Inbreng PvdD SO Sponsorconvenant 2020-2022
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben hierover nog enkele kritische vragen en opmerkingen.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen regelmatig aandacht voor vormen van ongewenste beïnvloeding van het onderwijs, bijvoorbeeld door bedrijven uit de fossiele industrie en bio-industrie, maar ook door jagers. Door kinderen al op jonge leeftijd te beïnvloeden proberen bepaalde bedrijven of organisaties zichzelf een positief imago aan te meten, terwijl daar in de werkelijkheid soms veel op aan te merken valt. Het instrument om hier iets tegen te doen is het convenant ‘Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en het sponsorconvenant’. Dit sponsorconvenant heeft een reeks goede uitgangspunten. Zo mag de betreffende samenwerking de ontwikkeling van kinderen niet schaden en mag de onderwijsinhoud niet worden beïnvloed. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie ondersteunen dergelijke uitgangspunten, maar wijzen er op dat het sponsorconvenant ook de nodige beperkingen bevat, waardoor een deel van deze uitgangspunten in de praktijk in de knel kunnen komen.
Die beperkingen beginnen bij de keuze voor een convenant als instrument. Bedrijven met kwade intenties trekken zich er tot nu toe weinig van aan. Bekende voorbeelden zijn Shell, veevoergigant De Heus en de Jagersvereniging die allen het onderwijs lastigvallen met als lesmateriaal vermomde reclame voor zaken die moreel zeer discutabel zijn en daarbij bovendien een veel rooskleurigere voorstelling van zaken geven dan in de werkelijkheid het geval is[1] [2] [3] [4].
Een ‘aanbeveling’ van de Reclame Code Commissie is voor sommige bedrijven helaas geen reden om te stoppen met het verspreiden van hun schadelijke boodschap. Neem bijvoorbeeld Shell, dat recent werd teruggefloten vanwege hun misleidende boodschap over het fossiele product GTL op “techniekfestival” Generation Discover[5]. In plaats van dat Shell haar fout erkende en een stevige rectificatie plaatste, reageerde Shell doodleuk dat ze het fossiele product GTL de volgende keer wat beter zal proberen uit te leggen[6]. Geen woord over de schadelijke effecten van het fossiele product waarvan Shell deed alsof het een bijdrage zou leveren aan een goed milieu en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN.
Erkent de minister dat sommige bedrijven zich niets aan wensen te trekken van vrijblijvende afspraken?
Erkent de minister dat een convenant daarmee een relatief zwak instrument is om bedrijven met kwade intenties af te schrikken? Zo nee, waarom niet?
Wat vindt de minister van bedrijven die, ondanks een aanbeveling van de Reclame Code Commissie, toch doorgaan met het verspreiden van hun misleidende boodschap?
Is de minister van mening dat bij herhaaldelijke overtredingen de mogelijkheid zou moeten bestaan om boetes uit te delen? Zo nee, waarom niet?
Welke mogelijkheden ziet de minister voor het creëren of uitbreiden van deze mogelijkheid?
Kan de minister toelichten waaruit blijkt dat het nieuwe sponsorconvenant 2020-2022 wél als gevolg zal hebben dat bedrijven met kwade intenties afgeschrikt zullen worden?
De verantwoordelijkheid om misleidende kindermarketing te herkennen is voornamelijk neergelegd bij de scholen. Wat gaat de minister doen om leraren, ouders, schooldirecties en medezeggenschapsraden te helpen bij het herkennen van misleidend lesmateriaal?
Kan de minister al meer vertellen over de aangekondigde checklist?
Deelt de minister de mening dat deze checklist ook een passsage dient te bevatten die duidelijk maakt dat sponsoring van een bedrijf of organisatie geen boodschap zou moeten bevatten die niets of verwaarloosbaar weinig te maken heeft met de daadwerkelijke activiteiten van het betreffende bedrijf of organisatie? Dit om greenwashing of anti-reclame te voorkomen. Zo nee, waarom niet?
Deelt de minister de mening dat het misleidend is als er grote discrepanties bestaan tussen het verdienmodel van het betreffende bedrijf en de inhoud van de aangeleverde sponsoring? Zo nee, waarom niet?
Erkent de minister dat het niet de bedoeling zou moeten zijn dat een bepaalde vorm van misleidende kindermarketing door de ene school wel en door de andere school niet geweerd zou worden?
Hoe gaat de minister in dat kader voorkomen dat er grote verschillen ontstaan tussen scholen in de wijze waarop zij omgaan met vergelijkbare vormen van kindermarketing?
Hoe gaat de minister stimuleren dat scholen nog meer van elkaars ervaringen met ongewenste sponsoring kunnen leren?
In het stappenplan uit het sponsorconvenant 2020-2022 lijkt enige tegenstrijdigheid te zitten.
In stap 1 staat o.a. de volgende opmerking: “namen en logo’s in lesmateriaal van een sponsor zijn ongewenst”. In stap 2 wordt echter gesteld dat het voor de hand ligt dat naam en logo van de sponsor worden getoond in de school of in communicatiemiddelen van de school”.
Wat is hierop de zienswijze van de minister?
