, ook niet bij transporten over lange afstanden?

    Aangekomen in Nederland worden de kalfjes met soortgenoten van zeer verschillende bedrijven bij elkaar geplaatst om in een aantal maanden tijd te worden vetgemest. De kalfjes leven op roostervloeren en mogen niet naar buiten. Bijna tweederde van de kalfjes wordt gehouden voor blank kalfsvlees en leeft constant op het randje van bloedarmoede. Regelmatig wordt bij hen bloed afgenomen om het ijzergehalte te controleren. Van deze kalfjes heeft meer dan de helft ook nog eens last van longaandoeningen en een derde van hen kampt met borstvliesontsteking, zo bleek uit onderzoek van Wageningen Lifestock Research[7]. Bij kalfjes die worden gehouden voor rosé vlees, heeft zelfs twee derde van de kalfjes last van longaandoeningen en krijgt de helft borstvliesontsteking. De kalfjes zijn kwetsbaar en vatbaar voor ziekten, terwijl de infectiedruk hoog is. De kalfjessterfte is dan ook zeer hoog.

    Naast dit dierenleed levert de kalfsvleessector ook nog gevaren op voor de volksgezondheid. Het antibioticagebruik en daarmee de kans op resistentie blijft hoog in deze sector: uit onderzoek bleek dat 75% van de monsters van kalvermest resistente bacteriën bevatte[8]. En ook het aantal ESBL-producerende darmbacteriën in de kalversector stijgt.

    Deelt de minister dat hier sprake is van een serieus gevaar voor de volksgezondheid?

    Deelt de minister de analyse van de Rabobank dat de consumptie van kalfsvlees in Europa onder druk staat door dalende vleesconsumptie in het algemeen, door afnemende belangstelling onder jongeren en afnemend maatschappelijk draagvlak?[9]Erkent de minister dat het zoeken van nieuwe markten voor kalfsvlees in landen als China, Japan en Amerika, zoals aanbevolen door de Rabobank om de enorme kalfsvleessector in de benen te houden, volstrekt strijdig is met de uitgangspunten van de kringlooplandbouw die zij voorstaat?

    Is de minister bereid een einde te maken aan de import van jonge kalfjes voor de Nederlandse kalfsvleessector? Zo nee, waarom niet?

    Import van paardenvlees

    De leden van de Partij voor de Dieren-fractie maken zich grote zorgen over de verschrikkelijke wijze waarop paarden in Zuid-Amerika en Canada behandeld worden. De leden zijn ervan overtuigd dat hierop maar één antwoord is, en dat is een totaalverbod op de invoer van paardenvlees in de EU.

    Jaarlijks importeert Europa alleen al vanuit Zuid Amerika 1 miljoen kilo paardenvlees. Dit goedkope vlees zit verwerkt in onder andere kroketten en bitterballen, waar consumenten zich vaak niet bewust van zijn. In een recente uitzending van Ellie in de Handel[10]was te zien hoe paarden in Argentinië en Uruguay onder vreselijke omstandigheden worden afgevoerd naar de slacht, hoe zieke paarden en paarden met wonden lange tijd zonder eten en drinken buiten zonder beschutting staan te wachten op de slacht.

    Kent de minister de beelden van de mishandeling van paarden in onder meer Uruguay en Argentinië? Wat vindt de minister van deze praktijken?

    Sinds 2012 hebben officiële EU-audits en dierenwelzijnsorganisaties herhaaldelijk aangetoond dat er sprake is van grote welzijnsproblemen tot dierenmishandeling en ook van risico’s voor de voedselveiligheid. In een recent auditrapport[11]betreffende Uruguay valt bijvoorbeeld te lezen:

    • · “Official controls do not cover the whole food chain which affects the veracity of declarations on residency and use of veterinary medicinal products.”
    • · “the absence of controls on-farm on the use of veterinary medicinal products in horses, together with the shortcomings in respect of labelling and of indications for correct use, compromises guarantees that drug withdrawal periods have been complied with.”
    • “serious questions about animal welfare at the time of killing” and concluded that the condition of the centres (..) clearly indicate that when in operation and with the numbers of animals present, animal welfare would be compromised”

    De EU importeert echter nog steeds paardenvlees uit Uruguay. Kan de Minister bevestigen dat een groot deel van het geïmporteerde paardenvlees in Nederland terecht komt? Kan de minister verklaren waarom serieuze actie op deze ernstige bevindingen tot nu toe is uitgebleven?

    De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen welke handelsbelemmeringen er in het algemeen zijn voor de invoer van paardenvlees. Voorts vragen deze leden welke tarifaire en non-tarifaire handelsbarrières voor paardenvlees door de EU-handelsverdragen CETA en EU-Mercosur weggenomen worden. Ligt het in de lijn der verwachting dat deze handelsverdragen leiden tot ruimere mogelijkheden om paardenvlees uit Zuid-Amerika naar de EU te exporteren? En zal de invoer van paardenvlees in de EU en in Nederland daardoor stijgen?

    Kan de minister garanderen dat het track and trace-systeem voor paarden en paardenvlees in de vier Mercosur-landen en Canada onfeilbaar is? Zo nee, welke problemen met het track and trace-systeem zijn er bij de minister bekend?

    Kan de minister bevestigen dat de uitbaters van slachthuizen in (Zuid) Amerika van tevoren op de hoogte worden gesteld van officiële EU-inspecties? Hoe vaak is het voorgekomen dat bij een inspectie van paardenslachthuizen buiten de EU er op het moment van de inspectie geen paarden aanwezig waren? Erkent de minister dat EU-audits die op deze manier worden uitgevoerd, uiterst onbetrouwbaar zijn?

    Is de minister bereid om te pleiten voor realiteitszin in de procedures aangaande het al dan niet aankondigen van inspecties van slachthuizen. Is de Minister bereid om er bij de Europese Commissie voor te pleiten dat inspecties in ieder geval nooit van tevoren aangekondigd moeten worden?

    Kan de minister uiteenzetten in welke producten in de Nederlandse snackbars paardenvlees verwerkt is? Uit welke landen is dit paardenvlees afkomstig? Is het volgens de minister voldoende duidelijk voor consumenten die bij een snackbar een vleeskroket of bitterbal kopen dat de kans bestaat dat men paardenvlees uit Zuid-Amerika staat te verorberen? Zo ja, kan de minister dit toelichten? Zo nee, hoe verhoudt dit zich tot de gewenste transparantie over de vleessector die ook de minister voorstaat?

    Is de minister, gezien de voedselveiligheidsproblemen en welzijnsproblemen die blijken uit EU audits en ngo-rapportages, bereid in Europa te pleiten voor een importverbod op paardenvlees uit Uruguay en Argentinië? Zo nee, waarom niet?

    [1] https://www.noordzee.nl/flinke-stappen-nodig-om-de-europese-duurzaamheidsdoelstelling-voor-noordzeevisvangst-in-2020-te-halen/

    [2] https://www.europarl.europa.eu/news/en/press-room/20191017IPR64573/meps-block-member-states-move-to-weaken-bee-protection-from-pesticides

    [3] https://www.boerderij.nl/Rundveehouderij/Nieuws/2019/10/Zembla-4000-melkveehouders-willen-importstop-kalveren-485952E/

    [4] https://veeteelt.nl/nieuws/import-ierse-kalveren-verdubbeld

    [5] https://www.bnnvara.nl/zembla/artikelen/het-gouden-kalf

    [6] «Iers kalf voor Nederlandse markt wordt onderweg mishandeld», Trouw, 3 mei 2019

    [7] http://edepot.wur.nl/425832

    [8]Peet, Geert van der, Ferry Leenstra, Izak Vermeij, Nico Bondt, Linda Puister en Jaap van Os (2018): ‘Feiten en cijfers over de Nederlandse veehouderijsectoren 2018,’ Wageningen, Wageningen University & Research, Rapport 1134.

    [9] https://www.rabobank.nl/bedrijven/cijfers-en-trends/veehouderij/vleeskalverhouderij/

    [10] https://www.avrotros.nl/ellie-in-de-handel/gemist/detail/item/ellie-in-de-handel-aflevering-4-paardenvlees-28-10-2019/

    [11] DG SANTE audit 2018-6457 in Uruguay

    Interessant voor jou

    Bijdrage Van Esch aan WGO Water

    Lees verder

    Inbreng Van Raan aan plenaire behandeling Belastingplan 2020

    Lees verder

    Help mee aan een betere wereld

        Word lid Doneer