Inbreng Schrif­telijk Overleg Visserij


29 juni 2011

Verbod op onverdoofd doden van paling in een zoutbad
De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren willen allereerst de staatssecretaris bedanken voor het uitvoeren van de aangenomen motie Ouwehand die vraagt de verplichting van het vooraf bedwelmen van paling bij de slacht in regelgeving op te nemen.

Hervorming Gemeenschappelijk Visserijbeleid
De Partij voor de Dieren wijst de Nederlandse regering onophoudelijk op het falen van het Europees Gemeenschappelijk Visserijbeleid, dat ondanks de doelstelling dat visbestanden duurzaam moeten worden beheerd, heeft geleid tot overbevissing van maar liefst 88% van de bestanden. De Partij voor de Dieren staat niet alleen in haar pleidooi om het visserijbeleid drastisch te herzien. Ook de Europese Commissie zelf moest na haar evaluatie concluderen dat het roer om moet. Vermaard visserijbioloog Daniel Pauly, die een eredoctoraat heeft aan de Universiteit Wageningen zegt dat we aan de rand van de afgrond staan. Zijn toekomstbeeld is dat er binnenkort vooral kwallen en plankton in zee te vinden zijn, en de oorzaak daarvan is het zogenaamde ‘fishing down the foodweb’: Vissers hebben eerst de grote roofvissen als kabeljauw en tonijn overbevist en zagen zich gedwongen om te gaan vissen op steeds kleinere soorten, lager in het voedselweb. Dit leidt aanvankelijk tot hogere vangsten, maar al snel zal de opbrengst stagneren of afnemen. Het systeem raakt uitgeput omdat de brede basis van biomassa steeds verder afkalft. De exploitatie is, met andere woorden, niet duurzaam. De Partij voor de Dieren neemt de waarschuwingen van Pauly en andere experts zeer serieus. Doet de staatssecretaris dat ook?

De visserij heeft de laatste grens bereikt. Het is alarmerend dat er ondanks een toegenomen visserijinspanning een mondiale trend bestaat van afnemende vangsten. Dat betekent dat visbestanden overal ter wereld zijn overbevist. Alleen écht vergaande maatregelen kunnen nog soelaas bieden, zegt Pauly:
- de visserijsubsidies moeten onmiddellijk worden afgeschaft. Want alleen daardoor blijven vissers op bestanden vissen die eigenlijk niet langer rendabel zijn;
- het visserijbeleid moet overschakelen van een soortgerichte op een ecologische benadering;
- en ook ten minste 20 procent van de wereldzeeën moeten tot beschermde mariene zone verklaard worden waarbinnen niet mag worden gevist. ‘Alleen dan kunnen vispopulaties zich herstellen.’

De Partij voor de Dieren vindt dat de Nederlandse regering deze drie dringende aanbevelingen moet overnemen en inbrengen bij de onderhandelingen over de herziening van het GVB. Deze leden zien geen enkele belemmering voor het innemen van deze standpunten, omdat ze aansluiten bij de goede inzet die Eurocommissaris Damanaki voor ogen heeft. Vorige week verschenen twee rapporten van de Europese Commissie die de noodzaak van hervorming van het GVB wederom onderschrijven. Zo blijkt dat bodemtrawlers hun langste tijd gehad hebben, ze blijken geen winstgevende vorm van visserij te zijn door het torenhoge brandstof verbruik. Ook blijkt dat het terugdringen van de overcapaciteit van de Europese visserijvloot in haar huidige tempo veel en veel te langzaam gaat. Dit vraagt dus om een concrete hervorming van het beleid. Uit de brief over de hervorming van het GVB blijkt dat de staatssecretaris onderschrijft dat er een fundamentele herziening nodig is. De Partij voor de Dieren steunt de staatssecretaris uiteraard in die constatering, maar wil ook vragen of dat concreet betekent dat Nederland zich zal aansluiten bij de voorstellen die de Europese Commissie hiervoor doet.

In een recente toespraak maakte Eurocommissaris Damanaki bijvoorbeeld duidelijk dat er een einde zou moeten komen aan de visserijsubsidies. Gelet op de grote Europese geldstroom die op het gebied van visserij naar een aantal landen vloeit kan zij grote tegenstand verwachten vanuit deze lidstaten. Des te belangrijker is het dus dat Nederland de Eurocommissaris ten volle steunt bij haar poging om de visserijsubsidies binnen afzienbare tijd af te bouwen. Kan de staatssecretaris dit toezeggen?

Een aantal vragen over de subsidies: is het waar dat Spanje 50% van de beschikbare Europese visserijsubsidies krijgt? Juist deze vloot speelt een grote rol in de overcapaciteit en er zijn gevallen bekend van Spaanse schepen die keer op keer de regels overtreden door te vissen in verboden gebieden of op vissoorten waar niet op gevist mag worden. Om hoeveel geld gaat het precies en hoe is de verdeling over de lidstaten?

Europees is er een probleem met de informatie die vanuit de sector wordt aangeleverd over (bij)vangsten. Kan de staatssecretaris toelichten hoe dat zit met de Nederlandse vloot? Is de monitoring hier op orde en zo neen, waar ontbreekt het dan aan?

Uit Noorwegen kwam afgelopen week het nieuws dat de visserij dankzij het instellen van een discardban winstgevender is geworden en ook heeft geleid tot herstel van de visbestanden. Dit succes werd veroorzaakt doordat men een combinatie van maatregelen toepasten, waaronder het (tijdelijk) sluiten van gebieden en aanpassing van de vistuigen, zodat selectiever gevist werd. Vooral de gemengde visserij heeft hier een flinke slag te maken. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vinden dat het nu tijd is voor maatregelen op dit vlak en vragen de staatssecretaris welke concrete acties we op welke termijn kunnen verwachten? De staatssecretaris geeft aan de ontwikkeling van de pulsvisserij als veelbelovend te zien. Kan hij de huidige stand van zaken van de pulsvisserij en de effecten op kabeljauw geven? In de stukken lezen we dat het onverminderd slecht gaat met de kabeljauw. Het mag dus niet zo zijn dat een gepromote vistechniek deze populatie nog verder onder druk zet. Kan de staatssecretaris de oorzaken van de lage stand kabeljauw geven en welke maatregelen genomen worden om te populatie weer te laten groeien? De staatssecretaris geeft aan dat hij de aanpak van het bijvangst probleem stapsgewijs wil invoeren, kan hij dit nader specificeren? Onderschrijft de staatssecretaris dat de aanlandingsverplichting alleen zin heeft als het wordt gedisconteerd in de visquota?

Dan de beschermde gebieden. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vinden dat een netwerk van beschermde gebieden op zee prioriteit moet worden en vragen de staatssecretaris of hij bereid is zich hier in Europa voor wilt inzetten. Het GVB zou op dit punt ook moeten worden aangepast, zodat beschermingsmaatregelen in het kader van Natura 2000 via Natura 2000 regelgeving afgekondigd kan worden en niet eerst moet wachten op een lange procedure onder het GVB. Onderschrijft de staatssecretaris dat de verplichting tot het voorkomen van verslechtering, het nemen van passende maatregelen en de beginselen van gemeenschapstrouw uit de Natura 2000 kunnen vragen om het nemen van directe maatregelen en besluitvorming via het GVB dus niet de meest logische route is? ZO ja, is hij bereid hiervoor aandacht te vragen in Europa?

Internationale Walvisvaart Commissie (IWC)
De Partij voor de Dieren danken de staatssecretaris voor zijn inzet voor de 63ste jaarvergadering van de IWC, van 4-15 juli a.s. De Partij voor de Dieren is blij dat de inzet waar zij bij het vorige kabinet op aangedrongen heeft, het blijvende standpunt van de Nederlandse regering vormt: stoppen van de commerciële walvisjacht, inclusief de “wetenschappelijke” vangsten door Japan en het in 2010 afgewezen consensusvoorstel, of eventuele nieuwe voorstellen met een vergelijkbare inhoud, zijn niet aanvaardbaar.

De Partij voor de Dieren heeft grote zorg over de berichten die in de media verschijnen over voorstellen waar de Verenigde Staten mee zouden komen om de walvisjacht te legitimeren, om zo haar eigen quota voor de inheemse jacht veilig te stellen. Is de staatssecretaris op de hoogte van deze berichten en kan hij zeggen in hoeverre ze op waarheid berusten? Mocht de berichtgeving juist zijn, is hij bereid om er zo snel mogelijk bij de VS op aan te dringen dit voorstel niet in te brengen en te wijzen op de vele bezwaren die er kleven aan het legaliseren van de walvisjacht? En is de staatssecretaris bereid zo breed mogelijk verzet tegen een dergelijk voorstel te organiseren, zowel Europees als met andere leden van de IWC?

De Partij voor de Dieren heeft aan voormalig minister van LNV Verburg gevraagd namens Nederland een voorstel in te dienen om de beschermingssfeer van de IWC uit te breiden naar andere walvisachtige soorten, zodat ook dolfijnen door de verdragen kunnen worden beschermd. Het antwoord luidde toen dat België aan een dergelijk voorstel werkte en dat de minister bereid was om, mocht België die inspanningen staken, het stokje over te nemen zodat het voorstel in elk geval kon worden ingediend. De Partij voor de Dieren zijn benieuwd naar de stand van zaken en vragen de staatssecretaris of de uitbreiding van de werkingssfeer van de IWC voor kleine walvisachtige soorten ter sprake komt op de komende jaarvergadering, met steun en/of als voorstel van Nederland.

Tot slot vragen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie naar de stand van zaken rond de onderhandelingen met IJsland over toetreding tot de Europese Unie in verband met de voorwaarde dat dit land de walvisjacht zou moeten afzweren als zij lid wil worden van de EU. Deze leden wijzen de staatssecretaris in dit verband ook op de aangenomen motie-Ouwehand. Op welke wijze zullen de lopende onderhandelingen met IJsland doorklinken in de stellingname van de EU tijdens de komende IWC en ziet de staatssecretaris met de Partij voor de Dieren kansen om de positie van IJsland in dat licht ook op de conferentie bijgesteld te krijgen ten gunste van de walvissen? Graag een toelichting hierop.