Kan de minister meer toelichting geven op donaties die in de afgelopen jaren werden gedaan door bedrijven aan scholen?
Kan de minister voorbeelden geven van donaties die in de ogen van de minister gewenst en ongewenst waren?
Kan de minister toelichten hoe de controle is georganiseerd op het mogelijk alsnog leveren van tegenprestaties, waardoor een donatie een vorm van sponsoring wordt?
Het sponsorconvenant is momenteel nauwelijks bekend in het onderwijsveld, zo bleek uit de recente evaluatie. Kan de minister uitgebreid toelichten hoe het onderwijsveld concreet geïnformeerd zal worden over het sponsorconvenant 2020-2022?
Kan de minister al meer informatie verschaffen over de gezamenlijke communicatiestrategie die zal worden ontwikkeld door de ondertekenaars van het sponsorconvenant?
Hoe gaat de minister het onderwijsveld wijzen op het algemene gevaar van als lesmateriaal vermomde kindermarketing, zeker wanneer deze lesmaterialen zijn opgesteld door bedrijven met een verdienmodel dat rechtstreeks in gaat tegen de belangen van kinderen, zoals bepaalde bedrijven uit de fossiele industrie, bio-industrie en luchtvaart?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie wijzen de minister op het feit dat de klimaatcrisis en biodiversiteitscrisis een grote impact zullen hebben op o.a. de levens van kinderen en toekomstige generaties. Waarom wordt in het convenant niet gesproken over sponsoring door bedrijven die nadrukkelijk hebben bijgedragen aan het veroorzaken van de klimaatcrisis en biodiversiteitscrisis en nu hun markt proberen te verdedigen door via het klaslokaal draagvlak en sympathie te creëren?
Is de minister bereid om in kaart te brengen welke bedrijven en sectoren verdienmodellen hebben die in strijd zijn met de belangen van kinderen? Zo nee, waarom niet?
Deelt de minister de mening dat dergelijke bedrijven niets te zoeken hebben in het onderwijs? Zo nee, waarom niet?
Kan de minister reflecteren op bedrijven die bewust geld hebben uitgegeven aan klimaatontkenners, met als expliciet doel om twijfel te zaaien over klimaatverandering en de rol van de mens daarin?[7]
Deelt de minister de mening dat dergelijke bedrijven niets te zoeken hebben in het onderwijs? Zo nee, waarom niet?
Misleidende sponsoring door bedrijven komt voor in allerlei vormen. Erkent de minister dat sponsoring een vorm is van marketing? Zo nee, waarom niet?
Erkent de minister dat sponsoring op scholen een vorm is van marketing? Zo nee, waarom niet?
Wat is volgens de minister de definitie van ‘misleiding’ in relatie tot lesmateriaal en sponsoring op scholen?
Erkent de minister dat de kans op misleiding groot zou zijn als bijvoorbeeld een fastfoodketen zoals McDonald’s voornamelijk lesmateriaal zou aanbieden over gezonde voeding, of als een fossiel bedrijf lesmateriaal zou aanbieden over duurzame energie, of als de bio-industrie lesmateriaal zou aanbieden over dierenwelzijn? Zo nee, waarom niet?
De Onderwijsinspectie heeft momenteel slechts een beperkte rol in het aanpakken van ongewenste beïnvloeding door bedrijven. De Tweede Kamer nam recent echter een motie aan van het lid Van Raan, waarin de regering wordt verzocht “om parallel aan de verkenning naar informele scholing, te bezien of en hoe de Inspectie van het Onderwijs een toezichthoudende rol kan krijgen op die elementen van het onderwijs die worden georganiseerd door bedrijven”[8]. Het verzet tegen ongewenste beïnvloeding groeit!
De uitvoering door de minister van deze aangenomen motie bleef echter ronduit ondermaats. In enkele korte alinea’s schreef de minister wat de Tweede Kamer al wist en bleef een serieuze verkenning van de mogelijkheden uit[9]. Wat gaat de minister doen om deze motie alsnog uit te voeren?
Kan de minister toelichten hoe de Onderwijsinspectie op de hoogte wordt gehouden van ongewenste vormen van sponsoring?
Ziet de minister aanleiding om deze informatiepositie nog verder te verbeteren? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Kan de minister toelichten hoe de verschillende klachten over sponsoring op scholen worden gemonitord?
Is de minister bereid om de Tweede Kamer op regelmatige basis te informeren over de klachten die binnenkwamen? Zo nee, waarom niet?
[1] https://www.partijvoordedieren.nl/
[2] https://fossielvrijonderwijs.nl/ontdek-zelf-greenwashing/
[3] https://www.deheuskidzz.nl/
[4] https://www.jagersvereniging.nl/downloads/jeugd/
[5] https://fossielvrijonderwijs.nl/
[8] Motie Van Raan (Kamerstuk 35300-VIII-71).
[9] Brief minister Slob (Kamerstuk 31293-498).
Interessant voor jou
Bijdrage Van Raan aan debat over economische steunmaatregelen als gevolg van corona-crisis
Lees verderInbreng verslag Wijziging van de Wet dieren in verband met de uitvoering van de herziene Europese diergezondheidswetgeving
Lees verder