Inbreng PvdD aan SO PFAS-houdende grond en bagger­specie en het storten van vervuilde grond in diepe plassen


5 november 2019

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren danken de voormalig staatssecretaris en huidig minister voor haar brief over het storten van vervuilde grond in diepe natuurplassen. De leden vinden de gang van zaken zoals geportretteerd in de Zembla uitzending ‘Gokken met bagger’ erg zorgwekkend en hebben hierover nog een aantal vragen.

Zo vragen de leden de minister waarom lopende projecten niet kunnen worden stopgezet? Is de minister van mening dat het voor het milieu en de natuur het beste zou zijn om de verondieping van diepe plassen direct stop te zetten? Zo nee, waarom niet?
De minister geeft aan dat stopzetten van lopende projecten niet ‘zonder reden’ kan maar is de oproep van de onderzoeksleider, die onderzoek doet naar de ecologische effecten van verondiepen, om direct te stoppen geen valide reden om in te grijpen? Kan er, ter bescherming van de leefomgeving, teruggegrepen worden op generieke wetgeving, zoals bijvoorbeeld art. 21 van de Grondwet? Wat is er volgens de minister nodig om de verondieping stop te zetten? En mocht stopzetting onmogelijk blijken, ziet de minister dan mogelijkheden om de verondieping tijdelijk te onderbreken tot in ieder geval het nieuwe kader en de handhaving op orde zijn?

Klopt het dat risico gestuurd toezicht er toe kan leiden dat toezicht en handhaving pas plaats gaat vinden als de onomkeerbare vervuiling al veroorzaakt is? Is de minister bereid voor het toezicht in deze sector af te stappen van het risico gestuurd toezicht en een percentage vast te stellen van ladingen die gecontroleerd moeten worden? Kan zij aangeven of naar haar mening een bepaald percentage (en zo ja, welk percentage) van de schepen/vrachtwagens bemonstert dient te worden?
Kan de minister verder aangeven hoeveel extra fte er beschikbaar komt voor het toezicht op de bodemketen? En hoeveel is dat nu?

Verder vragen de leden wat de minister verstaat onder ‘sporadisch’ als ze stelt dat onder de aangescherpte wetgeving toegepaste grond en baggerspecie nog slechts ‘sporadisch’ bodemvreemd materiaal mag bevatten?

In haar recente brief over de importheffing voor afval lijkt de minister aan te geven dat het onwenselijk wordt geacht dat Nederland structureel achterblijft met gestorte bodemassen als gevolg van het verbranden van afval uit andere landen. Kan de minister aangeven waarom dat voor bodemassen onwenselijk zou zijn en voor vervuilde bagger of grond uit andere landen niet? Gaat de minister maatregelen nemen om import uit het buitenland te ontmoedigen? Zo nee, waarom niet?

Is er onderzoek gedaan naar de in de Zembla uitzending geconstateerde overtredingen? Zo nee, waarom niet?

Interessant voor jou

Bijdrage Wassenberg aan AO landbouwgif

Lees verder

Bijdrage Wassenberg aan debat over burgerdoden bij Nederlandse luchtaanval in Irak in 2015

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer